Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 21501-02 nr. 1103 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 21501-02 nr. 1103 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2011
Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2011.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen
Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 14 november 2011
Rusland
De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal discussiëren over de strategische relatie met Rusland, mede in het licht van de Russische parlementsverkiezingen en de EU-Rusland Top in december a.s.
De strategische betekenis van Rusland voor Nederland en de EU raakt aan de drie pijlers van het Nederlands buitenlands beleid: handelsbetrekkingen (inclusief energierelaties), veiligheid en mensenrechten. Het kabinet wil dat voortgang wordt geboekt met de energierelatie met Rusland, de onderhandelingen over een Nieuw Strategisch Akkoord en het EU-Rusland Partnerschap voor Modernisering. Op het gebied van toetreding van Rusland tot de WTO kunnen mogelijk op korte termijn belangrijke stappen worden gezet.
Wat betreft het visumbeleid is Nederland van mening dat van visumliberalisatie pas sprake kan zijn nadat alle benodigde stappen zorgvuldig zijn doorlopen. Automatisme noch kalenderfixatie is op zijn plaats.
Afghanistan
De RBZ zal de gezamenlijk in te nemen positie bij de internationale Afghanistanconferentie te Bonn (5 december as.) bespreken. De EU wil daar haar lange-termijn betrokkenheid bij Afghanistan tonen en de start aankondigen van de onderhandelingen over een Cooperation Agreement on Partnership and Development met Afghanistan.
Het kabinet steunt het voornemen van de EU om de lange-termijn relatie met Afghanistan vorm te geven door middel van een samenwerkingsovereenkomst. Het kabinet bepleit een duidelijk wederkerig karakter hiervan; de overeenkomst moet de verwachting van groeiende Afghaanse verantwoordelijkheid weerspiegelen. In de EU-boodschap moet daarnaast het belang van vooruitgang op de civiele aspecten van transitie centraal staan (bestuur, rechtsstaat en corruptiebestrijding). In Bonn moet de EU duidelijk maken dat meer politieke inspanningen van de Afghaanse regering worden verwacht.
Voorts wil het kabinet actieve EU-ondersteuning van het Afghaanse politieke verzoenings- en re-integratieproces binnen de afgesproken kaders en voorwaarden. Afghanistan en zijn buurlanden moeten intensief samenwerken aan regionale stabiliteit.
Het kabinet wil dat het mandaat van EUPOL, dat afloopt in 2013, wordt verlengd tot het einde van de transitieperiode in 2014. De EU moet ook na afloop van de transitie een proactieve bijdrage blijven leveren aan de opbouw van de Afghaanse rechtstaat. Het kabinet vindt het zorgwekkend dat het Europees Parlement onlangs een substantiële verlaging van het EUPOL-budget heeft voorgesteld in het kader van de onderhandelingen over de EU-begroting 2012. Hierdoor zou EUPOL in de knel komen, wat met het oog op het belang van deze missie vermeden moet worden.
Zuidelijke Buurlanden
Naar verwachting zullen de actuele ontwikkelingen in Libië, Tunesië en Syrië tijdens de Raad aan de orde komen. In verband met het bezoek van minister Rosenthal aan Egypte op 2 en 3 november jl. treft u hierbij tevens een korte passage over Egypte.
Egypte
Minister Rosenthal benadrukte bij de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken het belang van onafhankelijk onderzoek naar het geweld tegen Koptische demonstranten op 9 oktober jl. Hij onderstreepte dat het de verantwoordelijkheid van de Egyptische regering is om de vrijheid van godsdienst actief te beschermen. Minister Amr wees op het onderzoek van een fact finding missie met betrokkenheid van de Egyptische Human Rights Council. Daarnaast heeft minister Rosenthal aangedrongen op verruiming van de mogelijkheden om de komende verkiezingen bij te wonen. Minister Amr zegde toe dat NGO’s en internationale pers vrije toegang tot stembureaus krijgen. Nederland draagt 300 000 euro bij aan een missie van het Carter Center.
Het kabinet zal de voorbereiding van de verkiezingen nauwgezet blijven volgen. De Egyptische interimregering moet niet alleen voor vrije en eerlijke verkiezingen zorgen. Ook de andere stappen in het proces tot wijziging van de grondwet dienen democratisch te zijn. Alleen langs die weg kan een breed gedragen en gerespecteerde grondwet tot stand komen. Het kabinet zal erop aandringen dat de EU dit nogmaals krachtig onder aandacht van de Egyptische autoriteiten brengt
Libië
De ministers zullen, mede in het licht van de regeringsvorming in Libië en de beëindiging van de NAVO-operatie Unified Protector (OUP), bespreken welke verdere stappen gezet kunnen worden om samen te werken met de Overgangsraad bij de transitie.
Op 31 oktober jl. is Abdul Al Raheem Al Qeeb door de Overgangsraad tot premier verkozen. Hij zal binnen twee weken een kabinet vormen dat het gezag in Libië moet herstellen en de verkiezingen in de eerste helft van volgend jaar moet voorbereiden. De EU en de VN zullen, zoals afgesproken met de Overgangsraad, de Libische behoeften aan ondersteuning onderzoeken. De EU zal dit doen op de terreinen media en communicatie, opbouw van maatschappelijk middenveld en grensbewaking, in overleg met de Overgangsraad en in afstemming met andere internationale actoren.
De beëindiging van OUP volgde op de beëindiging van het VN-mandaat voor de bescherming van de burgerbevolking en de handhaving van de No Fly Zone (VR-resolutie 2016). Het wapenembargo blijft voorlopig van kracht. In VN Veiligheidsraadsresolutie 2017 is de Libische overheid opgeroepen de proliferatie van wapens te bestrijden.
Het kabinet wil dat de EU een inclusief democratisch proces, gebaseerd op respect voor de rechten van de mens, en de positie van vrouwen en minderheden in het bijzonder, steunt. Nederland zal het belang blijven benadrukken van samenwerking van Libië en omringende landen met het ICC.
Tunesië
De EU heeft haar waardering uitgesproken voor het over het algemeen goede verloop van het verkiezingsproces. De ministers zullen bespreken hoe de EU-steun voor de transitie van Tunesië verder kan worden vormgegeven.
Het kabinet steunt verdere samenwerking met Tunesië binnen de overeengekomen kaders en voorwaarden. Nederland blijft Tunesië ook steunen via het co-voorzitterschap van de Task Force Tunesië van de Community of Democracies.
Syrië
President Assad blijft de voortdurende protesten met geweld onderdrukken. De overeenkomst tussen de Arabische Liga en Syrië heeft hier vooralsnog geen verandering in gebracht.
Het kabinet vindt het goed dat de Arabische Liga probeert tot een oplossing te komen. Zolang geweld en intimidatie niet zijn gestopt en politieke gevangenen niet zijn vrijgelaten, blijft het kabinet zich inzetten voor verdere uitbreiding van de sanctielijst, in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 23 oktober jl. Het Syrische regime moet internationale media en waarnemers toelaten tot het land. Daarnaast verdienen leden van de Syrische oppositie en Syrische mensenrechtenverdedigers steun, ook in EU-verband.
Nederland spant zich actief in voor aanname van een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN die onder andere de mensenrechtenschendingen in Syrië veroordeelt en het regime oproept tot medewerking met de door de Mensenrechtenraad ingestelde onderzoekscommissie.
Hoorn van Afrika
De EU wil via een geïntegreerde strategie veiligheids-, humanitaire en ontwikkelingsproblemen in de Hoorn van Afrika, in het bijzonder in Somalië en de directe buurlanden, in samenhang bezien. De strategie zal prioriteiten formuleren waarop de EU haar optreden zal stroomlijnen en intensiveren: 1) ondersteunen van democratische politieke structuren; 2) helpen oplossen van regionale conflicten, in het bijzonder in Somalië en Soedan; 3) inperken van grensoverschrijdende effecten van piraterij, georganiseerde misdaad en terrorisme; 4) bevorderen van economische groei en; 5) bevorderen van regionale samenwerking en integratie. Voor een goede uitvoering wil HV Ashton een EU Speciaal Vertegenwoordiger (EUSV) voor de Hoorn van Afrika aanstellen.
Het kabinet is groot voorstander van betere samenhang van de verschillende aspecten van het EU-beleid in de Hoorn van Afrika. Een geïntegreerde benadering is noodzakelijk om piraterij, terrorisme, ongecontroleerde migratie en georganiseerde criminaliteit in en vanuit deze regio effectief te kunnen tegengaan. Het is essentieel dat de strategie zo spoedig mogelijk wordt vertaald naar concrete actieplannen, in het bijzonder voor wat betreft Somalië en op het vlak van piraterijbestrijding en vervolging en detentie van piraterijverdachten in de regio. Bovendien is meer conditionaliteit in de uitvoering van de strategie wenselijk, bijvoorbeeld ten aanzien van uitvoering van de roadmap door de Transitional Federal Government. De bredere visie van het kabinet op dit onderwerp is uiteengezet in de brief die uw Kamer op 16 september jl. is toegezonden (Kamerstuk nr. 22 831 nr. 63).
De situatie in de Hoorn van Afrika zal ook door de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking worden besproken.
Servië-Kosovo
Mede naar aanleiding van recente ongeregeldheden aan de Servisch-Kosovaarse grens zal de Raad spreken over de door de EU gefaciliteerde dialoog tussen Belgrado en Prishtina. Deze dialoog ligt sinds 26 september jl. stil wegens Servische onvrede over de aanwezigheid van Kosovaarse douanebeambten op de grens tussen Kosovo en Servië. De orde ter plaatse is inmiddels hersteld. EULEX helpt de politie bij de controle aan de Servisch-Kosovaarse grens en KFOR heeft zich weer teruggetrokken in zijn rol op de achtergrond.
Zoals beschreven in de appreciatie van de «voortgangsrapportage EU-uitbreiding 2011–2012» van de Europese Commissie (28 oktober 2011), blijft het kabinet bezorgd over de relaties tussen Servië en Kosovo. De recente ongeregeldheden in Noord-Kosovo onderstrepen het belang van normalisatie van de betrekkingen. Het kabinet is van mening dat een dialoog tussen beide partijen, gericht op het vinden van wederzijds aanvaardbare oplossingen voor praktische problemen, de enige weg is naar normalisatie. Het kabinet keurt unilaterale acties af en roept zowel Kosovo als Servië op tot de-escalatie en terugkeer naar dialoog en implementatie van gemaakte afspraken.
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
De Raad zal een oriënterend debat voeren over planning en aansturing van missies en operaties in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) en over samenwerking bij de ontwikkeling van civiele en militaire capaciteiten.
Het kabinet is voorstander van een effectief en efficiënt GVDB binnen een geïntegreerd gemeenschappelijk buitenlands beleid. Dat stelt de EU in staat om een verantwoordelijke rol te spelen bij de preventie en bestrijding van conflicten. Centraal daarin staat de gedachte dat een sterk Europa op het terrein van veiligheid en defensie bijdraagt aan een sterk trans-Atlantisch bondgenootschap. Daartoe moeten binnen het GVDB civiele missies en militaire operaties ondersteund worden door toereikende capaciteiten, samenwerkingsverbanden en structuren. Het kabinet wil dat de EU kostenefficiëntie, civiel-militaire integratie en samenwerking met de NAVO zonder onnodige duplicatie van structuren als uitgangspunten hanteert.
(evt.) Voorbereiding EU-VS Top
De Raad zal mogelijk over de voorbereiding van de EU-VS-top van 28 november a.s. discussiëren. De top behandelt ten eerste de mondiale economische situatie met de nadruk op de eurocrisis, het aanzwengelen van economische groei en de opvolging van de besluiten van de G20 top van 3 en 4 november jl. Ten tweede komen mondiale uitdagingen aan de orde, waaronder de effectiviteit van hulp (agendapunt tijdens de VN-bijeenkomst in Busan, 29 november-1 december as.) en klimaatverandering (in aanloop naar de klimaatconferentie te Durban, 28 november-9 december as.). Ten derde gaat het over regionale en mondiale veiligheid. Nederland wil dat daarbij de Arabische transitie, het Midden-Oosten Vredesproces en Pakistan en Afghanistan aan de orde komen.
De top vindt plaats aan de vooravond van een aantal belangrijke internationale bijeenkomsten en biedt gelegenheid tot afspraken over verdere trans-Atlantische samenwerking, gebaseerd op gedeelde waarden, gemeenschappelijke belangen en een besef van gedeelde verantwoordelijkheid. Daarnaast is het belangrijk dat de EU en de VS hun macro-economisch beleid afstemmen, protectionistische maatregelen afwijzen en vrijhandel bevorderen.
(evt.) Iran
Mogelijk wordt Iran toegevoegd aan de RBZ-agenda. Waarschijnlijk wordt op 8 november a.s. een nieuw rapport van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) over het Iraanse nucleaire programma gepubliceerd. De Europese Raad van 23 oktober jl. sprak zich uit voor uitbreiding van het nucleaire sanctiepakket van de EU, indien Iran blijft weigeren in dit dossier serieus overleg aan te gaan en zijn verplichtingen na te komen. Het kabinet wil dat de EU stevig reageert op het IAEA-rapport, inclusief door uitbreiding van het sanctiepakket. Het feit dat Iran weigert volledig mee te werken met het IAEA en niet voldoet aan zijn internationale verplichtingen is zeer zorgwekkend.
De Europese Raad van 23 oktober jl. verwelkomde het instellen van sancties tegen vijf Iraniërs die betrokken waren bij de verijdelde moordaanslag op de Saoedische ambassadeur in Washington.
De bilaterale relatie met Iran zal uitgebreid aan de orde komen tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over Iran op 9 november a.s.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.