Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | nr. 8, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | nr. 8, item 8 |
Algemene Financiële Beschouwingen
Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Financiële Beschouwingen,
en de behandeling van:
-de brief van de minister van Financiën d.d. 16 september 2025 inzake de Nota over de toestand van 's Rijks financiën (36800);
-het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2026 (36800-IX);
-het wetsvoorstel Wijziging van het Belastingplan 2025 in verband met het behoud van het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport en een beperking van de jaarlijkse indexering van een aantal bedragen die gelden voor de inkomstenbelasting of de loonbelasting door middel van het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor (Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport) (36814).
De voorzitter:
Hebben we een minister? Ik heb verzocht om iemand die Heinen heet. De heer Vijlbrief gaat alvast in de startblokken staan. Als de minister binnenkomt, dan geef ik het woord aan hem. Graag stilte in de zaal. Meneer Mulder naar buiten, meneer Van der Burg naar buiten. Meneer Van Hijum, gesprekken elders. Hartelijk dank.
De (algemene) beraadslaging wordt hervat.
De voorzitter:
Het woord is, dames en heren, aan de heer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, dank u wel. Het zijn de tweede en laatste Algemene Financiële Beschouwingen met dit kabinet. Daar ga ik althans van uit. De minister van Financiën staat ferm. De staatssecretaris is gewisseld. Welkom. Iedere keer weer een verrassing, weer een nieuwe staatssecretaris. Maar welkom en succes.
We spreken vandaag over een Miljoenennota die er op het eerste gezicht best aardig uitziet. Maar zoals de onsterfelijke Henk Westbroek al zong met Het Goede Doel: het is een pakketje schroot met een dun laagje chroom. Onder de best aardige cijfers gaat het ronduit slecht met onze industrie, we zijn geen meter opgeschoten met de stikstofproblematiek, we bouwen te weinig, het klimaatbeleid is vrijwel stilgevallen en we hebben de grootste bezuiniging op onderwijs en wetenschap van de eeuw. Ik herhaal: een pakketje schroot met een dun laagje chroom. En hoe komt dat? Nou, de analyse is eigenlijk simpel. Als je gaat regeren met populisten — u weet wel, mensen die heel veel beloven en niks presteren — gaat het slecht met je economie, met je land en met je mensen. Uit onderzoek blijkt dat landen met een populistische leider tot wel 10% aan welvaart verliezen over een periode van vijftien jaar. Dat is allemaal begrijpelijk. De economie sluit zich af, instituties worden ondermijnd en er worden onverantwoorde risico's genomen met het beleid. Na ruim een jaar landsbestuur van de PVV, mede mogelijk gemaakt door de VVD, zijn de vertrouwenscijfers in de politiek historisch laag: 4% van de Nederlanders gelooft dat de politiek oplossingen kan brengen. Dat is zorgwekkend. Dat is een gevaar voor onze democratie. Dat moeten we niet laten gebeuren.
In tegenstelling tot wat de populisten ons iedere dag laten geloven, is het echte Nederland een Nederland van mensen die laten zien wat samenleven betekent: leraren die ondanks bezuinigingen het maximale doen om kinderen op weg te helpen, ondernemers die risico's nemen om iets op te bouwen, zorgmedewerkers die doorgaan en elke dag mensen helpen, Nederlanders die zich inzetten voor hun buurt, hun vereniging en hun familie. Dat zijn de positieve krachten. Ik zei het eerder. Dat zijn de mensen met een zachte stem. Onze opdracht in deze Kamer is eenvoudig, maar wel urgent. We moeten ruimte maken voor die positieve krachten. Dat betekent kiezen voor samenwerking. Dat betekent kiezen voor oplossingen en niet voor problemen, voor vooruitgang en niet voor stilstand.
Dat brengt mij weer terug bij het financiële beleid van het kabinet, waar het vandaag allemaal om draait. Nederland heeft politici nodig die over de dijken heen durven te kijken, politici die samenwerken om problemen van mensen op te lossen in plaats van ruzie te maken. De komende verkiezingen gaan over die mensen in het land: mensen die een huis willen, die hun kinderen het beste onderwijs willen geven en die een economie willen die ook in de toekomst werk en welvaart oplevert. De vraag die we vandaag moeten beantwoorden is: draagt het financiële beleid van het kabinet daaraan bij? Ik vind over de hele breedte dat het antwoord nee moet zijn.
Waar de voorgangers van dit kabinet ervoor kozen om de problemen van onze kinderen en kleinkinderen te proberen op te lossen door grote sommen geld uit te trekken voor die problemen — denk aan stikstof, denk aan het klimaat, denk aan de investeringen in onderwijs en de technologie — wordt dat geld nu verbrast. Soms om politieke motieven — denk aan het stikstoffonds — soms uit puur opportunisme; denk aan plundering van het Groeifonds. Voor iedereen die nu denkt dat dat toch allemaal niet zo erg is: dat is het dus wel, want om die reden kunnen Nederlanders geen huis vinden en om die reden worden Chinezen en Amerikanen op steeds meer markten de baas en wij rennen er hijgend achteraan.
Voorzitter. Ik start met het onderwijs. Als we het hebben over de toekomst van ons land, dan moeten we het hebben over onderwijs, want zonder goed onderwijs, zonder goede technologie en zonder goede innovatie valt alles stil. Ik maak me daar grote zorgen over. Het gaat niet goed. De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs holt flink achteruit, ook ten opzichte van andere landen om ons heen. De PISA-score keldert, R&D blijft in Nederland steken op slechts 2,2% van het bruto binnenlands product, terwijl 3% al meer dan 20 jaar geleden is afgesproken. Het publieke aandeel daarin daalt zelfs de komende jaren, en belangrijke infrastructuur voor onderzoek, wetenschap en innovatie wordt afgebroken. Het Nationaal Groeifonds is wegbezuinigd. Starters- en stimuleringsbeurzen zijn geschrapt. In het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt gesneden, terwijl het juist in deze wereld, waar het allemaal snel verandert, zo belangrijk is om stevig te staan.
We kunnen het ons niet permitteren om alleen naar de Verenigde Staten te kijken voor dataopslag en onderzoekinfrastructuur. Dat zullen we echt zelf moeten doen in Europa en in Nederland. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen diende Rob Jetten daarom samen met Joost Eerdmans een motie in om die onderwijsbezuinigingen een halt toe te roepen. Het verzoek was om nu geen onomkeerbare stappen te zetten met de bezuinigingen op onderwijs, wetenschap en innovatie. Dat kan niet wachten, want er wordt nu bezuinigd en nu worden scholen, onderzoekinstellingen en wetenschap geraakt. Ik noem een paar voorbeelden.
In Rotterdam verliezen elf scholen samen 1,1 miljoen aan subsidie voor brede brugklassen, oftewel €100.000 per school. Hierdoor is er minder tijd en aandacht voor 1.320 leerlingen die dat nodig hebben. In Hengelo verliezen 1.100 kansarme kinderen zeven uur extra les per week voor basisvaardigheden en sociale ontwikkeling. Door de bezuiniging op de maatschappelijke diensttijd kunnen 40.000 jongeren hier niet meer aan meedoen. Dit zijn jongeren die uitvallen, geen baan vinden en geïsoleerd raken.
Deze week kwam er dan ook een dringende oproep vanuit de MBO Raad, de Vereniging Hogescholen, Universiteiten van Nederland en studentenorganisaties om niet door te gaan met die bezuinigingen. Ik doe nogmaals een dringend appel op deze Kamer en ook aan de bondgenoten met wie wij eerdere bezuinigingen tegenhielden; denk aan het CDA, de ChristenUnie en de SGP. Na het interruptiedebatje dat ik had met mevrouw Van Eijk van de VVD hoop ik echter ook op haar steun. Ga nu niet ondoordacht door met bezuinigingen. Zet geen onomkeerbare stappen. Kies voor rust en bezinning.
Voorzitter. Dat brengt mij bij wonen. De wooncrisis raakt iedereen. Leraren en verpleegkundigen kunnen niet wonen waar ze werken, studenten stoppen noodgedwongen met hun studie of blijven eindeloos thuis wonen, starters stellen hun levenskeuzes uit en ouderen zitten vast in een huis dat niet bij hen past. Dat is niet een individueel probleem; dat tast het weefsel van onze samenleving aan. Zorgelijk is echter dat partijen de echte doorbraken op de woningmarkt tegenhouden. Daar levert de BBB helemaal niet, zeg ik. Ze houden de stikstofcrisis in stand door niet met echte plannen en oplossingen te komen. Nederlanders zijn dit zat. Eerlijke keuzes moeten nu worden gemaakt voor Nederlanders die een woning zoeken en voor onze boeren. Daarom vindt D66 dat doorbraken op dit terrein nodig zijn. We willen tien nieuwe steden bouwen, honderdduizenden woningen, een duurzame infrastructuur en nieuwe kansen voor regio's.
Maar dat kost tijd en we willen ook nu iets doen. Wij hebben een noodwoonwet ingediend om op de korte termijn 200.000 mensen te helpen door woningdelen makkelijker te maken en regels die woningbouw blokkeren te schrappen. Een dak boven je hoofd is geen luxe, dat is een basisrecht. Als de politiek iets kan laten zien is het hier. Daarom hoop ik dat we hier vandaag en morgen met alle positieve krachten in de Kamer samen stappen op kunnen zetten. Twee weken geleden haalden woonmoties van ons het net niet. Toen stemden de VVD en het CDA nog tegen. Ik hoop dat dat vandaag anders is. Ik heb een iets andere motie in gedachten.
Voorzitter. Dat brengt me kort bij ontwikkelingssamenwerking. Er was net al een kort interruptiedebatje met de heer Flach. Ik vind met hem dat we zo snel mogelijk terug moeten naar de koppeling tussen ontwikkelingssamenwerking en het bni. Dat is niet alleen een kwestie van menselijkheid, maar dat geeft de landen ook kans hun eigen problemen op te lossen. Zo bouw je aan een veilige wereld. Ik ben benieuwd hoe de minister hierover denkt.
Voorzitter. Ik wil afsluiten met het begrotingsbeleid. Soms hebben politici een zetje nodig om het goede te doen. De begrotingsregels uit 1994, inmiddels meer dan 30 jaar oud, van Gerrit Zalm hebben ons decennialang geholpen. Ik denk zelf dat dat nog steeds zo is, maar ik denk ook dat de begrotingsregels iets missen. Als een ondernemer ziet dat de concurrentie toeneemt, gaat hij niet een keer extra naar de bar of op vakantie. Dan gaat hij sparen en investeren.
Onze begrotingsregels maken in mijn ogen ten onrechte geen onderscheid naar het soort uitgaven dat je doet of het soort lasten dat je hebt. Als het gedekt is, lijkt het dan opeens alsof de invoer van rode diesel de beste uitvinding is sinds gesneden brood. Maar als je er even wat dieper naar kijkt, zie je dat dat natuurlijk niet waar is. Het maakt uit waar je je geld aan uitgeeft. Ik schreef daar recent wat over met collega's in ESB: "Bepaalde baten en kosten worden onvoldoende meegenomen wanneer we een begroting doorrekenen. Denk aan de economische groei die ontstaat door investeringen in onderwijs en onderzoek. Denk aan de baten van preventie in de gezondheidszorg. Maar wat ook niet goed wordt meegenomen, zijn de kosten van nietsdoen. Denk aan het niet investeren in het oplossen van het stikstof- of klimaatprobleem. Op korte termijn ziet je begroting er beter uit, maar op langere termijn kan er hevigere schade ontstaan. De kosten van het ontbreken van enig betekenisvol beleid op het gebied van stikstof door dit kabinet worden geschat op vele tientallen miljarden." Kortom, wat hier en nu goedkoop lijkt, is eigenlijk duurkoop.
Het is echt cruciaal om het onderscheid te gaan maken tussen investeringen en consumptie. De begrotingsregels moeten hierbij gaan helpen. Ik bepleit hier dus, meer dan 30 jaar na Zalm, een aanvulling op onze begrotingsregels en onze manier van omgaan met modelberekeningen. Een paar dingen. Zet bij onzekerheid de baten van onderwijs en preventie niet meer standaard op nul. Laat de kosten van nietsdoen zien, bijvoorbeeld door de klimaatschuld te ramen. Zo wordt het nemen van tijdige maatregelen aangemoedigd. Ik zou een pleidooi willen houden voor een andere behandeling van investeringen in de begrotingsregels. Daarvoor heb ik vier punten. Eén. Maak aan het begin van de kabinetsperiode een duidelijke lijst van investeringen die noodzakelijk zijn. Als mevrouw Van Dijk denkt "dit heb ik eerder gehoord", klopt dat, want het is haar idee. Dat heb ik gejat. Twee. Zoek naar ruimte binnen de Europese normen om zo veel mogelijk investeringen mogelijk te maken. Drie. Laat een nieuw kabinet voor de toekomst duidelijk aangeven welke samenstelling van consumptie en investeringen gewenst is in de begroting. Geef dan ook aan welke uitgaven minder hard moeten groeien. Dat betreft het debatje dat ik net had met de heer Klaver. En ten slotte vier. Gebruik de Nationale Investeringsbank om zo veel mogelijk privaatkapitaal te mobiliseren voor onze grote uitdagingen.
Ik wacht heel even.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Interessant. Ik ben het er ook best mee eens, want ik vind dat we investeren veronachtzamen in ons begrotingsbeleid. Ik miste nog een vijfde punt, maar misschien komt de heer Vijlbrief daar nog op. Ik weet niet of dat al in het eerste punt zit, maar je ziet het nu bij dit kabinet: we hebben even een financieel probleem, komen daar niet uit, maken liever geen keuze en grijpen naar de prijsbijstelling, om aan die knop te draaien. Als die inclusief de investeringsfondsen wordt beperkt, betekent dat gewoon voor miljarden aan korting op die investeringsfondsen, zoals het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Dat zie je nu. De ingreep in de prijsbijstelling uit de Miljoenennota en uit de Voorjaarsnota zorgen voor een derving van 3,9 miljard aan investeringsruimte. Dat betekent gewoon dat we heel concrete projecten moeten gaan schrappen bij IenW. Betekenen deze vier punten en de uitvoering daarvan ook dat het niet meer mogelijk is om de prijsbijstelling in te houden zonder afweging over die investeringsfondsen? Daar ben ik eigenlijk wel benieuwd naar.
De heer Vijlbrief (D66):
Dank voor deze vraag. Ja, dat betekent het. Als ik zeg "maak aan het begin van de kabinetsperiode een duidelijke lijst van investeringen", is dat dus een lijst in reële termen. Dat is wat mij betreft dus geen nominale. Ja, daar hoort een nominale som bij van wat het kost, maar ik zou zeggen: als je je voorneemt om die investeringen te doen, moet je ze ook doen. En dat betekent automatisch wat de heer Grinwis zegt.
Voorzitter, ik ga afronden. Het is tijd om de investeringsagenda terug te pakken. Als wij altijd hadden geluisterd naar mensen die riepen dat dingen te duur zijn, waren de Deltawerken niet gebouwd en waren de polders nooit drooggelegd. Als we dat blijven doen, gaan we nooit het klimaatprobleem oplossen en gaan we nooit de woningcrisis oplossen. Vooruitgang vraagt dus om lef op dit punt. En dat betekent: geef meer aandacht aan investeringen.
Voorzitter, ik sluit af. De vraag vandaag is eigenlijk simpel: willen we doorgaan op de weg van ruziemaken, verdeeldheid en stilstand, wat we de afgelopen anderhalf à twee jaar hebben mogen zien, of kiezen we voor samenwerken, investeren en vooruitgang? Wij kiezen voor de positieve krachten: voor een toekomstgericht begrotingsbeleid, voor investeren in onderwijs, woningen en klimaat en voor lef en ambitie in plaats van angst en relativisme. Het kan wél.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar de mevrouw bij wie alle ideeën van de heer Vijlbrief blijkbaar vandaan komen. Of is dat iets te veel eer? O. Het was maar één idee, zegt de heer Vijlbrief. Mevrouw Inge van Dijk, CDA. Het woord is aan haar.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Ik wil het vandaag hebben over het verhaal van de zeven financieel-economische plagen. Maar voordat ik daarmee begin, geef ik eerst in het kort een schets van waar Nederland nu staat.
Voorzitter. Vrede leek generatieslang vanzelfsprekend, maar dat is nu anders. Waar Nederland ooit de thuisbasis was van veel topbedrijven, dreigen we die positie te verliezen. De WRR spreekt over fragmentatie van de wereldorde in meerdere machtspolen, waardoor Nederland niet meer automatisch kan meedeinen op voor ons land gunstige internationale verhoudingen. Bij de NAVO-top in juni is daarom afgesproken om de defensie-uitgaven te verhogen naar 3,5% van het bbp in 2035. De budgettaire verwerking hiervan wordt vanwege de demissionaire status van het kabinet aan het nieuwe kabinet overgelaten. Maar dat is slechts een van de financiële uitdagingen waar we voor staan.
Onze economie groeit nu, met gemiddeld 1,5%, iets harder dan vorig jaar, maar die groei wordt vooral gedragen door de consumptie van huishoudens en overheid. Op korte termijn is dat houdbaar, maar structurele groei vraagt om productiviteit, innovatie en investeringen. Daarnaast is tot 2040 ongeveer 195 miljard nodig voor investeringen in de elektriciteitsinfrastructuur. Er liggen 20.000 verzoeken voor zwaardere aansluitingen, die niet ingewilligd kunnen worden. Tot 2030 zijn ruim 980.000 woningen nodig.
Dit alles speelt in het licht van demografische ontwikkelingen. Vergrijzing zorgt voor minder handen en hoofden om deze uitdagingen aan te pakken. Zonder beleidswijzigingen stijgen de kosten van zorg en sociale zekerheid. Boven op al deze onzekerheden komt het ontslag van kabinet-Schoof, wat gelukkig een einde maakt aan chaos en stilstand, maar niet op korte termijn. Verkiezingen en een formatie brengen namelijk ook vertraging. Als ik zie hoe politieke partijen al tijden vooral elkaar de maat nemen in plaats van elkaar weten te vinden, denk ik dat er na de verkiezingen eerst heel veel koffie moet worden gedronken en er beter naar elkaar moet worden geluisterd. Mensen zeggen vaak tegen mij: dit is politiek. Maar ik weiger om dat zomaar te accepteren, want daarvoor is Nederland me te dierbaar. Hoe we politiek bedrijven, is namelijk echt een keuze. De keuze voor chronisch populisme is wat mij betreft de gemakkelijke weg. We lijken onvoldoende te beseffen wat er op het spel staat. De vraag is: hoeveel moed heeft de politiek om de werkelijkheid onder ogen te zien en de keuzes te maken die nodig zijn?
Voorzitter. Nu terug naar het begin. Ik moest bij het lezen van de stukken denken aan de zeven ondeugden, maar ook aan het verhaal van de tien plagen, over de Egyptische farao die waarschuwingen negeert en zijn volk in ellende stort. Net als de farao pakt het kabinet waarschuwingen en uitdagingen niet of half aan of lost het problemen op met lapmiddelen en tijdelijke regelingen. Maar hoogmoed en hardnekkigheid — ik wil het iets minder zwaar maken in mijn verhaal en noem het vooral "hardleersheid" — leiden uiteindelijk niet tot de juiste uitkomsten. Ik maak vandaag dus de combinatie van mijn twee gedachten tot één verhaal, het verhaal van de zeven plagen die onze overheidsfinanciën teisteren. Deze plagen herinneren ons eraan dat je problemen niet kunt blijven wegschuiven, want hoe langer we wachten met echte keuzes maken in financiën en beleid, hoe hoger de rekening wordt.
Voorzitter. Allereerst: te veel consumeren en te weinig investeren. Zoals de Raad van State en andere experts adviseren, moeten we meer verschuiven van consumptieve uitgaven naar investeringen. Dit is nodig voor de versterking van ons economisch verdienvermogen en voor houdbare overheidsfinanciën op lange termijn. De minister heeft mijn motie opgevolgd en gerapporteerd over de ontwikkeling van publieke en consumptieve uitgaven, met inderdaad als conclusie dat als de groei van vergrijzingsgerelateerde uitgaven niet wordt beperkt, dit ten koste gaat van ruimte voor investeringen. Als we op dit punt dus geen expliciete keuze maken, wordt het een impliciete keuze voor meer consumptieve uitgaven aan vooral de vergrijzing, die investeringen wegdrukken. Ik hoop dat dit inzicht gaat leiden tot een langetermijnbeleid van meer investeren en minder consumeren.
Dan de tweede plaag: gebrek aan inzicht in wat we onder investeringen verstaan. De heer Vijlbrief begon er ook al over. Hij noemde het "jatten". Ik vind het heel fijn dat ideeën gejat worden als we ze dan samen verder kunnen brengen, dus ik zou hem willen zeggen: be my guest. Aansluitend op het vorige punt benadrukt de Raad van State dat we voor goede monitoring en analyse helder moeten afbakenen welke investeringen bijdragen aan economische groei op lange termijn. Ik heb daarom bij de Najaarsnota de regering verzocht in kaart te brengen welke investeringen het grootste hefboomeffect op groei en productiviteit hebben. Maar de reactie is wel teleurstellend. De minister schrijft: "Het gemeten effect van de publieke investeringen op economische groei hangt sterk af van het type investering, de economische omstandigheden en zelfs de methodologie van de studie. Er is geen kwantitatief overzicht te maken van specifieke investeringen met het grootse hefboomeffect op de Nederlandse economie." Als het makkelijk was, hadden we het natuurlijk allang gedaan. Misschien is dit ook wel de belangrijkste reden dat we vaak dezelfde discussies in Den Haag voeren zonder echte vooruitgang. Ziet de minister mogelijkheden om hier toch meer zicht op te krijgen, bijvoorbeeld via samenwerking met denktanks, bureaus en planbureaus?
De heer Vijlbrief (D66):
Mevrouw Van Dijk heeft het nu over investeringen met een groot hefboomeffect op de economische groei. Ik wil haar daarom iets vragen over investeringen in onderwijs en innovatie. We hebben daar erg goed met elkaar in opgetrokken vorig jaar, toen er een begroting lag die het totaal niet goed deed op dat terrein. Twee weken geleden, bij de APB, hebben ook een aantal partijen via een motie van ons aangegeven dat ze de verdere bezuinigingen even stop willen zetten. Ik zei er net ook al wat over in mijn bijdrage. Over investeringen in onderzoek, wetenschap en innovatie zou ik willen vragen: staat het CDA dan aan onze kant om dat alsnog — met een goede dekking natuurlijk, u kent ons — in orde te maken?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De reden dat wij de vorige keer de moties niet hebben ondersteund, was inderdaad een gebrek aan dekking. Ik ben benieuwd naar de dekking, maar ik ben ook wel heel eerlijk: wij zijn terughoudend met het nu doorvoeren van hele grote verbouwingen in deze Miljoenennota. Deze maand zijn er verkiezingen. We gaan daarna waarschijnlijk met verschillende partijen praten over hoe verder. Ik worstel wel serieus met het doorvoeren van grote wijzigingen, omdat ik gewoon echt denk dat dat nu niet verstandig is.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat begrijp ik. Daar ben ik het ook mee eens, maar dit is precies het omgekeerde. Wat er zal gebeuren als we het hier geen halt toeroepen, is dat grote wijzigingen worden aangebracht in onze kennisinfrastructuur. Die kunnen we nu nog stoppen. Als we dat nu laten gaan, kunnen we dat niet meer tegenhouden, ben ik bang. Dat zou de reden zijn waarom ik nogmaals mevrouw Van Dijk oproep om daarbij mee te kijken. Ik zal haar de motie doen toekomen en ik hoop dat ze dat kan steunen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik wacht de moties gewoon af. We gaan er vast buiten deze vergadering om ook nog netjes met elkaar over in gesprek. Maar nogmaals, ik ben hoopvol dat ook als we nu niet besluiten om iets wel of niet te doen, we dat na de verkiezingen alsnog wel kunnen besluiten. Het lijkt me verstandig nu geen grote verbouwingen door te voeren.
Dan de derde plaag: gebrek aan inzicht in wat de investeringen opleveren. We hebben vaak onvoldoende inzicht in het langetermijnrendement van investeringen, terwijl slimme investeringen juist kunnen bijdragen aan houdbare financiën. Zo stond het afgelopen weekend in de krant: met meer sportende burgers kunnen gemeenten miljoenen besparen. Dit verwijst naar recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, waaruit blijkt dat gemeenten miljoenen euro's besparen op zorgkosten als 1% van de bevolking meer gaat sporten. Dit is tot op buurtniveau onderzocht. Je kunt dus ook precies zien waar je heel gericht kunt ingrijpen. Rendement inschatten, het kan dus wel. Moeten we niet veel meer instrumenten ontwikkelen om langetermijneffecten van beleid beter in te kunnen schatten, zodat we geld slimmer kunnen inzetten? Welke mogelijkheden ziet de minister hiervoor?
Dan de vierde: het gebrek aan stabiel beleid. Met snel wisselende kabinetten en een Haagse dynamiek is het lastig om langjarig beleid te maken, terwijl juist stabiel en voorspelbaar beleid belangrijk is voor burgers en bedrijven. Verschillende onderzoeken noemen instrumenten om consistent beleid te bevorderen, zoals wettelijke verankering of het instellen van structuren, bijvoorbeeld een deltaplan met een deltacommissaris. De Raad van State pleit bovendien voor het verlengen van de begrotingshorizon van vijf naar acht jaar. Mijn vraag is: moeten we niet vaker over onze schaduw heen stappen en dossiers minder politiek maken? Moeten we niet juist breed over partijen heen samenwerken om tot oplossingen te komen en moeten we niet accepteren dat elkaar opvolgende kabinetten ingezet beleid dat vraagt om lange lijnen en discipline niet zomaar kunnen terugdraaien? Ik vraag hoe de minister hierover denkt.
Dan de vijfde, de angst om keuzes te maken.
De voorzitter:
Op het vorige punt, wellicht, de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Een heel goed punt. Ik geloof echt dat er behoefte is aan duidelijkheid op heel veel terreinen. Daarom ben ik samen met Diederik Samsom al in 2015 gekomen met de Klimaatwet. Die is er nu. Die is er juist voor bedoeld om bedrijven zekerheid te geven over wat de doelstellingen van het kabinet zijn. Een van de voorstellen van het CDA is om de doelstellingen uit die wet aan te passen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
U bedoelt de CO2-heffing? Ik weet niet wat u bedoelt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nee. De Klimaatwet is bedoeld om zekerheid te geven over de doelstellingen van de Nederlandse overheid. Het CDA stelt voor om daarop terug te komen. Deze wet is er om ervoor te zorgen dat datgene wat we gaan doen, niet afhankelijk is van één kabinet, maar dat er helderheid is. Het CDA stelt zelf voor om daarop terug te komen. Dat is toch in flagrante tegenspraak met wat mevrouw Van Dijk hier zojuist betoogde?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Volgens mij heeft het CDA niet gezegd: wij gaan het klimaatbeleid de nek omdraaien. Volgens mij heeft het CDA niet gezegd: wij gaan niet meer investeren in klimaat of wij gaan dwarsliggen om ervoor te zorgen dat de doelen niet gehaald worden. Wij blijven gewoon constructieve plannen voorleggen om klimaatdoelen te halen. Maar we vinden wel dat we moeten kijken wat realistisch en haalbaar is zonder heel veel andere dingen kapot te maken. Volgens mij voert het CDA nog steeds een verstandig klimaatbeleid. Ik ga niet over doorrekeningen praten, maar daarin zult u ook zien dat we zeker stappen zetten. Ik heb niet het gevoel dat het CDA nu in één keer het klimaatbeleid op de schop gooit. Nee, we acteren nog steeds op die lijn.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik spreek mevrouw Van Dijk aan op de inconsistentie in haar eigen woorden. Ze zegt dat we breder moeten samenwerken, over partijgrenzen heen. Nou, dat was het geval bij deze wet. Die is heel breed aangenomen in het parlement. We zeiden: we moeten doelen vastzetten, zodat er niet ieder jaar opnieuw discussie over is. Dat is nu gebeurd. Het CDA wil die doelen naar beneden bijstellen. Dat is een legitiem politiek standpunt. Maar ik spreek mevrouw Van Dijk erop aan, omdat zij hier een heel betoog houdt over dat het allemaal minder populistisch moet, dat we over partijgrenzen heen moeten kijken en dat we ingezet beleid moeten volhouden. Op dit punt, het klimaat, doet het CDA dat niet. Dat is gewoon inconsistent. Het kan niet allebei waar zijn. Als mevrouw Van Dijk echt vindt dat we over meerdere regeerperioden moeten vasthouden aan beleid, moet je ook van die Klimaatwet afblijven.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Als je echt langetermijndoelen wilt halen, maar lopende het traject ontdekt dat er op onderdelen misschien moet worden bijgestuurd, moet je dat ook durven, juist om op de lange termijn het oog op de bal te houden. Het kan niet zo zijn dat je in 2005 een discussie voert, in 2025 tot de conclusie komt dat dat nog steeds de goede weg is maar dat we er misschien net op een andere manier moeten komen, en dan zegt: we zijn zo star dat het op deze ene manier moet; dat is de enige manier, want anders komen we er niet. Volgens mij is langetermijnbeleid en elkaar daarover recht in de ogen kijken ook dat eerlijke gesprek met elkaar voeren. Het CDA is nog steeds voor een mooi klimaatbeleid. Daar staan wij voor, maar we vinden ook dat het realistisch moet zijn, want anders zijn we een wet aan het doorvoeren die in de praktijk niet kan. De vraag is dan: wat hebben de kiezers, de burgers, daaraan?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik sloeg even aan op de woorden van mevrouw Van Dijk dat het CDA geen klimaatdoelen blokkeert, terwijl het CDA de aanjager is van het afschaffen van de CO2-heffing, waardoor we nu tot twee megaton mislopen. Ik zie geen enkel alternatief van het CDA voor hoe we het dan wel gaan halen. Hoe kan het CDA hier dan zeggen dat het geen klimaatdoelen blokkeert?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Bij de CO2-heffing speelde nog iets anders. Wij hadden afspraken gemaakt met het bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat zij die verduurzaming konden realiseren, maar die afspraken met hen zijn we niet netjes nagekomen. Aan de ene kant zeggen we: gij zult. Aan de andere kant komen we onze eigen afspraken niet na. Als wij menen dat we de klimaatdoelen moeten halen, vind ik dat we de afspraken die we met het bedrijfsleven hebben gemaakt, moeten nakomen, zodat zij het mee kunnen maken. Dat hebben we niet gedaan. We kijken nu weer heel erg de ene kant op, terwijl ik vind dat je, als je samen iets wilt bereiken, ook samen in de spiegel moet durven kijken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
We hebben het hier over bedrijven die jarenlang willens en wetens klimaatschade hebben veroorzaakt, de grootste fossiele vervuilers in Nederland. Het enige middel om die vervuilers een beetje richting verduurzaming te krijgen, was die CO2-heffing. Die is kaltgestellt door het CDA. Hoe kan mevrouw Van Dijk hier dan beweren dat we wel rekening moeten houden met deze bedrijven? Nee, die hadden allang de klimaatschade moeten aanpakken die ze zelf hebben veroorzaakt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Sorry, mijn collega gaat ervan uit dat bedrijven dat per se niet doen als wij ze niet in de gelegenheid stellen om dat te doen. De Partij voor de Dieren gelooft heel erg in de stok, maar wij geloven in de wortel. Dat is het grote verschil.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb niet zo veel aan geloof. Ik wil graag feiten en maatregelen zien. Mede door het CDA is de CO2-heffing afgeschaft en de vraag is nu heel erg: welk alternatief is er dan om de klimaatdoelen toch te halen? Ik heb het CDA heel veel woorden horen spreken over het klimaat en over hoe belangrijk dat is, maar ik zie nog geen enkel, geen enkel, concreet voorstel van het CDA om de klimaatdoelen wel te kunnen halen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Laten we daar op de 10de over doorpraten met elkaar, als de doorrekening er is.
Voorzitter. Mijn volgende punt is de angst om keuzes te maken, terwijl we wel erkennen dat dat moet. We kampen op veel terreinen met schaarste en we moeten keuzes maken. Dat geldt voor de overheid, voor bedrijven en voor huishoudens. Financieel betekent dit dat extra uitgaven gepaard gaan met bezuinigingen of lastenverhogingen. Qua mensen betekent dit dat we moeten kiezen waar hun inzet het meest productief is. Zo groeit de overheid zelf tussen 2017 en 2024 met 17%, terwijl er overal in de economie tekorten zijn. Het demissionaire kabinet erkent het probleem, maar maakt geen analyse van de activiteiten die verminderd kunnen worden om ruimte te maken voor nieuwe of essentiële activiteiten. Is de minister het met mij eens dat zo'n analyse noodzakelijk is, hoe pijnlijk ook?
Dan hebben we nog opportunisme in ramen, begroten en bezuinigen. We hebben al vaker gediscussieerd over realistisch ramen. Het kabinet neemt hiervoor maatregelen, onder andere op het gebied van het inschatten van de vennootschapsbelasting, het saldo van decentrale overheden en het kritischer kijken naar de uitvoerbaarheid van plannen en bijbehorende ramingen. Heel goed. Maar er blijven grote risico's: de uitvoering van klimaatplannen die tegenvallen, een goedkopere asielopvang die, zoals ingeboekt, onwaarschijnlijk is, een korting op de EU-bijdragen die onduidelijk is, de schadeafhandeling voor Groningen die duurder uitvalt, de ontvangsten van het Europees Herstel- en Veerkrachtplan die onzeker zijn en de stikstofdoelen die niet worden gehaald. Ook lijkt het kabinet in plaats van 22% te bezuinigen op de apparaatskosten juist meer middelen te moeten inzetten. Ik maak mij dan ook zorgen over de losse eindjes die het kabinet achterlaat, met een saldo en schuld die in 2038 al door de vangrail gaan en een staatsschuld die oploopt tot 126%. Ik vraag de minister nogmaals te reflecteren op deze risico's en op wat volgens hem aanvullend nodig is.
Dan de laatste plaag, en misschien vind ik die nog wel het ingewikkeldst: het hokjesdenken. Zoals de Raad van State al constateert, ontbreekt in de analyses van het kabinet de link tussen maatschappelijke opgaven, beleidsprioriteiten en grenzen. Beleidsgebieden worden apart bekeken, waardoor het risico op een niet-realistische stapeling van maatregelen toeneemt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan huurmarktmaatregelen bij VRO en box 3 bij Fiscaliteit. Maar er zijn veel voorbeelden waarin bewindspersonen naar elkaar wijzen, waardoor gezamenlijke problemen niet worden opgelost. We moeten integraler en met gezamenlijke verantwoordelijkheid naar maatschappelijke opgaven gaan kijken. Ik ben ook benieuwd naar het analysekader van de Raad van State, die ze dit najaar willen uitbrengen, voor een economische structuuranalyse.
Echte oplossingen realiseren we vervolgens alleen als op grote thema's meer regie en gedeeld verantwoordelijkheidsbesef komt. Ik weet niet hoe een volgend kabinet eruit komt te zien, maar ik zou daarin graag een aantal bewindspersonen met coördinerende verantwoordelijkheid voor de grote thema's zien. We hebben het in deze debatten al veel gehad over economische groei, woningbouw, vergrijzing en klimaat.
Voorzitter. Tot zover de zeven plagen. De minister vertrouwt erop dat deze problemen oplosbaar zijn. Wij zijn kritisch maar hoopvol. Het CDA is het eens met de Raad van State dat het democratisch onwenselijk is als het kabinet in deze fase ingrijpend beleid gaat wijzigen. Dat geldt wat het CDA betreft ook voor de Kamer, want de ervaring leert dat gelegenheidscoalities makkelijker zijn voor extra uitgaven en lastenverlichting dan voor bezuinigingen en lastenverzwaringen, wat de begrotingsdiscipline onder druk zet. Het CDA zal daarom geen grote wijzigingen steunen of voorstellen. Laat de verkiezingen hun werk doen. Daarna moet de nieuwe coalitie met deze Miljoenennota en alle uitdagingen in hun achterzak nadenken over de financiële toekomst van Nederland en de Nederlanders, met lef om keuzes te maken, met lange lijnen uitzetten en nu de pijn pakken om toekomstige problemen te verkleinen.
Dank je wel, voorzitter.
De voorzitter:
Er staan ineens allerlei mensen op! Mevrouw Van Eijk van de VVD.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik wil graag terug naar het begin van de inbreng van mevrouw Inge van Dijk. Ze sprak toen over defensie-uitgaven. Het CDA is een van de partijen die zich gecommitteerd heeft aan de 3,5%-norm. Er wordt gesproken over een vrijheidsbijdrage. Mijn vraag aan het CDA is: gaat het die 3,5%-norm halen? Gaat het die defensie-uitgaven dekken? Worden die lasten bij het bedrijfsleven neergelegd?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik vind het een heel flauw antwoord, maar we hebben volgende week de doorrekening met elkaar. Laten we er dan gewoon diepgaand met elkaar over doorpraten, dan kunt u het zien. Vorige week is dit antwoord ook al gekomen. We weten allemaal hoe het werkt. Volgende week hebben we die doorrekeningen. Er komt een presentatie. Het voelt een beetje als allemaal kleine kindjes die nu al cadeautjes willen uitpakken, maar we weten hoe het werkt. Volgende week komen we er uitgebreid op terug.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Volgens mij worden er geen cadeautjes uitgepakt. Volgens mij worden er hele scherpe keuzes gemaakt. Ik heb in mijn inbreng aangegeven waaruit wij denken dat die defensie-uitgaven gedekt kunnen worden. Ik wil dat ook graag weten van het CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dat kan ik in grote lijnen aangeven. Ja, wij zullen gaan bezuinigen. Dat zullen wij inderdaad gaan doen. En ja, wij gaan ook kijken naar een vrijheidsbijdrage. Die gaat nadrukkelijk als sluitpost gehanteerd worden om de bedragen te dekken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
We kennen het CDA van vroeger als de gezinspartij. In de hele bijdrage van mevrouw Van Dijk hoor ik haar niet één keer de portemonnee van de burger noemen. Die was als achtste plaag wel gepast geweest. De helft van de Nederlandse gezinnen heeft namelijk moeite om rond te komen. Wat gaat het CDA daaraan doen?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik hoop dat de heer Van Dijck ons verkiezingsprogramma heeft gelezen. Daarin zetten we stevig in op het ondersteunen van gezinnen, onder ander met een gezinspakket, maar ook met een samengevoegde kindregeling. Die willen we ook ophogen. Wat dat betreft hoop ik dat de gezinnen blij zijn met wat wij voorstellen en er ook profijt van gaan hebben in hun portemonnee.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb het zeker gelezen. Ik zie namelijk dat het CDA van plan is om de hypotheekrente af te bouwen. Daarmee pak je gezinnen €400 à €500 per maand af. Ze willen het eigen risico verhogen. Dat betekent voor gezinnen €220 per persoon meer eigen risico. Ze willen een spitsheffing voor de auto. Dat betekent dat je in de file staat en nog extra moet gaan betalen. Ze willen een Bontenbaltaks om die NAVO-doelstelling te bereiken. De geluiden zijn dat het een btw-verhoging wordt. Ze willen een suikertaks, een wiettaks. Ik zie alleen maar belastingverhogingen bij het CDA. Gezinnen hebben, zoals gezegd, moeite om rond te komen en om hun boodschappen te betalen. Hebt u daar geen oog meer voor?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Zeker wel, maar daarom bouwen wij de hypotheekrenteaftrek ook niet in een hele korte termijn af, waarmee het €400 of €500 zou kosten. Als de heer Van Dijck een beetje kan rekenen, en hij het over 30 jaar uit zou spreiden, kom je tot hele andere cijfers. Ik vind dit frame dus niet helemaal fair, als ik heel eerlijk ben.
U heeft gelijk wat het eigen risico betreft. Dat doen we omdat we ook weten dat dit gevolgen heeft voor de aanzuigende werking op de zorg, die, laten we eerlijk zijn, gewoon onbetaalbaar aan het worden is als we de premie weer gaan verhogen. Bij een wiettaks en een suikertaks heeft een consument toch iets meer een vrijwillige keuze. Die vrije keuze vinden wij volgens mij belangrijk in dit land.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het is allemaal belangrijk. Mijn punt is dat gezinnen moeite hebben om rond te komen. Die hebben geen geld in de portemonnee, of niet genoeg, om hun boodschappen te doen, om hun energierekening en hun huur te betalen. Heel Nederland schreeuwt: help ons met meer geld in de portemonnee. U komt met de hypotheekrenteaftrek, het eigen risico, een spitsheffing, een Bontenbaltaks en een suikertaks. U hebt niks, behalve misschien iets extra's voor de kinderbijslag. De mensen hebben toch niks aan het CDA als gezinspartij als ze nog verder leeggeroofd worden? Hun portemonnee is al leeg. Stop daarmee!
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nou ja, de vraag is of we de portemonnee verder leeg gaan roven. Ook dat zal volgende week blijken in de doorrekening die wij wél bereid zijn om te maken en de PVV niet. We weten allemaal dat die 25 miljard ergens vandaan zal moeten komen. Ik ga ervan uit: als wij die 25 miljard moeten inboeken, zal dat de portemonnee van de mensen keihard raken. Daar zijn wij in ieder geval eerlijk over.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een compliment en een grote zorg die ik wil delen. Het compliment is dat het hartstikke goed is dat ook het CDA de hypotheekrenteaftrek wil aanpakken. Ik denk echt dat dit heel verstandig is. Uitstekend. We zien dat daar inmiddels een breed politiek draagvlak voor begint te komen.
Ik blijf even bij het domein van wonen. In het verkiezingsprogramma van het CDA staat — daar ben ik van geschrokken — dat de CDA de WOZ-waarde veel meer wil laten meetellen in het puntenstel. Met andere woorden: als je in de grote stad woont, schiet je huur omhoog. De huur wordt veel duurder, terwijl die nu al voor veel mensen niet te betalen is. Waarom heeft het CDA die keuze gemaakt? En eigenlijk nog veel belangrijker: bent u bereid om dat terug te draaien?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Waarom hebben wij die keuze gemaakt? Wij zien best wel wat problemen op de huurmarkt. Dan gaat het niet alleen om de betaalbaarheid van de huur. We hebben elkaar vastgehouden als het gaat om de betaalbare huur. Dat heeft ons niet alleen maar applaus opgeleverd, om heel eerlijk te zijn. Maar we zien wel dat er een paar dingen in zitten. De WOZ was toen ook al een puntje waarmee we in onze maag zaten. We zien nu een stapeling van maatregelen — box 3, de Wet betaalbare huur — waardoor vooral de kleine verhuurders langzamerhand echt in de problemen komen.
Wij hebben meermalen gevraagd om analyses; dat noemde ik ook expliciet in mijn bijdrage. Aan welke knop kunnen we het slimste draaien om te voorkomen dat de huren hoger worden, maar ook om ervoor te zorgen dat de kleine verhuurder niet meteen de dupe is? Wij willen het graag in de totaliteit zien, dus wij hebben ook oog voor de kleine verhuurder. Op het moment dat we iets kunnen bedenken wat ook voor de kleine verhuurder niet desastreus is, zullen we daarover nadenken. Maar op dit moment — we hebben vaak om die analyses gevraagd — vinden we wel dat we iets moeten doen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik schrik eigenlijk van dit antwoord. Het CDA kiest hiermee voor pandjesbazen in plaats van voor de mensen die al torenhoge huren moeten betalen. We hebben het hier expliciet over de huren in de grote steden. Als je in de grote steden, Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, de WOZ-waarde meer laat meetellen, is de consequentie — de huizenprijzen zijn immers hoog — dat de huren hoger worden. Het CDA zegt: de huur wordt hoger en dat is goed voor de eigenaren van deze huizen. Op dit moment kunnen de mensen niet rondkomen; ze kunnen de boodschappen niet betalen. Daarom is het ook een slecht idee om de btw te verhogen. De mensen kunnen hun huishouden niet runnen.
De huren zijn veel te hoog en het CDA komt met een voorstel om de huren te verhogen. We hebben allemaal wel eens momenten dat we iets verkeerd zien. Ik had echt gedacht dat het CDA zou zeggen "foutje, bedankt; dat moeten we herstellen". Maar mevrouw Van Dijk staat dat voorstel hier keihard te verdedigen en staat hier uit te leggen dat dit een goede maatregel is. Dit is het allerslechtste wat je kunt doen, zeker voor al die jonge mensen in de grote steden die niet kunnen kopen en bijna verplicht zijn om te huren. Die torenhoge huren gaan met de plannen van het CDA keihard omhoog, en u ontkent dat niet eens.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Uw eerste frame is dat de huren keihard omhooggaan. Ik heb er nog geen doorrekening van gezien dat de huren door deze maatregel keihard omhooggaan. Uw tweede frame is dat wij opkomen voor pandjesbazen. Dit is nu precies de politiek waar ik zo'n hekel aan heb. We hebben gewoon veel kleine ondernemers die bijvoorbeeld één pandje hebben voor hun pensioen. Dat zijn geen pandjesbazen, maar mensen die proberen op die manier hun financiële toekomst veilig te stellen. Daar heb ik geen moeite mee. Die wil ik niet financieel de nek omdraaien. Ik vind dat we daar ook naar moeten kijken.
Het beste antwoord om ervoor te zorgen dat de huizen weer betaalbaar worden, is: meer bouwen. Volgens mij vinden we elkaar daarin. Laten we elkaar daarin ook vasthouden en daar maximaal aan gaan werken. Daar hebben onze starters het meeste aan.
De voorzitter:
Ten slotte.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ten slotte. Wat mij betreft gaan we samenwerken bij de hypotheekrenteaftrek. Wat mij betreft gaan we samenwerken om ervoor te zorgen dat er meer wordt gebouwd. Maar op één punt vindt u ons echt lijnrecht tegenover de positie van het CDA. Huren verhogen op het moment dat mensen al niet kunnen rondkomen, is het allerslechtste wat je nu kunt doen. U zegt dat u de doorrekening niet heeft gezien, maar het CPB gaat niet doorrekenen hoe hoog de huur precies wordt.
Wat we wél weten, is dat als je de WOZ-waarde meer laat meetellen, de huur omhooggaat. Als de huur nu al te hoog is voor een klein appartement zoals een studio in Amsterdam of hier in de stad, als je daar €1.500 of meer voor moet betalen en je laat de WOZ-waarde meetellen, dan gaan die huren omhoog en dat is het allerslechtste idee. Ik vraag het CDA: doe dit niet, dit is een heel slecht plan. Mensen die niet kunnen rondkomen, help je de verdrukking in. Huren verhogen op het moment dat er al een crisis is om rond te komen, is het allerslechtste wat je kan doen. Doe het alsjeblieft niet.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik hoorde geen vraag, maar vooral een oproep. Zoals u het CDA kent: we zijn een constructieve partij en alle zorgen zullen we altijd meenemen in de uiteindelijke besluiten die we nemen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik ben benieuwd of dit een begin is van een onderhandeling in een nieuwe coalitie van het CDA en GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het is wel interessant om te zien hoe zich dat potentieel zal ontvouwen.
Mijn vraag is anders, die gaat over de doorrekeningen. Ik zal u niet precies vragen hoe hoog de belastingen worden of hoe de hypotheekrenteaftrek zich precies gaat ontvouwen. Het gaat me meer om een visie op keuzes. Mevrouw Inge van Dijk zegt: we moeten keuzes maken met elkaar. Wat voor economie heeft u voor ogen? Dan doel ik specifiek op de afhankelijkheid die we nu in Nederland hebben van lagelonenarbeid en van arbeidsmigratie die daarbij hoort. Het gaat in dit huis vaker over arbeidsmigratie. Het gaat vaker over cijfers ten aanzien van het terugdringen van de totale migratie. Arbeidsmigratie is daar een relevant onderdeel van, maar dat kan alleen maar als je goed kijkt welke fiscale maatregelen erbij horen, welke economie je wil zijn en of je oprecht de uitwassen rond arbeidsmigratie wilt aanpakken. Mijn vraag is een oprechte vraag: hoe kijkt u naar de arbeidsmigratiekant en ziet u, net zoals NSC, de noodzaak om die terug te dringen?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik denk dat het begint met het antwoord op de vraag wat voor economie je wilt zijn. De heer Kouwenhoven gaf het zelf eigenlijk al aan. Er ligt een aantal — vind ik — hele mooie brieven over wat voor economie we zouden kunnen zijn. Er komt een industriebrief over de technologiestrategie aan. Ik vind dat we op basis van die input serieuze keuzes moeten maken. Daar kan zomaar uitkomen dat lagelonenarbeid daar minder bij past. Ik vind dat we die keuze dan moeten durven maken, maar ik vind wel dat we dat moeten doen op basis van goede analyses en door het goede debat met elkaar te voeren.
Dan over onderhandelingen. Onderhandelingen zonder dat er een verkiezingsuitslag ligt, terwijl het nog alle kanten op kan gaan, zou ik opportunistisch vinden en daar ben ik niet van.
De heer Dijk (SP):
De kritiek van het CDA op de hypotheekrenteaftrek en dat we willen afbouwen is nieuw. Wat de SP betreft, gaat dat de goede kant op. Dit kabinet heeft nog niet zo lang geleden de hypotheekrenteaftrek versoepeld met zo'n 400 miljoen euro, voor met name de hoogste inkomens en duurste huizen. Is het CDA ook van mening dat die 400 miljoen euro beter ergens anders aan kan worden uitgegeven? Dat die niet per se goed terechtkomt bij deze groep die het niet nodig heeft, en dat we beter zouden kunnen kijken of je het geld kan inzetten om leegstand tegen te gaan, zodat jongeren wel een woning kunnen vinden?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
We weten allemaal hoe complex ons fiscaal stelsel is. Als we aan een paar knoppen gaan draaien, kan er iets uitkomen zonder dat het de bedoeling is van ons allen. We hebben het ook al over de buffelboete gehad. Ik vind vooral dat we het belastingstelsel moeten gaan vereenvoudigen, zodat we deze discussie in de toekomst niet meer hebben. Door aan een knopje te draaien, komt er net iets verkeerd uit en dan gaan we met z'n allen compenseren of iets nieuws bedenken. Dat maakt het alleen maar moeilijker. Ik denk dat het de beste oplossing is om daar met elkaar de schouders onder te zetten. Ik weet dat de SP dat ook wil. Laten we de komende jaren elkaar er alsjeblieft maximaal op vinden.
De heer Dijk (SP):
Dit is natuurlijk een maatregel die extra is genomen om de versoepeling mogelijk te maken, dus die is relatief makkelijk weer terug te draaien. Het levert wel een bedrag op van 400 miljoen, dat — zeg ik nogmaals — naar de duurste huizen en hoogste inkomens gaat. Echt. Ik begrijp het heel goed als partijen zeggen dat het volledig afschaffen van de hypotheekrenteaftrek ervoor zorgt dat mensen er €400 à €500 op achteruitgaan. Maar deze groep heeft het én niet nodig én we kunnen het geld echt beter besteden. Bent u niet van mening dat je eigenlijk met een vrij simpele maatregel deze beslissing kan terugdraaien en dat je het beter kan uitgeven aan waar het echt nodig is?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
We kunnen nu weer allerlei maatregelen nemen om de begroting te verbouwen, maar dat vinden wij nu gewoon echt niet verstandig. Er zijn deze maand nog verkiezingen. Daarna gaat alles wellicht wéér op de schop. We blijven gewoon onzekerheid zaaien. Mensen weten totaal niet meer waar ze ongeveer aan toe zijn met de politiek. We hebben verkiezingsprogramma's liggen en er komen dadelijk doorrekeningen. Daarna weten mensen in welke richting we denken. Laten we alsjeblieft nu even rustig blijven en het dadelijk met elkaar gewoon in één keer zo goed als mogelijk doen.
De heer Dijk (SP):
Ik ben nooit een voorstander van dom beleid of beleid dat niet uitpakt zoals je wilt. Ik weet dat ik dit heel scherp stel, maar het is wel een gegeven dat er nu heel veel geld gaat naar een groep die er niet om gevraagd heeft en het niet nodig heeft, terwijl anderen wel in onzekerheid zitten en ook willen dat de politiek keuzes maakt. Anders moeten we nog weer een jaar gaan wachten. Ik zou dat doodzonde vinden. Ik denk dat dit een maatregel is die niet uitpakt zoals die bedoeld was, in ieder geval wat de SP betreft. Die maatregel is makkelijk terug te draaien en je kunt jongeren dan een woonplek geven. Daar hoef je toch niet een jaar op te gaan wachten?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik neem aan dat de heer Dijk dat in zijn inbreng heeft zitten, met vragen aan de minister. Laten we die antwoorden gewoon eens afwachten en kijken wat eventuele verstandige vervolgstappen zijn, want dan kunnen we er ook inhoudelijk verder over praten. O, u gaat de vragen nu even opschrijven, haha.
De heer Vermeer (BBB):
Mevrouw Van Dijk geeft terecht aan dat de CPB-doorrekening nog komt, en dan zullen we het allemaal zien. Maar kan mevrouw Van Dijk wel zeggen of het CDA in die doorrekening concreet iets doet aan de huidige box 3-tarieven?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nee, daar ga ik niks over zeggen. Ik kan daar iets over zeggen, maar dat ga ik niet doen. Volgende week gaan we uitgebreid praten over de CPB-doorrekeningen. Ik merk gewoon dat alle partijen natuurlijk net het puntje eruit pakken dat ze willen maken. De ene partij doet dat om het frame bij ons neer te leggen dat het CDA dít duurder maakt, de andere om het frame neer te leggen dat het CDA dát doet. Ik wil hier heel graag uitgebreid en wat mij betreft drie dagen lang met elkaar over praten, maar wel op basis van een integraal plaatje.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Dijk van de fractie van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Het kabinet, of wat er nog van over is, maakt wat de SP betreft niet de juiste keuze. Ze kiezen ervoor om de WW-duur te verkorten, in strijd met aangenomen voorstellen hier in de Tweede Kamer. Ze kiezen ervoor om de prijzen van boodschappen niet te verlagen, in strijd met aangenomen voorstellen hier in de Tweede Kamer. Ze kiezen ervoor om het energienoodfonds niet nieuw leven in te blazen. Meer dan 200.000 hebben daar gebruik van gemaakt, maar we weten dat er zo'n 500.000 mensen in Nederland zijn met een te laag inkomen en te hoge energierekeningen. In strijd met aangenomen voorstellen kiest het kabinet er niet voor om het energienoodfonds meteen weer in te voeren. Ze kiezen ervoor om door te gaan met commerciële beunhazen in de peperdure asielnoodopvang, in strijd met aangenomen voorstellen in de Tweede Kamer. Mijn vraag is vrij simpel: waarom voert het kabinet dit soort maatregelen en aangenomen voorstellen niet uit?
Het is namelijk wel opvallend. Dit kabinet weet heel goed wat het allemaal niet wil. Wat het wel wil, lukt niet. Daarom is het maar goed ook dat er snel verkiezingen zijn, want er is veel te veel stilstand door dit kabinet. Er is diepe woningnood. Er is geen vooruitgang in de bouw van betaalbare huurwoningen voor jongeren, voor ouderen, voor mensen met een lager inkomen en voor mensen met een middeninkomen. De zorg loopt vast en dit kabinet gaat nog meer bezuinigen op de zorg. De stikstofcrisis wordt vooruitgeschoven en zo blijft de onzekerheid voor boeren, natuur en de bouw. Bestaanszekerheid, het grote onderwerp van afgelopen verkiezingen, en de armoede worden niet opgelost door het sociaal minimum te verhogen, wat ongeveer alle experts en wetenschappers adviseren. Zelfs commissies die hier zijn ingesteld, adviseren om het sociaal minimum te verhogen zodat je af kan van al die lapmiddelen — noodzakelijke lapmiddelen op dit moment — zoals een energienoodfonds en toeslagen. Het kabinet wil al die adviezen niet en voert ze ook niet uit.
Het kabinet lijkt dus niet heel veel te doen. Maar wel de duur van de WW verkorten, en dat terwijl ministers nu nog drie jaar en twee maanden tonnen aan wachtgeld kunnen genieten. Het is echt niet uit te leggen aan mensen op straat. Ze worden er woedend van, en terecht. Bezuinigen op de zorg. Nog steeds staat er een grove 5 miljard euro aan bezuinigingen op de zorg in de boeken. De huren laten stijgen. Opnieuw een record aan huurstijgingen, en komende jaren weer.
Ik zei het al: het lijkt alsof het kabinet niet veel doet. Maar wat doet het kabinet dan wel? Miljarden aan belastingkortingen voor bedrijven staan nog steeds in de boeken: ruim 3,5 miljard euro. Laat ik daar even de uitbreiding van de hypotheekrenteaftrek van 400 miljoen euro aan toevoegen. Dan kom je bijna op 4 miljard euro. Het schrappen van het plan tegen belastingtrucs en voordelen voor de allerrijksten. Het box 2-tarief verlagen. Geen belasting voor inkoop eigen aandelen. Renteaftrekbeperking niet verlagen. En ik zei het net al: de hypotheekrenteaftrek voor de hoogste inkomens.
Aan de ene kant lost dit kabinet problemen waar mensen last van hebben niet op, en aan de andere kant verlicht het de lasten van mensen die deze lastenverlichting helemaal niet nodig hebben. Het zijn omgekeerde keuzes, die niet nodig zijn, en het is precies het tegenovergestelde van wat nodig is voor een normaal en sociaal Nederland. Die keuzes zijn te maken. We kunnen in plaats van een Trump-norm die ons land is opgelegd, ook kiezen voor een woonnorm, voor echte investeringen in volkshuisvesting, zodat we nieuwe, betaalbare huurwoningen kunnen bouwen zoals we in de jaren zestig, zeventig en tachtig ook deden. Dat zou geen teruggaan in de tijd zijn, maar dat zou ontzettend progressief zijn. Dan kunnen jongeren, mensen met een bescheiden inkomen en ouderen weer een dak boven hun hoofd vinden. Dan hoeven we, in een rijk land als Nederland, ook geen dak- en thuislozen meer te hebben.
We kunnen een verbeterde salderingsregeling invoeren, zodat schone stroom opwekken beloond wordt in plaats van bestraft en zodat mensen met een lager of middeninkomen de financiële voordelen voelen van rechtvaardig klimaatbeleid. We kunnen leegstaande panden in wijken ombouwen tot zorgbuurthuizen. Dat gebeurt, maar niet door dit kabinet. Zo kunnen we ervoor zorgen dat we het grote tekort aan goede verpleeghuisplekken kunnen aanpakken en dat we fijne zorg dicht bij mensen in de buurt organiseren.
We kunnen ervoor kiezen om mensen minder inkomstenbelasting te laten betalen door deze echt fors te verlagen. Wat de SP betreft beginnen we met 2,8%. Dat is een eerste stap. Het is werk wat de winst en de welvaart maakt. Te lang zijn de lonen achtergebleven op de groei van de winsten. Er wordt nu al 418 miljard euro winst gemaakt. Dat is weer een record. Waar de vennootschapsbelasting van 1996 tot 1999 tussen de 16% en 18% van de totale belastinginkomsten vertegenwoordigde, is dit percentage voor 2024 gedaald naar 15%. Voor loonbelasting geldt precies het tegenovergestelde. Het aandeel loonbelasting lag in de periode van 1996 tot 1999 tussen de 23% en 25%. In 2024 is dat percentage gegroeid naar 28%. Oftewel, werkende mensen dragen veel meer bij aan de staatskas, waar we dingen met elkaar van organiseren, dan bedrijven en winsten doen. Dat is diep onrechtvaardig. Het zijn de werkende mensen die de winst en de welvaart maken.
Een belangrijke reden hiervoor is de daling van de vennootschapsbelasting en het vpb-tarief. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is dat steeds verlaagd, van 48% in de jaren tachtig naar 25,8% nu. Moet u nagaan wat er zou gebeuren met de inkomens van werkende mensen als je dit met de inkomstenbelasting zou doen. Precies daarom stellen wij voor om de vennootschapsbelasting te verhogen, zodat we de loonbelasting van mensen fors kunnen verlagen. Dat kan ook goed.
Aankomende maandag komt er een onderzoek in opdracht van de SP naar buiten dat laat zien dat minder vennootschapsbelasting helemaal niet zorgt voor een slechter vestigingsklimaat. Die zorgt helemaal niet voor minder productieve investeringen. Die zorgt helemaal niet voor een sterkere economie. Maar een lagere vennootschapsbelasting veroorzaakt wel veel meer ongelijkheid in ons land. Die zorgt ervoor dat de belastingdruk op de schouders van werkende mensen veel groter wordt. En die zorgt ervoor dat 70% van de aandeelhouders die in het buitenland zitten veel meer geld krijgen, en dat die bestedingen weglekken. Die lagere vennootschapsbelasting is dus iets wat onze economie juist uitholt.
Het is tijd dat we Nederland écht sociaal gaan maken met goedkopere boodschappen door lagere btw en het verlagen van de prijzen. En met forse investeringen in woningbouw, zodat er voldoende betaalbare woningen voor gewone mensen komen. Met zorg zonder concurrentie en zonder markt, gebaseerd op samenwerking en op de menselijke maat, zonder boete op ziek zijn in de vorm van een eigen risico, en met de tandarts en fysiotherapie in het basispakket. En niet onbelangrijk: met lagere belastingen op de inkomens van mensen. Vandaag zullen wij een voorstel doen om hierin een eerste stap te zetten.
29 oktober zijn de verkiezingen. Alle partijen hier hebben mooie woorden in hun verkiezingsprogramma staan over minder belastingen en hogere lonen voor werkende mensen. Deze week gaan we zien wat er van die mooie woorden nog gaat komen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen. O, er is nog een vraag van de heer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Jimmy Dijk heeft het altijd over dat de tandarts in het pakket moet. Dat vinden wij ook en gelukkig zijn er nog paar partijen in dit huis die vinden dat het eigenlijk veel te lang geduurd heeft dat die tandarts buiten het pakket is gehouden, maar er zit natuurlijk een kostenplaatje aan. Het kost 1,5 miljard. U wilt geloof ik de preventieve mondzorg in het pakket. Ik heb net een voorstel gedaan om de btw op kunst en cultuur te verhogen van 9% naar 21%, want ik vind de tandarts iets belangrijker dan de opera. Steunt de heer Dijk dat of zegt de heer Dijk: nou, de SP vindt de opera toch nog steeds heel belangrijk?
De heer Dijk (SP):
De heer Van Dijck van de PVV zet twee dingen tegenover elkaar die je helemaal niet tegenover elkaar hoeft te zetten. Als je ervoor zorgt dat de tandarts volledig in het basispakket zit … Dat is wat de SP graag wil en we hebben een eerste stap gezet door de eerste controle toe te laten tot het basispakket. Dat moet het kabinet trouwens ook uitvoeren. Wij vinden dat de tandarts volledig in het basispakket moet. Ik heb hier de afgelopen tijd heel veel partijen steeds meer kritiek horen leveren op CPB-doorrekeningen, en terecht. Alle wetenschappelijke onderzoeken, allemaal, tonen aan dat de tandarts in het basispakket en fysiotherapie in het basispakket ervoor zorgt dat de kosten dalen.
Als mensen naar de tandarts kunnen en hun gebit kunnen laten verzorgen, dan heeft dat een groot effect op hun darmen, op hun maag, eigenlijk op hun hele gezondheid. Het zorgt ervoor dat het ziekteverzuim naar beneden gaat, nog buiten dat het voor vreugde en geluk zorgt bij mensen dat ze lachend over straat kunnen. De Radboud Universiteit in Nijmegen heeft uitgerekend dat het 3 miljard aan besparingen oplevert. Dus u hoeft de tegenstelling tussen de tandarts en hogere btw-tarieven niet te maken. Die btw op cultuur en sport hoeft niet omhoog. Dat hoeft niet. We hoeven niet het ene te doen door het andere niet te doen. Het kan prima zonder.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het hoeft allemaal niet. Natuurlijk. We kunnen alles in het pakket stoppen en dat is allemaal goed voor de volksgezondheid. Daar gaat het mij even niet om. Het gaat mij erom dat we als straks blijkt, achteraf, dat het inderdaad meer geld oplevert dan het heeft gekost altijd nog weer iets kunnen verzinnen. Maar laten we nu even, om andere partijen … Ik geloof wel dat het zo is, maar ik kan u niet op uw blauwe ogen geloven en dan moeten we ons toch houden aan de merites van het ministerie van Financiën, het CPB en allemaal dat het geld niet gratis is en dat we keuzes moeten maken. Mijn vraag is nogmaals, want dat amendement om de btw-verhogingen op kunst en cultuur terug te draaien ligt nu ook voor: hoe belangrijk vindt de SP dat? Ik hoor de SP daar niet over.
De heer Dijk (SP):
Volgens mij ben ik daar glashelder over. Ik ga daar geen keuze tussen maken, omdat ik het een valse keuze vind. Ik vind het ook frappant dat een partij die altijd zit te pleiten voor een lagere btw op weet ik veel wat, waar ik het overigens enorm mee eens ben … De SP is tegen het belasten van consumptie en tegen het belasten van arbeid en voor het belasten van vermogen en voor het belasten van winsten, wat de PVV nooit wil en nooit doet. Dus daar zit het grote verschil tussen u en mij.
Ik ga niet de keuze maken voor het belasten van cultuur om ervoor te zorgen dat mensen naar de tandarts kunnen. Nee, ik leg u de keuze voor: waarom belast u niet de grote vermogens — dat is veel makkelijker, de grote vermogens en de grote winsten — zodat mensen naar de tandarts kunnen? Dat is een veel logischere keuze. Want u noemt nu alleen de opera, maar het zijn ook alle toneelverenigingen. Het zijn al die dingen in buurten en wijken die ervoor zorgen dat er sociale samenhang is. Het is te simpel en te simplistisch om het alleen maar op de opera te gooien. Het gaat over cultuur in zijn geheel en cultuur heeft een belangrijke werking.
Volgens mij is het uitgerekend de PVV die heel veel waarde hecht aan Nederlandse cultuur. Die komt niet uit de lucht vallen, Nederlandse cultuur. Die is ontstaan juist doordat we culturele instellingen hebben, muziekscholen, theaterscholen, in buurten en wijken waar onze cultuur heel levendig van wordt. Dat is ook onze Nederlandse cultuur. Daar hecht ik heel veel waarde aan. De btw daarop gaan we niet verhogen. Wij zoeken het bij uw vrienden, uw klassevrienden: de grote winsten en de grote bedrijven die u aan het spekken bent en belastingvoordelen aan het geven bent. Ik heb het net helemaal opgesomd. Dat is uw lijstje. Kijk daar maar een keer naar.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dan weten we dus dat de SP voor het subsidiëren is van kunst en cultuur. Met die anderhalf miljard hadden we zo veel andere leuke dingen kunnen doen voor de mensen, waar u zegt voor op te komen, maar u geeft liever een kleine subsidie aan Jan-Willem die naar de opera gaat, dan aan die achterban van u die nu met tandpijn thuis zit te kijken.
De heer Dijk (SP):
Ik gun mijn achterban, en dat is trouwens heel Nederland, een hele mooie cultuur. Ik gun het muziekscholen en sportverenigingen. Ik gun het de opera ook, trouwens; erg goed om een keer heen te gaan, betaalbare opera. Absoluut, alles. Nee, de elite, meneer Van Dijck, want u noemt de elite, dat zijn uw vriendjes. De economische elite, u weet wel, die 2 miljard aan belastingkortingen krijgt voor de inkoop van eigen aandelen. Heel slecht economisch beleid. Dat zijn uw vrienden. Dat is inderdaad de grote tegenstelling die u nooit wilt aangaan, want u bent alleen maar bezig met het maken van een migrantenanalyse waarmee u iedereen tegen elkaar opzet. Dat is uw analyse.
De voorzitter:
Ja.
De heer Dijk (SP):
Maar u wilt nooit een klassenanalyse maken, omdat dat u namelijk in het nauw brengt. U dient die belangen, het grote geld, wat mensen aan het verdelen is. Dat is uw manier van politiek bedrijven; dat is niet de mijne.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u, voorzitter. Hoelang nog? Hoelang schuift het kabinet de rekening voor een leefbare aarde nog door naar onze kinderen, naar onze volgende generaties? Door de klimaatcrisis en de natuurcrisis erger te maken zet het kabinet de veiligheid van ons en die van onze kinderen op het spel. Terwijl het water ons aan de lippen staat, kiest het kabinet volledig voor een fossiele economie. Kijk alleen al naar de volgende maatregelen: de indirecte kostencompensatie is heringevoerd, de accijnsverlaging op diesel is verlengd, een belasting op de productie van nieuw plastic is geschrapt, de CO2-heffing is geschrapt. Er is complete stilstand in de landbouw door de stikstofcrisis, de luchtvaart mag weer groeien; belastinggeld wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van terminals en het klaarmaken van Schiphol voor grote vliegtuigen.
De transitie naar een circulaire economie is volledig uitgekleed. We kunnen onze doelen halen en in 2030 voor de helft circulair zijn, maar dan moeten er wel middelen in gestopt worden. Geopolitiek is het belang van een circulaire economie voor onze grondstoffenonafhankelijkheid steeds duidelijker geworden; dat hoor ik hier altijd heel veel partijen zeggen. We moeten meer hergebruiken, anders consumeren; die circulaire economie is nodig om de klimaatdoelen te kunnen halen. Volgens experts is de transitie naar een circulaire economie minstens even ingrijpend als de energietransitie. Daar moeten we dus flink in investeren. Nu moeten we ook de industrie van de toekomst financieren. Als we zo doorgaan, weten we zeker dat we het niet gaan halen.
Voorzitter. Het is heel duidelijk: de grote vervuilers worden met deze begroting gespekt, bedrijven die op geen enkele manier laten zien dat ze willen verduurzamen of willen investeren in Nederland. Zoals Tata Steel: de gezondheid van de omwonenden wordt door dit kabinet voor de bus gegooid. Giftige staalslakken? Die mag het bedrijf blijven dumpen op onze fiets- en wandelpaden. Dit kabinet wil geen verbod. Tegelijk vallen duurzame bedrijven om. Elf plasticrecyclingbedrijven hebben hun deuren al moeten sluiten en meer dan 70 zonnepaneelbedrijven gingen failliet. Het is de omgekeerde wereld. Dit is wat er gebeurt wanneer je de salderingsregeling afschaft, wanneer je een CO2-heffing schrapt: de vervuilers worden beloond in plaats van dat zij betalen voor de schade die zij hebben veroorzaakt.
Ook doet het kabinet niets om de vermogensongelijkheid aan te pakken. Van de rijkste 1% in Nederland stegen de bezittingen met maar liefst 12%, terwijl gewone mensen niet eens de boodschappen kunnen betalen. Dit terwijl de allerrijksten in Nederland de meeste schade toebrengen aan het klimaat en de natuur. De rijkste Nederlanders stoten gemiddeld negen keer te veel CO2 uit om de opwarming van de aarde te beperken tot onder anderhalve graad. Hun uitstoot is aanzienlijk hoger dan die van de rest van de bevolking.
Voorzitter. Het Planbureau voor de Leefomgeving berekende deze zomer dat de milieuschade door de vee-industrie, het verkeer en de fossiele industrie ons 46 miljard per jaar kost. Dat is 4,6% van ons bruto binnenlands product, en dat is een voorzichtige schatting. Veel stoffen die in ons milieu zitten, zijn namelijk nog niet eens meegeteld omdat er te weinig informatie is. Denk aan pfas, landbouwgif, ultrafijnstof en microplastics. Zo geven we dus miljarden uit aan gezondheidszorg, terwijl heel veel gezondheidsproblemen worden veroorzaakt door milieuvervuiling. Nederland voldoet bijvoorbeeld nergens aan de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de luchtkwaliteit. Daardoor krijgen mensen bijvoorbeeld longproblemen. Preventie is de sleutel om hoge gezondheidskosten te voorkomen.
Waarom heeft dit kabinet de mond vol van welvaart, maar zwijgt het over deze enorme kostenpost van 46 miljard aan milieuschade per jaar? Wie betaalt die kosten? De gewone mensen betalen de prijs, niet de vervuilers. Daarom is mijn vraag: op welke manier heeft het kabinet iets gedaan met het dit PBL-rapport of met de Monitor Brede Welvaart? Die monitor hebben we al jaren. Daar wordt ook vaak mee gepronkt, zo van: kijk, we kijken niet alleen maar naar economische groei, maar ook naar welzijn. Dan is mijn vraag: op welke manier zie ik dat dan terug in deze begroting?
Voorzitter. Het land zit volledig op slot door de stikstofcrisis. Hoe hoog zijn de kosten van natuurschade en het blokkeren van de bouw? Die lopen op tot tientallen miljarden. En wie betaalt dat? Niet de vervuiler en niet de agro-industrie, maar de gewone mensen; die betalen de prijs. De BBB en de VVD lieten maandag nog een keer zien dat ze de vervuiler liever belonen dan laten betalen. Een deal met Tata Steel met 2 miljard euro belastinggeld is nu dichtbij. Het is het schaamteloos belonen van een bedrijf dat aan de lopende band onze milieuregels overtreedt en onze leefomgeving vervuilt. In plaats van investeren in de industrie van de toekomst, gaat het kabinet investeren in een volledig fossiele industrie. Mijn vraag is: wie gaat dit betalen? Niet de grote vervuilers, maar de gewone mensen.
De klimaatschade. In Europa is die inmiddels opgelopen tot 487 miljard. Het kabinet neemt geen enkele maatregel om het klimaat echt te beschermen. Wie draait op voor de oplopende schade van het nietsdoen? De grote vervuilers, die deze crisis hebben veroorzaakt, in ieder geval niet. De gewone mensen betalen weer de prijs. Ik wil de minister daarom graag het volgende vragen. We weten nu heel duidelijk wat in Europa de klimaatkosten van het nietsdoen zijn, maar kan hij dit ook in kaart brengen voor Nederland? Misschien is dat een stok om extra klimaatmaatregelen te nemen.
Voorzitter. De Partij voor de Dieren zegt dus heel duidelijk: de vervuiler moet betalen. Europa warmt twee keer zo snel op als het wereldwijde gemiddelde. Onze manier van leven staat onder druk. Het totale klimaatafbreukbeleid en kortetermijndenken kosten natuur, levens en miljarden. De Partij voor de Dieren kiest voor beleid dat anticipeert op de toekomst: een krimp van 75% van het aantal dieren dat gefokt en gedood wordt in de Nederlandse veehouderij. Dat zorgt er niet alleen voor dat Nederland van het stikstofslot af kan, maar ook dat eindelijk de CO₂-uitstoot echt daalt, de watervervuiling afneemt en er meer ruimte komt voor natuurherstel en woningen.
Ik noem een klimaatnorm van 5% van het bbp om klimaat en natuur te herstellen, gefinancierd uit de klimaatvermogensheffing en de afschaffing van fossiele subsidies. En denk aan een krimp van de luchtvaart. Dat zorgt niet alleen voor minder uitstoot, maar is ook goed voor onze gezondheid. Laat geen belastinggeld gaan naar grote vervuilers, zoals Tata Steel. Hier nog langer mee wachten maakt ons land onleefbaar en ons levensonderhoud onbetaalbaar. De enige manier om ons land weer gezond te maken en om weer schone lucht, schoon water en een veilige toekomst voor ons en onze kinderen voor elkaar te krijgen, is een scherpe keuze voor een economie binnen de grenzen van wat onze aarde aankan.
Tot slot wil ik het nog even hebben over het budgetrecht van de Kamer, want we hebben echt een probleem. De Kamer heeft met een aangenomen amendement de begroting van OCW gewijzigd met betrekking tot de stapsgewijze afbouw van subsidies voor apenproeven. Na jarenlange debatten en verschillende moties die niet werden uitgevoerd, heeft de Kamer dus zelf een begroting gewijzigd en vastgelegd dat we zo snel mogelijk een einde willen aan apenproeven en de subsidie hiervoor stapsgewijs willen gaan afbouwen. Maar de minister van OCW zegt dat hij het amendement leest als een motie en er geen uitvoering aan geeft. Nou hebben we ook de minister van Financiën gevraagd om hierop in te grijpen, want een aangenomen amendement is echt geen motie, maar is gewoon een wet. We hebben het budgetrecht. De minister van Financiën stuurt nu een brief naar de Kamer waarin hij toch weer alle verantwoordelijkheid op de minister van OCW afschuift. Het gaat hier echt om een heel principieel punt, namelijk het respecteren van het budgetrecht van de Kamer. Ik vind niet dat het kabinet selectief moet gaan kijken welke amendementen het leuk vindt en dus gaat uitvoeren en welke niet. Ik wil deze minister, die verantwoordelijk is voor de rijksbegroting, dus ook echt vragen om een toezegging dat dit amendement gewoon wordt uitgevoerd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vos, Forum voor Democratie.
Mevrouw De Vos (FVD):
Dank, voorzitter. Waar is toch ons geld gebleven? Waarom is alles zo ontzettend duur? Boodschappen, een huis, de energierekening, autorijden, het openbaar vervoer en zelfs kleine, alledaagse geneugten, zoals een kopje koffie op een terras in de zon met een tosti: het is bijna niet meer te betalen. Een op de drie Nederlandse huishoudens kan moeilijk rondkomen. De twee derde die wel kan rondkomen, moet bovendien een veel lagere levensstandaard accepteren dan had gekund. Dit alles is niet omdat we niet hard zouden werken of omdat Nederland een arm land is.
Nee, voorzitter, terwijl we zo'n rijk land zijn en we ons met z'n allen uit de naad werken, wordt ons geld opgegeten door een woekerende overheid. Verkeerd beleid zorgt ervoor dat we enerzijds veel te weinig overhouden in onze portemonnee, dat we veel te veel belasting betalen, maar daarbovenop dat we ook nog eens gedwongen worden om allerlei kosten zelf te maken, bijvoorbeeld voor verduurzaming, voor de energie die we gebruiken, voor het produceren van producten, die bij ander beleid helemaal niet nodig zouden zijn geweest en die onze welvaart doen wegglippen. Ik zal dit uitwerken en laten zien hoe het anders kan en moet, hoe we ons geld wél weer zelf kunnen besteden en hoe het leven weer betaalbaar kan worden in dit land.
Allereerst de overheid zelf. Die is veel te groot geworden en doet veel te veel wat helemaal niet zou hoeven. Ik heb de vandaag voorliggende begroting eens even onder de loep genomen en het een en ander op een rijtje gezet. De totale kosten van de asielketen, dus toegang, toelating en opvang van vreemdelingen: 5,9 miljard euro. Financiering van de oorlog in Oekraïne: 3,4 miljard euro. De opvang van Oekraïners: 2,8 miljard euro. De energietransitie en de verduurzaming van woningen, waaronder de realisatie van aardgasvrije wijken: 1 miljard euro. Vrijwillige beëindigingsregelingen voor de veehouderij in het kader van het stikstofbeleid: ook 1 miljard euro. De ISDE-regeling, oftewel subsidies voor bijvoorbeeld isolatiemaatregelen of het plaatsen van een warmtepomp in het kader van de energietransitie: een half miljard euro. Afdrachten aan de Europese Unie: 15,1 miljard euro. Ontwikkelingshulp: 2,2 miljard euro. Laadpalen voor elektrische vrachtwagens: 66 miljoen euro. Enzovoort, enzovoort.
U ziet, voorzitter: het is niet moeilijk om zo een bedrag van 30 miljard euro uit de voorliggende rijksbegroting te vissen. Miljarden die louter naar onnodige, onverstandige bestedingen gaan, die we helemaal niet zouden hoeven te doen, en waarop we eenvoudig zouden kunnen besparen — zo even uit de losse pols. Als je die zou schrappen, kun je de inkomstenbelasting verlagen, de sociale werkgeverslasten, de accijnzen, de energiebelasting, de btw, de overdrachtsbelasting, de erf- en schenkbelasting en noem het allemaal maar op. In plaats van meer dan de helft van de tijd voor de overheid te werken, zouden Nederlanders veel meer over kunnen houden en weer zelf kunnen bepalen wat ze met hun zuurverdiende geld willen doen.
Boven op de directe uitgaven die de overheid doet, verplicht de overheid ons bovendien om van het geld dat we wél in onze eigen portemonnee overhouden — nogmaals, dat is dus minder dan de helft dan wat mensen eigenlijk verdienen, want dat is al via belastingen naar de overheid gegaan — een aanzienlijk deel uit te geven aan zaken die onzinnig, onnodig en ondoordacht zijn. Ook daarvan een aantal voorbeelden. Neem de verplichte verduurzaming, zoals de verplichting van een warmtepomp in nieuwbouwwoningen, de verplichting aan ondernemers om een elektrische auto aan te schaffen om emissievrije binnensteden in te kunnen of het verplichte energielabel C voor kantoorpanden en de boete van €20.000 als aan deze verplichting niet wordt voldaan. Of neem de duurzaamheidsregels waar bouwbedrijven aan moeten voldoen, wat circa €100.000 extra kost per nieuwbouwwoning, en wat natuurlijk wordt doorberekend aan de koper. Bedrijven worden daarbij overladen met onnodige regeldruk, zoals MKB-Nederland onlangs opnieuw met klem aan de kaak stelde. Het gaat bijvoorbeeld om administratieve lasten, vergunningsverplichtingen, de verplichte glasschervencontrole, het bijhouden van de CO2-uitstoot van werknemers tijdens hun woon-werkverkeer en de verplichte twee jaren doorbetaling bij ziekte en de noodzaak je daartegen te verzekeren. Het kost ondernemers alles bij elkaar ieder jaar miljarden aan extra kosten en misgelopen inkomsten.
Of neem de maatschappelijke kosten van de massale immigratie, zoals die zich bijvoorbeeld vertalen in de druk op de woningmarkt, met stijgende huizenprijzen tot gevolg, waardoor de Nederlander voor hetzelfde huis veel meer geld moet neerleggen dan voorheen. Dat is logisch wanneer de vraag harder stijgt dan het aanbod, zeg ik er speciaal even bij voor de heer Klaver, die ik inmiddels niet meer in de zaal zie zitten. De leerachterstanden in het onderwijs, de onveiligheid en het verhoogde beroep dat allochtonen doen op zorg en op sociale zekerheid kosten ons, wederom, miljarden, ieder jaar opnieuw.
Of neem de sluiting van het Groninger gasveld, waar nog voor minstens 500 miljard euro aan gas in de grond zit. Dat kost ons ook jaarlijks minstens 10 tot 15 miljard euro aan misgelopen gasbaten. Of neem de boerenbedrijven, die zuchten onder mest- en stikstofregels. De maatschappelijke kosten daarvan werden door ABN AMRO op minimaal 1,5 miljard euro per jaar geschat. De zinloze en compleet absurde energietransitie, waardoor onze stroom minstens twee keer zo duur is als nodig was geweest, kost jaarlijks al gauw 20 tot 25 miljard. Dat is ook alweer totaal onnodig. Of neem het feit dat onze pensioenspaargelden ideologisch worden ingezet en daardoor minder rendement halen, wat directe weerslag heeft op de koopkracht van onze gepensioneerden, met op een totaal van 1.500 miljard jaarlijks makkelijk zo'n 15 tot misschien wel 30 miljard minder inkomsten per jaar. Ook deze dingen komen makkelijk neer op 70, 80, misschien nog wel meer miljarden per jaar. Tezamen kom je zo makkelijk op een bedrag van 100 tot 120, misschien wel 150 miljard euro. Dat is gemiddeld ruim €15.000 per jaar per huishouden minimaal, €15.000 per jaar per huishouden.
Ziedaar het antwoord op de vraag waar ons geld is gebleven. Dat is het antwoord op de vraag waarom het allemaal zo duur is geworden. Ik zeg het hier opnieuw: het is een keuze. Het is een keuze van de huidige bestuurders om het geld van hardwerkende Nederlanders op deze roekeloze wijze over de balk te smijten. We kunnen cadeautjes beloven. We kunnen in aanloop naar de verkiezingen pleiten voor lastenverlichting, zoals ik vandaag, tijdens dit debat, opnieuw zag gebeuren. Maar wie tegelijkertijd door wil gaan met de massale immigratie, met het financieren van de oorlog in Oekraïne, met het dichtstorten van het Groninger gasveld met 500 meter beton, met de energietransitie, met ontwikkelingshulp, met betalingen aan Brussel en met de uitkoop van hardwerkende Nederlandse boeren, wie dat allemaal wil financieren en daarbovenop lastenverlichting belooft, draait de kiezer een rad voor ogen. Het is namelijk of-of. Het geld kan maar één keer worden uitgegeven.
Voorzitter. Die lastenverlichting kan wel degelijk plaatsvinden. Wij kunnen daadwerkelijk een heel rijk land zijn, maar alleen wanneer we kiezen voor het Nederlands belang, voor de portemonnee van de Nederlander, voor regie over ons geld. Het kan, als we stoppen met de massale immigratie, de klimaatplannen, de stikstofonzin, de Europese Unie, de oorlogszucht en de regelzucht. Het is een keuze. Nederland kiest op 29 oktober.
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. De heer Flach, SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. De Algemene Financiële Beschouwingen vinden plaats in een op z'n minst bijzonder tijdsgewricht, met een dubbeldemissionair kabinet en een Kamer die vandaag voor een van de laatste keren samenkomt in deze samenstelling. We hebben gisteren de afscheidsfoto al gemaakt.
Maar ook financieel zijn het roerige tijden. De overheidsfinanciën staan er nu nog goed voor, hoewel dat beeld wel geflatteerd is. Onder de motorkap zien we veel geknutsel. Ik denk aan kasschuiven en de inzet van prijsbijstellingen en dekkingen over de jaren heen. Op korte termijn lijkt het er netjes uit te zien. De zorgen voor de nabije toekomst zijn echter groot. Daar komt de enorme uitdaging bij van het dekken van de stijgende defensie-uitgaven.
Ook in het huishoudboekje van gezinnen ziet het er niet rooskleurig uit. De lasten stijgen, net als de prijzen. Het kabinet komt met minuscule stapjes. Denk aan de verlaging van de energiebelasting. Dat klinkt leuk en ik wil niet ondankbaar klinken, maar het gaat concreet om €0,78 per maand per huishouden. Dat zet niet al te veel zoden aan de dijk.
Ondernemers zijn meer bezig met het naleven van regels en het betalen van belastingen dan met dingen waar ze echt goed in zijn, namelijk ondernemen. Elke dag een regeltje erbij betekent op termijn een woud van bureaucratie. De SGP wil snel een ondernemersakkoord waarin de lasten en lusten over en weer voor een langere periode dan één kabinetstermijn worden vastgelegd, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. De SGP wil graag dat het volgende kabinet daarmee start. Ook klinkt de roep om investeringen voor de lange termijn steeds luider. Dat is terecht. Om onze concurrentiepositie te verbeteren zijn investeringen hard nodig. Om te zorgen dat Nederland vooruit kan, is veel geld nodig voor woningbouw, het stroomnet en infrastructuur. Niet de waan van de dag, maar de koers van morgen vraagt onze aandacht.
Voorzitter. De komende jaren zullen de uitgaven aan defensie — velen hebben het al gezegd — een groot beslag leggen op onze rijksfinanciën. Na jaren van onverantwoord bezuinigen, op het gebied van defensie bedoel ik dan, is de weg omhoog eindelijk ingezet. De noodzaak van extra investeringen was er altijd al, maar de recente geopolitieke ontwikkelingen laten eens te meer zien dat vrijheid niet gratis is. Defensie, onze veiligheid, hoort bij de kerntaken van de overheid. Als daar extra budget voor moet komen, moet er elders op de begroting worden bezuinigd. Dit kabinet heeft echter wél de keus gemaakt om 3,5% van ons bbp aan defensie te besteden, maar heeft nog niet de financiering geleverd. Dat zullen we dus allemaal in onze doorrekeningen moeten doen. Waar ziet de minister concreet mogelijkheden voor bezuinigingen om defensie-investeringen te financieren? Wat de SGP betreft gaan we zo snel mogelijk beginnen met het invullen van de enorme uitdagingen op dit punt. Voordat je het weet, is het politieke klimaat weer omgeslagen, lijkt de wereldvrede uitgebroken te zijn — dit heb ik opgeschreven voordat Hamas liet weten toch blijvend voor geweld te kiezen en niet voor vrede — en staat de SGP weer vrijwel alleen te pleiten voor een toekomstbestendige defensie.
Voorzitter. Dit kabinet wil stevig bezuinigen op het kindgebonden budget. Een snelle rekensom leert dat dit een gezin dat anderhalf keer modaal verdient en twee kinderen heeft zo'n €500 per jaar kost. Met een iets hoger inkomen of bij gezinnen met meer kinderen loopt de rekening nog veel sneller op. Dit is een ongekende ingreep in de portemonnee van middeninkomens. Bij het debat over de Voorjaarsnota heb ik samen met de heer Van der Lee, die vandaag helaas door ziekte ontbreekt, een motie ingediend om deze bezuiniging anders vorm te geven. Die aanpassing zou op Prinsjesdag gepresenteerd moeten worden. Die motie is echter niet uitgevoerd. Daarom stel ik de simpele vraag: waarom niet? Mijn vraag is ook: hoe wordt die alsnog uitgevoerd? Daar ga ik namelijk nog steeds van uit.
Voorzitter. Dit kabinet heeft vorig jaar de aloude koppeling van het budget voor ontwikkelingssamenwerking aan de stand van de economie losgelaten. Zeker, er zijn extra middelen gereserveerd, maar de achterliggende systematiek is niet hersteld. Voortaan gelden de politieke dagkoersen. We hebben eerder vandaag gehoord bij de heer Van Dijck hoe dat kan verschillen per partij, in plaats van dat er sprake is van een moreel kompas. Een slecht plan, wat de SGP betreft. Bij de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp zullen we er uiteraard op terugkomen, maar weet, zeg ik tegen het kabinet, dat herstel van de koppeling daarbij voor de SGP een zwaarwegend punt zal zijn. Ik wijs er overigens ook op dat er diverse aangenomen moties liggen om die koppeling te herstellen. Waarom worden die moties niet uitgevoerd?
Voorzitter. De Miljoenennota is duidelijk beleidsarm. De grootste wijziging zit volgens mij in het verlengen van de tijdelijke accijnskorting. Daar hebben we het vorige week tijdens een debat over de inflatie ook al over gehad. Ik ben blij dat die accijnskorting in stand blijft. Tegelijkertijd is het onbevredigend dat het kabinet vooral reageert, terwijl regisseren hier meer zou passen. Welke richting willen we op met onze hoge accijnzen op brandstof? Ik heb het toen ook al gevraagd aan de minister van Financiën: is er niet een degelijke analyse nodig over de toekomst van brandstofaccijnzen?
Voorzitter. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 heeft de SGP samen met het CDA en de ChristenUnie de voorstellen van het kabinet bijgestuurd. Zo heeft de SGP het initiatief genomen om ruim 100 miljoen vrij te maken voor eenverdieners. De giftenaftrek is gered van de ondergang. Ten slotte is ook de btw-verhoging op boeken, kranten, musea en bijvoorbeeld zwemlessen van de baan. Over dat laatste ligt nu ook een wetsvoorstel voor. Het is goed dat we dit snel behandelen, zodat er definitief duidelijkheid is.
Over de alternatieve invulling is de SGP wel kritisch. Ik snap dat een alternatieve dekking binnen de btw lastig is, maar nu is er wel heel snel voor gekozen om de rekening bij alle werkenden neer te leggen. Er wordt nu fors ingegrepen op de reguliere indexaties in de inkomstenbelasting. Sluipenderwijs is dit een lastenverzwaring voor werkenden. Vorige week kwam dit ook nog aan de orde. Met dit soort keuzes hakt de inflatie er nog steviger in. Deelt de staatssecretaris de inzet om de inkomstenbelasting in het vervolg ongemoeid te laten?
Er is vorig jaar ook gesproken over vereenvoudiging van het btw-handboek. Het nadenken over het verbeteren van de uitvoering van de btw lijkt een beetje stil te staan. Kan de staatssecretaris aangeven hoe daar nu een vervolg aan wordt gegeven?
De btw-verhoging op logies gaat wel door. Voor die sector is dat natuurlijk heel zuur. In juni van dit jaar is opnieuw onderzocht wat de gevolgen van de btw-verhoging voor deze sector zijn. Daaruit blijkt dat de impact groot is. Kan de staatssecretaris reageren op dit onderzoek? Hebben de conclusies nog effect op de te verwachten opbrengst van de maatregel?
Tot slot nog iets over het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte. Om de overheidsfinanciën structureel gezond te houden is ingrijpen noodzakelijk. Het recente advies van de studiegroep laat dat ook zien. Vergrijzing, stijgende zorgkosten en hogere defensie-uitgaven vragen om keuzes, vaak pijnlijke keuzes. Maar ook hiervoor geldt dat niet de stemming van vandaag, maar de verantwoordelijkheid voor de volgende generaties leidend zou moeten zijn. Een volgend kabinet zou volgens het advies direct al 7 miljard euro moeten bezuinigen. Ik ben benieuwd of de aankomende lijsttrekkersdebatten daarover zullen gaan. Er liggen stapels rapporten klaar om de begroting weer toekomstbestendig te maken. Om Nederland toekomstbestendig te maken is niet alleen een degelijke begroting nodig, maar zijn ook investeringen broodnodig, in het verdienvermogen van Nederland, in de productiviteit van bedrijven en in het vestigingsklimaat voor ondernemers.
Ook liggen er grote uitdagingen op het gebied van infrastructuur en de energietransitie. We weten het allemaal. De overvolle stroomnetten vragen om een snelle aanpak. Maar juist bij deze thema's heerst te vaak het kortetermijngewin, kleine oplossingen die geen recht doen aan grote uitdagingen, terwijl het langetermijnbelang voorop zou moeten staan. Vaak zijn daarvoor een visie en beleid nodig over kabinetsperiodes heen. Ik snap dat dit demissionaire kabinet daar weinig meer in kan betekenen, maar ik hoop dat er niet langer getalmd wordt en dat er snel ingegrepen wordt voor een toekomstbestendig Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de laatste spreker van vandaag. Dat is de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Naar ik begrijp is hij het beste fiscale Tweede Kamerlid; ik citeer alleen maar, hè?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank voor dat citaat. Daar ga ik zelf natuurlijk niks meer aan toevoegen. Ik ga wel mijn bijdrage leveren in het kader van de Financiële Beschouwingen. Daar ga ik nu mee beginnen. Het is gelijk de middagsluiting, begrijp ik.
Voorzitter. Zeg mij wat u belast, en ik zal zeggen wat voor u belangrijk is. Zeg mij welke begrotingskeuzes u maakt, en iedereen kan zien of we daarmee opstaan voor het goede of ons er juist van verwijderen. Wij van de ChristenUnie willen opstaan voor dat goede, voor mensen, alleenstaand, samen of in een gezin, die ondanks dat ze scherp aan de wind zeilen, aan het eind van hun salaris een stukje maand overhouden, voor investeren in wat ons land nodig heeft en sterker maakt, en voor het sterk vereenvoudigen van het veel te complexe belastingen- en toeslagenstelsel, zodat je bijvoorbeeld niet bang hoeft te zijn om inkomen te verliezen als je iets meer gaat werken.
Verantwoord begroten voor een sterke economie: dat heeft de minister van Financiën boven zijn begroting geschreven. Maar wat verstaat de minister van Financiën eigenlijk onder "verantwoord begroten"? Het lijkt erop dat deze minister daar een andere definitie voor hanteert dan de Algemene Rekenkamer, een andere definitie dan de Raad van State en ook een andere definitie dan die van de ChristenUniefractie. Deze minister laat zich graag aanleunen dat hij "havik Heinen" wordt genoemd, maar hij lijkt zich steeds meer te ontpoppen tot een koekoeksjong: hij eet de begroting van zijn opvolger leeg door steeds meer eieren uit het toekomstige begrotingsnestje te kieperen.
Zo is het blikje van de benzineaccijnsverhoging weer eens een jaar vooruitgeschopt. Pas in 2032 is dit cadeau van 1,7 miljard afbetaald. Het Klarnakabinet in optima forma. Waarom die benzineaccijns na een greep uit het potje van het Groeifonds en nu een greep uit het potje van een niet uit te voeren herintroductie van de rode diesel? Waarom tal van andere kleine potjes weer incidenteel verlaagd? Je had ook kunnen kiezen voor een gedeeltelijke structurele accijnsverlaging, door bijvoorbeeld de vorig jaar verhoogde hypotheekrenteaftrek terug te brengen naar de eerste schijf in box 1, door het kleine restant van de zelfstandigenaftrek gewoon helemaal te schrappen, door de verliesverrekening te beperken of door weet ik welke structurele maatregel dan ook. Dat zou toch een stuk verantwoorder zijn geweest, minister?
Sowieso vind ik de begroting een teleurstellende gatenkaas. Het is net of de minister er niet helemaal bij is geweest. En dat was natuurlijk ook zo, tijdens de voorjaarsonderhandelingen. Daar hebben niet bepaald om hun financiële deskundigheid bekendstaande fractievoorzitters 's nachts een begroting in elkaar zitten klussen. Was dat nou wel zo verantwoord?
De Asielbegroting is de komende jaren één groot, gapend gat, terwijl het gevallen kabinet onderwijl het duurste asielbeleid ooit vormgaf. Of het allemaal gaat leiden tot minder asielzoekers, is zeer de vraag. Het heeft in ieder geval wel geleid tot meer struisvogels in Den Haag die, daar aangekomen, allemaal tegelijk hun kop in het duinzand staken. Of vindt de minister deze struisvogelpolitiek wel verantwoord?
En wat te denken van het visieloos kaasschaven door na de inhouding in de Voorjaarsnota opnieuw een deel van de prijsbijstelling niet uit te keren? Ik weet het, de prijsbijstelling klinkt zo heerlijk anoniem en technisch. Daarvoor komt niemand naar het Malieveld. Niemand slaat daarvoor de binnenstad van Den Haag aan gort, maar die is wel degelijk problematisch. De minister van Financiën hoeft niet te kiezen, maar zijn collega van Onderwijs staat voor de keuze of hij nu toch maar aan die tot nu toe ontziende leerwerktrajecten moet komen, waar zo veel jongeren mee zijn geholpen.
Zijn collega van IenW moet om financiële redenen misschien toch maar afzien van de verbreding van de A27. Of loopt de Nedersaksenlijn nu gevaar of de sluis in Kornwerderzand? Of gaat het om al deze projecten? Het inhouden van de prijsbijstelling klinkt zo heerlijk technocratisch, maar in de echte wereld doet het wel degelijk pijn. Bij zijn collega's van Infrastructuur en Waterstaat zorgt het nota bene voor 3,9 miljard minder investeringsruimte gedurende de looptijd van het fonds. En dat ministerie staat al langere tijd niet meer bekend als het ministerie van aanleggen, maar als het ministerie van pauzeren. Daarom stel ik deze vraag aan de minister. Welke projecten wil hij nu weer pauzeren of, erger nog, schrappen? Je kunt de bestaande contracten met aannemers immers niet openbreken, waarin hard is afgesproken dat prijsstijgingen worden geïndexeerd.
Voorzitter, iets geabstraheerder. Door de wijze van toepassen van het inhouden van de prijsbijstelling door de fractievoorzitters van de gevallen coalitie en de minister van Financiën, worden met name de investeringsfondsen hard geraakt. Op dit punt zal ik de Kamer een uitspraak voorleggen. Ik dacht namelijk dat we minder consumptieve uitgaven wilden en meer investeringsuitgaven, maar in deze begroting wordt nog eens een extra grote greep in de investeringskas gedaan. Is dat nou verantwoord begroten voor een sterke economie? Dat stond namelijk achter "verantwoord begroten": voor een sterke economie. Dan moet je de investeringsuitgaven toch koesteren en beschermen? Hoe doet de minister dat dan? Ik zie het niet.
Voorzitter. Ik mag de minister graag. Ik ben niet de politicus die graag tegen alles aan schopt. Maar wat een teleurstellend verhaal is de Miljoenennota voor 2026 toch: wat spiegeltjes en kraaltjes om de kiezer te paaien, slecht en visieloos gedekt, ondertussen interend op het verdienvermogen en het transitievermogen van Nederland. Baalt de minister diep vanbinnen niet een beetje van deze begroting? Of ziet hij het als het maximaal haalbare in een inmiddels ter ziele gegane coalitie met populisten die moeite hebben met kiezen in schaarste en ook niet bekendstaan om hun doorwrochte langetermijnvisie voor Nederland? Juist daar hebben we namelijk nood aan: met visie en lef keuzes maken, opstaan voor het goede en doen wat nodig en verantwoord is, of dat nou gaat om Nederland van het slot krijgen, het op orde krijgen van onze elektriciteitsnetten of het vereenvoudigen van ons belastingstelsel. Als ik zo'n begroting zie, dan jeuken mijn handen om er iets beters van te maken.
Waarop zou de minister van Financiën zelf zijn begroting nog graag willen verbeteren? Zou hij de fouten uit het hoofdlijnenakkoord structureel willen herstellen? Denk aan het herstellen van het trendmatig begrotingsbeleid, maar dan wel met een duidelijk onderscheiden behandeling van investeringen, zoals ook in het kabinet-Rutte IV. Denk ook aan de klap voor het openbaar vervoer in en rond de steden, waar nu gelukkig een gedeeltelijke reparatie op plaatsvindt; niet alles is slecht, natuurlijk. Of zou hij de bezuiniging op SDE++ goedmaken, zodat er blijvend geïnvesteerd kan worden in schone en betrouwbare energie, iets wat nu zelfs voor 2027 al onzeker is? Of zou hij de koppeling tussen ontwikkelingssamenwerking en bni netjes herstellen? Of zou hij van het duurste asielbeleid ooit het doeltreffendste en doelmatigste asielbeleid ooit maken? Of zou hij de totaal overbodige verhoging van de arbeidskorting terugdraaien? Daarover heb ik overigens een amendement ingediend. Zou hij de eveneens overbodige verlaging van het eigen risico terugdraaien en dat geld deels investeren in de aanleg van nieuwe sporen en wegen, zodat het ministerie van IenW niet langer het ministerie van pauzeren hoeft te zijn? Zou hij de belastingen en toeslagen vereenvoudigen, zodat de Belastingdienst met minder ambtenaren een beter en begrijpelijker stelsel draaiende kan houden? Wat zouden de minister en staatssecretaris van Financiën eigenlijk doen, als zij met een nota van wijziging hun eigen gemankeerde begroting en Belastingplan op drie punten zouden mogen verbeteren? Ik ben zeer benieuwd.
De heer Vijlbrief (D66):
De heer Grinwis heeft zojuist de prijs gewonnen voor de zin met de meeste komma's en de langste duur. Ik telde drie minuten. Gefeliciteerd! Maar ik heb een vraag voor hem. Hij maakt zich zorgen over die prijsbijstelling. Dat zat net ook al in een interruptie bij mijn verhaal. Ik heb eigenlijk een open vraag aan hem. Als hij mocht verzinnen hoe je het beste investeringen kunt beschermen in de komende kabinetsperiode, even los van die prijsbijstelling, aan welke dingen zou hij dan denken, dus om meer zekerheid in de begroting in te bouwen dat die investeringen in ieder geval doorgaan?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Daarvoor zijn procedurele maar ook inhoudelijke stappen denkbaar. Laat ik met de makkelijkste, de procedurele, beginnen. In het kabinet Rutte-IV hadden we naast de aloude begrotingsuitgavenkaders de rijksbegroting in enge zin. Voor de zorg en de sociale zekerheid hadden het investeringskader met een investeringsplafond; dat hadden we netjes in het begrotingsbeleid verankerd. Voor zover ik nu kan concluderen, is dat weer ter ziele gegaan. Dat zou in ieder geval heel zichtbaar in het begrotingsbeleid ruimte geven aan investeringen. Je zet die ook min of meer apart. Daarbij zouden we inderdaad de clausule kunnen afspreken dat we altijd reëel indexeren. Sterker nog, we zouden kunnen afspreken dat we, als de prijsstijging hoger is dan de reguliere indexatie, de indexatie daarop aanpassen. Dat is nu ook nog een probleem: als je wel indexeert, is er te weinig over voor de prijsstijgingen. Dat zou een antwoord kunnen zijn.
Ik kan me ook goed vinden in de diverse procedurele voorstellen die collega Vijlbrief heeft gedaan. Maar de uiteindelijke inhoudelijke discussie is: durven we daadwerkelijk minder consumptief te gaan besteden? Durven we de groei van de zorguitgaven aan te pakken? Willen we die opzijzetten? Wat mij betreft zetten wij die opzij voor enerzijds defensie, het land beter beschermen, en anderzijds voor investeringen in woningbouw, het elektriciteitsnet en de infrastructuur, wegen en spoorwegen. Dat zou mijn keuze zijn.
Dus enerzijds kun je procedureel wat afspreken en anderzijds moet je inhoudelijk gewoon duidelijke afspraken maken.
De heer Vijlbrief (D66):
Er is wat kritiek gekomen op het artikel van collega's en mij. Mensen zeiden: het is allemaal een kwestie van politieke wil; je moet gewoon meer willen investeren. Dat vind ik zelf drie slagen te simpel. Als het zo simpel was, zou het wel gebeuren, maar het gebeurt niet. Dat zou iets te maken kunnen hebben met onze processen en onze regels. Deelt de heer Grinwis dat? Ziet hij nog andere mogelijkheden om dat in de regels in te bouwen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Zowel collega Vijlbrief als collega Inge van Dijk heeft iets gezegd over horizonnen in de begroting. Die zouden, denk ik, meer helderheid geven. Uiteindelijk kunnen regels helpen en kunnen procedurele afspraken helpen. Tegelijkertijd, als voorjaarsnota's en augustusbesluitvorming uiteindelijk door fractievoorzitters in elkaar worden getimmerd en het hemd op zulke momenten nader dan de rok is, helpen procedures en regels natuurlijk niet zo veel. Dan worden er dingen afgesproken die tegen de regels zijn. Dan worden er dingen afgesproken die strijdig zijn met het aanvankelijke coalitie- of hoofdlijnenakkoord. Dat risico is althans groot.
Uiteindelijk is het dus toch een combinatie van goede procedures en degelijke begrotingsfondsen. Ik denk dat begrotingsfondsen als het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds — het Klimaatfonds had eigenlijk ook op die manier moeten werken — wel degelijk kunnen helpen om langjarig investeringen te programmeren en ook meteen zichtbaar te krijgen wat de pijn is als je geld haalt uit die fondsen. Maar uiteindelijk komt het toch aan op politiek commitment. In die zin snap ik de kritiek wel dat je het met alleen procedures niet gaat redden.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank u wel. Ik had collega Grinwis een interruptie beloofd, maar eigenlijk heeft de heer Bosma die al weggekaapt. Ik wilde de heer Grinwis eigenlijk een compliment maken voor het winnen van de voor de Belastingbetalersbokaal. Heel mooi! Ik heb ook een uitdaging voor hem. Ik wil hem toch een interruptie geven. Wil hij misschien kort uitleggen wat de allergrootste wijziging in het fiscaal stelsel is die wat de heer Grinwis betreft snel doorgevoerd zou moeten worden?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is een leuke vraag. Dank ook voor de felicitaties van collega Van Dijk en andere collega's. Dat is aardig. Hartelijk dank daarvoor. Het lijstje van genomineerden was indrukwekkend, dus ik verwacht zomaar dat een van de andere genomineerden volgend jaar aan de beurt is. Dat gun ik eenieder van harte.
De voorzitter:
U gaat toch niet naast uw schoenen lopen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, ik gun het anderen.
Dan het antwoord op de vraag. Het eerste wat mij te binnen schiet, is wat mij al jaren een doorn in het oog is: onze inkomstenbelasting in combinatie met de toeslagen. Dat is het eerste waar ik graag mijn tanden in zet. Ik baal ervan dat door allerlei ontwikkelingen en uitspraken van de Hoge Raad de box 3-affaire ertussendoor is gelopen, evenals het toeslagenschandaal. Dat heeft duizenden fte's aan ambtenaren gekost, die we maar wat graag ingezet hadden om ons stelsel te herzien. Dan zou ik het liefst zien dat je voortaan veel minder inkomensafhankelijke rimram in je stelsel hebt via heffingskortingen of via toeslagen, dat je veel minder knoppen hebt, en dat je de inkomensafhankelijkheid vooral weer gewoon zichtbaar maakt in de tarieven, net zoals vroeger. Wat zou dat fijn zijn als je gewoon weet: ik ga €100 meer verdienen omdat ik meer ga werken of omdat ik loonsverhoging krijg en ik weet in één oogopslag met een blik op de tarieven wat ik er netto aan overhoud. Dat maakt het veel transparanter. Dat zou mijn eerste grote actie zijn. Tegelijkertijd besef ik dat dat niet in één dag is te regelen. Je moet er meerdere kabinetsperiodes voor uittrekken om dit daadwerkelijk te implementeren.
Maar dank voor deze leuke vraag.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ook natuurlijk een compliment en felicitaties vanuit mij. Daar komt ook de volgende vraag vandaan. We hebben meer dan eens Kamerbreed aangegeven: kom nou met die brief met scenario's, met suggesties om de vereenvoudiging daadwerkelijk toe te passen. De heer Grinwis heeft er, met anderen, ook voor gekozen om in te zetten op een vereenvoudigingsroute. Ik hoor u heel scherp in uw bijdrage, ook over de taxaties die u doet …
De voorzitter:
"Die de heer Grinwis doet."
De heer Kouwenhoven (NSC):
… die de heer Grinwis doet. Maar mijn vraag is de volgende. Wat denkt u, met uw ervaring en uw kennis, wat denkt u …
De voorzitter:
"Wat denkt de heer Grinwis."
De heer Kouwenhoven (NSC):
Wat is de inschatting van de heer Grinwis over waarom er zelfs geen brief over scenario's richting de Kamer komt? Durft u met uw ervaring een inschatting te maken van wat nou de inhoudelijke of andere vormen van drempels zijn? En bent u daar … is de heer Grinwis daar ook niet ongelofelijk — moet ik maar even zeggen — kwaad over dat het elke keer op zich laat wachten?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Jazeker, dat stelt me teleur, meneer Kouwenhoven. Dus voorzitter, dat deel ik met mijn geachte collega van NSC. Alleen, mijns inziens zit het probleem ergens anders en eerder in het proces. Als je in een coalitieakkoord, of in dit geval in een hoofdlijnenakkoord, alleen maar afspreekt dat het fiscale stelsel hervormd en vereenvoudigd moet worden, maar je zegt niet hoe, dan komt er niks van.
De meest logische window of opportunity die je hebt, is de kabinetsformatie. Dat zijn de coalitieonderhandelingen. Dán moet het gebeuren, dan moet je het traject afspreken, inclusief de maatvoering of de bandbreedte van de maatvoering, waarbinnen je bepaalde wijzigingen accepteert. Want belastingen zijn niet een hobby voor techneuten ergens in een achterafkamertje. Belastingen zijn ongeveer het meest ideologische deel van het overheidsbeleid. Het is misschien nog meer dan een verbodsbord op een weg, waarop staat dat je 30, 50, 80, 100 of 130 mag. Het stuurt het leven van mensen in de samenleving. Daarover lopen de ideeën dus gigantisch uiteen. Gedurende een kabinetsperiode krijg je dat zelden meer op één noemer.
Dus, als je de belastingen wilt hervormen, is er één moment, één window of opportunity, en dat is tijdens de formatie. Daar moet je met elkaar het gevecht voeren en dat is tijdens de afgelopen kabinetsformatie onvoldoende gebeurd. Tijdens de kabinetsformatie daarvóór is het onvoldoende gebeurd, omdat de Belastingdienst toen zei: wij kunnen het nu niet aan, geef ons nog een paar jaar, dan kunnen we het wel aan. Dus er is een grote kans gemist tijdens de formatie.
De voorzitter:
Uw laatste.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Heel kort, dan. Kan de heer Grinwis met mij, het kabinet en met de Kamer meedenken over of de ingrediënten er nu zijn voor een nieuw kabinet om in de formatie dit soort keuzes te maken. Of zijn er scenario's nodig of is er iets anders nodig wat we dienen te vragen aan het huidige kabinet? Niet om een voorstel te doen, maar als scenario. Want op een gegeven moment hadden we het alleen nog maar over scenario's en zelfs die zijn er niet gekomen. Je hebt ingrediënten nodig om met elkaar die keuzes te maken in een formatie. Een eerlijke oprechte vraag is of wij nog gezamenlijk iets van dit kabinet moeten vragen om op tafel te leggen, zodat het er klaarligt voor wanneer nieuwe partijen met nieuwe plannen de bandbreedte met elkaar afspreken?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik denk het niet. Ik denk dat het niet nodig is. In 2010 hadden we al de commissie-Van Weeghel, in 2012-2013 de commissie-Van Dijkhuizen. In 2017 kregen we messcherpe adviezen over hoe vooral het inkomstenbelasting- en toeslagenstelsel herzien zou kunnen worden. Vervolgens hebben we tal van ambtelijke werkgroepen gehad met bouwstenen voor een beter belastingstelsel. We hebben ook allerlei ibo's plus studies gehad met bouwstenen voor een mogelijke hervorming van het toeslagenstelsel, zowel op de korte termijn als op de langere termijn, en voor een mogelijke verbetering van het hele belastingstelsel. De ambtelijke bouwstenen reiken inmiddels, als je die hier optast, tot het plafond. We hebben niet nog meer adviezen nodig. We hebben lef nodig om keuzes te maken en we hebben de bereidheid nodig om met elkaar te strijden om ideologische verschillen te overbruggen en daadwerkelijk tot een eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel te komen. Ik sta te popelen om dat voor elkaar te boksen, maar dat hoort en moet op het moment dat the window of opportunity zich opent, en dat is tijdens de formatie.
Voorzitter. Ik wil nog even iets zeggen over een specifiek punt. Dat is iets heel anders, namelijk de uitvoering van mijn amendement van voor de zomer, waarmee 50 miljoen euro extra beschikbaar kwam voor mensen in energiearmoede via het Tijdelijk Noodfonds Energie. Ik dank het kabinet voor de brief hierover. De Kamer heeft ondubbelzinnig gezegd dat er deze winter directe inkomenssteun moet komen voor kwetsbare huishoudens. Het budget van 50 miljoen is beschikbaar, plus de 60 miljoen die al klaarstond voor 2026. Om te voldoen aan de staatssteuncriteria, is een bijdrage van een derde vanuit de energiebedrijven noodzakelijk. De staatssecretaris geeft zelf aan dat bedrijven daar niet happig op zijn. Heeft de staatssecretaris van SZW werkelijk alles op alles gezet om de energiebedrijven aan tafel te krijgen en hen te laten bijdragen, zodat mensen deze winter niet in de kou komen te zitten? Zijn er daarnaast andere mogelijkheden onderzocht, bijvoorbeeld via private fondsen die bereid zijn bij te dragen? Er zijn best wel veel fondsen die dat misschien wel willen. Welke alternatieven heeft het kabinet nog meer verkend? De terugvaloptie die het kabinet schetst, is namelijk een ongerichte regeling via de gemeente, die je eigenlijk niet moet willen. Bovendien kunnen we de doelgroep scherper afbakenen, bijvoorbeeld door een inkomensgrens te hanteren van 130% van het sociaal mininum. Dat helpt om budgetoverschrijdingen te voorkomen en de steun daar te bieden waar die echt nodig is. Verder pleit ik voor spoedwetgeving om een stevige wettelijke basis te creëren. Tot die tijd kan er met een ministeriële regeling worden gewerkt, zodat de steun snel en rechtmatig kan worden uitgevoerd, met het Tijdelijk Noodfonds als onderaannemer. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister.
Voorzitter. De wet over de btw wordt vandaag ook behandeld. Ik ben het kabinet erkentelijk dat op deze wijze de afspraak met een deel van deze Kamer in een aparte wet bij de Kamer is neergelegd. Ik ben ook mijn collega's erkentelijk dat ze mijn voorstel hebben gesteund om die wet nu alvast te behandelen, om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk de zekerheid bieden aan ondernemers dat de btw op boeken, kranten, zwemlessen, andere sporten en kunst en cultuur niet omhooggaat. Dat is belangrijk, maar nu zie ik dat collega Klaver en collega Kouwenhoven het stoutmoedige idee hebben opgevat om een amendement toe te voegen aan deze wet. Ik doe een serieus beroep op ze: doe dat niet. Ik vind dat daarmee niet alleen door afspraken heen wordt gefietst die we zorgvuldig hebben gemaakt, maar ook dat daarmee het risico wordt genomen dat de hele btw-verhoging straks misschien alsnog doorgaat. Want als a wordt gezegd en er een amendement wordt ingediend en aangenomen, dan wordt misschien door andere partijen b gezegd. Voor je het weet, ligt het hele zaakje dan in de soep. Dus: bezint eer ge begint. We hebben na de verkiezingen een integrale belastingplanbehandeling. Dan kunnen we het hier uitgebreid over hebben, want de doelen zijn best nobel. Ik praat er met alle plezier over, maar belast deze wet er niet mee. Ik vind het … Nou ja, oké. Punt.
Voorzitter, ten slotte. De Algemene Financiële Beschouwingen draaien om geld en om verantwoord kiezen. Daarbij is geld niet het probleem. Het probleem is verantwoord kiezen. Dat doen we te weinig. Politiek is per definitie kiezen in schaarste. Soms is die wat nijpender dan anders — dat is zeker waar — maar het komt er nu op aan om problemen aan te pakken, veel te complexe stelsels te vereenvoudigen en dingen niet op zijn beloop te laten maar te normeren. Dat betekent dat wij ervoor moeten zorgen dat de uitgaven aan zorg minder snel toenemen. Dat kan, zelfs met de tandarts in het basispakket, zoals wij willen, zeg ik tegen de heer Van Dijck. Dat betekent ook dat we extra geld moeten investeren in het veilig houden van ons land met een sterke krijgsmacht, de volledige 3,5% in 2035, oftewel 19,3 miljard, in veel meer betaalbare woningen, zodat woningzoekenden een huis vinden, en in de aanleg van sporen en wegen. Ook moeten we geen moment voorbij laten gaan om toe te werken naar een veel eenvoudiger belastingstelsel, met veel minder ondoorzichtige en onvoorspelbare inkomensafhankelijke regelingen.
Voorzitter. Kortom, het is tijd om aan te pakken, te vereenvoudigen en te normeren.
De voorzitter:
Over tijd gesproken: u heeft ook uw tijd voor de tweede termijn opgebruikt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik vind dit nu al een hoogtepunt van deze Financiële Beschouwingen.
De voorzitter:
U bent door uw interrupties heen, maar als u iets over het amendement wilt zeggen, iets technisch …
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nou, iets technisch … We werden aangesproken als indieners. Ik denk dat het dan ook netjes is om daarop te reageren. Zoals ik zojuist heb gezegd, is er wel degelijk een samenloop met de inhoud van ons amendement en met deze wet. Anders hadden we het niet gedaan. Het ziet namelijk niet op de btw, maar op wat er gebeurt in box 2. Ik heb aangegeven ook bereid te zijn om naar andere opties te kijken, om ervoor te zorgen dat we dit regelen. Ik zou de heer Grinwis wel willen meegeven: laten we niet beginnen te dreigen dat deze wet anders misschien zou sneuvelen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik dreig niet.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik denk niet dat het een heel verstandig idee is om een btw-reparatiewet te laten sneuvelen omdat andere mensen proberen het inkomen te repareren dat achteruitgaat van degenen die juist het minste verdienen in onze samenleving. Laten we samen kijken hoe we hier op een goede manier uit kunnen komen. Maar zodra ik te vaak ga horen "pas op, want anders gebeurt er wat met deze wet", weet ik één ding zeker. Dan gaan we dit amendement morgen in stemming brengen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De heer Klaver weet drommels goed wat hij doet en hij weet drommels goed dat hij speelt met vuur. Deze btw-wet wordt inderdaad gedekt door de tabelcorrectiefactor minder toe te passen, om het technisch te zeggen, waardoor iedereen in het inkomstenbelastinggebouw er iets minder op vooruitgaat qua belasting, dus iets meer belasting moet gaan betalen. Als je dat moment aangrijpt om die tabelcorrectiefactor nog wat verder te verlagen om daarmee de algemene heffingskorting wat te verhogen, dan speel je met vuur. Dan ga je inderdaad een wetsvoorstel dat over iets heel anders gaat, namelijk het voorkomen van de btw-verhoging, mogelijk om zeep helpen, omdat GroenLinks-PvdA en NSC geen garantie kunnen geven over het stemgedrag van andere fracties over die wet. Die verantwoordelijkheid kun je bij anderen laten, maar je kunt je ook afvragen of je dat risico wil lopen. Mijn oproep aan de heer Klaver is: neem dat risico niet.
De voorzitter:
Prima, helder, duidelijk.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Op dit punt. Ik ondersteun de oproep die de heer Grinwis doet. We hebben in de procedurevergadering met meerdere partijen een afspraak gemaakt over de behandeling van die btw-wet. Ik heb in mijn inbreng ook al aangegeven dat ik het heel graag zuiver wil houden. Ik wil deze amendementen graag behandelen bij het Belastingplan. Een optie is ook dat de minister nog met een nota van wijziging gaat komen. Volgens mij zijn er heel veel varianten denkbaar, dus laten we elkaar even spreken buiten dit debat, om tot een goede oplossing te komen.
De voorzitter:
U gaat lekker met z'n allen aan de koffie, stel ik voor.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik kom toch nog een keer. Het is vreemd, want er wordt een interruptie gepleegd op de heer Grinwis die is gericht op ons beiden, dus ik wil hier ook op reageren. Nogmaals, wij willen dit regelen. Het is heel terecht dat het btw-voorstel, zoals de heer Grinwis heeft gezegd, eerder is geagendeerd dan het Belastingplan. Waarom? Omdat je zekerheid wil geven aan al die ondernemers die in de verdrukking komen. Wij hebben precies hetzelfde doel. Dat doel is niet zekerheid geven aan deze ondernemers, maar aan mensen in Nederland die zien dat ze de komende jaren gepakt worden door deze buffelboete. Als je zekerheid wil geven aan ondernemers, is het belangrijk om dat vóór het Belastingplan te doen. Vandaar dat wij die zekerheid nu geven. Daar zijn andere manieren voor dan het amenderen van dit wetsvoorstel. We zijn zeer bereid daarnaar te kijken. Ik zie het dan ook als een uitgestoken hand van de VVD als zij zeggen: wij willen meekijken naar hoe we dit kunnen repareren op andere manieren. Laten we zien hoe we eruit komen. Het zou fantastisch zijn als het einde van dit debat zou zijn dat we die buffelboete hebben teruggedraaid.
De voorzitter:
Ja. To be continued, morgen. Meneer Grinwis, kort, kort, kort, kort.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind het wel bijna een soort détournement de pouvoir. De buffelboete, zoals die zo prozaïsch wordt genoemd, is geen nieuwe maatregel. Het was een maatregel uit het vorige Belastingplan. Toen heb ik onder anderen pogingen gedaan om 'm terug te draaien. De enorme haast van meneer Klaver ontgaat mij dus. Vorig jaar had die teruggedraaid moeten worden. Toen is dat niet gebeurd. U heeft het gesteund. Nu wordt met spoed dit voorstel ingediend, terwijl op 12 november de nieuwe Kamer geïnstalleerd wordt en op 17 november het wetgevingsoverleg Belastingplan ingepland staat. Dan kunnen we dit prachtig regelen met elkaar.
De voorzitter:
Perfect. Tot zover de eerste termijn van de Kamer voor vandaag.
De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Dank aan de minister. Dank aan de staatssecretaris. Morgen gaan we naar hen luisteren voor de antwoorden. Ik schors tot 17.00 uur.
De vergadering wordt van 15.59 uur tot 17.00 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20252026-8-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.