20 454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

Nr. 139 MOTIE VAN HET LID KERSTENS

Voorgesteld 11 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het kader van de zogenoemde collectieve erkenning onder meer afspraken zijn gemaakt over contextgebonden (cultuurspecifieke) zorg voor eerstegeneratie-ouderen uit de Nederlands-Indische gemeenschap, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen binnen die gemeenschap;

overwegende dat in verband daarmee is afgesproken dat door middel van cocreatie met organisaties die herkend en erkend worden in de verschillende deelgemeenschappen invulling zal worden gegeven aan bedoelde zorg;

constaterende dat vanuit Molukse ouderenorganisaties breed wordt aangegeven dat van bedoelde cocreatie en dus van betrokkenheid (van bijvoorbeeld de Landelijke Stichting Molukse Ouderen) onvoldoende sprake is, alsook dat van een onafhankelijke programmaraad, zoals destijds bij het maken van de afspraken in dezen, evenmin sprake zou zijn;

verzoekt de regering, om met betrokkenen in gesprek te gaan om te bezien op welke wijze meer recht kan worden gedaan aan de destijds gemaakte afspraken, en de Kamer over een en ander te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kerstens

Naar boven