20 361 Suriname

Nr. 186 MOTIE VAN HET LID BELHAJ C.S.

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 28 januari 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat slavenhandel en slavernij op grote schaal plaatsvonden in Suriname en de Nederlandse autoriteiten daar de primaire rol in vervulden;

overwegende dat voor de afschaffing van de slavernij in 1863 de Surinaamse bevolking was opgedeeld in 5% vrijen en 95% niet-vrijen en laatstgenoemden als slaaf werden gehouden door de witte minderheid;

overwegende dat ons slavernijverleden doorwerkt in de hedendaagse samenleving en leidt tot gevoelens van uitsluiting en een racistische stempel blijft drukken op de Nederlandse samenleving;

constaterende dat de regering eerder haar excuses heeft aangeboden voor wanpraktijken van de Nederlandse autoriteiten in relatie tot de voormalige kolonie Indonesië;

constaterende dat er met het aanstellen van de nieuwe president van Suriname Chan Santokhi een nieuw tijdperk van samenwerking aanbreekt waarin Suriname en Nederland op gelijke voet staan en als gelijkwaardige handelspartners met elkaar omgaan;

verzoekt de regering, in het kader van de hernieuwde relatie met Suriname en het erkennen van institutioneel racisme excuses aan te bieden voor de rol die Nederland heeft gespeeld in het slavernijverleden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Belhaj

Karabulut

Kuzu

Van den Hul

Van Ojik

Ouwehand

Naar boven