Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 101, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 101, item 3 |
Asielnoodmaatregelenwet en Wet invoering tweestatusstelsel
Aan de orde is de behandeling van:
-het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet) (36704);
-het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel) (36703).
De voorzitter:
Aan de orde is de Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, de Asielnoodmaatregelenwet (36704), en de Wet invoering tweestatusstelsel (36703). Een hartelijk woord van welkom aan de beide bewindspersonen. Fijn u te zien. Ik hoop dat u een slaapzak bij u heeft. We moeten met z'n allen proberen om het vandaag af te ronden, want als dat niet lukt, hebben we logistiek en qua stemmen et cetera een heel groot probleem. Ik begrijp dat het een belangrijk onderwerp is. Het is wetgeving, dus u heeft zo veel spreektijd als u wilt, maar tijd is gewoon een heel belangrijk iets. U heeft acht interrupties in de termijn van de Kamer. Die mogen niet langer duren dan 45 seconden. Als ze dat wel doen, dan tel ik ze dubbel.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter, ik had één punt van orde, maar nu heb ik er twee. Acht interrupties … Het is wetgeving, dus volgens mij kunnen we gewoon interrumperen naar behoeven. Anders kunnen we de wet niet fatsoenlijk behandelen.
De voorzitter:
Nee. Dan zijn we echt drie dagen zoet. Ik hecht erg aan acht interrupties. Dat doen we altijd bij wetgeving. Dat is dus geen argument.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het zijn grote wetten. Tot een paar dagen geleden zouden we alleen een van de twee wetten behandelen. Door een meerderheid van de Kamer behandelen we er nu twee. Het gaat ergens over. Het is ook nog maar de vraag of de voorliggende wetten aansluiten op het Europees Migratiepact. Het is een van de grootste stelselwijzigingen.
De voorzitter:
Ja, ja, dat weet ik.
De heer Ceder (ChristenUnie):
"Acht interrupties" doet daar geen recht aan, voorzitter. Ik wil echt een klemmend beroep doen. Ik weet dat het lang gaat duren. Dat is een keuze van de Kamer. Maar dit is wel een van de grootste stelselwijzigingen …
De voorzitter:
En wat is uw tegenvoorstel?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat er onbeperkt interrupties …
De voorzitter:
Nee, dat kan echt niet. Daar gaan we echt niet aan beginnen. Sorry.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, dat is wel het voorstel.
De voorzitter:
Maar dan zijn we echt drie dagen zoet, want dan kent het geen limiet meer.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik steun het voorstel van de heer Ceder, met precies dezelfde redenen.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, we moeten gewoon als Kamer de kans krijgen om dit zorgvuldig te behandelen. Dus gewoon onbeperkte interrupties zoals gebruikelijk is bij wetgeving.
De voorzitter:
Dat is niet gebruikelijk bij wetgeving.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik vind het ook belangrijk dat we deze wetten zorgvuldig behandelen. Als dit dus een wens is van een aantal collega's, dan zou ik u willen vragen: kunt u niet beginnen met onbeperkte interrupties, en pas ingrijpen als het echt uit de pas loopt?
De heer Eerdmans (JA21):
Alleen al de spreektijden in de eerste termijn duren tot vanavond 20.00 uur. Dit wordt dus sowieso nachtwerk. Als u onbeperkt gaat laten interrumperen, dan zijn we denk ik na 3.00 uur 's nachts nog bezig. Het gaat om kwaliteit van wetgeving, maar ik vraag me af welke collega kan zeggen dat hij na 3.00 uur 's nachts nog kwaliteit levert. We hebben er dan misschien al vijftien uur op zitten. Ik ben het gewoon met de voorzitter eens: dit is heel belangrijk, maar we willen het er blijkbaar als in een pressurecooker doorheen halen. Maar ik ga hier niet na 4.00 uur 's ochtends nog helder zijn in vragen aan de regering. Dus absoluut graag beperken.
De voorzitter:
Ja. Ik wijs ook even op de rapporten één en twee van meneer Van der Staaij, alsmede het rapport van mevrouw Kamminga. Dat zegt: breng tijd in tussen het debat en de stemmingen. Als we naar volgende week gaan, dan gaat dat gewoon niet gebeuren.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Steun voor de voorzitter. De SGP zoekt graag de verbinding. Laten we er tien van maken. Dan moeten we het kunnen redden.
De heer Boomsma (NSC):
Ik steun het voorstel van de VVD om wel te beginnen met meer interrupties. Het is toch belangrijk om dit zorgvuldig en goed te behandelen. Dan moeten we even goed kijken hoever we komen, en dan kunnen we altijd later besluiten om toch te beperken.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik steun ook het verzoek van de VVD, en wat mij betreft ook het mandaat van de voorzitter om zeer strak op de bal te zitten en alles af te kappen wat buiten de orde is. Korte spreekteksten!
De voorzitter:
Vooral strak op de "Bontenbal".
De heer Bontenbal (CDA):
Ik verklaar en beloof dat ik me in zal houden.
De heer Dassen (Volt):
Als iedereen de interrupties kort en bondig doet, kan het volgens mij onbeperkt.
De heer Van Meijeren (FVD):
Ik sluit me ook aan bij het voorstel van mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik sluit me ook aan bij het voorstel van de VVD.
De voorzitter:
Dan gaan we het zo maar doen. We gaan beginnen, maar ik behoud mij het recht voor om ergens aan de bel te gaan trekken.
Mevrouw Podt, uw tweede voorstel.
Mevrouw Podt (D66):
Dat heeft u goed onthouden, voorzitter. Wij hadden gisteren gevraagd om de aanwezigheid van minister Van Hijum. Ik moet concluderen dat dit niet gelukt is. Dat is vervelend, want we hadden dat niet voor niets gevraagd. Minister Van Hijum gaat onder meer over het EVRM, over de belangen van het kind en over het Migratiepact. Over alle drie die dingen zijn door mij maar ook door collega's hier in de Kamer heel veel vragen gesteld.
De voorzitter:
Ja, ja, ja, ja.
Mevrouw Podt (D66):
Ik zal niet nu gaan wachten tot de heer Van Hijum toch komt, maar ik wil twee dingen vragen. Allereerst wil ik zorgen dat wij antwoord krijgen op alle vragen. Wij moeten hier dus niet doorverwezen worden naar iemand die er niet is.
Mijn tweede verzoek is dat de heer Van Hijum ook een appreciatie geeft van de amendementen die bijvoorbeeld raken aan het belang van het kind.
De voorzitter:
Prima. Dat verzoek geleid ik door naar het kabinet. Ik deel mede dat de interrupties nog steeds niet langer dan 45 seconden mogen duren.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de eerste spreker van de Kamer. Dat is mevrouw Rajkowski van de VVD. Ik nodig alle sprekers uit om nog even goed en kritisch naar hun tekst te kijken, om te zien of er nog een alineaatje uit kan en of er hier en daar nog een bijzinnetje geschrapt kan worden. Zo redden we het met z'n allen. Het is in het belang van ons allemaal dat we dit vandaag afronden. Mevrouw Rajkowski, het woord is aan u.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank, voorzitter. Er is een moment in de politiek waarop je moet zeggen: nu is het genoeg; niet nog een onderzoek, niet nog een taskforce, niet nog een rapport, maar daadkracht. Vandaag is zo'n dag. We spreken over twee wetten die de contouren gaan schetsen van iets veel groters. Het gaat over een fundamentele koerswijziging in het Nederlandse migratiebeleid. De invoering van het tweestatusstelsel en de Asielnoodmaatregelenwet zijn geen losse beleidsaanpassingen. Ze zijn het begin van iets wat hard nodig is: een nieuwe realiteit in Nederland, waarbij wij bepalen wie hier komt, wie hier blijft en onder welke voorwaarden dat gebeurt.
Voorzitter. Nederland is een open en vrije samenleving, maar die is ook kwetsbaar en die moeten we actief beschermen. Onze daadkracht is niet oneindig. Gemeenten bezwijken onder de druk van de opvang. Woningzoekenden raken gefrustreerd omdat statushouders voorgaan. Medewerkers van het COA en de IND, maar ook wijkagenten en huisartsen geven aan: wij kunnen dit niet meer aan.
Voorzitter. Het huidig asielsysteem is onhoudbaar en niet eerlijk. Het is niet eerlijk voor mensen die werkelijk bescherming nodig hebben. Het is niet eerlijk voor de 6.000 kinderen die in een noodopvang zitten. Het is niet eerlijk voor Nederlanders die zich afvragen of de overheid nog wel in staat is om grenzen te stellen. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen zegt niet voor niets dat er politieke keuzes nodig zijn over alle soorten migratie: arbeidsmigratie, studiemigratie en asielmigratie, waar we het vandaag over hebben.
Voorzitter. Het tweestatusstelsel. Sinds de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 maakt Nederland geen onderscheid meer tussen mensen die individueel worden vervolgd en mensen die in algemene zin gevaar lopen. Beide groepen verdienen bescherming, maar dat betekent niet dat zij dezelfde rechten nodig hebben of moeten krijgen. Met het tweestatusstelsel zeggen we: als je subsidiaire bescherming krijgt, de B-status, krijg je ook bescherming, maar niet automatisch dezelfde rechten. Nareizen kan alleen onder strenge voorwaarden. Huisvesting krijg je ook niet meer automatisch. Een vergunning krijg je alleen tijdelijk en voorwaardelijk. We zeggen daarmee ook: Nederland is geen vestigingsland voor iedereen; we zijn bereid bescherming te bieden, maar we verwachten ook terughoudendheid, zelfredzaamheid en medewerking. Zo vergroten we het maatschappelijke draagvlak en zorgen we ervoor dat Nederland asiel en migratie kan dragen. Dat is voor de VVD cruciaal.
Ik heb nog wel een aantal voorstellen. We schaffen de asielvergunning voor onbepaalde tijd af, maar de VVD wil eigenlijk nog verder gaan. Daarom heb ik het amendement op stuk nr. 29 ingediend om de eerste vergunning voor subsidiair beschermden te verkorten naar één jaar. Dit is niet bedoeld als symboolpolitiek, maar om duidelijk te maken dat verblijf niet vanzelfsprekend is en steeds getoetst moet worden. Nu is de termijn vijf jaar. Vandaag spreken we over een voorstel voor drie jaar. Het Migratiepact, dat volgend jaar in juni wordt ingevoerd, stelt een veel lager minimumvereiste, van één jaar. Die wil ik ook voor Nederland. Dit amendement is mede ingediend namens collega Van Zanten van de BBB.
Voorzitter. Dan mijn tweede amendement. Dat is het amendement op stuk nr. 31.
De voorzitter:
U heeft een vraag van de heer Van Nispen over het vorige amendement. U heeft 45 seconden.
De heer Van Nispen (SP):
Niet alles wat mag vanuit de Europese regels, is per definitie een goed idee. Ik vraag me bijvoorbeeld af of mevrouw Rajkowski weet hoeveel extra werk dit oplevert en hoeveel extra miljoenen euro's dit kost voor de IND, en of die middelen daar ook bij geleverd worden. Maar nog veel meer vraag ik mij af wat die permanente onzekerheid doet met mensen. Ik geloof dat het vandaag of gisteren uw collega van de VVD was, mevrouw Becker, die zei: het is heel belangrijk dat mensen mee kunnen doen in de samenleving, werken, de taal leren et cetera. Welke werkgever gaat mensen aannemen die steeds maar onzeker zijn of ze mogen blijven in Nederland, die telkens het risico lopen om weggestuurd te worden? Let wel, mensen kunnen nu natuurlijk al teruggestuurd worden als de situatie wijzigt. Maar als je permanent in onzekerheid leeft en je vergunning elke keer opnieuw beoordeeld wordt voor maximaal één jaar, wat doet dat dan met mensen, met hun perspectief en hun participatie in de samenleving?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Het is zeker niet de bedoeling van de VVD dat mensen voor altijd in permanente onzekerheid zitten, maar dat mensen als ze hier in het begin zijn, eerst een vergunning krijgen voor één jaar, die daarna met twee jaar wordt verlengd. Ik vind dat netjes. Ik vind dat ook eerlijk. Kijk naar de huidige asielketen. Het zit gewoon vol. Misschien zijn er mensen die nu bedden en plekken bezet houden die eigenlijk gewoon terug zouden kunnen naar hun eigen land, die zodoende een plek bezet houden voor mensen die wél onze bescherming nodig hebben. Ik vind het dus juist heel netjes en humaan, maar ook duidelijk en eerlijk om te zeggen: voor subsidiair beschermden wordt eerder getoetst of ze hier mogen blijven of niet. Uiteraard, als je hier lang genoeg blijft — dat weet de heer Van Nispen ook — dan kun je vanzelf kijken of je toch een EU-burger kan worden. Dit is dus niet een onzekerheid tot in het einde der tijden. In Europa zijn afspraken gemaakt. Daar wil ik me aan houden.
De heer Van Nispen (SP):
Ik heb echt een totaal andere analyse dan de VVD van waarom het allemaal zo vol zit. Volgens mij komt dat door falend asielbeleid uit het verleden, maar daar zal ik straks in mijn eigen bijdrage iets over zeggen. Volgens mij leidt dit wel degelijk tot veel meer onzekerheid en veel minder kansen voor mensen om hun zinnen te zetten op werken en wat wij samen zo belangrijk vinden, namelijk dat ze een bijdrage kunnen leveren aan de kosten van de opvang, dat ze de taal gaan leren, dat ze mee gaan doen en dat ze aangenomen worden door een werkgever. Ik hoor toch onvoldoende over hoe dit zich verhoudt tot het vandaag ingediende plan van de VVD. Ik heb ook nog niet gehoord wat het dan aan extra kosten en werkdruk op gaat leveren voor de IND. Als we dan nog langere procedures krijgen, betekent dat namelijk juist nog meer miljoenen of miljarden euro's extra aan kosten voor de opvang.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Als blijkt dat dit echt voor zo veel meer werk gaat zorgen dat daardoor de keten nog meer op slot zit, dan ben ik best bereid om dit bij een uitvoeringstoets en mijn evaluatie eventueel te herzien. Maar dat ga ik niet doen op het moment dat wij hier nu de kans hebben om eindelijk fundamenteel wat te gaan veranderen aan ons asielstelsel. Dan wil ik me graag houden aan de minimumvereisten die Europa en andere internationale regels voorschrijven. Daar wil eigenlijk geen millimeter boven zitten. Dit is ook de kans om Nederland minder aantrekkelijk te maken dan andere landen. Die kans wil ik vandaag pakken.
De voorzitter:
45 seconden, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De ChristenUnie wil ook een steviger migratiebeleid. Daarom zijn we blij dat het Migratiepact er komt; daar hebben we jarenlang voor geknokt. Maar uw voorstel is vergaand. U passeert de Raad van State en andere toetsen. De vraag van de heer Van Nispen is gewoon niet beantwoord. Als je nu om de vijf jaar 100 toetsen hebt en het nu niet één keer per vijf jaar maar elk jaar doet, dan heb je vijf keer zoveel beslismomenten en dus vijf keer zoveel momenten nodig. U maakt op geen enkele manier duidelijk waar u de mensen vandaan haalt. Los van het geld, die mensen zijn er niet; dat weet u goed. Daarmee stort u de asielketen nog verder in de problemen. Kunt u vanuit goed bestuur iets zeggen over waarom u dat zo doet en eigenlijk geen antwoord heeft op wat het gaat doen met de keten?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dan heb ik eigenlijk goed nieuws voor de heer Ceder en alle andere collega's die het EU-Migratiepact onderschrijven. Dit sluit naadloos aan op dat pact, want dat pact schrijft voor dat de minimumvereiste is: eerst één jaar en daarna twee jaar. Het is dus niet steeds één jaar. Het is eerst één en dan twee jaar. Wij willen naadloos op dat pact aansluiten, dus ik denk dat ik de heer Ceder gerust kan stellen dat dit juist nu al gaat voldoen aan het Migratiepact, dat volgend jaar juni ingaat.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is al een lange dag en het wordt een hele lange dag als het zo doorgaat, als de VVD geen antwoorden geeft op vragen. Hoe gaat dit ervoor zorgen dat er genoeg mensen zijn, zodat dit ook gaat werken als dit ingevoerd wordt? U wilt volgens mij dat het per direct ingaat.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
We hebben de mensen niet. U weet dat we de mensen niet hebben. Dat staat even los van de nieuwe integratiecrisis, want mensen die in onzekerheid blijven, zijn ook minder geneigd om aan de slag te gaan. Kunt u daar antwoord op geven? U wil dat het aangenomen wordt. Waar halen we de mensen vandaan om het te kunnen doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Er is ook 115 of 116, volgens mij 115 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de IND en voor de rechtspraak. Dit sluit aan op het Migratiepact. Dat Migratiepact gaat er sowieso al komen. Daar zijn al mensen en middelen voor gereserveerd. Ik weet dat de IND ook al keihard aan het werk is om ervoor te kunnen zorgen dat zij die deadline kunnen gaan halen. Wat ik voorstel is niks nieuws. Dit sluit aan op het Migratiepact. Dit gaat niks nieuws opleveren ten opzichte van wat daar in Europa al over is afgesproken. Het enige wat ik zeg, is dat ik niet aantrekkelijker wil worden of meer wil gaan doen dan wat andere landen in Europa straks gaan doen. Dat is volgens mij de hele reden waarom we hier met elkaar staan vandaag. Als Nederland hebben wij de keuze welke extra rechten of plichten wij mensen opleggen of geven. Ik wil ervoor zorgen dat wij niet, zoals in de afgelopen jaren, aantrekkelijker zijn dan de landen om ons heen. Ik wil dat we naar het minimumvereiste gaan kijken. Dat is één plus twee jaar. Als bij de uitvoering blijkt dat dit inderdaad een vreselijk idee is en we dit never nooit gaan redden, dan ben ik altijd bereid om daarnaar te gaan kijken. Uiteindelijk is het namelijk het resultaat dat voor mij telt. Maar de keuze die ik nu maak, is niet om vandaag al te gaan schipperen. Vandaag wil ik beginnen met de strengste eisen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Tot slot. Het resultaat is niet datgene wat telt bij de VVD. Anders had u de Spreidingswet gewoon intact gelaten. Anders had u voor voldoende basisnoodopvang gezorgd. Anders had u ervoor gezorgd dat deze wetsvoorstellen in deze vorm, waar door elke uitvoeringsorganisatie kritiek op is geleverd, niet zo naar de Kamer waren gestuurd. Het gaat dus niet om het resultaat. Ik constateer dat mijn vraag, namelijk waar u die mensen vandaan haalt, na drie keer niet beantwoord is. De uitvoering komt hierdoor in de klem te zitten. Ik snap uw betoog; het moet beter worden. Maar het wordt een verslechtering, want de VVD gaat op dezelfde voet verder als in de afgelopen jaren: luchtfietserij, grote praatjes en een verstopte keten. Dat vind ik jammer.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Volgens mij is 115 miljoen een hele hoop geld. We gaan straks verder met elkaar in discussie, ook over de voorstellen van de heer Ceder.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat iets in zo'n Migratiepact staat, hoeft niet te betekenen dat dat door Nederland gevolgd dient te worden.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Klopt.
De heer Van Baarle (DENK):
Het is toch totaal onzorgvuldig als van een voorstel waar de rechtspraak en allemaal andere uitvoerende organisaties van zeggen "dit gaan we gewoon helemaal niet kunnen, dus doe dit niet; dien deze wetten niet in", mevrouw Rajkowski zegt: ik ga het nog eens verscherpen? Daardoor wordt de uitvoering met nog meer onzekerheid opgezadeld en weten we niet eens of we dit met elkaar wel gaan redden. Het is toch totaal onzorgvuldig om als VVD het risico te nemen dat de totale keten vastloopt? Mevrouw Rajkowski wil omdat er verkiezingen aankomen, spierballentaal bezigen in deze Kamer. Dat moet mevrouw Rajkowski toch niet doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Als gedurende dit debat blijkt dat mijn voorstellen ervoor zouden zorgen dat óf de wetten in de praktijk niet uitvoerbaar zijn óf dat ze geen meerderheid gaan halen in de Tweede Kamer, dan ben ik bereid om mijn voorstellen in te trekken.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat is toch de omgekeerde wereld? Als je hier in de Kamer een voorstel doet, als mevrouw Rajkowski een voorstel doet, dan dient mevrouw Rajkowski aan te tonen dat dat er niet voor gaat zorgen dat de totale keten gaat vastlopen. Dat zeggen alle instanties nu al over de wetsvoorstellen die ongewijzigd voorliggen. Mevrouw Rajkowski doet daar nog een paar stappen bovenop. Ik snap gewoon echt niet waarom de VVD een gok neemt met de hele keten en een gok neemt met de positie van vluchtelingen in ons land door dit totaal ondoordachte voorstel op deze manier in te dienen. Waarom doet mevrouw Rajkowski dat?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik snap het frame, maar het is gewoon niet waar. Deze voorstellen, beide wetten, voldoen aan internationale afspraken en aan Europese wet- en regelgeving. Het amendement dat ik net voorleg, bereid ons eigenlijk nog beter voor op het Europese Migratiepact, dat straks gaat komen. Het is ook niet waar dat alle uitvoeringsorganisaties hebben gezegd: dit is allemaal geen goed idee. Sterker nog, over de Asielnoodmaatregelenwet heeft de IND gezegd: graag zo snel mogelijk. Die voornemenprocedure is namelijk weer zo'n voorbeeld van een extra processtap die wij in Nederland hebben ingebouwd die zorgt voor extra werkdruk en een langer proces. Het klopt dat sommige dingen in de wetten ervoor gaan zorgen dat het drukker wordt, maar andere dingen gaan ervoor zorgen dat de werkdruk omlaaggaat. Wat uiteindelijk de totale balans gaat zijn … Volgens mij heeft de IND tijdens de openbare rondetafel gezegd dat zij verwachten dat hun nettowerklast uitkomt op nul. Daar ga ik voor. Als de praktijk anders blijkt, dan ben ik oprecht bereid om opnieuw te bekijken waar we dingen kunnen verbeteren.
De heer Van Baarle (DENK):
Uit de woorden "als het in de praktijk anders blijkt", blijkt dat de VVD hier gewoon aan het gokken is met spierballentaal. Dat moet mevrouw Rajkowski gewoon echt niet doen. Stelt u zich eens voor dat datgene wat mevrouw Rajkowski wil, werkelijkheid wordt en dat vluchtelingen elk jaar inderdaad een aanvraag moeten doen. Stelt u zich eens voor hoe slecht dat is voor de participatie van vluchtelingen in de samenleving. Daar wijzen ook organisaties, zoals VluchtelingenWerk, al op met het huidige wetsvoorstel. Hoeveel werkgevers zouden bereid zijn om in een vluchteling te investeren als werkgevers constant in onzekerheid zitten vanwege procedures die alleen maar opgeworpen worden in deze Kamer? Dit is gewoon een heel slecht idee, niet alleen vanwege de gok die mevrouw Rajkowski neemt met de keten, maar ook omdat het vluchtelingen in onzekerheid stort en het hun participatie belemmert. Het gaat alleen maar nadelen hebben. Ik zeg tegen mevrouw Rajkowski: doe dit gewoon niet.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Weet u, in mijn amendement staat volgens mij heel duidelijk dat het na een jaar opnieuw wordt getoetst, en dat het daarna twee jaar wordt. Het klopt dat dat in het eerste jaar misschien meer onzekerheid geeft, maar ik kijk naar Nederland, ik zie dat de asielketen vastzit en ik vind dit niet humaan, voor wie dan ook. Vandaag moeten wij de verantwoordelijkheid nemen om een aantal keuzes te maken. Neem ik ze graag? Nou, misschien ook niet. Ik zou willen dat iedereen die in onveiligheid zit, waar dan ook ter wereld, in een land als Nederland zou kunnen wonen. Maar de staatscommissie demografie geeft aan: wij houden dit niet vol. De medewerkers in de keten geven aan: wij houden dit niet vol. Dan móéten we vandaag keuzes maken, of ze nou streng zijn of humaan zijn; we moeten ervoor zorgen dat we dit beter op orde krijgen voor Nederland. Die verantwoordelijkheid neem ik vandaag, ook als het moeilijke keuzes zijn, want daar sta ik voor.
Mevrouw Podt (D66):
Het zelfvertrouwen waarmee mevrouw Rajkowski zegt dat het allemaal wel goedkomt met die wet- en regelgeving, is ontroerend, maar is denk ik toch niet helemaal op zijn plaats. Ik wil een aantal vragen aan haar stellen. Die stapeling van voorwaarden voor gezinshereniging. Mevrouw Rajkowski heeft er zelfs nog een aan toegevoegd, zag ik. De IND zei daarover tijdens het rondetafelgesprek dat het waarschijnlijk geen stand houdt bij de rechter. Dat is niet zo gek, want mensen hebben natuurlijk uiteindelijk volgens de wet- en regelgeving het recht om met hun gezin samen te zijn. Als de IND zoiets zegt, hoe verhoudt dat zich volgens de VVD dan tot de rechtsstatelijkheid, waar de VVD volgens mij toch ook voor staat?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik denk dat geen enkel wetsvoorstel honderd procent zekerheid heeft dat het standhoudt bij de rechter. Ik kijk naar het Europees Asiel- en Migratiepact en naar andere internationale afspraken. Dan mag je deze eisen gewoon stellen. Huisvesting, inkomen en zorgverzekering; deze eisen mogen gewoon worden gesteld. We hebben nu de kans in Nederland om het stelsel fundamenteel te gaan wijzigen. Dan wil ik graag op het strengst mogelijke zitten. Als later blijkt dat iets om wat voor reden dan ook niet werkt, dan kunnen we het repareren. Maar het uitgangspunt moet zijn dat er extra eisen komen voor nareizen, want Nederland houdt dit gewoon niet meer vol.
Mevrouw Podt (D66):
Ja, dat hoor ik de hele tijd, "we repareren het achteraf wel". In 2021 zaten we hier in de zaal en werden we toegesproken door de Ombudsman. Die had nogal een mening over hoe deze Kamer hiermee pleegde om te gaan. Ik had gehoopt dat we dat nu wat anders zouden doen. De Ombudsman zei dat je het van tevoren goed moet doen en niet achteraf moet repareren. Volgens mij is dat een advies aan ons allen, dat we ter harte moeten nemen.
Ik doe er nog eentje. De wachttermijn voor alleenstaande minderjarigen. De Raad van State zegt: een wachttermijn van twee jaar voor alleenstaande minderjarigen is in het licht van de rechten en beginselen disproportioneel, want kinderen moeten gewoon met hun ouders kunnen leven. Nogmaals, graag een reactie van de VVD: is dit rechtsstatelijk? En dan hoef ik niet weer het hele verhaal te horen over waarom we dit doen. Gewoon even: is dit rechtsstatelijk?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Over dat achteraf repareren. Sterker nog: wij zijn nú dingen achteraf aan het repareren. We zijn nu aan het repareren wat er de afgelopen decennia niet goed is gegaan. Er is nu een Kamermeerderheid in deze Tweede Kamer om eindelijk voor een aantal wetsvoorstellen te stemmen die de VVD altijd al heeft gewild. En ja, of het nou gaat om een wachttermijn voor minderjarigen of om allerlei andere eisen die erin zitten, als mevrouw Podt zegt "dit is voor mij een heikel punt; ik zou dit eruit willen, en dan kunnen wij voor de wet stemmen", graag. Dan sta ik daarvoor open. Op dit moment zie ik twee wetsvoorstellen die het volgens mij prima kunnen halen. Als achteraf blijkt dat er juridisch gezien dingen anders moeten, prima. Dan ben ik de eerste die hier vooraan staat. Maar volgens mij moeten we vandaag met elkaar het debat voeren over wat wij kunnen veranderen in Nederland. Het moet niet een soort quizvraag zijn om te gaan kijken wie er rechtsstatelijker is. Ik nodig mevrouw Podt dan ook uit om het gesprek aan te gaan. Wat heeft zij dan wel nodig om uiteindelijk voor deze wetten te kunnen gaan stemmen?
Mevrouw Podt (D66):
Wauw. Dat vind ik wel een héle cynische benadering van een wetsbehandeling. Volgens mij zitten wij hier ook bij elkaar om dat te doen wat wij in Nederland met elkaar hebben afgesproken, als overheid voorop. Als wij als overheid iedere keer een loopje nemen met datgene wat we al hebben afgesproken, dan gaat dat gewoon niet. Ik snap wel dat mevrouw Rajkowski haast heeft en dat ze een antwoord wil op de problemen die mensen in Nederland ervaren, maar we moeten ons nog steeds aan de rechtsstaat houden. Het enige wat ik nu kan concluderen, is dat de PVV is weggelopen, maar dat we op de VVD niet kunnen bouwen als het gaat om het omhooghouden van de rechtsstaat. Dat vind ik erg teleurstellend.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Deze wetsvoorstellen gaan er niet alleen voor zorgen dat we de rechtsstaat overeind houden, maar ook dat we wat aan de asielketen gaan doen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een vraag over het amendement van de VVD. Het kabinet heeft er namelijk met een reden voor gekozen om de vergunning voor subsidiair beschermden en vluchtelingen allebei op drie jaar te laten. Daar had het een reden voor. Er gaat anders namelijk veel meer geprocedeerd worden om van status B naar status A te gaan. Vindt de VVD dat een goed argument van dit kabinet?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Als ik straks te horen krijg dat mijn amendement ervoor gaat zorgen dat de keten helemaal vastloopt en dat dit geen goed idee is … Ik heb het al eerder gezegd, en ik zeg het nogmaals: ik sta hier vandaag om ervoor te zorgen dat we daadwerkelijk wat gaan veranderen in Nederland. Daar heb ik ook steun van de Tweede Kamer voor nodig. Dan ben ik bereid om voorstellen die ik nu doe, die ik eigenlijk heel graag zou willen, in te trekken en deze wetten niet strenger te maken, ook omdat deze wetten an sich al gaan zorgen voor een strenger beleid dan er tot nu toe is gevoerd. Ik sta daar oprecht voor open.
De voorzitter:
Dan de heer Dassen nog. Als u wilt interrumperen, vraag ik u om bij de interruptiemicrofoon te gaan staan.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb een vraag. Ik hoorde mevrouw Rajkowski beginnen met de opmerking: we staan voor een open en vrije samenleving. Volgens mij willen we inderdaad opkomen voor die vrijheid voor iedereen. Als ik dit voorstel hoor, denk ik ook aan al die kinderen die straks na een jaar in onzekerheid zullen zitten over de vraag of ze mogen blijven. Vervolgens zitten ze dan na twee jaar weer in die onzekerheid over de vraag of ze mogen blijven. Wat denkt mevrouw Rajkowski dat dit doet met de ontwikkeling van een kind?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat is heftig, denk ik. Ik denk dan ook aan de reden dat ze hier überhaupt naartoe hebben moeten komen. Ik denk dat zij niet per se uit een hele veilige situatie komen, al geldt dat niet voor iedereen. Het lijkt me niet fijn om daarna zonder ouders in een opvang te zitten. Daarna krijgen ze ook nog te maken met het hele integratietraject hier in Nederland. Dat is allemaal pittig en taai. Dat ben ik met de heer Dassen eens. Als u dan voorstellen heeft om asielprocedures te gaan inkorten wat betreft dat eerste jaar, dan ben ik bereid om daarnaar te kijken.
De heer Dassen (Volt):
Mevrouw Rajkowski beseft dus wel degelijk wat dit doet met heel veel mensen die hier naartoe komen. Die komen vaak inderdaad al uit een hele penibele situatie.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker, ja.
De heer Dassen (Volt):
We hebben zelf ook allebei kinderen. Ik zou er niet aan moeten denken dat die elk jaar opnieuw in spanning zouden moeten afwachten of ze bij hun vriendjes mogen blijven, ja of nee. Hetzelfde geldt voor de stress die de ouders hebben. Die hebben moeite om een baan te vinden. Want ja, als je maar voor één jaar kan worden aangenomen, is het maar de vraag of je daarna weer terug mag komen. Dit voorstel van mevrouw Rajkowski zorgt er dus voor dat het hele gezin onder enorme spanning komt te staan. Wat doet dit volgens mevrouw Rajkowski met de integratie?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Weet je, dit vind ik eigenlijk ook wel een klein beetje flauw. Mensen komen naar Nederland omdat ze uit een situatie komen waarin zij niet vrij zijn om te zijn wie ze zijn, om te geloven wat ze willen geloven of om te trouwen met degene waar ze verliefd op zijn. Dat zijn redenen waarom mensen naar Nederland komen. Ze komen niet omdat de VVD een bepaald beleid voert. Het gegeven dat mensen al uit een situatie met onveiligheid komen en hier uiteindelijk te lang in een asielprocedure of in onzekerheid zitten, vind ik hartstikke jammer en hartstikke vervelend.
Idealiter zou ik ervoor willen zorgen dat iedereen die wil strijden voor de normen en waarden en de vrijheden die wij hier hebben, meteen naar Nederland kan komen. Maar dat past gewoon niet! De staatscommissie geeft het ook aan: kijk naar de keten; het kan niet. We zullen dus ergens keuzes moeten maken, omdat het ook niet humaan is om tegen mensen te zeggen "kom maar naar Nederland", maar ze vervolgens jarenlang in een veel te lange asielprocedure te laten zitten. Een van de oplossingen is om minder mensen naar Nederland te halen en ze sneller door de procedure te laten gaan. Dat zit in allebei de wetsvoorstellen van vandaag en daar sta ik voor. Ik weet dat dit soms echt moeilijke keuzes zijn. Dit is vreselijk voor al die kinderen. Ik denk ook aan die 6.000 kinderen die nu in de noodopvang zitten. Die wil ik daar ook echt niet hebben. Maar dat toont alleen maar aan dat we het gewoon niet aankunnen met elkaar. Dan moet je scherpe keuzes durven maken.
De heer Dassen (Volt):
Maar de VVD maakt nu precies de tegenovergestelde keuzes. De VVD zegt tegen mensen die hier uit nood naartoe komen, tegen al die kinderen: "Je blijft in onzekerheid. Het is maar de vraag of je hier mag blijven. Je kunt je leven hier niet opbouwen. Je kunt niet integreren. Je mag niet meedoen." Dát is wat de VVD zegt. Vervolgens worden we ook nog eens door iedereen gewaarschuwd dat de consequentie hiervan is dat de keten nog verder dichtslibt. Ook hierbij is datgene wat mevrouw Rajkowski zegt en datgene wat ze doet precies het tegenovergestelde van elkaar. Dan krijgen we dadelijk dus een situatie waarin we de mensen die hiernaartoe komen geen veilig heenkomen kunnen bieden en vervolgens ook nog eens iedereen in de uitvoeringsorganisaties opzadelen met heel veel werk en heel veel teleurstelling. Uiteindelijk krijgen we dan een asielketen die veel minder goed functioneert. Volgens mij zouden we dat precies niet moeten willen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Weet u, we hebben het vandaag over iets wat nog breder is. We hebben het vandaag onder andere over het tweestatusstelsel. Daarmee geven we aan: er zijn mensen die vluchten voor oorlog en geweld en er zijn mensen die om een andere reden onze bescherming verdienen. Dat we dan voor die ene groep zeggen "u bent hier, maar we gaan na een jaar checken of u hier nog wel hoort te zijn, want misschien is het veilig genoeg om terug te gaan en kunt u plek vrijmaken voor iemand anders die nu wel in een onveilige situatie zit", dát vind ik een humane keuze. En ik laat me ook niks anders aanpraten, voorzitter.
De voorzitter:
Nou. U continueert.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank. Dan heb ik nóg een amendement, op stuk nr. 31, dus ik ben benieuwd wat dat gaat opleveren. Daarmee wil ik ervoor zorgen dat de eisen voor de nareis, naast huisvesting en inkomen, ook worden aangevuld met een zorgverzekeringsvereiste.
Voorzitter. Dan de Asielnoodmaatregelenwet. De Asielnoodmaatregelenwet gaat per direct zorgen dat de asielprocedures worden ingekort. Dat is goed voor de IND, die alle asielaanvragen moet goedkeuren of afkeuren, maar het is ook goed nieuws voor al die mensen die hier asiel aanvragen. Je krijgt namelijk sneller te horen of je hier mag blijven of niet. Ook deze wet is dus evenzeer zo noodzakelijk.
De voorzitter:
De heer Boomsma. Was dat uw bijdrage op dit punt?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee, voorzitter.
De voorzitter:
Maak het dan even af.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, dat is goed. Want wie niet meewerkt aan zo'n procedure of die vertraagt of saboteert, die moet dat merken. Wie zich misdraagt, kan worden uitgezet. De IND krijgt eindelijk de ruimte om aanvragen sneller, strenger en zakelijker te behandelen.
Dan de ongewenstverklaring, voorzitter.
De voorzitter:
Zullen we hier even de interruptie doen?
De heer Boomsma (NSC):
Die gaat nog over de vierde eis voor een nareis, namelijk een ziektekostenverzekering. Ik zag in de ambtelijke verkenningen dat die inderdaad was overwogen. Het is ook iets wat wettelijk mogelijk is onder het Europees recht. Alleen heeft men heel nadrukkelijk daarvan afgezien, want men zei: het risico is heel groot dat dit meer kost dan het oplevert, omdat het een bureaucratische horde legt en omdat het op dit moment niet mogelijk is. Je moet de hele Zorgverzekeringswet aanpassen. Mensen kunnen nu alleen een verzekering krijgen als ze ingeschreven staan in de BRP. Dat moet je dan wijzigen. Dan kunnen mensen ook al zorg aanvragen in het land van herkomst; dat kunnen ze dan gaan doen. Dat gaat juist extra geld kosten.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja.
De heer Boomsma (NSC):
Dus waarom heeft de VVD toch deze andere afweging gemaakt?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, dit gaat er inderdaad voor zorgen dat er een extra horde genomen moet worden voor mensen die willen nareizen naar Nederland. Dat klopt. Dat is ook het doel van het amendement dat we hebben ingediend. Als het onwerkbaar is, dan hoor ik dat straks ook graag. Maar wat de heer Boomsma aan mij vraagt, is ook precies het doel. Het doel is om die extra horde in te bouwen.
De heer Boomsma (NSC):
Wij delen dat het helaas nodig is om die drempels in te bouwen, want we moeten de instroom beperken. Alleen bleek uit die ambtelijke verkenning dat deze horde eigenlijk niet effectief is en dat die ons juist meer gaat kosten dan die oplevert.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, dat snap ik. Ik wil in dit debat kijken of we er toch iets mee kunnen gaan doen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Klopt het dat mevrouw Rajkowski weet dat niet alleen dit amendement niet zorgt voor wat ze wil, maar dat ook andere wetten aangepast moeten worden? U amendeert dat nu niet en beoogt dus vertraging van het stelsel, omdat die wetten aangepast moeten worden zodat er sprake is van congruentie.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Volgens mij kunnen de wetten artikelsgewijs ingevoerd worden. Als dit gaat zorgen voor enige vertraging, als we dat straks te horen krijgen, dan willen we dit zeker niet. Vertraging willen we niet. Maar volgens mij is er ruimte, wettelijk en in de uitvoering, om onderdelen later in te voeren dan andere.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind deze debatstijl een beetje lastig. Wij maken wetten en daar denken we van tevoren over na. Soms maken we wetten en dienen we ze in. Het zijn geen geloofsbelijdenissen. We passen het wetboek aan, waar Nederlanders en niet-Nederlanders zich aan moeten houden binnen de rechtsstaat. Wat de VVD nu doet tijdens dit debat — zo zie ik het in ieder geval ook ten aanzien van het vorige amendement — is een geloofsbrief neerleggen. En als er een vraag komt "kan het, mag het, hebben we genoeg mensen ervoor", dan is het antwoord: dat hoor ik daarna pas. Maar u had toch uw huiswerk als VVD moeten doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dus ik herhaal de vraag: heeft u de consequenties doordacht? Zo ja, als wij voor deze wet moeten gaan stemmen, hoe kunt u uitleggen dat dit geen vertraging oploopt?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Wij zijn toch geen juristen hier in de zaal? Er zijn wel juristen in de zaal. Dat weet ik. Maar wij voeren hier een ideologische discussie met elkaar. Dat doen wij hier tijdens dit debat. Dat neem je ook mee. Wij zijn medewetgever, maar het is ook onze verantwoordelijkheid om hier een ideologische discussie te voeren. Dat doe ik nu door dit neer te leggen. Een zorgverzekeringsvereiste mag. Er zijn inderdaad van tevoren wat kritische noten hierover gekraakt. Daar hebben wij deze besluitvorming en dit debat met elkaar over. Daar hebben wij straks ook het debat over met de bewindspersonen. Als zij aangeven "dit kan niet", "dit vertraagt", "dit is een vreselijk idee" of "wij hebben geen nieuwe inzichten dat dit kan werken", hoor ik dat graag. Dat hoort ook bij het debat van vandaag. Ik ben niet dit debat ingegaan met een kant-en-klaar idee over wat ik precies allemaal wil binnenhalen. Mijn enige doel is om de wetten over de eindstreep trekken en om met u allemaal te bespreken wat daarvoor nodig is, en welke maatregelen u wel en welke u niet wilt. Dan leg ik misschien ook dingen op tafel die de uitvoering op een bepaalde manier misschien wel wat moeilijker maken of waarvan u zegt: hier ben ik het helemaal niet mee eens; houdt dit juridisch wel stand? Dat kan. Dat debat voeren we nu. Volgende week stemmen we uiteindelijk, alles gehoord hebbende vandaag, over wat we daadwerkelijk willen. Dat is voor mij de insteek van vandaag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dit is een herschrijving van de taak van de parlementariër. Ik vind het schokkend, maar het laat misschien ook wel zien waarom we de afgelopen jaren in een asielcrisis zitten, namelijk omdat de VVD wetgeving kennelijk behandelt als een ideologische discussie. Ideologische discussies moeten we voeren, graag zelfs! Maar dat doet u in uw debattekst. In de wettekst hoort er gewoon een deugdelijke, juridische, rechtsstatelijke tekst te liggen, waarbij u als medewetgever — dat bent u namelijk; u en ik zijn medewetgever, zeg ik via de voorzitter — gewoon goede dingen op papier zet. Als ik een basale vraag stel, namelijk of dit vertraging oplevert, kan de VVD die niet beantwoorden en zegt ze: ik laat het aan de minister over. Dit is de omgekeerde wereld en ik vind het ook wel schokkend. U heeft geen flauw idee wat u aan het indienen bent.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zo.
De heer Ceder (ChristenUnie):
En u doet dit omdat u denkt: we moeten hier een bepaald beeld neerzetten. Zo werkt het niet. Ik zou graag willen vragen om dit standpunt, ook ten aanzien van die andere amendementen, te heroverwegen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik vind dit wel jammer. Oprecht sta ik hier om het debat te voeren. Als een collega aan mij een vraag heeft en ik zeg "nou als dit inderdaad zo gaat uitwerken, ben ik bereid mijn voorstel in te dienen", dan zou ik ineens dingen niet goed voorbereid hebben en zou het ineens minder belangrijk zijn om een ideologische discussie met elkaar te voeren. Zo werkt dit gewoon niet. Ik heb mijn huiswerk gedaan. Dit zijn de voorstellen die ik doe. Ik ga oprecht het debat met u aan, wetstechnisch en ideologisch. Maar dat wij nu in een asielketencrisis zitten — dat hebben we de afgelopen jaren al gezien — is misschien omdat wij het met elkaar niet altijd hebben aangedurfd om die ideologische discussie te voeren. Ik durf die vandaag hier wel aan te gaan.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Tot slot. De asielcrisis is er voor een deel door prutswetgeving. We hebben vandaag de kans om het recht te trekken en u kiest ervoor om door te gaan op de weg van prutsers. Dat is het probleem. Ik wil graag een ideologische discussie met elkaar voeren. Eerlijk gezegd liggen we, volgens mij, niet zo heel veel uit elkaar als het gaat om de noodzaak tot hervormingen. Dus ideologisch kunnen we elkaar vinden. Maar waarin wij wel verschillen, is in de opvatting dat de wetgeving die wij indienen van tevoren gecheckt en deugdelijk moet zijn, omdat we anders in populisme vervallen en dingen roepen die we niet kunnen waarmaken. Dat is schadelijk voor het land en voor wat we uiteindelijk willen. Technisch gezien stel ik een simpele vraag. Als wij voor uw amendement gaan, wat is dan het gevolg voor de vertraging van dit wetsvoorstel? Ik mag ervan uitgaan dat u hierover heeft nagedacht.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Als u dat niet heeft gedaan, hoor ik dat ook graag, want ik moet hier straks over stemmen. Het antwoord "dat hoor ik van de minister" vind ik gewoon onvoldoende, zeg ik via de voorzitter.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Volgens mij heb ik wel meer gezegd dan alleen: dat hoor ik wel van de minister. Bij beide wetsvoorstellen staat ook dat de wet artikelsgewijs ingevoerd kan worden. We hebben nog geen planning voor hoe dat er precies uit gaat zien. Dus ik ben van mening en ik schat in dat het daar gewoon in opgenomen kan worden. Als dat niet kan, hoor ik dat ook graag.
Voorzitter, toch nog even één ding. Ik waardeer dat de heer Ceder zegt: misschien liggen wij ideologisch minder ver van elkaar dan u denkt. Ik denk juist dat het verleden heeft laten zien dat het op asiel soms lastig is tussen onze beide partijen. Dat is volgens mij waarop het vorige kabinet gevallen is. De intrinsieke motivatie om eruit te komen was er. Daarom hebben we negen maanden lang keihard onderhandeld. We zijn allebei bereid geweest om te bekijken wat de heilige huisjes waren waarover we toch met elkaar een afspraak over konden maken. Wij zijn daar toen niet uit gekomen. Dat vond ik toen ongelofelijk jammer. Ik hoop dat wij er vandaag wel uit kunnen komen.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik laat me dit niet aanpraten. Elke reconstructie laat zien dat de VVD een kans zocht om het op te blazen. Het jammere is dat de VVD, nu er een andere partij is geweest die dat trucje van de VVD heeft afgekeken — dat is namelijk een reden zoeken om het op te blazen — dat nu gebruikt om hier iets neer te zetten wat niet klopt. Elke reconstructie geeft dit aan. Wat de PVV de afgelopen weken heeft gedaan, verschilt daar niet zo veel van en is misschien zelfs afgekeken van wat de VVD gedaan heeft. Ik zou het waarderen als we op de inhoud kunnen blijven …
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
… en niet aan geschiedvervalsing doen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik denk dat dit geen recht doet aan de onderlinge relatie en de gesprekken die negen maanden lang intensief zijn gevoerd om te kijken of we hierover tot een nieuwe afspraak konden komen. Daar houd ik het even bij.
Mevrouw Podt (D66):
Ik woonde vroeger in een studentenhuis. Als we dan wilden weten of de spaghetti gaar was, gooiden we die tegen het plafond en als die dan naar beneden kwam, dan was die gaar en als die bleef plakken, dan was die niet gaar.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat deden wij ook.
Mevrouw Podt (D66):
Nou, kijk eens aan; dan kent u het. Het lijkt er een klein beetje op dat dat is hoe de VVD omgaat met wetgeving, gelet op hoe mevrouw Rajkowski haar amendementen presenteert. Ze gooit ze in de lucht, en dan kijkt ze of ze blijven plakken; zo niet, jammer dan. Maar dat is toch niet heel serieus? Mevrouw Rajkowski zegt: wij zijn hier geen juristen. Dat klopt; dat zijn we ook niet. Maar we hebben Bureau Wetgeving, we hebben vaak wetgevingsjuristen bij fracties rondlopen, we hebben de Raad van State die allerlei adviezen geeft. Als mevrouw Rajkowski nou heel eerlijk is over de amendementen die ze net heeft ingediend, dan neemt ze onze taak als wetgever toch niet echt serieus?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Al die stappen die mevrouw Podt net heeft genoemd, zijn ook gewoon doorlopen. Ik heb dit niet ... Ik werd niet vanochtend wakker en dacht: goh, wat kunnen we eigenlijk nog allemaal gaan toevoegen; laten we maar "zorgverzekeringsvereiste" opschrijven. Dit is degelijk opgeschreven, met Bureau Wetgeving, inderdaad met experts achter de schermen. Dit komt niet zomaar uit de lucht vallen. En als we het er dan niet met elkaar over eens zijn, dan is dat prima, maar ik sta hier wederom — dat kan gezien worden als een spelletje, dat kan gezien worden als weet ik wat — oprecht om deze wetten door de Tweede Kamer te krijgen. Als ik vanuit mijn eigen partijideologie en vanuit onze eigen probleemanalyse kijk, mag het van mij een tandje scherper. Dat zijn de voorstellen die ik hier doe. Als daardoor blijkt dat deze wetten het niet gaan halen, dan ben ik bereid ... Ik doe dat niet omdat ik denk "ik doe maar wat", maar omdat ik het resultaat voor Nederland vooropstel. Dát is wat ik wil. Dus het klopt dat in mijn amendementen dingen staan die ik graag voor Nederland wil bereiken, omdat ik denk dat Nederland daar beter van wordt, maar de wetsvoorstellen an sich gaan dat ook al doen.
Mevrouw Podt (D66):
Maar bij "degelijk opgeschreven" zat natuurlijk mijn zorg niet. Mijn zorg zit er natuurlijk in of dit uiteindelijk houdt; hebben mensen in Nederland daar wat aan? Als mevrouw Rajkowski zegt dat mensen in Nederland daar wat aan hebben, dan moet je geen voorstellen doen die zoals meneer Boomsma net zei, veel meer geld gaan kosten en halve wetgeving op andere plekken overhoophalen. Dat kan je allemaal ideologisch wel willen, maar dat is niet waarvoor wij hier staan. Dan kan ik toch niet anders dan concluderen dat de VVD misschien iets te lang met de PVV in een coalitie heeft gezeten, en dat de PVV ook een beetje aan de VVD is blijven plakken in de zin van: joh, we gooien af en toe een sliert naar boven en dan kijken we wel of het blijft plakken.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Volgens mij heb ik hier al vaker antwoord op gegeven. En het klopt: dit amendement zorgt voor extra hobbels, namelijk voor degenen bij wie het de vraag is of ze mogen nareizen of niet. En dan vind ik het niet erg dat wij daar extra hobbels voor opwerpen of dat het extra geld kan kosten. Dus hierover verschillen wij gewoon van mening.
De voorzitter:
U gaat verder. U bent al zes minuten gevorderd in uw spreektijd.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dan de ongewenstverklaring. Dat is een zwaar middel dat maakt dat het verboden is voor vreemdelingen om in Nederland te zijn. Deze wet maakt het mogelijk om eerder en in meer gevallen een vreemdeling ongewenst te verklaren. Het is vooral gericht op vreemdelingen die de orde verstoren, de asielprocedure frustreren of geen recht meer hebben op verblijf en dan ook weigeren te vertrekken. Maar de VVD wil nóg een stap verder gaan. Ik wil dat de ongewenstverklaring ook kan worden opgelegd bij aanzetting tot haat, discriminatie of geweld, inbreken, dwang, dood door schuld en vernieling. Want wat ons betreft horen deze mensen niet thuis in Nederland.
Daarnaast wil de VVD dat de rechterlijke dwangsom verdwijnt. In 2024 betaalde de IND 36,8 miljoen euro aan dwangsommen aan vluchtelingen. In de praktijk is de IND hier ook heel veel tijd en geld aan kwijt, in plaats van dat deze tijd en dit geld worden ingezet om de asielprocedure te versnellen en te beoordelen. Daarom staan wij onder het amendement op stuk nr. 32 van de heer Diederik van Dijk van de SGP, dat regelt dat die rechterlijke dwangsom wordt afgeschaft.
Voorzitter, ik ga richting een einde. Ik heb nog een tweetal vragen. Om na te mogen reizen moet je behoren tot het kerngezin. Voor lhbti'ers die niet konden trouwen, is dit lastig. We kennen ook de zorgen. We hebben daarom de afspraak gemaakt, en dit ook in de debatten herhaald, dat het voor deze mensen mogelijk moet blijven om na te kunnen reizen — zonder grote, omslachtige routes, maar wel zorgvuldig, wel individueel en zonder open sluiproute. Kan de minister, of kunnen eventueel beide ministers, hierop reageren?
Voorzitter. Landen om ons heen nemen drastische maatregelen omdat ook daar de asielketen vastloopt, zoals een volledige stop op de nareis van subsidiair beschermden. De VVD vroeg hier al eerder naar en in mei nam deze Kamer ook een motie aan van mijn collega Van Zanten om dit te gaan regelen. Hoe staat het hiermee?
Voorzitter, afsluitend. We moeten het durven zeggen. We moeten ingrijpen op ons asielsysteem, of je dat nou doet omdat je hier meer vreemdelingen wilt hebben, omdat je vindt dat mensen hier niet meer mogen zijn of om een andere reden: omdat Nederland het gewoonweg niet meer aankan. Want asielopvang en vergunningen zijn pas de eerste stap. Voor wie hier mag blijven, moet er ook een strak integratietraject plaatsvinden. Daarom staan wij onder de motie van NSC die de afspraak uit het hoofdlijnenakkoord wil gaan realiseren.
Voorzitter. Vandaag is de Kamer aan zet om stevige stappen te zetten op asielmigratie: strenge toelating, tijdelijke vergunningen, minder automatische rechten en streng zijn tegen misbruik. Asiel en migratie mogen geen resultante zijn van vrijblijvendheid, maar van politieke keuzes. De VVD wil toe naar een beleid dat uitgaat van selectie, controle en wederkerigheid. We willen een samenleving die bescherming biedt waar het moet, maar ook duidelijk is waar het niet kan.
Voorzitter. Dit debat is niet het slotstuk. Het is het begin. De VVD is bereid om verder te gaan, voor onze samenleving, voor onze rechtsstaat en voor het behoud van draagvlak onder Nederlanders die al te lang het gevoel hebben dat ze alleen staan. Het is tijd voor grip, voor orde en voor duidelijkheid. Daarom zeggen wij: dit is nog maar het begin.
Dank u wel.
De heer Van Nispen (SP):
Ik zal de verleiding weerstaan om te vragen: als dit nog maar het begin is, waar gaat het dan heen? Maar goed, daar komen we nog wel een keer over te spreken.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Van Nispen (SP):
Volgens mij heeft mevrouw Rajkowski zich goed voorbereid. Ik ben het met heel veel van wat zij zegt oneens, maar dat zal niet verbazen. Ik neem aan dat zij de amendementen van collega's heeft gezien. Zo liggen er drie voorstellen vanuit de PVV-fractie: om illegaal verblijf strafbaar te stellen, om afstand te nemen van shariawetgeving via een of andere verklaring waarvan het mij ontgaat wat er precies de juridische waarde van is, en om de Spreidingswet in te trekken. Ik mag toch aannemen dat de VVD alle drie de voorstellen niet gaat steunen. Of laat ik het opener formuleren: hoe ziet de VVD-fractie deze drie voorstellen vanuit de PVV?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Eerlijk gezegd zou ik hier ook geen mensen willen hebben die handelen naar de shariawetgeving. Dat kunnen we met elkaar eens zijn, denk ik. Ik weet niet of het amendement dat uiteindelijk ook daadwerkelijk gaat regelen. Daar ben ik dus kritisch op. Ik ga zo horen wat er misschien wél mogelijk is. Deze vraag stel ik meteen aan vak K. Wij kunnen elkaar erin vinden dat we dit inhoudelijk niet willen, maar dit moet wel iets zijn wat ook te regelen is. Mocht tijdens de beantwoording blijken dat dit niet kan, omdat het gewoon niet voor een resultaat gaat zorgen, dan kunnen we kijken of er misschien iets anders mogelijk is, per motie of met een ander type amendement.
De heer Van Nispen (SP):
Dat is een derde antwoord op de vraag. Vanzelfsprekend wil niemand die mensen. Daar gaat het niet over. We maken hier een wet. Ik denk dat mevrouw Rajkowski alle amendementen zorgvuldig erop heeft beoordeeld of ze het effect gaan hebben dat ermee wordt beoogd. Je kunt wel iets opschrijven, maar ... Laat er geen misverstand over zijn: niemand wil mensen met shariawetgevingsideeën. Uiteraard niet. Maar ik vroeg het volgende. Dit is relevant voor deze wetsbehandeling. Laten we elkaar niet voor de gek houden. We willen aan het eind van de dag weten of deze wetten een meerderheid gaan halen of niet. Stel dat de PVV-fractie zegt: deze drie voorstellen zijn voor ons cruciaal; zonder deze voorstellen gaan we niet voor de wet stemmen. Dat is de reden van die vraag. Ik ga er niet omheen draaien. Ik wil heel graag weten wat de VVD gaat doen met de drie amendementen die er liggen vanuit de PVV-fractie.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Over die drie amendementen hebben we nog geen sluitend oordeel. De sharia heb ik net behandeld. Wat de Spreidingswet betreft: deze wet is volgens mij eigenlijk niet de plek om daarover te amenderen. Volgens mij klopt dat niet. Daarnaast wat illegaal verblijf strafbaar stellen betreft: ja, dat heeft de VVD altijd al gewild. Dat is misschien een beter antwoord op uw vragen. En ja, ik zal naar de PVV kijken, maar ook naar de andere partijen in deze Kamer. Niet alleen de PVV bepaalt namelijk wat er gebeurt. Dat bepalen we met elkaar. Ik ga dus goed luisteren naar u allemaal. Ik ben nu als eerste, dus ik heb nog niet naar u allemaal kunnen luisteren. De amendementen geven, denk ik, al wel een richting waarin alle partijen willen gaan. Ik zal al uw voorstellen wegen op de vraag of we uiteindelijk kunnen zorgen voor steun en een meerderheid, rechtsom of linksom.
De heer Van Nispen (SP):
Na mijn inbreng bent u helemaal om. Daar kan ik u alvast voor waarschuwen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik ben benieuwd.
De voorzitter:
De spanning wordt opgevoerd.
De heer Bontenbal (CDA):
Het verbaast mij dat er in de inbreng van de VVD-fractie niet wordt gesproken over de twee grootste problemen. Die zien met name op het tweestatusstelsel. Ik begin met het eerste. Mevrouw Rajkowski zegt terecht dat de uitvoering belangrijk is, omdat we willen dat wetten in de praktijk werken. In het centrum van de uitvoering staat de IND. De IND heeft al maanden geleden in hoorzittingen en teksten, en vanochtend nog bij monde van de directeur op LinkedIn, heel duidelijk gezegd: "Schuif de invoering van de tweestatusstelselwet een paar maanden naar achter. Zo valt die gelijk met het Migratiepact. Als we dat niet doen, wordt het namelijk een puinhoop". Dat zeggen ze. Want dan moeten ze twee keer een soort reorganisatie doorvoeren in plaats van één keer. Dat zorgt in de praktijk voor een hoop ellende. Wij hebben daar een amendement voor ingediend. Dat is een hele redelijke eis, een eis van de uitvoering zelf. Wat gaat de VVD doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik begrijp dat de uitvoering het ook belangrijk vindt dat het voor hen zo soepel en zo makkelijk mogelijk gaat. Ik begrijp ook dat zij zeggen: als we dat tweestatusstelsel tussendoor nog in gaan voeren, dan krijgen we het wel moeilijk. Dat snap ik. Tegelijkertijd heb ik ook de overweging dat ik wel kan raden wat er deze zomer gaat gebeuren op het moment dat wij zeggen: voer dat tweestatusstelsel pas vanaf het pact in. Dan zeggen we dus: we zijn nu nog niet streng, maar over een aantal maanden worden we dat wel. Wij zullen tijdens het debat beide belangen tegen elkaar afwegen. Dit antwoord is oprecht geen politiek spelletje; dit zijn beide zwaarwegende argumenten voor ons. Wij zullen kijken hoe het debat verder verloopt. Ik heb uiteraard ook de beantwoording op uw amendement gezien en goed bestudeerd.
De heer Bontenbal (CDA):
Het argument van de VVD zou kloppen op het moment dat het tweestatusstelsel bij de invoering zou gaan werken. Dan zou je effect hebben en dan zou je inderdaad die golf die mogelijk nog komt kunnen tegenhouden. Maar de IND zegt: dit wordt heel moeilijk, want wij gaan de organisatie opnieuw overhoop moeten gooien; dit gaat juist tot chaos en vertraging leiden. Dus het effect dat u beschrijft en dat u en heel veel partijen in de Kamer willen bewerkstelligen, zal er niet zijn. Deze argumentatie klopt dus niet. Als we zo veel gewicht hechten aan de uitvoering — u ook; ik hoor u dat in uw bijdrage zeggen — dan moeten we het signaal dat de IND al maanden geeft toch serieus nemen? Ik heb de afgelopen dagen gecheckt of ze daar anders over zijn gaan denken. "Nee, doe het niet." De IND zegt: doe het niet. Waarom kan ik de VVD, het kabinet, dan niet meekrijgen in een hele redelijke eis om dit een paar maanden — het gaat over vier maanden — naar achteren te schuiven, zodat de asielketen in Nederland op orde komt? Of gaan we inderdaad toch een politiek spelletje spelen omdat op 29 oktober de verkiezingen zijn, terwijl we allemaal diep in ons hart weten dat we er een puinhoop van maken? Dat is precies waar de politiek kapot aan gaat, aan dit populisme.
Ik zou ook de makkelijke weg kunnen kiezen en kunnen zeggen: ik meander een beetje mee en dan kan ik tegen mijn kiezer zeggen hoe stoer ik ben op migratie. Maar dit gaat over robuust beleid maken dat ik over een jaar, over twee jaar, over vier jaar als politiek leider van het CDA nog steeds kan uitleggen. Die keuze wil ik maken. Ik hoop dat ik de VVD, en ook NSC, een partij die zegt voor goed bestuur te staan, daarin meekrijg. De IND zegt: doe het niet. Wie bent u dan, wie is NSC dan, wie is het kabinet dan om te zeggen: nou, we gaan het wel doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit debat gaat niet om de verkiezingen. Dit debat gaat om de asielketen. Oprecht: als ik hier een verkiezingsdebat van had willen maken, had ik het niet nog voor het zomerreces in willen plannen. Ik herhaal het nog een keer: ik wil oprecht deze wetten op de inhoud met elkaar gaan beoordelen. De heer Bontenbal schetst een valse tegenstelling: als ik het met hem eens ben, ben ik redelijk en als ik het niet met hem eens ben, ben ik niet redelijk en neem ik de uitvoering niet serieus. Zo zwart-wit ligt het natuurlijk niet. Ja, ik heb gezien dat de IND bezwaren en zorgen heeft, maar die leven niet alleen bij de IND. Er leven ook andere soorten zorgen in Nederland, bij de ketens, bij gemeenten die bezwijken onder de asielopvang en onder de druk. Dus ja, op het moment wij het tweestatusstelsel later in gaan voeren, maak ik me zorgen over wat er tot die tijd gaat gebeuren. We hebben het hier in de politiek vaak met elkaar gehad over waarom mensen naar Nederland komen en waar dat aan ligt.
Volgens mij kunnen we objectief met elkaar zeggen: mensen vluchten niet uit hun land omdat ze per se naar Nederland willen. Mensen vluchten omdat zij onveilig zijn en hopen veiligheid in Europa te vinden. Op het moment dat zij gaan kiezen tussen landen en ze zien dat Nederland meer biedt — je mag hier langer blijven en je hebt minder verplichtingen — dan is Nederland wel aantrekkelijker; dat is feitelijk vast te stellen. Deze wetten gaan ervoor zorgen dat wij niet aantrekkelijker zijn dan de landen om ons heen. Ook dat vind ik dus een hele redelijke eis en neem ik mee in mijn overweging. Ik zeg niet dat de eis van de heer Bontenbal onredelijk is; ik zeg alleen dat dat niet de enige redelijke redenering is.
De voorzitter:
Uw vorige interruptie duurde twee minuten. Dat is veel te lang.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik ga het korter doen. Mevrouw Rajkowski zou gelijk hebben als dat in de praktijk ook echt iets zou oplossen. Politiek verschillen we niet eens van mening over een heel aantal van die scherpere voorwaarden, maar het moet in de praktijk werken. Ik vind het dus redelijk om de IND daarin na te volgen. Een ander issue waar u ook omheen loopt, is de onmiddellijke werking. Ook daarvan zegt de IND heel duidelijk, vanochtend nog: het is juridisch kwetsbaar. De IND zei op een ander moment, op 12-2-2025, dat de IND de kans klein acht dat het uitgangspunt dat de nieuwe wetgeving ook van toepassing is op lopende aanvragen, standhoudt in hoger beroep. De IND zegt dus: dit gaat juridisch mis. Dat zegt ook de Raad van State. Hoe kunnen wij nou als Tweede Kamer, zonder daar goede antwoorden op te krijgen — ik heb geprobeerd die te krijgen, maar ik heb ze niet gekregen — wetgeving erdoorheen duwen als juridische experts rode vlaggen hijsen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Misschien is het goed om de discussie met betrekking tot deze zoektocht van de heer Bontenbal en de vragen die hij net heeft gesteld — hoe werkt het precies? — straks in de openbaarheid met elkaar te voeren. Ik denk dus dat de minister — een van de twee ministers — daar straks op kan reageren. Ik sta hier ook nog in de tweede termijn. Dan kunt u mij dus wederom interrumperen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Een van de punten waar mijn fractie en de VVD volgens mij hetzelfde in staan, is dat er geen verschil mag worden gemaakt tussen heteroseksuele stellen en lhbti-stellen. We weten dat met deze wetgeving ongehuwde partners niet meer in aanmerking komen voor gezinshereniging. Mijn fractie heeft een amendement ingediend om voor lhbtiq+-stellen uiteraard een uitzondering daarop te maken, omdat heel veel mensen juist vluchten omdat ze in hun land van oorsprong niet eens kunnen trouwen met degene die ze liefhebben. Kan ik in ieder geval daarvoor steun verwachten van de VVD?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik heb al eerder in debatten gezegd dat ik dit belangrijk vind. Ook tijdens de rondetafel met verschillende uitvoeringsorganisaties kwam dit ter tafel. Toen heb ik dit ook aan de IND gevraagd, en volgens mij meerderen van u ook. De IND heeft aangegeven dat er altijd een mogelijkheid voor moet blijven voor lhbti'ers of andere schrijnende gevallen die in hun land van herkomst niet hebben kunnen trouwen, misschien ook vanwege het geloof. De IND heeft toen aangegeven: wij gaan doortoetsen op artikel 8 van het EVRM. Ik heb net in mijn termijn aan de ministers de vraag gesteld wat dit dan precies betekent. Ik wil voorkomen dat dit dan weer heel omslachtige keuzes worden, maar ik wil ook niet een sluiproute inbouwen voor mensen die er misbruik van maken. Dus hoe verhoudt deze wens van de VVD om ongehuwde lhbti'ers wel naar Nederland te kunnen laten nareizen zich tot deze wet? Dat hoor ik graag, want dit is ook voor mij een belangrijk punt. En of dit uiteindelijk betekent dat wij uw amendement wel of niet gaan steunen, dat gaan we volgende week dinsdag of misschien zelfs donderdag bepalen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij maken we hier amendementen om wat wij belangrijk vinden, de waarde dat iedereen in dit land gelijk is in dit land, vast te leggen in de wet. Het is niet: hopen dat via de sluiproute van artikel 8 van het EVRM lhbti-stellen misschien wel, of niet, recht hebben op gezinshereniging. Ik hoop dus echt dat de VVD zich dan ook houdt aan wat ze zeggen en ervoor zorgt dat dit gewoon in de wet wordt opgenomen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Deze wetsvoorstellen voldoen aan onze waarden. Als wij opschrijven "gehuwde stellen", dan gaan wij ervan uit dat dat ook lhbti'ers zijn. Wat we hier met elkaar aan het repareren zijn, betreft andere landen, waar mensen onvrij zijn. Dát is wat we met elkaar aan het repareren zijn. Daar sta ik voor open. Daarom heb ik ook zelf net die vraag neergelegd.
Mevrouw Podt (D66):
Dat laatste vond ik onnavolgbaar, maar prima. De vraag aan het kabinet is misschien terecht, maar het kabinet heeft zelf ook al geantwoord. Het heeft gezegd: afgeleide asielvergunningen voor ongehuwde partners worden zonder meer geschrapt, zonder uitzondering voor lhbti'ers. Daarmee heeft mevrouw Rajkowski het antwoord op haar vraag eigenlijk al. En dan kan ze wel steeds doorverwijzen naar het EVRM, maar het probleem is wat de Ombudsman, die ik eerder al aanhaalde, daarover heeft gezegd: "Maar maatwerk" — dat is dus zo'n EVRM-procedure — "is geen oplossing voor slecht beleid. Het verhult dat het in de basis niet goed zit, terwijl dát moet worden aangepakt." Mevrouw Rajkowski, volgens mij is het 2025 en moeten we hier in Nederland geen onderscheid gaan maken, niet tussen lhbti-personen en andere personen, maar ook niet tussen mensen die ongehuwd zijn en mensen die gehuwd zijn. Het gaat om volgens mij 140 mensen per jaar. Dat gaat niet het verschil maken. Ik roep mevrouw Rajkowski echt op om onder de motie van mevrouw Piri of onder die van mij — dat maakt mij verder niet uit — te gaan staan. Volgens mij is de VVD een liberale partij. Dit kan echt niet meer.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker. Daarom zullen wij bij wet ook geen onderscheid maken. En ik wil weten hoe we ervoor kunnen zorgen dat er ruimte blijft voor mensen die onvrij zijn in eigen land en toch hiernaartoe willen komen. Dit antwoord heb ik in dit debat en in meerdere debatten al herhaald. Ik kan het nog eens herhalen, maar omwille van de tijd …
De voorzitter:
Graag, want ik wil graag naar de volgende spreker.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik hoorde mevrouw Rajkowski net ingaan op het amendement dat de PVV heeft ingediend. Ik zou mevrouw Rajkowski daar het volgende over willen vragen. Ik kon uit haar beantwoording niet opmaken wat haar positie nou precies wordt. Over dat vunzige amendement van de PVV, waarin aan mensen wordt gevraagd om een verklaring te ondertekenen dat ze islamitische wetgeving — of woorden van gelijke strekking — niet als leidraad in hun leven nemen, gaf mevrouw Rajkowski aan: het moet inderdaad niet de bedoeling zijn dat mensen dat in Nederland doen. Wat is de positie van de VVD hierover en over dit amendement?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Het gaat om het verzoek om tegen mensen die hier komen, te zeggen: "Hier hebben we Nederlandse wet- en regelgeving. De shariawetgeving geldt hier niet. En ik wil niet dat u daarnaar handelt." Als u dat een gruwelijk idee vindt, dan staan we echt lijnrecht tegenover elkaar op dit punt.
De heer Van Baarle (DENK):
Hoe diep kun je als VVD zinken, dat je vluchtelingen expliciet een verklaring laat ondertekenen dat zij — ik haal even de tekst van het amendement aan — niet …
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat is niet mijn amendement.
De heer Van Baarle (DENK):
… islamitische wetgeving, islamitische principes, als leidraad nemen in hun leven. Dan ben je als VVD toch eigenlijk samen met de PVV een kruistocht aan het voeren tegen de islam, tegen moslims? Dan gaat de VVD toch gewoon mee in het islamofobe gedachtegoed van de PVV? Mevrouw Rajkowski staat hier te zeggen dat we zo'n open samenleving hebben. Nou, blijkbaar geldt dat niet voor mensen die hun leven willen inrichten op basis van islamitische principes, terwijl dat mag. Dat mag je vinden in Nederland. Maar volgens mevrouw Rajkowski mag dat niet. Ik vind dat schandalig.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Weet u, "islamitisch" is niet hetzelfde als het volgen van en handelen naar shariawetgeving. Dat is echt een verschil. Wij zijn inderdaad een open en vrije samenleving. Hier mag heel veel. Iedereen mag van alles vinden wat ik niet vind, maar als er gehandeld wordt naar shariawetgeving, dan ligt daar voor mij de grens. Als ik moet kiezen tussen de shariawetgeving en de open samenleving, dan zal ik altijd voor die open samenleving kiezen. Ik sta vooraan om alles wat die open samenleving bedreigt, te bestrijden. Denk aan vrouwen die geen pinpas mogen hebben, meisjes die niet op sport mogen, eerwraak of genitale verminking. Als dat een beperking van de open samenleving is, dan vind ik dat prima. Die keuze maak ik elke dag.
Ik wil ook nog even zeggen dat dit niet mijn amendement is. Ik word hier geïnterrumpeerd alsof ik de minister of de PVV ben, maar ik ben geen van beide, kan ik u vertellen.
De voorzitter:
Afrondend, kort.
De heer Van Baarle (DENK):
Over dat amendement geeft mevrouw Rajkowski namens de VVD aan dat de VVD dat gaat steunen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee, dat heb ik niet gezegd.
De heer Van Baarle (DENK):
En dat de VVD de gedachte erachter onderschrijft.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat is waar.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik vind het schrikbarend om al die voorstellen en voorbeelden die mevrouw Rajkowski zojuist noemde een-op-een gelijk te stellen aan de manier waarop iedereen die naar Nederland komt de islam zou beleven. Ik vind het schrikbarend dat zij aan iedereen die naar Nederland komt, wil vragen om een verklaring te ondertekenen waarmee ze zeggen: ik vind niet dat ik mijn leven mag leiden op basis van de principes van de islam zoals ik die beleef. Dat is geen vrije samenleving, mevrouw Rajkowski. Dat is mensen bij voorbaat verdacht maken. Dat is generaliseren. Dat is de open samenleving voor moslims weggooien. Ik zou tegen mevrouw Rajkowski willen zeggen: "Doe dat niet. Ga niet mee met de PVV. Stop hiermee."
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Sterker nog, we gaan nog een stapje verder. Als je hier integreert, moet je ook nog een verklaring ondertekenen waarin staat dat je begrijpt dat in Nederland mensen mogen trouwen met of verliefd mogen zijn op iemand van hetzelfde geslacht. Dat is toch ook niet discriminerend naar alle heterostellen? Ik begrijp uw zorg. Ik heb net ook aangegeven dat ik de gedachte steun dat wij niet willen dat hier mensen zijn die handelen naar shariawetgeving. Of dit amendement dat precies gaat bereiken, daar heb ik mijn zorgen over. Ik heb dus geenszins gezegd dat wij dit amendement gaan steunen. Maar ik sta zeker pal voor de gedachte dat wij niemand in Nederland willen hebben die handelt naar de shariawetgeving.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Podt van D66.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter. Ons migratiesysteem is stuk. Alleen al in de afgelopen tien jaar zijn meer dan 35.000 mensen verdronken op de Middellandse Zee: moeders, vaders, kinderen op de vlucht voor oorlog, onderdrukking en uitzichtloosheid. Tegelijkertijd werken in Nederland ongeveer 800.000 arbeidsmigranten, waarvan een groot deel onder vreselijke omstandigheden.
Sinds de jaren negentig is het vrijwel onmogelijk geworden om legaal en veilig naar Europa te komen. Dat heeft geleid tot een systeem van mensensmokkel met irreguliere en levensgevaarlijke routes. Het begon met een paar kleine vissersbootjes. Dat is uitgegroeid tot een netwerk van georganiseerde criminaliteit. Ondertussen hebben we in Europa alle controle verloren, niet alleen over wie er komen en hoe, maar ook over een normaal debat en daadwerkelijke oplossingen. De reactie van politieke leiders in Europa is steeds hardere taal en steeds vaker de roep om grenscontroles en steeds hogere muren. Maar hoe hoger de muur, hoe groter de noodzaak om een smokkelaar in te schakelen. Zo zitten we gevangen in een vicieuze cirkel van onmenselijk leed.
De wetten die wij vandaag bespreken, zullen daar geen enkele verandering in brengen. Een gemiste kans, als u het aan D66 vraagt. Als we echt werk willen maken van een beter migratiesysteem, moeten we ook nadenken over de lange termijn. We moeten bepalen hoe we willen dat migratie er in de toekomst uitziet en hoe we mensen die bescherming nodig hebben, veilig en waardig kunnen opvangen, zonder dat zij hun leven hoeven te riskeren op gammele bootjes. Dat vraagt om meer dan losse maatregelen. Dat betekent ook dat we moeten bouwen aan een nieuw Vluchtelingenverdrag, dat past bij deze tijd en dat onze waarden weerspiegelt.
De heer Boomsma (NSC):
Ik wil toch even een groot compliment uitspreken richting D66 en mevrouw Podt dat ze deze stap nu hebben gezet. Ik denk namelijk dat die heel belangrijk is. Het is iets wat wij al lange tijd bepleiten. Ik heb steeds gezegd: het huidige asielstelsel is failliet. D66 zegt nu: het is kapot; de perverse hindernisbaan die je hebt geschapen, waarin mensen via de mensensmokkelaars over de Middellandse Zee hierheen komen et cetera, kan niet meer. Ik ben daar dus heel blij mee en ik vind dat heel waardevol. De vraag is nu alleen welke stappen D66 bereid is te zetten om dat fundamenteel andere asielstelsel daadwerkelijk te gaan realiseren. Is mevrouw Podt het met ons eens dat dat inderdaad betekent dat je mensen moet gaan opvangen buiten Europa, zodat ze niet alleen hier asiel kunnen aanvragen? Is ze het ermee eens dat je dus van het recht op asiel hier naar opvang elders moet gaan? Hoe komen we daar?
Mevrouw Podt (D66):
Allereerst dank voor de complimenten. Het is altijd fijn om complimenten te krijgen. Ik snap de vragen van de heer Boomsma. Het probleem met het debat dat ik de afgelopen jaren heb gehad, is dat er bijna een soort paniek onder zat, zo van "o, en we moeten nu", weet je wel. Dan krijg je dus inderdaad locaties in Libië of in Tunesië. Het voorbeeld van Uganda was nou niet echt iets waarvan ik denk: daar word ik vanbinnen heel erg warm van. Wat wij van de week hebben gepresenteerd, is, denk ik, een plan dat een samenhang kent. In het debat over opvang in derde landen is mijn bezwaar tot nu toe geweest dat er werd gezegd "dan doen we die mensen daar" en dan moesten we het verder maar uitzoeken, wat juist ook werd ingegeven door die haast. Als de heer Boomsma mij vraagt hoe we dit de komende tijd moeten gaan doen, dan is mijn antwoord dat dit nog echt nog heel veel vergt. Als hij mij dus vraagt of ik een principieel voorstander ben van opvang in derde landen, dan zeg ik: onder bepaalde voorwaarden kan ik daar voorstander van zijn. Maar dan is dat wel altijd als onderdeel van een veel groter pakket, waarmee we ook echt gaan zorgen voor legale routes voor mensen om hiernaartoe te komen. Dat zeg ik niet alleen maar omdat ik dat humaan vind, want dat is de enige manier waarop het werkt.
De heer Boomsma (NSC):
Het is onderdeel van een groter debat, maar we zijn hier nu en we moeten die koers nu dan toch inzetten. Ik kan op zich mevrouw Podt helemaal volgen. In Europa zien we nu een soort race to the bottom, want iedereen wil strenger en soberder worden. Ik denk dat Nederland dan ook niet kan achterblijven; dat zal ik zo betogen. Maar uiteindelijk moeten we naar een fundamenteel ander systeem. Is D66 het dan ook met ons eens dat dat uiteindelijk alleen zal werken als je inderdaad afkomt van de perverse prikkel dat je dan alleen hier asiel mag aanvragen, waardoor al die mensen die gevaarlijke reis gaan maken, en dat dat dus betekent dat mensen die illegaal hier in Europa komen dan niet ook nog asiel kunnen aanvragen, dus dat je dat systeem moet doorbreken? Dan kunnen we daarna kijken hoe je dan wel legale migratieroutes gaat realiseren. Maar is mevrouw Podt dat met mij eens?
Mevrouw Podt (D66):
Nee, dat ben ik dus niet met u eens, zeg ik eventjes via de voorzitter. Want inderdaad doet meneer Boomsma wat op rechts al heel erg lang gebeurt en wat dus niet werkt. De volgordelijkheid die u schetst, werkt niet, dus dat we eerst de boel dicht gaan gooien en dan gaan kijken of we legale routes kunnen creëren. Het punt is dat het van tweeën één moet zijn. Wil je mensen ontmoedigen om hier via bootjes heen te komen, dan zul je wellicht in moeten zetten op de opvang in derde landen, maar dan zul je er ook echt voor moeten zorgen dat die legale routes er zijn, want anders zullen mensen blijven komen, meneer Boomsma. Dan kunt u hekken bouwen en dan kunt u bruggen ophalen wat u maar wilt, maar mensen zullen blijven komen.
De heer Boomsma (NSC):
Zegt D66 dus: eerst moeten we legale routes creëren en als die er zijn, veranderen we het asielstelsel zo dat mensen hier geen asiel meer kunnen aanvragen als ze op een illegale manier zijn gekomen?
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij heb ik het net ook al uitgelegd. Het is van tweeën één. Het moet allebei tegelijk, zonder volgordelijkheid.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb genoten van deze ideologische en filosofische discussie over hoe het stelsel er in perfecte staat uit zou moeten zien. Het Canadese model staat al jaren in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie, dus ook daar hopen wij op een dag naartoe te kunnen gaan. Maar het Migratiepact komt eraan. Er liggen nu twee wetsvoorstellen voor die overeen moeten komen met het stelsel. Ik stel toch wel echt voor om het te hebben over de inhoud, want deze discussie gaat de komende twee, drie, vijf of tien jaar niet plaatsvinden. Ik zou u, voorzitter, toch echt wel op willen roepen: laten we ingaan op de tekst, want er valt veel te bespreken, en dit is buiten de orde.
De voorzitter:
Dat gaat mevrouw Podt ongetwijfeld nu doen. Het woord is aan haar. Zij vervolgt.
Mevrouw Podt (D66):
Dit verbaast mij een beetje, zeg ik als ik nog mag reageren op de heer Ceder, want volgens mij hebben we het allemaal nodig. Volgens mij is het nodig dat we nu goede wetgeving behandelen. Ik vraag me overigens af of deze zich daarvoor kwalificeert. Ik denk echter ook dat we een langetermijnvisie nodig hebben, omdat het nodig is dat we met elkaar weten waar we naartoe gaan. Ik vind het dus een beetje een chagrijnige, cynische blik hierop. Volgens mij moeten we dit met elkaar gaan doen.
Voorzitter. Ik ga verder met mijn inbreng. De afgelopen jaren zagen we een Haags debat dat muur- en muurvast zat. Ik denk dat we daar net ook nog wat voorbeelden van zagen. Links en rechts graven zich in. Idealistische partijen aan de ene kant willen geen letter veranderen aan bestaande internationale verdragen. Conservatieve partijen aan de andere kant willen vooral hele hoge muren bouwen. Met beide standpunten komen we nergens. Daarom is het tijd om vanuit het progressieve midden te gaan bouwen aan werkbare oplossingen, om allemaal uit onze schuttersputjes te komen en om te gaan werken aan een toekomst die werkt voor zowel mensen op de vlucht als mensen in Nederland. Laat ik daarbij heel helder zijn. De waarden onder het huidige vluchtelingenbeleid blijven voor D66 gelijk. Een jongeman die vlucht vanuit Uganda vanwege de doodstraf op homoseksualiteit, een gezin dat in Jemen onder de bommen leeft of een vrouw die in Afghanistan wordt vervolgd omdat ze opkomt voor eigen rechten: deze mensen verdienen bescherming en veiligheid. Om die bescherming te kunnen bieden, moet het systeem op de schop.
Daarom stelt D66 voor om te bouwen aan een nieuw Vluchtelingenverdrag, waarin we duidelijke afspraken maken: alle veilige welvarende landen nemen hun eerlijke deel van de opvang van kwetsbare vluchtelingen op zich, ook Nederland, want dat past bij ons. We zien iedere dag op het nieuws hoe nodig het is om verantwoordelijkheid te nemen als mensen vluchten. Dat blijven we doen. Asielaanvragen worden buiten Europa behandeld. We selecteren volgens het Canadese model buiten Europa. De UNHCR heeft daarin een hoofdrol. We maken daarin goede afspraken met andere landen. We creëren legale, gecontroleerde routes om erkende vluchtelingen op een veilige manier te verwelkomen. Zo maken we het verdienmodel van mensensmokkelaars kapot en bieden we vluchtelingen een toekomst zonder levensgevaarlijke risico's. Wie hier welkom is, verdient een goede start met een verblijfsvergunning, taalles en werk. Mensen die geen kans maken op asiel, zullen buiten Europa worden geweigerd. We maken bindende afspraken met derde landen over een snelle en veilige terugkeer van deze mensen, waarbij hun rechten worden gewaarborgd.
Uiteraard zijn wij ons ervan bewust dat dit een proces is van een lange adem, dat dit nog heel veel vergt aan uitzoeken hoe je dat precies goed doet en dat ongeveer iedereen, van mensen op de vlucht tot mensen in Nederland, ook snakt naar oplossingen op de korte termijn. Ook daarvoor doet D66 voorstellen. Laten we het Europees Migratiepact zo snel mogelijk in Nederland invoeren; geen getreuzel meer vanuit het kabinet. Verplicht taalles vanaf dag één, zodat mensen snel volwaardig onderdeel worden van onze samenleving. Dat is goed voor de integratie. Met onze initiatiefwet kunnen mensen sneller aan het werk en halen we onnodige regels voor ondernemers weg. Zij staan te springen om personeel. Deze mensen brengen hun eigen kennis en ervaring mee. We willen eerlijke opvang van vluchtelingen over alle gemeenten, zodat we af kunnen van dure noodopvang op schepen en in hotels. We investeren in kleinschalige opvang die aansluit bij de buurt. Mensen die overlast veroorzaken, gaan naar een gesloten opvang. We versnellen hun terugkeer.
Voorzitter. We behandelen vandaag de wetsvoorstellen van oud-minister Faber. Iedereen in deze zaal heeft denk ik weleens last van hoofdpijn. Stel je nou voor dat je bij de dokter komt en dat die zegt: ik heb hier een pil. De bijwerkingen zijn keelpijn, enorme buikpijn en overal grote groene bulten. We hebben eigenlijk ook geen enkele reden om aan te nemen dat uw hoofdpijn hiervan voorbijgaat. Zou u deze pil nemen? Dit is precies wat er misgaat met de voorliggende wetsvoorstellen. De uitvoering zal verder vastlopen, de kosten lopen op en de terugkeer wordt bemoeilijkt. En er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit iets aan de instroom doet. Dat zeg ík niet, dat zeggen IND, DT&V, de politie, de Raad voor de rechtspraak, de Adviesraad Migratie en andere mensen die dagelijks werken aan dit beleid.
Het is overigens ook niet verrassend dat minister Faber broddelwerk heeft geleverd, want de manier waarop deze wetten tot stand zijn gekomen, is iets wat we eigenlijk nog nooit in deze Kamer hebben gezien: het passeren van uitvoeringsorganisaties, adviesorganisaties en inspecties, en uitvoeringstoetsen schrappen of ze er binnen een week doorheen rammen. Als je niet luistert naar de mensen die het werk straks moeten doen, die met hun poten in de klei staan en die weten wat wel en niet werkt, krijg je waardeloze, onuitvoerbare wetten en uiteindelijk vooral heel veel chaos. Dan kunnen wij als Kamer onze uiterste best doen, met rondetafels, met gesprekken met de uitvoering en met vele, vele amendementen, maar dan kijk je nog steeds naar een wet die fundamenteel rammelt.
Nu ligt de bal bij maar liefst drie ministers. Zij kunnen kiezen: of ze verbeteren de wetten en zorgen voor iets werkbaars, of ze blijven het broddelwerk van Faber verdedigen en schrijven het op hun eigen conto. Dus, wat hebben deze ministers sinds hun start als Asielministers gedaan om de uitvoeringsorganisaties tegemoet te komen? Hebben ze nog naar de uitvoeringstoetsen gekeken? En zo ja, waarom is er dan nog niks aangepast? Hebben ze gesprekken gevoerd en geluisterd? Zijn zij bereid om alsnog wijzigingen door te voeren? Of gaat snelheid toch nog steeds boven zorgvuldigheid, met als gevolg nog meer problemen voor zowel mensen in Nederland als mensen op de vlucht? Hoe reageert minister Van Weel op de inspecteur-generaal van zijn eigen inspectie, die heel duidelijk zei dat de asielketen nu zo'n puinhoop is dat het zulke grote wijzigingen simpelweg niet aankan?
Over één aspect van de wet is het terecht al veel gegaan, de onmiddellijke ingang, zonder overgangsrecht. Het klinkt zo logisch: als je snel resultaat wilt, moet je het gewoon lekker snel voor iedereen implementeren. Maar het effect is vrij bizar. Want als je je verblijfsvergunning al hebt aangevraagd, val je ineens onder andere regels. Dan mag je pleegkind ineens niet meer komen, of je partner waarmee je niet bent getrouwd, moet ineens toch achterblijven. Betrouwbaarheid is een groot goed, zeker als je de overheid bent. Halverwege de spelregels wijzigen, hoe slecht die spelregels je wellicht ook uitkomen, is onuitlegbaar. Ik vraag de bewindspersonen hierop te reflecteren, niet met "het komt ons zo goed uit", maar door aan te geven hoe dit het vertrouwen van mensen die net in Nederland zijn in hun nieuwe overheid vergroot.
Voorzitter. Beide wetten bevatten een bepaling dat na een jaar zal worden bezien wat de financiële consequenties zijn, zodat er eventueel kan worden bijgesteld, maar het daadwerkelijke effect van de wet, zowel op de instroom als op de uitvoering, wordt helemaal niet geëvalueerd. Daarom heb ik voor beide wetten een amendement ingediend om na drie jaar te evalueren hoe het ervoor staat. Minister Faber reageerde positief in de schriftelijke beantwoording, dus ik verwacht ook een positieve reactie van deze ministers.
Voorzitter. Onder deze wetten liggen verschillende aannames, waarvan ik er één wil uitlichten: het strengste asielbeleid ooit. Het komt veel terug in de beantwoording van de vragen die Kamerleden stellen: "Wij willen deze maatregel, want hij draagt bij aan het strengste asielbeleid ooit." Ik vind dat zo'n gekke aanname, want je kunt natuurlijk — dat gaan we vandaag ook doen — debatteren over de noodzaak om goed te kijken wie er binnenkomen en hoe we dat goed regelen met elkaar. Maar "streng" zegt natuurlijk helemaal niks. Het is een beetje kinderachtige manier van beleid maken: kijk, Duitsland, wij zijn lekker strenger. Ondertussen weten we dat wat werkt, niet een race to the bottom is met andere landen maar een samenwerking om te komen tot echte, werkbare oplossingen. Daarom vraag ik het volgende aan de minister. De PVV zit niet meer in de coalitie. Dan kunnen we toch ook stoppen met dit soort loze kreten en PVV-retoriek?
Voorzitter. Al met al heeft D66 grote problemen met de voorliggende wetsvoorstellen. Het lost de problemen niet op; het maakt ze erger. Het kabinet houdt daarmee de Nederlanders die zich terecht zorgen maken, voor de gek. Daarom zal mijn fractie niet instemmen met deze wetten. Ik zal per maatregel toelichten waarom.
Ik begin met de Asielnoodmaatregelenwet. Dit voorstel bevat een aantal maatregelen die D66 inhoudelijk best zou kunnen steunen. Dat ziet met name op voorstellen die toezien op een efficiëntere behandeling van aanvragen en herhaalde aanvragen. Eindeloze procedures zijn funest, kosten bakken met geld en houden mensen lang in de opvang. Het is terecht dat we hoge eisen stellen aan het indienen van een herhaalde asielaanvraag, want het mag geen instrument worden om terugkeer te frustreren. Het is goed als dit wordt aangepakt, maar ik heb wel twee zorgen.
Ten eerste. Het afschaffen van de voornemenprocedure gaat leiden tot een grotere druk op de rechtspraak, die al onder enorme druk staat. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de asielprocedure, maar ook voor reguliere rechtszaken waar rechters niet meer aan toekomen omdat ze zich hiermee bezig moeten houden. Hoe gaat de minister dit voorkomen? De rechtspraak zegt zelf dat alleen geld niet voldoende is, dus welke oplossing ziet hij? En welke soorten zaken moeten dan hiervoor wijken? Ten tweede is er in amendementen een aantal voorstellen gedaan die ook tot problemen zullen leiden, zoals het afschaffen van de rechtsbijstand. Het klinkt natuurlijk heel stoer, maar het effect is desastreus. We weten namelijk dat goede rechtshulp aan het begin juist zorgt voor een betere asielprocedure en daardoor minder rechtszaken en gedoe. Ik zou mevrouw Van Zanten en de BBB-fractie dus willen vragen om dit onverstandige voorstel in te trekken.
Voorzitter. Mijn fractie heeft in principe ook geen inhoudelijke bezwaren tegen het inkorten van de duur van verblijfsvergunningen, al denken we dat je dit alleen moet doen als het geen extra werk oplevert voor de IND. Dat wil zeggen: bij het verlopen van een verblijfsvergunning echt alleen grondige check doen als het landenbeleid daadwerkelijk is veranderd. Als de situatie in het land van herkomst nog precies hetzelfde is, zadelen we de IND alleen maar op met extra werk zonder dat het ook maar iets oplevert. Is de minister dat met D66 eens?
Wat we absoluut niet kunnen steunen, is het afschaffen van de permanente verblijfsvergunning. Integreren gaat het makkelijkst als je welkom bent, schreef Loesje op een van haar beroemde posters. Niks maakt zo duidelijk dat je eigenlijk niet welkom bent als de wetenschap dat je verblijf altijd tijdelijk is. Het werpt ook een extra obstakel op voor het verkrijgen van het Nederlanderschap. Ook dat gaat integratie tegen. We weten al tijden dat, naast praktische voordelen, het Nederlanderschap voor mensen een gevoelskwestie is. Ze willen echt Nederlander zijn, onderdeel zijn van de samenleving en daaraan bijdragen. Volgens mij moeten wij dat toejuichen. Dit obstakel naar naturalisatie is ook rechtsstatelijk een probleem, want we hebben internationaal afgesproken dat naturalisatie juist moet worden vergemakkelijkt. Door de maatregelen die nu worden genomen maak je het materieel onmogelijk dat mensen naturaliseren, vooral ook omdat de route voor langdurig ingezetenen maar voor een heel kleine groep een oplossing biedt. Zonder aanpassing of een andere route naar naturalisatie zal dit deel daarom sneuvelen bij de rechter. Laten we dat gewoon niet meer doen: wetten invoeren waarvan we van tevoren weten dat het niet lukt. Laten we ons focussen op echte oplossingen.
Daarom had ik een amendement ingediend om naturalisatie toe te staan na zeven jaar verblijf op basis van een tijdelijke verblijfsvergunning asiel. Maar wij begrepen dat deze aanpassing helaas niet kan, omdat het een aanpassing van de rijkswet betreft. Dat kunnen we in dit debat niet doen. Daarom zal ik bij dezen dit amendement moeten intrekken. Dat gaat over het amendement op stuk nr. 18 (36704), zeg ik voor de mensen die dat bijhouden.
De voorzitter:
Is dat het amendement op stuk nr. 18?
Mevrouw Podt (D66):
Ja, het amendement op stuk nr. 18.
De voorzitter:
Het amendement-Podt (stuk nr. 18) is ingetrokken.
Mevrouw Podt (D66):
Ja, maar niet zonder meer. Ik vraag de bewindspersonen wel het volgende. Juist door die juridische ellende moeten we er natuurlijk voor zorgen dat dit wel goed komt. Ik vraag de bewindspersonen dus wel om deze handschoen zelf op te pakken. Kunnen zij voor de implementatie van de wet komen met een route die naturalisatie daadwerkelijk mogelijk maakt?
Voorzitter. Mensen die niet in Nederland mogen zijn, moeten vertrekken, zeker als ze overlast veroorzaken of zelfs een bedreiging vormen voor onze openbare orde of nationale veiligheid. Daarom staat D66 achter het principe van de ongewenstverklaring. Maar wat in deze wet staat, is niks minder dan een verkapte strafbaarstelling van illegaliteit, en dat is een heilloze weg. Het krijgt geen mens méér het land uit, maar het duwt mensen nog wel verder onder de radar en leidt alleen tot meer onveiligheid op straat. Erkent de minister dat?
En hoe reageert hij op de opmerkingen van zijn eigen politie, die in haar reactie schrijft: "Met het ontbreken van maatregelen in dit voorstel die daadwerkelijk vertrek bevorderen en door het wegvallen van een vorm van opvang voor ongedocumenteerden die eerder in aanmerking kwamen voor de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen, heeft dit grote gevolgen. Dit kan leiden tot meer onveiligheid; zowel voor deze groep als voor de samenleving." Graag een reactie.
Dan het andere wetsvoorstel: de invoering van het tweestatusstelsel. D66 is niet principieel tegen twee statussen, maar ik vraag me wel echt af welk probleem dit nou moet oplossen. De reden dat we het huidige stelsel 25 jaar geleden hebben ingevoerd, is dat het bij de uitvoering helemaal misging en het verder weinig voordelen had. En dat is ook niet verwonderlijk. Ik zie echt niet in wat er in de jaren is veranderd waardoor dat probleem er nu niet meer zou zijn.
Als je alle verschillende adviezen bij elkaar pakt, kom ik tot de volgende lastenverzwaring bij de IND. Tijdens de procedure moet onderscheid worden gemaakt tussen twee statussen. Voor de IND'er kost dit meer tijd. Twee. Naar eigen verwachting van het ministerie zal ongeveer 75% van de mensen met een B-status bezwaar aantekenen en in beroep en hoger beroep gaan. Bij elke zaak is iemand van de IND betrokken. Drie. De IND moet ook in elke procedure toetsen aan artikel 8 EVRM vanwege de beperkingen in gezinshereniging, waar ik straks nog verder op zal ingaan. Vier. Het verlengen van vergunningen na drie jaar, of zelfs nog korter als het voorstel van de VVD wordt aangenomen, verdubbelt ongeveer de werklast van de VVD. Vijf. De ruimere mogelijkheid om …
De voorzitter:
Zei je nou "de werklast van de VVD"?
Mevrouw Podt (D66):
Ja.
De voorzitter:
O.
Mevrouw Podt (D66):
Er lag een voorstel van de VVD om de termijn nog korter te maken.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
...
Mevrouw Podt (D66):
O, pardon, ik hoorde mevrouw Rajkowski zeggen dat dat niet klopt. Dan verdubbelt de werklast van de IND, zal ik dan nog maar een keer zeggen, dus niet die van mevrouw Rajkowski!
De ruimere mogelijkheden om vergunningen in te trekken, betekenen dat IND'ers meer tijd kwijt zijn aan het intrekken zelf en alle procedures die daaruit volgen. Het beperken van gezinshereniging betekent dat mensen meer op eigen houtje zullen komen. Zij zullen ook in de procedure terechtkomen. Er komen meer aanvragen voor andere soorten verblijven. Die vragen ook extra inzet. En omdat er geen permanente vergunning meer zal zijn, worden er eindeloos veel aanvragen voor verlenging gedaan, want de gemiddelde oorlog is helaas niet binnen drie jaar voorbij.
Daar komt nog bij dat de IND geconfronteerd zal worden met twee hele grote stelselwijzigingen in een hele korte tijd, namelijk eerst de invoering van het tweestatusstelsel en daarna nog het Migratiepact. Het complexe is: minister Van Weel gaat over de IND, minister Keijzer over dit wetsvoorstel en minister Van Hijum over de implementatie van het pact. De IND zit straks in een driedubbele salto van stelselwijzigingen, terwijl de springplank nog in elkaar wordt geschroefd en niemand heeft afgesproken wie het vangnet ophangt. Het duizelt mij een beetje als ik het zeg, dus moet je nagaan hoe dit voor de IND zelf zou moeten zijn.
Wie van deze drie bewindspersonen gaat er nou voor zorgen dat de IND dit allemaal kan dragen? Heeft Van Weel tegen Keijzer en Van Hijum gezegd: jullie wetten moeten tegelijk ingaan, want anders komt mijn uitvoeringsorganisatie in de knel? Of gaat Van Weel straks uitleggen aan de IND dat hij er ook niks aan kan doen dat het chaos is, omdat het tweestatusstelsel en het Migratiepact nou eenmaal niet zijn verantwoordelijkheid zijn?
Ik noemde eerder al de extra druk op de rechtspraak vanwege het afschaffen van de voornemenprocedure, maar dit probleem is veel breder. De Raad voor de rechtspraak sprak over enorme gevolgen voor de werklast van de rechtspraak. Er is een waterbedeffect, waarbij maatregelen die een kleine verlichting bij de IND betekenen zorgen voor grote extra werklasten bij de rechtspraak en gevolgen die niet met extra geld op te lossen zijn. En jawel, over de rechtspraak gaat weer een andere bewindspersoon. Nemen deze ministers daar dus ook verantwoordelijkheid voor of moet de heer Struycken deze problemen zelf oplossen?
Voorzitter. Dan iets waar mijn fractie echt een groot probleem mee heeft. Het zit in beide wetten en gaat over zowel het EVRM als het belang van het kind, dus ik weet eerlijk gezegd niet wie van de drie ik hierop moet aanspreken. Maar het gaat over de beperking van gezinshereniging. Het permanent en structureel scheiden van gezinnen is voor D66 onbespreekbaar. Er worden heel veel maatregelen genomen die los van elkaar misschien soms onschuldig lijken, maar de totale impact van deze wetten is levensgroot. We spreken hier heel vaak in heel abstracte termen, maar het gaat om mensen. Dus laten we ook heel helder maken waar we het over hebben. Het gaat over vaders en moeders die hun kinderen jarenlang niet mogen zien. Het gaat over meisjes van 18 die alleen maar meer risico lopen om in een gedwongen huwelijk terecht te komen als hun ouders vertrekken en zij niet mee mogen. En het gaat over pleegkinderen die al enorm kwetsbaar zijn omdat ze geen ouders hebben en die straks moeten achterblijven. Even voor de context: we hebben het over 54 pleegkinderen per jaar, 54 kinderen die we alleen laten zitten. Kan de minister die gaat over de gevolgen voor kinderen, uitleggen welk verschil die 54 kinderen precies gaan maken en hoe dat zich verhoudt tot alle ellende die hierdoor veroorzaakt wordt?
Voorzitter. De schade die deze voorstellen zullen betekenen voor de ontwikkeling van kinderen, vind ik echt onverantwoord. Mijn dochter is 14. Het idee dat iemand van haar leeftijd twee jaar lang alleen in een vreemd land moet zitten wachten, gewoon omdat wij hier zogenaamd streng willen zijn, vind ik niet te verteren. Het alternatief is overigens, als zij niet meer veilig over kunnen komen, dat mensen hun kinderen meenemen op hun levensgevaarlijke tocht naar Europa. Daarom zal ik ook het amendement van mevrouw Piri van de GroenLinks-PvdA-fractie over het schrappen van de wachttermijn voor minderjarigen, steunen.
Beide wetten willen ook een einde maken aan gezinshereniging van ongehuwde partners. Om te beginnen vind ik dat echt een enorm ouderwets en conservatief standpunt. Het is 2025. In Nederland hebben we allang geaccepteerd dat lang niet iedereen wil trouwen en hebben we alles zo geregeld dat je als ongehuwde partners net zo veel rechten hebt als getrouwde koppels. Daarnaast wilde ik ook even markeren over wie het gaat. Ik zei het net al in het interruptiedebat met mevrouw Rajkowski. Het gaat over lhbti'ers die kunnen komen uit Uganda of Saudi-Arabië. Dat zijn mensen die niet kunnen trouwen in hun land van herkomst, die niets liever willen dan gewoon vrij en veilig bij hun partner zijn. Het kan niet zo zijn dat een land als Nederland, waar een van onze kernwaarden is dat iedereen vrij is om zichzelf te zijn, deze mensen juist om die reden buiten de deur houdt. Daarom diende ik al een amendement in om de nareis voor ongehuwden te behouden. Kan het kabinet hierop reageren? Waarom kiest het er juist voor om de meest kwetsbare groepen vluchtelingen zo hard te straffen met deze wetten? Hoe kan het kabinet volhouden dat juist dat onderscheid tussen gehuwden en ongehuwden geen ongeoorloofd onderscheid is wanneer we dit onderscheid in Nederland simpelweg niet maken?
Naast de inperking van het kerngezin heeft het kabinet andere manieren gezocht en gevonden om nareis zo lastig mogelijk te maken. Mensen die uit oorlogsgebied komen, mogen straks alleen hun gezin laten komen wanneer ze voldoen aan de volgende voorwaarden. Je moet minimaal twee jaar geleden een verblijfsvergunning hebben gekregen, je moet een zelfstandig inkomen hebben, en je moet beschikken over huisvesting. Let wel: de doorstroomwoningen, waar dit kabinet al een jaar over dimdamt, gelden niet als huisvesting, en er wordt voor gekozen om de urgentieverklaring te schrappen. Het gevolg is: gezinnen die waarschijnlijk ongeveer zeven jaar van elkaar gescheiden zijn. De beantwoording van het kabinet was zelfs nog duidelijker: voor bepaalde gezinnen wordt het helemaal onmogelijk om te herenigen. Daar kunnen de mensen die nu in de opvang zitten, het mee doen. Een vraag aan de bewindspersonen: is het cumulatieve effect van deze maatregelen nog evenredig? Hoe leg je bij een rechter uit dat dit nog kan? Want de IND zei het al: de kans dat de rechter dit toelaat, is heel klein. Daar zou ik aan toe willen voegen: dat lijkt me terecht.
Voorzitter. Er viel me iets op in de nota naar aanleiding van het verslag bij deze wet. Iedere keer als een Kamerlid vroeg "waarom zou je dit nou eigenlijk doen?" bij vragen over bijvoorbeeld het niet meer mogen komen van pleegkinderen, of over dat kinderen hun ouders niet meer mogen zien, was het antwoord van dit kabinet: omdat het mag. Maar dat is toch geen antwoord? Als het gaat over zulke voor gezinnen ingrijpende zaken is het niet genoeg om te zeggen "we hebben deze ruimte in de Europese richtlijn, dus we doen het". Dat iets mogelijk is, betekent niet per definitie dat je het ook moet doen. Dan moet je ook een inhoudelijke afweging maken waarom je dat gerechtvaardigd vindt. Ik vraag de minister, specifiek de minister die gaat over het belang van het kind, hierop te reflecteren.
Voorzitter …
De voorzitter:
Een vraag van de heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
Ik was de afgelopen dagen natuurlijk aangenaam verrast door de koerswijziging van D66. Ze willen ook een fundamentele herziening van het asielstelsel, verdragen aanpassen, perverse prikkels eruit halen et cetera. Nu hoor ik "we willen eerst heel veel legale routes creëren" en "deze wetten gaan we niet steunen". Maar de reden dat deze wetten voorliggen is toch ook dat we gewoon een zeer urgent probleem hebben en dat we de instroom moeten beperken? Ik vraag dus nu aan mevrouw Podt: vindt zij überhaupt wel dat wij de asielinstroom ook moeten beperken, of niet? En zo ja, hoe dan wel?
Mevrouw Podt (D66):
Laten we eventjes beginnen bij het feit dat ik, net als de heer Boomsma, bij allemaal bijeenkomsten ben geweest, onder meer met de Afdeling advisering van de Raad van State en de politie. De rode draad was daarbij: je kunt dit wel doen, maar het levert ongelofelijke problemen op voor de uitvoering en het lost niets op. We hebben geen enkele reden om aan te nemen dat dit iets gaat doen aan de instroom. Ja, dan wil ik het wel hebben over andere dingen. Ja, ik vind dat er iets aan de instroom gedaan moet worden. Ik denk dat er heel veel mensen naar Nederland komen die hier uiteindelijk helemaal niet mogen blijven. Daar wil ik een einde aan maken.
De heer Boomsma (NSC):
Er waren inderdaad kritische noten. Maar je kunt niet aan de ene kant zeggen "het is vreselijk als wij hoge drempels opwerpen voor nareizigers, want dan kunnen mensen niet meer nareizen", en aan de andere kant zeggen "het heeft geen enkel effect". Want als je die drempels hebt, dan komen er minder mensen. De vraag is dan: wat wil mevrouw Podt dan wel gaan doen op de korte termijn?
Mevrouw Podt (D66):
"Kritische noten". Sorry hoor, maar dat is wel een hele erge kleinmaking van wat er in deze rapporten stond. Ze liggen allemaal op mijn bureau en volgens mij hebben allerlei andere mensen ze ook liggen. Keer op keer op keer is het: dit gaat niet werken, dit overspoelt de uitvoering, dit lukt niet en dit slaat geen enkele deuk in de instroom. Dus nee, deze wetten zijn het niet. Ze gaan het niet worden en ze gaan niet doen waar mensen in Nederland op hopen.
De heer Boomsma (NSC):
Ik concludeer dat D66 dus geen enkel voorstel heeft waarmee de instroom beperkt zou worden. Mevrouw Podt zegt wel dat ze dat wil, maar ze komt met niets wat op korte termijn daadwerkelijk de instroom zou verminderen. Dat vind ik jammer. Of ze moet nu gewoon aangeven wat D66 dan wel wil.
Mevrouw Podt (D66):
Het allerbelangrijkste wat we nu kunnen doen — dat heb ik tot nu toe in ieder debat met de heer Boomsma gezegd — is ervoor zorgen dat het Migratiepact op een goede manier wordt geïmplementeerd. Dat is het eerste wat we kunnen doen om écht een deuk te slaan in de instroom en de zorgen waar mensen mee leven. Deze wetten doen helemaal niks. Ze doen niks voor mensen die hierheen komen en ze doen niks voor Nederland.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik heb toch een vraag wat betreft het Asiel- en Migratiepact. Dat zorgt er juist voor dat de vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft. Ik hoor mevrouw Podt net zeggen dat ze dat niet wil. Eerst dacht ik "laat ik deze maar even laten", maar nu ben ik wel nieuwsgierig. Afgelopen week stond het in de pers: D66 wil een nieuw verhaal op migratie. Nu hoor ik heel duidelijk per maatregel wat de partij wel en niet wil, maar welke voorstellen doet mevrouw Podt hier dan vandaag?
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij heb ik aan het begin van mijn verhaal — ik weet niet of u het goedvindt dat ik het nog een keer herhaal — een hele lijst genoemd van allemaal dingen voor de korte termijn. Daarvoor doet D66 meerdere voorstellen. Het Europees Migratiepact moet zo snel mogelijk in Nederland worden ingevoerd. Geen getreuzel meer. Al dat ge… Nou, ik zal dat woord niet gebruiken, maar we zitten allemaal niet te wachten op het gedoe van mevrouw Faber. Dat heeft het alleen maar vertraagd. Ik zie mevrouw Rajkowski knikken. Dit is wat we het beste kunnen doen om de instroom te verlagen. Wij zeggen: verplicht taallessen vanaf dag één, zodat mensen gelijk onderdeel worden van de samenleving en er goed geïntegreerd wordt. Mensen moeten ook sneller aan het werk gaan. Met onze initiatiefwet halen we de regels voor ondernemers weg. Er moet eerlijke opvang van vluchtelingen in alle gemeenten komen. Dit zeg ik ook even richting de VVD: het ongelofelijke geëikel over de Spreidingswet iedere keer laat de boel echt helemaal in de soep lopen. Dit zijn allemaal voorstellen die echt gaan helpen om ook op korte termijn wat te doen aan de problemen die we nu ervaren.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik wil aanhaken bij het laatste. Dit zijn allemaal voorstellen die niks doen aan de beperking van de instroom. Ze gaan over de verdeling, integratie et cetera. Ik ga deze discussie niet overdoen, maar ik constateer dat D66 gewoon niet de urgentie voelt om nu, op de kortst mogelijke termijn, de instroom terug te dringen. Dat zie ik nu even als een gegeven. Wat dan nog overblijft, is dat D66 heeft gezegd: de aanpassing van verdragen is geen taboe meer. Dat is heel wat, want tot voor kort schonden mensen die dat zeiden de rechtsstaat, en werden ze op die manier afgeserveerd. Als ik daar dan concreet op doorga: wat voor voorstellen wil D66 doen om te werken aan de broodnodige herziening van de verdragen? Wat kunnen we op dat gebied concreet tegemoetzien?
Mevrouw Podt (D66):
Ik ben een beetje bang dat we steeds in rondjes gaan en ik denk ook dat ik snap hoe dat komt. Ik zeg: het invoeren van het Europees Migratiepact is het belangrijkste en het allerbeste wat we kunnen doen om de instroom, en met name de instroom van mensen die hier uiteindelijk helemaal niet mogen blijven, te verminderen. Ik merk dat er in deze Kamer een soort dynamiek is ontstaan waarbij er steeds wordt gezegd: maar het is niet genoeg; er moet nog wat bij, er moet nog wat bij. Dat leidt allemaal af van die goede implementatie van dat pact. Daarom zitten we nu met deze broddelwetten, waar de uitvoering en dus ook de uitvoering van het pact helemaal op gaan vastlopen. We moeten ons focussen op dat Europese pact. Dat gaat ons helpen om op relatief korte termijn echt wat te doen.
Er waren twee vragen in één keer, dus ik ga even door naar de aanpassingen in het verdrag. Ik had daar natuurlijk net al een mooi interruptiedebatje over met de heer Boomsma. Ik denk dat wij ook hebben gezien dat de discussie op dit moment gewoon heel erg vastzit, dat er aan de ene kant steeds gekkere voorstellen worden gedaan om de rechten van mensen te ondermijnen, voorstellen die op geen enkele manier bijdragen aan een echte oplossing, en dat er aan de andere kant heel erg wordt vastgehouden aan allerlei dingen; misschien hebben wij dat ook wel gedaan. Ik denk dus dat het goed is om te kijken hoe we dat kunnen doen, hoe we kunnen bouwen aan een moderner verdrag. Dat betekent niet dat we het verdrag willen schrappen, want er zitten hele goede, belangrijke dingen in, die wij volgens mij ook met elkaar willen behouden. Ik noem het beschermen van mensen op de vlucht en het zorgen dat mensen nooit worden teruggestuurd naar ergens waar ze niet veilig zijn; volgens mij vind ik dan de SGP ook aan mijn zijde. Dat zijn volgens mij de dingen die we moeten doen.
De voorzitter:
Helder.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank voor het antwoord, ook met betrekking tot de verdragen en misschien de erkenning dat we tot nieuwe inzichten kunnen komen; dat waardeer ik. Dan nog even over het EU-pact. Ik ben van harte voorstander van een goede implementatie, maar ziet mevrouw Podt dat het EU-pact wel degelijk ruimte biedt aan lidstaten om bepaalde dingen anders of eventueel scherper in te vullen? Ziet zij daar ook ruimte voor?
Mevrouw Podt (D66):
Nou, in alle eerlijkheid niet zo veel. Ik ben heel benieuwd wat we uiteindelijk krijgen, maar ik denk dat de ruimte om daar wat aan te doen vrij beperkt is. Ik vind dat eigenlijk ook niet zo gek. Ik denk — en dat is niet de consensus hier in de Kamer — dat het belangrijk is dat we in Europa zo goed mogelijk samenwerken, dat we het met z'n allen doen. De tendens hier in de Kamer is: we doen een soort race to the bottom en we gaan allemaal voorstellen voorstellen om het nog moeilijker en ingewikkelder te maken, want dan zijn we misschien wel strenger dan Duitsland en België. Daar gaat het mij helemaal niet om. Ik wil iets wat werkt. Volgens mij is dat samenwerking.
De voorzitter:
U continueert.
Mevrouw Podt (D66):
Yes. Het laatste stukje hoor, voorzitter.
Voorzitter, tot slot. Ons huidige migratiesysteem is stuk en de politieke discussie zit muurvast. D66 doet vanuit het progressieve midden voorstellen om de politieke impasse te doorbreken. We weten namelijk dat ons land naar doorbraken snakt. We weten ook dat het kan, maar deze wetten zijn niet de weg. Daarom roep ik de Kamer op: laat je niet meeslepen in steeds hardere taal en steun geen wetten die de rechtsstaat ondermijnen. Laten we nu en de komende tijd de kans pakken om praktisch te kijken naar wat wél kan. Ik roep ertoe op om vanuit het midden politieke moed te tonen. Het is tijd voor een nieuw migratiesysteem met werkbare oplossingen. Of de drie ministers naar elkaar gaan wijzen voor antwoorden en verantwoordelijkheid zal blijken, maar ik hoop dat zij beseffen dat de broddelwetten van mevrouw Faber straks op hun naam staan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Er is nog een korte vraag van de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
De heer Boomsma kwam net met een confettikanon voor mevrouw Podt. Ik heb toch wat meer vragen, namelijk of de nieuwe koers van D66 er niet juist voor zorgt dat ook D66 die asielfuik in zwemt. Mevrouw Podt begon met een zin met de woorden: een nieuw Vluchtelingenverdrag dat onze waarden weerspiegelt. Ik vraag me het volgende af. Welke waarden weerspiegelt het huidige Vluchtelingenverdrag niet? Of zijn onze waarden veranderd? Wat moet er dan aangepast worden in dat Vluchtelingenverdrag?
Mevrouw Podt (D66):
Ik denk dat de heer Dassen en ik in ieder geval met elkaar kunnen concluderen dat het huidige Vluchtelingenverdrag niet voorkomt dat er 35.000 mensen doodgaan op de Middellandse Zee. Ik denk dat dat wel een makke is aan het verdrag, die ik heel graag zou verhelpen.
De heer Dassen (Volt):
Dat is niet helemaal een antwoord op de vraag. Wat betreft die 35.000 mensen: het is natuurlijk verschrikkelijk wat daar gebeurt. We moeten er ook alles aan doen om dat te voorkomen, met legale routes en met corridors die dat kunnen aanpassen. Maar op het moment dat D66 zegt dat verdrag te willen aanpassen, dan moeten alle 150 andere landen die dat ook hebben ondertekend, het daarmee eens zijn. Ik ben benieuwd hoe D66 dat voor zich ziet, want er zijn natuurlijk ook andere landen, die dan misschien andere wensen gaan hebben. Ik ben benieuwd hoelang D66 denkt nodig te hebben om dit verdrag aan te passen.
Mevrouw Podt (D66):
Dat gaat natuurlijk echt wel een poosje duren — dat heb ik volgens mij ook al elders gezegd — maar dat is geen reden om het niet te doen. Ik vond het zo jammer dat de eerste reflex van Volt in reactie hierop toch een beetje de angstreflex was. Het was toch een beetje: oeh, oeh, we weten wat we hebben en we weten niet wat we krijgen, dus laten we het maar niet doen. Ik denk dat als de heer Dassen en ik allebei tot de conclusie komen dat er in het huidige verdrag zulke grote makken zijn dat mensen met z'n allen verdrinken op de Middellandse Zee, dat ze worden achtergelaten in de woestijn in Tunesië en dat ze onderweg allerlei vreselijke dingen meemaken, we daar iets aan moeten doen. Dan kunnen we toch niet zeggen: poeh, dat vinden we politiek wel heel erg spannend? Volgens mij is het heel belangrijk dat we dat zorgvuldig doen. Dat gaat tijd vragen, zeker weten. Is dat ingewikkeld? Hartstikke. Maar we gaan het wel doen.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Dassen (Volt):
Mevrouw Podt schuift de schuld van de duizenden doden in de Middellandse Zee af op het Vluchtelingenverdrag. Dat vind ik fascinerend. Inderdaad is mijn fractie er bezorgd over dat D66 meegaat in de campagneretoriek die we tot nu toe voornamelijk bij rechtse partijen zien en dat het electoraal gewin ook bij D66 de bovenhand gaat voeren. Als je zegt "wij willen alleen nog maar dat er asielaanvragen kunnen plaatsvinden buiten Europa", wat betekent dat dan voor al die mensen die op de vlucht zijn en hier in ieder geval bepaalde rechten hebben, maar waarschijnlijk lokaal die rechten niet krijgen? Hoe zorgen we er dan voor dat we juist die mensen beschermen? De kans wordt namelijk groter dat het gevolg van dit beleid van D66 is dat de routes nog veel gevaarlijker gaan worden. Dat betekent dat er nog veel meer doden zullen vallen.
Daarnaast — ik rond af, voorzitter — moet niet alleen het Vluchtelingenverdrag aangepast worden. Je zult ook de Unieverdragen en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aan moeten gaan passen. Kortom, je zult alle verdragen die we met elkaar hebben, moeten aanpassen. Ik ben van mening dat dat zeer onverstandig is om te gaan doen.
Mevrouw Podt (D66):
Even voor alle duidelijkheid: ik geef het Vluchtelingenverdrag helemaal nergens de schuld van. Het is in de basis een heel, heel erg mooi verdrag waar bepaalde waarden in zitten — daar had de heer Dassen het net ook al over — die voor mij gewoon ontzettend belangrijk zijn. Dat heb ik ook al eerder met mensen gewisseld. Dat gaat over het feit dat je nooit iemand terugstuurt naar een plek waar diegene onveilig is. Dat gaat erover dat je mensen opvangt die dat echt nodig hebben. Volgens mij zijn dat allemaal heel belangrijke dingen. Het lijkt mij evident dat Unieverdragen ook aangepast moeten worden. Maar weet je wat ik nou zo jammer vind? De heer Dassen spreekt over "electoraal gewin". Eigenlijk bevestigt dat natuurlijk een beetje het punt dat ik probeerde te maken, namelijk dat we hier vanuit de Kamer aan twee kanten beschietingen aan het doen zijn en steeds maar zeggen: ja, dat kan eigenlijk niet; als je dat doet, dan gaat het helemaal niet goed. Zo staan de heer Dassen en ik toe te kijken, terwijl de partijen aan de rechterkant aan alle kanten steeds meer dingen doen om de boel te ondermijnen. Nou, ik neem daar geen genoegen meer mee. Ik vind het idee dat dit heel veel werk zou zijn, ook echt geen reden om het niet te doen, zeker niet als er zo veel dingen zijn die we te doen hebben.
De voorzitter:
De volgende spreker is mevrouw Vondeling van de fractie van de PVV. Na haar bijdrage schors ik voor de lunch. Het woord is aan mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Meneer de voorzitter. Nederland is Nederland niet meer. Onder de kabinetten-Rutte zijn meer dan 1 miljoen niet-westerse immigranten binnengelaten. Een bijna ongelimiteerd aantal vreemdelingen overspoelt al jaren ons land. De halve wereld wordt hier binnengelaten, ondanks dat Nederland een van de meest dichtbevolkte landen in Europa is. Het zijn de Nederlanders die hiervoor moeten bloeden. Voor hen zijn er geen huizen meer. Voor hen is er geen geld meer. Voor hen is het niet meer veilig op straat. Als we hier niet snel mee stoppen, dan zijn we straks een minderheid in eigen land en is ons land niet meer te redden. Niemand in Nederland blijft gespaard van de hoge prijs die we betalen voor dit vernietigende beleid. We houden niets meer van ons land over. De leefbaarheid verdwijnt omdat we simpelweg de ruimte niet hebben om jaarlijks honderdduizenden nieuwkomers op te vangen. Het is nu al zo erg dat er zelfs geen woningen zijn voor onze eigen mensen, want de schaarse woningen die we hebben, worden met voorrang weggegeven aan nieuwkomers, aan statushouders. En ze zijn er niet eens dankbaar voor. Ze weigeren prachtige huizen, omdat ze liever allemaal een villa hebben, of ze verhuren de schaarse sociale huurwoningen die ze met voorrang hebben gekregen aan anderen door, zodat ze duizenden euro's per maand in hun eigen zak kunnen steken. Het schandalige is dat ze hier niet eens voor gestraft worden.
Niet alleen de leefbaarheid gaat eraan, maar ook onze veiligheid. Onze wijken en onze steden verloederen door het opengrenzenbeleid dat jarenlang onder leiding van de VVD is gevoerd. Complete straten zijn overgenomen door islamitische slagers, shishalounges en dönerkebabzaken. Moeders en dochters durven op vrijdagavond niet meer te winkelen op de Lijnbaan in Rotterdam, vanwege groepen allochtone jongeren met hoodies die voorbijgangers intimideren. Winkeliers in Rotterdam centrum klagen over de toenemende overlast, agressie en diefstallen.
Grote groepen minderjarige Syriërs teisteren onze steden. In Utrecht, Groningen en Nijmegen zijn er op klaarlichte dag vechtpartijen, worden er spullen gestolen en zijn er andere ernstige incidenten met Syrische jongeren. Ze gebruiken drugs en alcohol, en lopen met wapens rond. In Ter Apel, waar het grootste aanmeldcentrum voor asielzoekers zit, hebben bewoners al jarenlang last van overlast en criminaliteit door asielzoekers. Ter Apel is geen dorp meer. Huizen en tuinen worden bewaakt met camera's. Winkels worden leeggeroofd door asielzoekers. Niet alleen in Ter Apel, maar ook in andere gemeenten waar een azc is, is er ellende. In Sint Annaparochie rijden begeleiders mee in de bus om te voorkomen dat meisjes worden lastiggevallen door jonge asielzoekers. In Budel veroorzaken asielzoekers al jaren overlast. Er zijn diefstallen, vernielingen en bedreigingen. Om overlast tegen te gaan, is er zelfs een burgerwacht opgericht.
Voorzitter. Het is te idioot voor woorden dat we dit ons land en onze mensen aandoen. Iedere week weer komen er 700, 800 asielzoekers bij. Om de elf dagen wordt ergens in een dorp of stad een azc uit de grond gestampt. Venlo, dat helemaal geen extra asielzoekers hoeft op te vangen, krijgt toch bijna 500 asielzoekers door de strot geduwd. In Helmond willen ze 100 minderjarige vreemdelingen gaan opvangen, terwijl daar een paar jaar geleden nog een dakloze vrouw is verkracht door vier minderjarige asielzoekers. Het is schandalig. Ik roep de minister dan ook op om een streep te zetten door deze plannen. Nederland gaat hieraan kapot.
De voorzitter:
Is dit een goed moment voor een interruptie?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ja, prima.
De voorzitter:
De heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Deze verhalen kennen we wel van de PVV. U heeft daarmee ook veel stemmen gewonnen en u bent de grootste geworden. "Het meest rechtse kabinet ooit met het strengste asielbeleid ooit", werd het toen genoemd. U heeft zelfs een minister geleverd. Er liggen nu twee wetsvoorstellen, waarvan minister Faber aangaf dat er niets aan gaat veranderen, hooguit een punt of een komma. Inmiddels zijn er een aantal amendementen ingediend door de PVV. We kunnen het debat heel erg verkorten als we de volgende vraag beantwoord krijgen. Zijn die ingediende amendementen randvoorwaardelijk voor de steun van de PVV voor de wetten die op tafel liggen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Allereerst wil ik even reageren op de uitspraak "verhalen van de PVV". Dit zijn geen verhalen van de PVV; dit is gewoon de werkelijkheid, zoals het nu in Nederland gaat. Ik ben bijna bij het eind, en dan ga ik hier ook op in. Misschien kunt u dat even afwachten. Dan reageer ik gelijk op uw interruptie.
De voorzitter:
Ja, dan doen we dat. Dat is handiger. Dan gaan we eerst naar u luisteren.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ja? Oké. De PVV steunt alle maatregelen om de instroom te beperken, dus ook deze wetten. Maar als de wetten helemaal worden uitgekleed en afgezwakt, dan wordt het voor de PVV moeilijker om voor de wetten te stemmen. Met een slap aftreksel van deze wetten gaan wij niet akkoord. Sterker nog: we willen alles liever nog strenger. Daarom heb ik ook drie amendementen ingediend: een amendement om alle asielzoekers een antishariaverklaring te laten tekenen — en als ze dit weigeren, is er voor hen geen plek in Nederland — een tweede amendement om illegaliteit strafbaar te stellen, en tot slot een amendement om die verschrikkelijke Spreidingswet in te trekken, die van Nederland één groot azc maakt. Voor de PVV is het voor de beoordeling van de wet heel belangrijk dat ons amendement om de Spreidingswet meteen af te schaffen de eindstreep haalt.
Voorzitter. Ik rond af. Nederland kan de enorme asielinstroom niet meer aan. We gaan eraan onderdoor. Strenge maatregelen zijn nodig. Daarom verwacht ik brede steun voor alle voorstellen die deze wet nog strenger maken.
Dank u wel.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Zoals ik aangaf, heeft PVV-minister Faber deze wetten gecreëerd. Zij heeft ook gezegd: ik verander er niets aan, hooguit een punt en een komma. Inmiddels heeft de PVV drie amendementen op tafel gelegd die, zoals ik het begrijp, randvoorwaardelijk zijn voor steun. Betekent dat dan dat de PVV als een van de amendementen niet aangenomen wordt, of als ze alle drie niet aangenomen worden, bij ongewijzigde vorm van de wet tegen de twee wetsvoorstellen gaat stemmen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Zoals ik net heb gezegd, gaan wij sowieso niet akkoord met een slap aftreksel van deze wetten. Ik heb amendementen gezien die alles eruit halen. Dan kunnen wij natuurlijk moeilijk vóór de wetten gaan stemmen. Wat betreft de amendementen: ik ga gewoon kijken of daar steun voor is. Ik heb net al gehoord dat er volgens mij steun is van partijen voor de antishariaverklaring en voor de strafbaarstelling van illegaliteit. Dat gaan wij beoordelen als we gestemd hebben over het amendement. Dan gaan we kijken wat er nog over is van de wetten en of we voor de wetten gaan stemmen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
We hebben vandaag een lang debat, waarschijnlijk tot lang na middernacht. Maar dit debat kan heel erg ingekort worden, want het is heel simpel: als de PVV niet voor het wetsvoorstel gaat, ongeacht of het nou in deze vorm voorligt of in gewijzigde vorm — dat kan dan een versteviging of een verslechtering zijn — dan haalt het waarschijnlijk geen meerderheid. Dan kunnen we dat met elkaar afconcluderen en naar huis gaan. Zo simpel is het, dus daarom stel ik deze vraag. Dit is best wel van belang. Ik ga de vraag even afpellen: stel dat deze wetten zo blijven en er geen verlichting ontstaat door aangenomen amendementen, maar dat ook uw amendementen alle drie niet worden aangenomen, gaat de PVV dan stemmen voor deze wetten, de Faberwetten?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik ga nu nog niet in op als-danvragen. Dat ziet u volgende week wel. Wij gaan ons beraden zodra wij weten welke amendementen er worden aangenomen en in hoeverre het wetsvoorstel wordt afgezwakt. Dan gaan wij ons als fractie beraden en komen we daarop terug.
De voorzitter:
Helder, helder. Afrondend.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik begrijp dat de PVV nog niet van tevoren over de drie amendementen die het indient, bijvoorbeeld het direct intrekken van de Spreidingswet, zegt: als die verworpen worden, zijn wij tegen het wetsvoorstel zoals dat voorligt. Als u dat helder kunt aangeven, is dat ook prima; dan gaan we door tot na middernacht. Maar dan is er in ieder geval wel duidelijkheid.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb gezegd dat het voor ons wel heel belangrijk is. Maar ik ga nog geen oordeel geven wat betreft de vraag of we voor of tegen de wet gaan stemmen.
De heer Bontenbal (CDA):
Om de asielketen sterker te maken, hebben we een sterke IND nodig. De IND vormt de spil van de uitvoering. De IND beoordeelt mensen en dat moet sneller en rechtvaardiger gebeuren. Is mevrouw Vondeling het met mij eens dat we de IND de komende maanden en jaren moeten versterken in plaats van verzwakken?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Voor zover ik weet, krijgt de IND ook meer geld voor de uitvoering van deze wetten; ik weet het bedrag even niet. Ongeacht of het nu gaat om deze wetten of om ander beleid, ga ik er gewoon vanuit dat, op het moment dat er een strenger asielbeleid wordt gevoerd, er minder mensen hiernaartoe komen en dat de IND dus ook minder personeel nodig heeft, omdat men minder te doen heeft. Ik ga dus niet vooruitlopen op de komende jaren. Ik weet wel dat er voor deze wetten meer geld is uitgetrokken.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb het niet over geld. Ik heb het over het verzoek van de IND. De IND zegt zelf: als jullie nu twee keer een stelselwijziging over ons heen gaan gooien, gaat het mis bij ons. We hebben de IND nodig om het asielstelsel in Nederland beter te kunnen laten functioneren. Dan weegt het feit dat de IND zegt "schuif het even een paar maanden naar achteren en voer dit samen met het Migratiepact in" voor mijn fractie heel zwaar. Dus ik stel nogmaals mijn vraag: wil de PVV de IND, op hun verzoek, sterker maken, of wil zij de IND een probleem bezorgen door met de huidige manier door te gaan? Dan heb ik het met name over het tweestatusstelsel.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik vind dit gewoon slappe hap van de heer Bontenbal van het CDA. Het lijkt er gewoon op dat hij geen strenge maatregelen wil. Wij luisteren vooral naar wat Nederland nodig heeft, en dat is: minder asielzoekers. Daarvoor zijn er maatregelen nodig. We zijn al jaren aan het wachten. Al jaren wordt er niets gedaan. Om nu dan te zeggen "de IND krijgt het misschien te druk", terwijl die er ook voor gecompenseerd wordt en terwijl de maatregelen die genomen worden, effect kunnen hebben op de instroom … Ik ga gewoon niet mee in dat verhaal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, dat is een mooi ingestudeerd frame. Dat had ik verwacht. Het gaat er natuurlijk om dat we dingen doen die in de praktijk werken. Het moet effect hebben. Ik neem aan dat u niet alleen maar voor de bühne politiek wil bedrijven, maar dat u wil dat het asielprobleem in Nederland daadwerkelijk wordt opgelost. Als de cruciale organisatie, de IND, zegt "voer dit tegelijk met het Migratiepact in" — de directeur van die organisatie zei dat vanochtend nog nadrukkelijk; die gaf ons dat als advies mee — dan wil ik bijvoorbeeld gewoon weten hoe de Kamer denkt over ons amendement om dit even een paar maanden op te schuiven, zodat we het probleem in Nederland daadwerkelijk gaan oplossen. Laten we niet alleen maar voor de bühne zeggen dat we strenger immigratiebeleid willen, maar daadwerkelijk een poging met elkaar doen om de uitvoering beter te krijgen. Voor ons weegt dat zwaar. Ik ben heel benieuwd hoe de PVV daarnaar kijkt.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het CDA heeft de afgelopen jaren alle kansen gehad om het strenger te maken. Dat hebben ze niet gedaan. Voor ons weegt zwaar wat de kiezer wil en wat Nederland wil. Dat we de asielinstroom kunnen verlichten, dat weegt voor ons zwaar en niet wat de directeur van de IND zegt.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat is wel een helder signaal. Het interesseert u niet, het interesseert de PVV niet wat de IND ervan vindt, en daarmee is het hele cynische politiek. U kunt natuurlijk verwijzen naar mijn partij, maar er heeft anderhalf jaar een bewindspersoon gezeten die haar werk had moeten doen en het niet gedaan heeft. Ik concludeer: de uitvoering interesseert u niet. U bent eigenlijk niet bezig met beleid wat echt werkt, maar u wil vooral aan uw achterban laten zien dat het allemaal heel stoer is. Dat vind ik echt enorm cynische politiek.
Mevrouw Vondeling (PVV):
We hebben in ieder geval gezien dat het CDA de afgelopen jaren heeft laten zien dat het beleid van het CDA niet werkt.
De heer Van Baarle (DENK):
Elke keer als de PVV extremisme, racisme en islamofobie uit, zal ik hier staan om dat tegen te spreken. We hoorden mevrouw Vondeling net Syrische Nederlanders wegzetten als een soort dieven, als misdadigers. We hoorden mevrouw Vondeling van de PVV net moslims verdacht maken, omdat ze van de PVV maar een verklaring, een antishariaverklaring, zouden moeten ondertekenen. We hoorden mevrouw Vondeling net vluchtelingen wegzetten als een soort fraudeurs die hier alleen maar zijn om druk op de Nederlandse woningmarkt te zetten. Dit is racisme. Dit is groepen mensen verdacht maken op basis van wie ze zijn. Ik zeg tegen mevrouw Vondeling: als zij hier durft te zeggen dat de Nederlandse cultuur onder druk zou zijn, dan is er toch maar één bedreiging daarvoor? Dan is dat toch de PVV met dit racisme, met dit wereldbeeld?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dit is geen racisme; dit zijn de feiten. Meneer Van Baarle kan dat misschien niet aan, maar dit zijn gewoon de feiten. Dit zijn gewoon nieuwsberichten, de feiten. Wat ik heb opgenoemd, zijn allemaal feiten. Dat lijkt me moeilijk te ontkennen.
De heer Van Baarle (DENK):
We zitten hier niet in de politiek om maar een beetje met koppen in De Telegraaf en stoere zinnen te strooien, om maar groepen in deze samenleving verdacht te maken. Dat is wat mevrouw Vondeling doet. Dat is wat mevrouw Vondeling hier doet en wat de PVV keer op keer doet. Als ik tegen mevrouw Vondeling zeg dat dat extremisme is, dat dat racisme is en dat dat groepen in Nederland onrecht aandoet, dan komt mevrouw Vondeling niet verder dan deze reactie, en dat is zwak. Het creëert een klimaat in Nederland waarin mensen grenscontroles gaan uitvoeren, waarin raadsleden lastiggevallen worden omdat ze voor een azc in hun gemeente stemmen. Mevrouw Vondeling met de PVV is daar medeverantwoordelijk voor. Beseft zij dat zij met deze retoriek dit giftige klimaat in de Nederlandse samenleving aan het zaaien is?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het klimaat wordt gecreëerd door al dat tuig, dat allochtone tuig, het asielzoekerstuig, die zich niet aan onze normen en waarden houden, die onze steden onveilig maken, die onze vrouwen aanranden, en ik kan nog wel even doorgaan. Daar wordt het klimaat door gecreëerd, niet door de PVV. Wij benoemen de feiten. Wij zeggen: daar moet wat aan gedaan worden. Uw partij DENK speelt alleen maar een slachtofferrol en wil niet de feiten zien die er zijn.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Van Baarle (DENK):
Mevrouw Vondeling benoemt helemaal geen feiten. Mevrouw Vondeling spuwt racisme, spuwt moslimhaat, spuwt hier gewoon een vorm van politiek extremisme die bestreden moet worden. Het tuig waar mevrouw Vondeling het over heeft, dat zijn mensen. Ménsen! En op basis van afkomst zet zij hele groepen weg. Dan zeg ik: het tuig is niet in de samenleving, het tuig staat dáár.
De voorzitter:
Nou, dat gaat me iets te ver.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik vind dat mevrouw Vondeling moet stoppen met het zaaien …
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, we gaan hier elkaar niet voor tuig uitmaken. Dat gaan we echt niet doen. Mevrouw Vondeling, afrondend.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wat ons betreft kan dat tuig inderdaad het land uit.
De voorzitter:
De heer Ceder. Dit is zijn veertiende interruptie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, maar het gaat ook om twee wetsvoorstellen die samengepropt zijn en om een van de grootste stelselwijzigingen in Nederland maar ook in Europa. Dat mag toch wel?
De voorzitter:
Het mag. Dat hebben we afgesproken, maar …
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik had ook gehoopt … Ik zal het kort houden.
De voorzitter:
Ik probeer een beetje in te spelen op uw gevoel voor …
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat snap ik. En dat werkt een beetje, geef ik u mee.
De voorzitter:
Dat doet mij goed. Nu uw interruptie nog.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb dit even laten bezinken. De PVV zegt over de wetten in ongewijzigde vorm: we gaan nog kijken wat we ermee doen. Maar de PVV is natuurlijk weggelopen omdat het allemaal strenger moest. Nu liggen er twee wetsvoorstellen waarvan de PVV niet kan uitsluiten dat ze voor gaan op het moment dat deze aangenomen worden. Waarom bent u dan weggelopen? Dan zou uw amendement toch randvoorwaardelijk moeten zijn, want het moest toch strenger? Dus ik wil graag even dat u ons meeneemt, of in ieder mij meeneemt, want ik probeer u te begrijpen, in waarom deze wetten van nota bene minister Faber onvoldoende zouden zijn. Of zijn ze misschien toch wel voldoende, omdat u, als uw amendementen worden weggestemd, misschien toch nog wel voor gaat?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Deze wetten zijn in principe ook niet genoeg. Dat is ook de reden dat mijn fractievoorzitter een tienpuntenplan heeft gelanceerd. Andere landen gaan ons voorbij, ook met deze wet. Het is gewoon niet genoeg. Dat betekent niet dat ik uit ga sluiten dat wij voorstellen die het ook maar ietsjes strenger maken niet zullen gaan steunen. Ik zeg u alleen dat als ik kijk naar alle amendementen die zijn ingediend, ik zie dat die alles afzwakken en dat die de onmiddellijke werking eruit halen, en wij gaan niet voor een kale wet stemmen. Voor de rest zult u gewoon volgende week moeten afwachten voor wat wij gaan doen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, maar u wilt resultaat. Dat wil ik ook. Nogmaals, van de ChristenUnie mag het ook steviger. We moeten naar een rechtvaardiger asielbeleid, want het is gewoon stuk. Maar een rechtvaardiger en strenger asielbeleid krijg je niet als er dingen geamendeerd worden die bij de rechter stuklopen, waardoor het oude stelsel in stand blijft. Rechtvaardiger en strenger beleid krijg je niet op het moment dat we dingen roepen, maar de IND die niet kan waarmaken, waardoor de procedures nog langer duren, de opvangketen nog meer op slot gaat en we eigenlijk de mensen beloven dat we, de PVV voorop, het allemaal beter gaan maken, maar we het eigenlijk, met de PVV voorop, strenger maken. Ik snap dat u zegt: ik roep wat het volk wil. Maar als parlementariër moet u toch ook bekijken of er voldoende personeel, geld en juridische basis voor is. Mijn vraag is of u vindt dat daaraan voldaan is met uw amendementen en met wat er nu ligt.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik hoor weer hetzelfde riedeltje. Dat hoor ik al een jaar. Niks kan, niks mag. We moeten ons altijd overal aan houden, terwijl andere landen ons voorbijgaan. Ik ben het daar gewoon niet mee eens. Natuurlijk luisteren wij ook naar organisaties, maar we luisteren ook gewoon naar de mensen. Andere landen doen ook dingen. Nederland is volgens mij het enige land met een tweestatusstelsel. En nu wordt er hier een enorm probleem gemaakt van dat we niet naar een eenstatusstelsel kunnen gaan, terwijl andere landen dat allemaal hebben. Ik zie gewoon smoesjes van andere partijen om geen strenge maatregelen te steunen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De Raad van State heeft geen smoesjes gegeven. De IND heeft heeft geen smoesjes gegeven. De Raad voor de rechtspraak heeft geen smoesjes gegeven. Het ministerie heeft geen smoesje gegeven. Het is geen groot complot om de PVV dwars te zitten. We doen allemaal ons best om deugdelijke wetgeving en een stelsel opgetuigd te krijgen. Het merendeel van deze Kamer wil dat het anders gaat en erkent dat het asielbeleid stuk is, maar er is geen groot complot tegen de PVV. Er is wel behoefte aan dat als we iets regelen, het bij de rechter standhoudt, en dat er voldoende geld en beleid is.
Voorzitter. Ik constateer dat de PVV nog in de lucht laat hangen of zij dit gaat steunen. Daarmee is de basis om dit wetsvoorstel het te laten halen heel wankel. We kunnen volgende week de situatie hebben dat beide worden verworpen en dat we, mede door de PVV, nog steeds een stelsel hebben dat stuk is. Dan zou ik wel zeggen dat de PVV niet alleen de Partij voor de Vrijheid is, maar de PVW, de Partij van de Weglopers. Ik roep u op om verantwoordelijkheid te nemen. Wij willen samenwerken om te bekijken waar het beter kan, maar het moet wel deugdelijk en dan doe ik ook een beroep op u.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik hoor geen vraag.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik heb een eenvoudige vraag voor mevrouw Vondeling. Een paar jaar geleden diende de PVV een initiatiefwetsvoorstel in om een einde te maken aan de dwangsommen bij de asielaanvragen. Er ligt nu een amendement van de SGP om daar inderdaad een einde aan te maken. Kan ik rekenen op de volledige steun van de PVV bij de aanscherping van dit wetsvoorstel?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Uiteraard houden wij nog een fractievergadering waarin de amendementen worden besproken, maar ik verwacht wel dat wij hier positief tegenover staan.
Mevrouw Podt (D66):
Ik wil toch nog heel even doorgaan op de steun voor die wetten. Dat is toch iets wat we allemaal gewoon graag willen weten. Nou zit ik nog weleens op Twitter en dan zie je wat dingen voorbijkomen. "Wat een slappeling die Henri Bontenbal." Sorry, meneer Bontenbal, ik was het niet die dat zei. "De asielwetten mogen van hem pas over een jaar ingaan met een onzinnig overgangsrecht." Dat is toch eigenlijk al een bepaalde indicatie van waar de PVV staat, zou ik zeggen.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nou, zeker. Ik heb ook gezegd dat als ze heel erg afgezwakt worden, we er waarschijnlijk niet voor stemmen. De onmiddellijke werking eruit halen, is gewoon een enorme afzwakking. De wet pas over weet ik veel hoelang in laten gaan, is ook een enorm afzwakking.
Mevrouw Podt (D66):
Nou, dat is dan helder. Daar kunnen we het mee doen.
De voorzitter:
Ik schors tot ... Mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Even voor de duidelijkheid, voordat we gaan lunchen. Ik begrijp dus dat de PVV een aantal amendementen heeft ingediend. Ik snap dat dat is omwille van de ideologie van de PVV, maar het is geen keiharde voorwaarde voor deze wetten. Klopt dat?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb gezegd dat het voor ons bijvoorbeeld wel belangrijk is dat het amendement over de Spreidingswet wordt aangenomen. Maar ik ga nu nog geen uitsluitsel geven. Als we gestemd hebben over die amendementen, gaan we ons gewoon beraden. Dan kijken we wat er overblijft van de wet en wat erbij komt, en dan krijgt u uitsluitsel van ons. Ik snap dat dat heel spannend is en dat u niet kan wachten, maar toch even een weekje geduld helaas.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Een hele week geduld. Ik hoopte vandaag in het debat in ieder geval iets van duidelijkheid te krijgen, want, met alle respect: de Spreidingswet heeft echt niks te maken met de twee wetten die we vandaag behandelen. Ik kom nog even terug op de vraag van mevrouw Podt van zojuist. Als deze wetten uiteindelijk wet moeten worden, zal er ook een meerderheid in de Eerste Kamer moeten zijn. Twee kernpunten die ik het CDA elke keer hoor benadrukken als het gaat om het tweestatusstelsel, is dat zij willen dat het pas ingaat op het moment dat het Migratiepact ingaat en dat er geen onmiddellijke werking is voor de huidige gevallen. Is dat voor de PVV zo'n substantiële afzwakking dat ze zeggen: nee, daar kunnen wij niet meer mee leven?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ook dat zult u volgende week moeten afwachten, maar het is inderdaad een afzwakking. Wij gaan natuurlijk niet onze pootjes naar het CDA laten hangen.
De heer Van Meijeren (FVD):
Om echt iets fundamenteels te kunnen veranderen aan het asielbeleid zullen we uit de Europese Unie moeten stappen, want op dit moment bepaalt de EU wie wij moeten binnenlaten, wie hier mag blijven en onder welke voorwaarden. De PVV was het hier altijd mee eens. De PVV heeft twintig jaar lang keihard gepleit voor een nexit. Dat stond ook nog in het afgelopen verkiezingsprogramma voor de Kamerverkiezingen van 2023. In de onderhandelingen van het afgelopen kabinet draaide de PVV ineens en gaf de PVV aan "we willen nu toch geen nexit meer" — om onduidelijke redenen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dat te maken had met coalitieafspraken. Nu de PVV uit het kabinet is gestapt, en we nieuwe verkiezingen ingaan, kunnen we de PVV dan ook weer aan onze zijde vinden in onze strijd voor een nexit, zodat we weer echt de baas worden over ons eigen land?
Mevrouw Vondeling (PVV):
In ons laatste verkiezingsprogramma — ik meen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement — hadden wij inderdaad geen nexit meer staan. Maar goed, u zult even ons nieuwe verkiezingsprogramma moeten afwachten. Ik zie wel dat er ook meer mogelijk is zonder die nexit. Je ziet het bijvoorbeeld aan Duitsland, dat asielzoekers gewoon terugduwt. België vangt geen mannelijke asielzoekers meer op. Oostenrijk wil een tijdelijke stop op alle vormen van gezinshereniging. Dus een nexit is in dat geval geeneens nodig. Maar ik zou zeggen: wacht ons verkiezingsprogramma af.
De heer Van Meijeren (FVD):
We zien inderdaad dat men in een aantal landen gebruik probeert te maken van de uitzonderingsgrond in het EU-werkingsverdrag, maar we zien ook dat die door de rechters weer wordt tegengehouden en dat dat er nog nooit toe heeft geleid dat een rechter die grond heeft geaccepteerd. Het is heel makkelijk om nu te verwijzen naar het volgende verkiezingsprogramma, maar we voeren vandaag een heel belangrijk debat over het asielbeleid. Dit is daar een fundamenteel aspect van. Ik denk ook dat heel veel mensen heel benieuwd zijn hoe de PVV daar op dit moment, as we speak, dus niet in het verleden of in de toekomst maar vandaag de dag, naar kijkt. Is de PVV wel of niet voor een nexit?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nou ja, zoals ik zei: in ons laatste verkiezingsprogramma stond dat we geen nexit meer willen. Dus we zijn niet voor een nexit. En wat die andere landen betreft, bijvoorbeeld Duitsland: daar heeft de rechter gezegd dat dat niet mag, maar Duitsland is het toch gewoon blijven doen. Het is dus niet zo dat ze ermee gestopt zijn. Wij zeggen: je ziet dat het gewoon kan, dus doe dat in Nederland ook.
De heer Van Meijeren (FVD):
Het kan dus niet volgens rechters die het EU-recht interpreteren. Dan kan de PVV zeggen: we leggen die rechterlijke uitspraak naast ons neer en we blijven het toch gewoon doen. Maar zou het dan niet veel zuiverder zijn om te zeggen: als wij ons niet aan die regels willen houden, dan moeten we die regels stoppen en ons daaraan onttrekken? Dat is volgens mij de zuivere route, en niet: we willen wel bij die verdragen aangesloten blijven, op grond waarvan we niet ons eigen asielbeleid mogen bepalen, en als rechters vervolgens zeggen dat het niet mag, dan houden we ons daar niet aan. Dan zou het toch het zuiverst zijn om te zeggen: dan moeten we uit de EU, zodat we weer baas worden over ons eigen land?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Zoals ik net al zei, is dat niet nodig. We kunnen het via die route doen. We kunnen verdragen aanpassen. We kunnen het EU-verdrag aanpassen. Er zijn meer mogelijkheden. Daar staan wij voor.
De heer Van Meijeren (FVD):
Daar blijkt in de praktijk helaas nog helemaal niets van, maar ik kijk met heel veel belangstelling uit naar het nieuwe verkiezingsprogramma van de PVV. Ik hoop dat we dan weer samen voor een nexit kunnen strijden.
De voorzitter:
Ik schors tot 13.00 uur. Dan gaan we luisteren naar de heer Van Nispen.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De vergadering wordt van 12.31 uur tot 13.03 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-101-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.