nr. 145
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2004
Het is verheugend dat uw Kamer blijkens de brief van 5 oktober jl.
(78-EU-2004) maatregelen heeft genomen die beogen bij te dragen aan de tijdige
totstandbrenging van wetgeving ter uitvoering van Europese richtlijnen. Graag
ga ik hierbij, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
in op de verzoeken die u in dat verband aan ons richt.
Het verzoek om bij ieder wetsvoorstel in de considerans een verwijzing
op te nemen naar de betrokken richtlijn onderstreept het belang van strikte
naleving van de ook in uw brief genoemde Aanwijzing 119 van de Aanwijzingen
voor de regelgeving. Dezerzijds bestaat de indruk dat de naleving van deze
aanwijzing – mogelijke incidenten daargelaten – op zichzelf in
orde is. Daaraan zal ook bijdragen dat het aanbrengen van de verwijzing niet
alleen van belang is uit oogpunt van naleving van de aanwijzingen, maar meestal
ook door de richtlijn zelf wordt voorgeschreven.
Het kabinet hecht er aan uw interne bijzondere procedure voor de behandeling
van implementatiewetsvoorstellen waar mogelijk te ondersteunen. De herkenbaarheid
als implementatiewetsvoorstel zal worden bevorderd door in een (eerste) voetnoot
op de eerste pagina van de memorie van toelichting op te nemen:
1° dat het wetsvoorstel strekt tot implementatie;
2° de uiterste datum waarop implementatie moet zijn geschied; en
3° een verwijzing naar de pagina met de thans op grond van aanwijzing
344 al gebruikelijke en binnenkort1 verplichte
transponeringstabel. Hieruit blijkt per richtlijnartikel of implementatie
noodzakelijk is en zo ja waar de materie is geïmplementeerd.
De transponeringstabel zal worden uitgebreid met de volgende implementatiegegevens:
1° formele verwijzing naar richtlijn en vindplaats;
2° indien het wetsvoorstel de richtlijn niet volledig implementeert
een overzicht van de wijze waarop en/of de voorschriften waarin het resterende
deel zal worden geïmplementeerd;
3° in voorkomend geval een verwijzing naar of weergave van door de
regering gemaakte belangrijke keuzen van beleidsinhoudelijke aard, waartoe
de betrokken richtlijn dwingt danwel de ruimte laat.
Het kabinet meent hiermee tegemoet te komen aan uw verzoeken. Overigens
beogen deze maatregelen geen wijziging in het gebruik om ook in de hoofdtekst
van de memorie van toelichting in te gaan op de relevante implementatieaspecten.
Tot slot zij opgemerkt, dat overwogen zou kunnen worden de herkenbaarheid
van implementatiewetsvoorstellen nog te vergroten door maatregelen in de sfeer
van de vormgeving van kamerstukken.
Afschrift van deze brief deed ik toekomen aan de Voorzitter van de Eerste
Kamer en aan de Vice-President van de Raad van State.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner