4 Asielopvang

Aan de orde is het debat over de asielopvang.

De voorzitter:

Aan de orde is nu het debat over de asielopvang. Ik heet de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van harte welkom, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de woordvoerders die in de zaal inmiddels bijna allemaal hebben plaatsgenomen, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het debat volgen. Er zijn veel sprekers: achttien in totaal. Ik wil met de leden afspreken: zes vragen of opmerkingen aan elkaar en acht aan het kabinet. Ik doe een beroep op u om de interrupties kort en krachtig te laten zijn. Dan zal ik u ook beloven om mee te bewegen met het debat als dat nodig is. Ik doe daarbij natuurlijk ook een beroep op de bewindspersonen om kort en krachtig te antwoorden. Dan geef ik als eerste het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP om zijn inbreng te leveren.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Wat een onvoorstelbare puinhoop was dat afgelopen zomer. Wekenlang zagen wij beelden van mensen, vluchtelingen, die op de grond sliepen, voor de poort van Ter Apel. We zagen onrust onder bewoners, we zagen toenemende onveiligheid, we zagen gezondheidsrisico's. Én we zagen een staatssecretaris die stad en land afbelde om plekken te zoeken, want die waren er niet. Hij had daarbij bijzonder weinig succes, totdat hij bedacht dat hij dan maar dwang zou toepassen in de gemeente Tubbergen. Daar zouden dan in het dorpje Albergen, met 3.500 inwoners, 300 asielzoekers in één keer in een hotel geplaatst moeten worden dat geschikt is voor zo'n 75 mensen. Dat was niet zo slim; ik vraag de staatssecretaris of hij dat met mij eens is. Inmiddels is er trouwens wel een nieuw voorstel. Het gaat nu om 150 asielzoekers in dit hotel. Maar de bewoners zijn nog altijd bezorgd en zeggen: kan er een termijn aan vastgemaakt worden, en wel een termijn van maximaal vijf jaar? Ik vraag de staatssecretaris hoe hij daarnaar kijkt.

Voorzitter. Ik vraag de staatssecretaris nog iets en ik denk dat dat een hamvraag, een centrale vraag, van dit debat is. Dat is namelijk: welke lessen trekt hij uit afgelopen zomer? En welke lessen trekt hij uit afgelopen jaren? Daarin zagen we tien jaar lang VVD-bewindslieden die verantwoordelijk waren voor asiel en immigratie. Daarin zagen we dat opvangcentra gesloten werden en personeel werd ontslagen. We zagen zwabberbeleid in de financiering, langdurige procedures en een falend terugkeerbeleid. Erkent de regering dat deze opvangcrisis voor een groot deel te wijten is aan het beleid? Daarop hoor ik graag een eerlijke reflectie.

Voorzitter. Er zijn nu afspraken van het kabinet gekomen. Daar zitten goede en slechte punten in. Ik heb wel het idee dat die afspraken, die zogenaamde asieldeal, boterzacht zijn. Ten eerste is dat natuurlijk zo op het punt van de gezinshereniging; lees Trouw vanochtend. Het rammelt aan alle kanten. Het voornemen om de termijnen voor gezinshereniging op te rekken zou juridisch gezien absoluut niet in de haak zijn. Ook op humanitair gebied is het natuurlijk best lastig te verkopen dat je kinderen en hun ouders zo lang mogelijk uit elkaar gaat houden. Graag een reactie dus op dat punt. Bent u het ermee eens om op z'n minst advies te vragen daarover, bijvoorbeeld bij de Raad van State? Kijk ook eens goed naar wat de commissie-Meijers daar vanochtend over zegt in Trouw.

Voorzitter. Het kabinet is heel ambitieus op het gebied van huisvesting. 20.000 statushouders moeten dit jaar nog gehuisvest worden. Er moeten 7.500 flexwoningen komen. Dat is heel ambitieus, maar vergeeft u het mij als ik daar een beetje sceptisch over ben, want er zijn al eerder dat soort beloftes gedaan en die zijn niet waargemaakt. Zijn die afspraken niet veel te vrijblijvend? Hoe gaat de regering garanderen dat de statushouders die nu nodeloos in de asielcentra zitten, daadwerkelijk gehuisvest worden?

Voorzitter. De Turkijedeal wordt eventjes opzijgezet; de Turkijedeal waar de premier altijd zo trots op was! Daar wordt nu even van gezegd: aan de afspraken rond de hervestiging gaan we ons niet meer houden. Hoe kijkt het kabinet daarnaar? Hoe wordt dat gezien in Europa? U wilt meer van dat soort deals maken, maar als u ze zelf opzegt, wordt dat toch heel erg lastig.

Voorzitter. Een heel belangrijk punt is natuurlijk het creëren van voldoende opvang voor asielzoekers die nu op de grond moeten slapen. Daar is de staatssecretaris wel mee bezig. Ik begrijp dat hij in oktober een wet in consultatie wil leggen. We hebben dus nog niks concreets. Ik heb wél een aantal voorstellen op papier gezet. De kern daarvan is dat je gaat werken aan een eerlijke opvang van vluchtelingen over heel Nederland, een evenredige verdeling van mensen die recht hebben op asiel. Het beste is natuurlijk om dat met kansrijke asielzoekers te doen, zoals de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken ook heeft gezegd. De kansarme asielzoekers blijven dan de verantwoordelijkheid van het Rijk, maar de kansrijke asielzoekers worden evenredig over de gemeentes verdeeld. Daar is best draagvlak voor, mits het behapbaar is, mits het kleinschalig is. Dat zeiden ze ook in Tubbergen. Ze zeiden: wij willen best mensen opvangen, maar niet op deze manier, niet top-down, niet zonder overleg et cetera. Dus volgens mij is de opvang van vluchtelingen goed te doen, mits je het evenredig doet.

Natuurlijk moet je ook iets doen aan de instroom. Het zou heel mooi zijn als er minder vluchtelingen komen, als er iets wordt gedaan aan de oorzaken waardoor mensen vluchten, zoals oorlogen, armoede, onrecht, en als je investeert in de opvang in de regio. En kijk ook eens naar arbeidsmigratie, want er zijn ongeveer 50.000 asielzoekers, maar er zijn wel 800.000 arbeidsmigranten. Daarom zegt de SP ook: reguleer nou die arbeidsmigratie, want daar gaat het ook helemaal niet goed als het gaat om huisvesting, uitbuiting et cetera.

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja. Mijn laatste zin zou zijn: ga aan de slag met een eerlijke verdeling van vluchtelingen en snellere procedures, en maak werk van de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Een interruptie van de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De heer Van Dijk heeft het over evenredige verdeling over heel Nederland, maar we zijn het dichtstbevolkte land van de hele EU, met 517 mensen per vierkante kilometer. Waarom zouden we het niet evenredig verdelen over de EU? De minder dichtbevolkte landen nemen er dan wat meer op, maar wij worden vrijgesteld, want wij zijn al vol.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben een groot voorstander van een evenredige verdeling van vluchtelingen over Europa. Er wordt al jaren over gepraat en er komt niks van terecht. Dat is wel een probleem daarvan. Ik heb bekeken over hoeveel mensen we het nu hebben in Nederland. Nou, laten we het eventjes als volgt zien. Er zijn circa 50.000 asielzoekers in Nederland en er zijn ongeveer 350 gemeentes. Deel dat door elkaar en je komt op 150 vluchtelingen per gemeente, waarbij je natuurlijk weet dat de grote steden meer mensen zullen opvangen. 150, dat is behapbaar. Dus ik ben ervan overtuigd dat als je dat eerlijk doet, je het ook goed kan doen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik wilde u eigenlijk een uitspraak ontlokken. Wij zijn het dichtstbevolkte land van Europa. Wil dat dan niet zeggen dat als we het evenredig over Europa verdelen, we dan eigenlijk bijna niemand meer opvangen, omdat we al vol zijn, en dat andere landen helpen door ze daar op te vangen? Dan zouden we het hele probleem hier niet hebben. Bovendien is het voordeel daarvan ook dat de pullfactoren, die bij ons ongelofelijk groot zijn — ik noem een gratis huis, een gratis uitkering, gratis geld, gratis zorg, gratis onderwijs — dan een beetje wegvallen, omdat je het dan binnen de EU, waar ik overigens geen voorstander van ben, gaat regelen op basis van de bevolkingsdichtheid.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben voorstander van een eerlijke verdeling van vluchtelingen over Europa, maar het probleem is dat er al jaren over wordt gepraat en er echt niets van terechtkomt. Maar ik ben het ermee eens dat als je migratie echt beheersbaar wil maken, je eigenlijk al aan de grenzen van Europa zo snel mogelijk zou moeten bepalen: wie heeft recht om hier te zijn en wie heeft geen recht om hier te zijn? En je moet investeren in opvang in de regio. Dat zijn echte maatregelen, in plaats van spierballentaal over een asielstop, waar de premier volgens mij terecht van zei: als je dat wil doen, moet je uit de Europese Unie. Dat laatste staat volgens mij niet op de agenda.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Ik geef het woord aan de heer Markuszower van de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We kunnen vandaag lang spreken over de asielellende. Er is veel over te zeggen. Maar in het kort komt het hierop neer: de afgelopen twaalf jaar heeft met name de VVD meer dan 360.000 asielzoekers ons land binnengelaten, een stad zo groot als Utrecht. 2022 dreigt qua instroom een van de recordjaren te worden, met alle gevolgen van dien. Criminaliteit, islamisering, woningtekorten: het zal allemaal gaan toenemen. Nederland is bomvol. Dus men kan maar tot één korte conclusie komen: sluit onze grenzen voor alle asielzoekers en alle immigranten uit niet-westerse landen. Maar dat gaat vandaag niet gebeuren, want deze coalitie, gesteund door alle linkse partijen, wil meer en meer en meer asielzoekers. Eric van der Burg is voor hen de perfecte staatssecretaris. Een aantal jaren geleden solliciteerde hij publiekelijk naar deze functie. Hij zei toen: hoe meer asielzoekers in Nederland, hoe beter. En hij leverde direct. Hij is de meest succesvolle staatssecretaris van dit kabinet. Hij doet precies wat hij in Nederland heeft beloofd. Sinds hij staatssecretaris is, stroomt Nederland helemaal vol met asielzoekers.

Om dat te bereiken heeft hij vakkundig de lokale democratie om zeep geholpen, natuurlijk allemaal met steun van zijn eigen VVD. Sinds die bluffende VVD'er Brekelmans die zogenaamde asieldeal heeft gesloten, zijn de aantallen asielzoekers die wekelijks binnenkomen, met 50% gestegen. Door de VVD worden wij dus allemaal in de maling genomen. Door deze coalitie worden wij allemaal beetgenomen, want de kosten van deze asielindustrie zijn astronomisch, minimaal 20 miljard euro per jaar, ieder jaar opnieuw.

Maar ondanks deze hoge instroomcijfers, ondanks de gigantische kosten en ondanks de criminaliteit en de overlast die de asielzoekers met zich meenemen, is het voor deze coalitie niet genoeg. Vandaag zullen wij partijen als de ChristenUnie en D66 horen pleiten voor het recht op gezinshereniging. Maar toen de oppositie deze week vroeg om een debat te voeren over hoe het precies zit met de gezinshereniging van Nederlandse kinderen die door D66-rechters, VVD-ambtenaren en coalitiebewindslieden van hun ouders werden gestolen in het toeslagenschandaal, wilden diezelfde partijen daar niet over spreken. Deze coalitie is geobsedeerd met het faciliteren van zo veel mogelijk asielzoekers. Deze coalitie wil alles doen om de asielinstroom in goede banen te leiden, maar is totaal niet geïnteresseerd in de gevolgen die dit heeft voor Nederland en de gewone Nederlanders.

De PVV wil dat op de meest spoedige termijn de grenzen worden gesloten voor alle asielzoekers en alle niet-westerse allochtonen. Maar laten wij vandaag, voordat dat geregeld is, dus wanneer de VVD en die andere linkse partijen niet meer de scepter zwaaien, eens testen welke partijen hier in de Kamer bereid zijn om op de korte termijn iets aan deze gigantische aantallen te doen. Daarom doe ik de volgende voorstellen. Eén: zet alle misdragende asielzoekers vast, echt vast. Geef hun geen voorrang op onze huurwoningen. En bouw geen flexwoningen voor hen, maar gevangenissen. Zet ze ook uit, als ze ernstige — wat ons betreft alle, maar in ieder geval ernstige — delicten hebben gepleegd. Dit kan. Dit mag en dit kan vanaf morgen.

De voorzitter:

Gaat u eerst even verder.

De heer Markuszower (PVV):

Twee: maak illegaliteit strafbaar. Geef ze geen bed, geen bad, geen brood. Zet ze vast en zet ze uit. Dit kan. Dit mag en dit kan vanaf morgen. Drie: stuur Syriërs terug. Syrië is voor grote delen veilig. Die Syriërs hier maken Nederland onveilig. Stuur ze dus weg. Dit kan. Dit mag en dit kan vanaf morgen. Als de Kamer niet bereid is tot echt stevige maatregelen, zorg dan in ieder geval dat de opvang van asielzoekers niet hier maar in hun eigen regio plaatsvindt, in landen als Rwanda bijvoorbeeld. Het is ook een stuk warmer daar. Ik lees dat ze het hier zo koud hebben. Zet daar dan maar een tentenkamp neer. Dit kan. Dit mag en dit kan vanaf morgen.

En vijf, zeker niet onbelangrijk: vervang Eric van der Burg. Zijn analyse van deze problematiek gaat namelijk niet verder dan dat het "dweilen met de kraan open is". Zijn oplossing verraadt onwil. Hij zegt dat we dan maar "meer moeten gaan dweilen". Met staatssecretaris Van der Burg gaan we deze asielcrisis dus niet oplossen. Vervang hem. Dit kan. Dit mag en dit kan vanaf morgen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. U bent aan het einde van uw betoog? Er is een interruptie van mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Vijf minuten lang flagrante leugens en puur populisme. Behalve de caviapolitie en allerlei onconstitutionele voorstellen heeft de PVV nog niks bereikt. Dus ik wil nu vragen: wat denkt u dat hiervan haalbaar is binnen de Nederlandse en internationale wetgeving?

De heer Markuszower (PVV):

Ik zou eigenlijk terug willen vragen: wat was de leugen? Ik heb net vijf voorstellen genoemd, waarbij ik elke keer eindigde met: dit kan; dit mag en dit kan vanaf morgen. Dus in ieder geval die vijf voorstellen kunnen allemaal. Ze kunnen vanaf morgen. Ik denk eigenlijk al vanaf vandaag, maar ik wilde niet te ambitieus zijn met deze linkse Kamer voor mij. Dus ik heb vijf voorstellen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Uit uw mond is het een compliment om links te zijn, dus wat dat betreft ... Niks van wat u zegt, kan. Dat u aan kiezersbedrog doet …

De voorzitter:

Graag via de voorzitter.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Sorry. Ja, dat moet ik weer even opnieuw proberen te internaliseren. Ik zeg via de voorzitter: dit is je reinste kiezersbedrog. Niks kan. We zijn gebonden aan onze eigen Grondwet, onze eigen wetten en internationale verdragen. Hier worden vanaf de katheder leugens verkondigd. Dit is je reinste populisme. Dit kan niet. Ik wil dus nogmaals vragen: waar is die juridische onderbouwing dat dit zou kunnen en mogen?

De heer Markuszower (PVV):

Laten we ze eens even aflopen. Mevrouw Gündoğan loopt al weg, dus ze is blijkbaar niet geïnteresseerd in het antwoord. Zich misdragende asielzoekers mag je gewoon vastzetten. In Nederland heb je wetten en als iemand zich niet aan de wet houdt, dan mag je die vastzetten. Dat heet een gevangenis of een huis van bewaring. En dat kan gewoon. Dat gebeurt met Nederlanders die de Nederlandse nationaliteit hebben en dat kan dus ook met mensen die hier verblijven die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Als jij steelt of wildplast in Nederland, dan mag de politie jou vastzetten. Dat mogen ze dus ook doen met asielzoekers. Zich in Nederland misdragende asielzoekers mag je gewoon opsluiten. Volgens de verdragen — misschien kan mevrouw Gündoğan eens de richtlijnen lezen — mag je een asielzoeker, als die ernstige delicten pleegt, gewoon uitzetten. Ikzelf vind dat dat moet gelden voor alle delicten, maar ik heb "ernstige delicten" gezegd, juist omdat ik wil dat het kan, mag en vanaf morgen kan. Zo staat het gewoon in de Opvangrichtlijn; hou me even het artikel ten goede. Dat is gewoon een uitzonderingspositie. Dat kan gewoon. Dat kan dus echt vanaf morgen, maar we doen het niet. Maar vastzetten kan sowieso, want iedereen die zich in Nederland misdraagt en zich niet aan de wet houdt, mag je vastzetten.

Ik heb gezegd: maak illegaliteit strafbaar. Dat dat kan, is duidelijk. Onze eigen regering heeft er zelfs al een paar keer naar gekeken. Het voorstel is volgens mij uiteindelijk weer ingetrokken omdat D66 toen weer in de coalitie kwam. Maar het kan, mag en is juridisch houdbaar. Dat is gewoon mogelijk.

Syriërs terugsturen is geen enkel probleem. Dat doen andere landen in Europa ook al. Als een asielzoeker hier komt en zegt dat het land waar hij vandaan komt onveilig is en als dat land weer veilig blijkt te zijn, dan mag je als land zeggen: u komt helemaal niet uit een onveilig land; u mag terug. Dat kan en dat mag ook. Dat doen andere landen ook, dus dat zou vanaf morgen kunnen. Geen probleem.

De voorzitter:

Volgens mij is het duidelijk.

De heer Markuszower (PVV):

Nee, ik word beschuldigd van leugens. Ik heb vandaag juist voorstellen gedaan. Ik wilde niet over de boord gaan.

De voorzitter:

Zeker. U heeft drie punten toegelicht.

De heer Markuszower (PVV):

Ja, ik had vijf punten.

De voorzitter:

Ja, even rustig. Ik heb uw microfoon even uitgezet, meneer Markuszower. U heeft nog twee punten. Ik geef u de kans om die toe te lichten en dan gaan we naar mevrouw Gündoğan.

De heer Markuszower (PVV):

Ikzelf vond dat ik de punten al goed had toegelicht in mijn spreektekst, maar oké. Mijn volgende punt was opvang in de regio, zoals in Rwanda. Engeland is daar nu mee bezig. Dat is gewoon een normaal land, dat ook lid is van het EVRM. Dat kan allemaal. Denemarken is daar nu ook mee bezig. Je kan gewoon zeggen: wij gaan asielzoekers wel opvangen, maar in de regio. Wat ons, de PVV, betreft, moeten we dat niet doen, hoor. Dat moet de regio zelf maar regelen. Maar laten we dat in de tussentijd dan maar faciliteren. Dan komen ze in ieder geval niet hier. Dan kan gewoon en dat mag gewoon. Dat doen andere landen ook. Dat kan vanaf morgen.

En wat betreft het laatste punt: een staatssecretaris wegsturen kan altijd als daar een meerderheid voor is in de Kamer. Bij mij is die er, dus als u een motie indient om Van der Burg te vervangen, dan zullen wij voorstemmen. Dat kan dus gewoon. Dat mag gewoon en dat kan eigenlijk al vanavond.

De voorzitter:

Helder. U heeft kans gehad om de vijf punten uit uw betoog nog een keer te herhalen en te onderbouwen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dit is shoppen in de wet. Iedereen is gelijk voor de wet. Iedereen die iets strafbaars doet, dient gewoon voor de rechter te komen. Daarover zijn we het met elkaar eens. Asielzoekers hebben ook rechten. Op bepaalde momenten, wanneer ze worden veroordeeld, dan zijn die rechten er gewoon, zodat ze voor de rechter kunnen verschijnen. Maar dat vervalt du moment dat ze recht hebben op een humane behandeling. Dat geshop is populisme ten voeten uit. Het is een flagrante leugen dat wetboeken aan- en uitgezet kunnen worden. Maar wat wil je van een partij die een aanval doet op artikel 1 en tot nu toe alleen maar de caviapolitie heeft gepresenteerd?

De voorzitter:

Mevrouw Gündoğan, ik doe ook een beroep op u. Niet op de persoon en niet dat soort kwalificaties gebruiken, zoals wat u net zei over politie. Die wil ik hier gewoon niet horen.

De heer Markuszower (PVV):

Het is een serieus debat, dus laat ik niet cynisch doen. Maar het komt me toch voor dat mevrouw Gündoğan één interruptie op mij heeft voorbereid en niet luistert naar het antwoord. Ze beschuldigt me van leugens. Ik heb vandaag juist vijf voorstellen gedaan die helemaal niet zo ver gaan, gewoon kunnen en staatsrechtelijk in orde zijn. Ik zie andere partijen hier inderdaad gewoon knikken. Ik zeg, als ik dat via de voorzitter mag zeggen: mevrouw Gündoğan, het was een mooi voorbereide interruptie, maar die is deze keer niet geslaagd. Sorry.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Markuszower. Dan gaan we luisteren naar de heer Azarkan, van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. We hebben een crisis. We zagen de beelden: mensonterend, inhumaan. Op straat, in gammele tenten, slapen de mensen wekenlang. Basale medische zorg is zover onder de grens gezakt dat Artsen zonder Grenzen moest ingrijpen. Een baby van drie maanden is overleden terwijl het buiten snikheet was, 30 graden. Dan zou je zeggen: gaat dit nou over Moria? Gaat dit over Lampedusa of een ander vluchtelingenkamp aan de rand van Europa? Het is pijnlijk, maar dit gaat over Nederland, over ons gave land; over Ter Apel, hard op weg om het Lampedusa van de Lage Landen te worden.

Voorzitter. De crisis waar ik het over heb, is een beschavingscrisis, want de mate van beschaving wordt afgemeten aan de wijze waarop in een land wordt omgegaan met de meest kwetsbaren. We hebben geen asielcrisis. Er is geen sprake van overmacht. De keiharde realiteit is dat Ter Apel het gevolg is van het falen van dit kabinet, onder aanvoering van de VVD, die al tien jaar lang hele stoere taal spreekt maar hele kleine daden presteert. We weten het van de VVD. Het is gewoon beleid: als we mensen laten creperen, als we ze op straat kapot laten gaan, als we deze sloebers minder geven dan ze al hebben, dan zal dat wel een afschrikwekkende werking hebben. Dat is gewoon VVD-beleid: het hardvochtig vernederen van mensen van vlees en bloed, mede mogelijk gemaakt door het CDA, de ChristenUnie en D66.

Voorzitter. We gaan het vandaag ook weer zien. Ze moeten zich zó in bochten wringen om dit uit te kunnen leggen aan zichzelf en aan de achterban. Het is gewoon pijnlijk. We hebben vaker gezien dat er dan koehandel plaatsvindt over de ruggen van de meest kwetsbare mensen die het betreft. Politieke leiders zoals Kaag en Segers gebruikten tijdens campagnetijd, vlak voor de verkiezingen, hele mooie en grote woorden, maar o wat zijn de daden klein als het erop aankomt.

Voorzitter. Als we de deal lezen, lezen we niets over de medische zorg. We lezen dat er 1.000 vluchtelingen minder worden opgevangen. En wat natuurlijk echt niet kan, is het beperken van het recht op gezinshereniging. Nog los van het feit dat dat indruist tegen het internationaal recht, is het gewoon onmenselijk. Kinderen en partners van asielzoekers moeten hierdoor maandenlang onder hele moeilijke omstandigheden in onzekerheid wachten. Waarom? Omdat de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie bestuurlijk hebben gefaald.

Voorzitter. Dit is gewoon een vies compromis. Dit gaat om mensen, die we met elkaar menswaardig dienen op te vangen. We hebben gezien dat we dat kunnen. Kijk naar de Oekraïense vluchtelingen. In een periode van zes maanden zijn meer dan 70.000 ontheemden opgevangen: eten, onderdak, bescherming, gratis reizen, leefgeld, werk. We hebben onze kinderen rondjes om de school laten rennen om nog meer geld op te halen; ik stond erbij. Hoe groot is dan dat verschil met andere vluchtelingen? We zien dat er ook gemeentes zijn die gewoon weigeren om niet-Oekraïners op te vangen. We zien dat er duizenden bedden klaarstaan waarin mensen kunnen slapen, maar die zijn gereserveerd voor Oekraïners, voor, zoals sommige partijen zeggen, "echte" vluchtelingen, suggererend dat deze mensen geen echte vluchtelingen zijn.

Voorzitter. Onderscheid maken op basis van afkomst kan gewoon niet. Dat druist in tegen onze eigen Grondwet, artikel 1. De vraag die we moeten beantwoorden, is wat voor samenleving we willen zijn als we zien dat er deals worden gesloten over fundamentele mensenrechten, als we met elkaar gaan bespreken of we die mensen twee maaltijden per dag gaan geven in plaats van drie. We zien dat er geen structurele oplossing komt, terwijl mensen hier al jaren voor waarschuwen. Is dit het land dat we willen zijn?

Voorzitter. DENK staat voor een structurele kleinschalige opvang, niet gebaseerd op je afkomst. De spreiding van vluchtelingen over het land en over Europa moet verbeterd worden. Het is belangrijk dat we werken aan draagvlak. Dat draagvlak vergroten we niet als politieke partijen, zoals de VVD in het verleden, bewust leugens vertellen over vluchtelingen. Daardoor ontstaat haat. Daardoor gaat het draagvlak weg. Dat doen ze omdat ze zieltjes willen winnen bij de verkiezingen.

Voorzitter. Gemeentes kunnen ook niet meer de luxe hebben om niet mee te werken, desnoods met dwangmaatregelen. We kijken uit naar het nieuwe wetsvoorstel.

De voorzitter:

Gaat u afronden?

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, tot slot. Het is belangrijk dat we investeren in een structurele verhoging van de capaciteit. Waar blijft de uitvoering van het plan uit 2020, het plan dat we capaciteit zouden hebben die mee zou ademen met de instroom?

Tot slot, voorzitter. Laat u zich niks wijsmaken. Als we al een crisis hebben, dan is dat een beschavingscrisis.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Mensen met open wonden, smerige wc's, zwangere vrouwen die de nacht in de buitenlucht doorbrachten: we zakten deze zomer diep door de humanitaire ondergrens. Een schaamteloze vertoning, waar het kabinet honderd procent verantwoordelijkheid voor draagt. Het zal de andere coalitiepartijen te denken geven dat uitgerekend een VVD-Kamerlid dit niet langer voor z'n rekening wilde nemen. Hoe heeft dit zo kunnen gebeuren? De gemeente Westerwolde schreeuwde al een jaar om actie, net als het COA en de vele adviescommissies. Waren deze alarmbellen niet hoorbaar, of wilde het kabinet die simpelweg niet horen? Was het bestuurlijke onkunde of politieke onwil? Dat eerste staat als een paal boven water, maar ook de onwil spat ervan af. Want had dit kabinet ook mensen buiten laten slapen als het Oekraïners waren geweest? Het antwoord daarop is natuurlijk nee. Het is veelzeggend dat er pas werd ingegrepen toen honderden mensen op straat sliepen, in dezelfde week waarin een drie maanden oude baby overleed en Artsen zonder Grenzen in actie kwam.

Voorzitter. Het is duidelijk dat er niets is geleerd van de crisis in 2016. Jarenlang handelde het kabinet in de geest van het maximale-efficiencydenken, waarbij het COA alleen werd betaald per beslapen bed en waarbij locaties werden gesloten en werknemers werden ontslagen als er weer minder mensen asiel aanvroegen in ons land. Een cynisch handjeklap volgde in de coalitie, maar biedt nog steeds geen begin van een oplossing voor de problemen waar we nu voor staan. Al ruim een jaar verblijven kinderen in dit land in gymzalen, een stille ramp met grote gevolgen. Asielzoekers worden met gezin en al als vee van de ene naar de andere crisisnoodopvang gesleept. Waar zijn de plannen voor de stabiele opvangplekken, voor kleinschalige opvang, waarvoor in gemeenschappen in onze gemeentes ook het meeste draagvlak is?

Voorzitter. Deze oproep hoor je ook in Ter Apel, waar het geduld van de inwoners al jaren op de proef wordt gesteld. Mijn vraag aan de staatssecretaris: wanneer wordt het tweede aanmeldcentrum nou geopend? Waarom moeten nareizigers, veelal vrouwen en kinderen, onnodig naar Ter Apel afreizen? Is de staatssecretaris in gesprek met de gemeentes over een aparte locatie voor deze groep? En wat zijn de concrete plannen van de staatssecretaris om overlastgevers in Ter Apel en in de rest van het land nu eindelijk aan te pakken? Het gaat om een kleine groep, maar een groep die het totaal verziekt voor de rest.

Voorzitter. Het is een schandelijke suggestie van de VVD-woordvoerder dat deze crisis wordt veroorzaakt door het hoge aantal asielzoekers, en toch heeft hij zijn collega's in de coalitie kunnen overtuigen om het falend beleid van eigen hand te misbruiken om de rechten van mensen op de vlucht voor oorlog en geweld in te perken. Ik vraag me oprecht af: hoe valt het te rechtvaardigen om kinderen nog langer van hun vader en moeder gescheiden te houden en om de levenslange trauma's die dit oplevert, maar op de koop toe te nemen? Het deugt van geen kanten, uit moreel oogpunt niet, zoals ook de Kinderombudsman zei, maar ook juridisch gezien niet. Gisteren lazen wij in de stukken dat zelfs de eigen juridische experts het kabinet hebben gewaarschuwd dat het opschorten van het recht op gezinshereniging zal stranden bij de Nederlandse rechter en dat grote dwangsommen bij de IND zullen volgen. Hoe krijg je het verzonnen? Willens en wetens een loopje met de rechtsstaat nemen over de rug van kwetsbare mensen. Dat verantwoordelijkheid bij dit kabinet ver te zoeken is, was me bekend, maar we hebben vandaag wel weer een nieuw dieptepunt bereikt. En daarom is het simpel. Als er geen juridische onderbouwing is, en die ligt er niet, dan ook geen beperking op gezinshereniging. Zo werkt dat in een rechtsstaat. Wat de PvdA betreft is het helder: deze maatregel moet vandaag nog van tafel.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga. Gaat uw gang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Nederland is vol. Met 517 mensen per vierkante kilometer zijn wij na Malta het dichtst bevolkte land van de EU en toch kwamen er in het eerste halfjaar volgens het CBS maar liefst 195.000 migranten onze grens over rennen op zoek naar gratis geld, gratis onderwijs, gratis zorg en een gratis woning. Het kabinet is de controle volledig kwijt en dat kan ook niet anders met een VVD-staatssecretaris die in 2017 nog riep: hoe meer asielzoekers, hoe beter. En dan mijn eerste vraag: vindt de staatssecretaris dat nog steeds en is dit inmiddels ook kabinetsbeleid?

Gemiddeld kwamen er 100.000 migranten bij in de afgelopen 12 jaar en bij een krimpende bevolking is de bevolkingsgroei geheel te wijten aan dit uit de hand gelopen beleid. Bovendien importeren we op deze manier een hoop intolerantie. En dat terwijl de oplossingen zo simpel zijn. De makkelijkste oplossing is in ieder geval een tijdelijke asielstop. Graag hoor ik van de staatssecretaris waarom dit niet zou kunnen. En waarom zeggen we het Vluchtelingenverdrag uit 1951 niet gewoon op en maken we ons eigen, humane beleid? Waarom maken we niet net als de Britten een deal met Rwanda om daar de asielzoekers op te vangen die zo nodig naar Nederland willen? Waarom kunnen we de duur van een verblijfsvergunning van asielzoekers en vluchtelingen niet gewoon verkorten naar één jaar? Zullen we de beroepsmogelijkheid schrappen na een afwijzing? Waarom zou dat niet kunnen? Waarom kunnen we de Dublinverordening niet in ere herstellen, waarbij een asielzoeker een aanvraag moet doen in het eerste EU-land waar hij binnenkomt? Waarom zetten we zogenaamde veiligelanders niet gewoon onmiddellijk uit? Waarom zetten we weigerlanden, die hun eigen onderdanen niet terug willen hebben, niet gewoon snoeihard onder druk? Waarom zetten we criminele asielzoekers niet per direct uit? Waarom vangen we vluchtelingen niet gewoon op in de regio, zoals de VVD al jaren roept, maar nooit doet? Waarom sluiten we asielzoekers niet gewoon de eerste tien jaar uit van onderwijs, sociale uitkeringen, gratis woningen en andere pullfactoren? Waarom voeren we niet een asielquotum in? Australië en Canada deden het wel, ondanks het Vluchtelingenverdrag. Misschien is het goed om een quotum omgekeerd evenredig aan de bevolkingsdichtheid vast te stellen. Waarom laten we ons leger eigenlijk niet onze grenzen bewaken? Waarom, tot slot, maken we illegaliteit niet gewoon weer strafbaar?

Voorzitter. Ik hoor graag van de staatssecretaris voor elke oplossing waarom het volgens hem niet kan. Er zijn heel veel oplossingen, maar het ontbreekt aan de politieke wil. De huidige bestuurlijke elite creëert bewust deze chaos. Verkiezingsprogramma's zijn leugens gebleken. Het is tijd voor nieuwe verkiezingen, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik nu het woord aan de heer Eerdmans van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Ik vond het een goed verhaal, ter rechterzijde. Ik ga van start.

JA21 is voor een humane opvang van vluchtelingen, mensen die op de vlucht zijn voor geweld of oorlog. Maar niet hier, in Nederland. Wél als het mensen zijn uit onze eigen regio — jazeker, wij vonden ook dat we moesten klaarstaan voor mensen uit Oekraïne — maar we moeten zo veel mogelijk zorgen voor veilige internationale opvang in de regio waar men vandaan komt.

Ik vraag het vaak aan de voorstanders van het huidige beleid: waar ligt jullie grens? Ik vroeg het nog aan Jesse Klaver in een debat bij Jinek. Er komt geen antwoord op. Want de hele wereld klopt hier aan; zie Ter Apel. Soms komen mensen van 5.000 kilometer afstand hiernaartoe, dwars door talloze veilige landen, allemaal op weg naar Ter Apel, naar een land dat de toestroom, opvang en integratie van die vluchtelingen gewoon niet aankan, waardoor het draagvlak onder de bevolking inmiddels tot onder het nulpunt is gedaald, ook onder hele ruimhartige, humane mensen. Dit beleid moet stoppen.

Terwijl de Kamer met reces was, denderde de asielcrisis op volle kracht door. 1.500 asielzoekers kwamen Nederland vorige week in één week tijd binnen. Dat is een nieuw record, na de 1.300 van de week daarvoor, die toen ook al de hoogste instroom van 2022 was. Ik zei het al op de laatste dag voor het zomerreces toen ik namens JA21 een motie van wantrouwen indiende tegen de staatssecretaris: deze staatssecretaris gaat de asielcrisis niet oplossen. Integendeel, het wordt dus alleen maar erger. Wij zeggen het keer op keer: terwijl de instroom het probleem is, bestaat het enige antwoord van het kabinet uit het creëren van meer opvang.

Dat gaat dus steeds ondemocratischer. Keiharde dwang en voldongen feiten zijn de laatste pijlers waarop het failliete asielbeleid intussen nog rust. Op verschillende plekken in het land huisvestte het COA honderden asielzoekers en statushouders in hotels. Soms kwamen gemeentes er pas na afloop, weken later, achter. We wisten al dat het kabinet werkt aan een wet om gemeenten wettelijk tot asielopvang te kunnen verplichten. Dat is een wet die zo ongeveer nu in consultatie gaat en die de staatssecretaris er zo snel mogelijk doorheen wil jagen. Maar deze zomer kwam daar ook nog ineens het zogeheten ruimtelijkeordeningsinstrumentarium bij. Daarmee kan het Rijk de regie naar zich toe trekken — ik zie de minister knikken — en dus zodoende gemeentebesturen compleet buitenspel zetten bij de opvang van asielzoekers. Daar kunnen ze in Albergen over meepraten. Jazeker, dat dorpje van 3.000 inwoners werd op 16 augustus opgeschrikt door de mededeling vanuit Den Haag: het COA heeft bij jullie om de hoek een hotel gekocht en we gaan hier tot 300 asielzoekers in huisvesten; fijne vakantie verder en met een vriendelijke groet, Eric van der Burg.

JA21 is nog diezelfde week naar Albergen gegaan om daar te praten met de bewoners, de ondernemers en de lokale politici. Wie nou benieuwd is naar het draagvlak voor dit asielbeleid, doet er goed aan om hetzelfde eens te doen. Men was woedend. Men is nog steeds woedend, want mensen maken zich gewoon zorgen over de gevolgen voor het kleine dorp, over de veiligheid van hun kinderen, van hun dochters die naar school of naar hun werk fietsen en elke avond langs dat hotel komen. Misschien is men wel vooral woedend over die schaamteloze manier waarop dit gegaan is, over de manier waarop u de gevolgen van het falende beleid gewoon over de schutting kiepert buiten de Randstad. Met de rug tegen de muur is de gemeente Albergen dus uiteindelijk in onderhandeling gegaan. Er is alleen nog steeds geen einddatum van het asielzoekerscentrum in het hotel. Dat leidt tot heel veel boosheid, want men denkt: dit is dus structureel; we worden hier dus structureel mee opgescheept. Daarom mijn oproep aan de staatssecretaris: zie af van het niet noemen van die einddatum; ga met respect om met die bewoners. Graag een reactie daarop.

Voorzitter. We moeten gaan kiezen voor oplossingen. De deal die het kabinet heeft gesloten, zal leiden tot nog meer opvang en zal dus ook een aanzuigende werking hebben. Dit jaar nog gaat u 20.000 statushouders een woning geven en de taakstelling voor volgend jaar ligt al op 24.000. Flexwoningen, waar Nederlandse starters jaren op wachtten, worden nu ineens wel uit de grond gestampt voor statushouders. U trekt 740 miljoen euro uit voor huisvesting en opvang. Precies op het moment dat de inflatie tot een recordhoogte is gestegen en we de middenklasse failliet zien gaan, stelt u dus compleet de verkeerde prioriteiten.

Om het gezichtsverlies nog iets te bepreken voor de heer Brekelmans kreeg de VVD een paar kruimels toe gestrooid. Er wordt iets aan het nareizen gedaan. Nareizende familieleden zijn pas welkom nadat er een woning is gevonden. Dat is dus een vertraging, maar het zal nog steeds het aantal instromers niet beperken. Er was iets met de Turkijedeal. Nou, dat gaat om 1.250 vluchtelingen. Dat is in één week dus alweer tenietgedaan door de huidige instroom. Kortom, werkelijk helemaal niemand trapt daarin, behalve misschien de heer De Neef. Die wel.

Voorzitter. Wat Nederland nodig heeft, is glashelder. Dat is een asielstop. Dat zegt niet alleen JA21. Dat zegt inmiddels drie kwart van de Nederlanders, maar dat gaat u niet brengen. Dat heeft u al gezegd. U bent bezig met een notitie, maar na twee maanden hebben wij daar nog steeds helemaal niets van gezien. Waarom is het kabinet zo vreselijk creatief met opvang regelen, met dwang uitstralen, met gemeentes dwingen tot opvang, terwijl het op de instroom totaal leeg is en we daar geen enkele creativiteit zien? Het antwoord is even helder als triest, denk ik: het is politieke onwil en waar Rutte IV eindigt, zal pas het begin van een oplossing gevonden worden.

Voorzitter, zeer bedankt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger, GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. "Raak niets aan, geef niemand een hand, ga nergens zitten, want overal kan je schurft krijgen." Dat was de waarschuwing of instructie die ik kreeg toen ik op bezoek ging in Ter Apel. Honderden mensen zitten daar opeengepakt. Ze moeten de hele dag wachten. Er heersen onzekerheid en angst, omdat het totale chaos is en mensen niet weten waar ze aan toe zijn in de procedure. Er is een veldje om te poepen omdat de wc's overlopen. Daar spelen kinderen tussen. Velen van ons in deze Kamer zijn er de afgelopen weken geweest. Ik denk dat het op ons allemaal een hele, hele diepe indruk heeft gemaakt. Het is een schandvlek, een schandvlek voor Nederland, ons eigen Moria. We hebben dit in Nederland gruwelijk uit de hand laten lopen, niet omdat we het niet konden fiksen, maar omdat er geen politieke wil was om het fatsoenlijk te regelen. Er is geen enkele, maar dan ook geen enkele, reden waarom in een land dat alles wat los- en vastzit kan organiseren, honderden mensen buiten in de drek moeten liggen. Het contrast met de opvang van Oekraïners kan niet groter. Vakantieparken en hotels werden afgehuurd. Mensen werden op het centraal station opgevangen en naar een wachtruimte gebracht waar een kop koffie en broodje en speelgoed voor de kinderen klaarstonden, in afwachting van het bed waar zij die nacht zouden verblijven. Het is zó pijnlijk en zó onacceptabel, en wederom een keiharde politieke keuze van dit kabinet.

De crisis in Ter Apel is nog niet voorbij. De mensen die daar in de opvang werken, zijn bang dat de aandacht verslapt nu het veld 's nachts leeg is. Maar de problematiek en narigheid zijn nu achter de hekken en in de noodopvang verdwenen. De echte oplossing komt er pas als er eindelijk duidelijke regels zijn, waardoor iedere gemeente haar eerlijke aandeel neemt in de opvang van vluchtelingen. Er moet geen ruimte meer zijn voor beleid specifiek gericht op de opvang van Oekraïners, maar kleinschalige opvang voor alle ontheemden. Gemeentes dienen aan de lat te staan voor zowel opvang van Oekraïners als van andere vluchtelingen en statushouders. Als daar dwang voor nodig is, dan ook met dwang.

Ik ben blij dat deze staatssecretaris die heldere afspraak met de VNG heeft gemaakt. Er komt geld en er komt een wettelijk kader. Kan de staatssecretaris dit nogmaals bevestigen? Want door de uitleg van de VVD is er wel flink wat ruis ontstaan. Er ligt een afspraak met de VNG, maar wel een afspraak met een ongelofelijk hoge prijs. De VVD had de meest lelijke politieke deal nodig om dit te accepteren. Vluchtelingen worden onnodig nog langer van hun geliefden gescheiden, tot vijftien maanden zonder hun partner of kinderen. Alle juristen en experts zijn helder: dit is juridisch niet houdbaar. Ik heb nog van geen jurist gehoord of gelezen die zegt: deze deal mag binnen de Europese verdragen en het Kinderrechtenverdrag. Ook het kabinet zelf heeft die juridische experts kennelijk niet. Gisteren kregen we de onderliggende stukken in antwoord op onze Kamervragen. Daaruit wordt duidelijk dat er geen juridische basis is. Het kabinet riskeert eindeloze rechtszaken en dwangsommen. De enige juridische onderbouwing die de staatssecretaris bij de rechter wil aanvoeren, is dat kinderen beter af zouden zijn in het land van herkomst of in vluchtelingenkampen dan hier in Nederland, in onze opvang. Dat is toch onwaarschijnlijk? Wij zijn een van de rijkste landen ter wereld. We hebben de asielopvang eerst willens en wetens afgebroken en uitgekleed, en we gebruiken dat nu als argument om te zeggen dat die kinderen beter langer in een Syrisch vluchtelingenkamp kunnen blijven zitten dan hier in de opvang. Dat is diep en diep cynisch.

Voorzitter. Behoorlijk bestuur is handelen binnen de rechtsstaat. Er zijn zo veel aanwijzingen dat deze maatregel juridisch niet houdbaar is dat die wat ons betreft van tafel moet. De staatssecretaris heeft gezegd: ik wil het op rechtszaken laten aankomen. Ik wil vragen of we met spoed een advies van de Raad van State kunnen krijgen. Anders zullen wij aan de Kamer vragen om die opdracht te geven. Want als hij niet bereid is om eerst de Raad van State fatsoenlijk om juridisch advies te vragen en hij het alleen maar op rechtszaken wil laten aankomen, dan draagt hij daarmee bij aan het verder ondermijnen van het vertrouwen in de politiek. Wat voor bestuurder ben je dan?

Voorzitter, ik sluit af. Uiteindelijk gaat het erom of het kabinet en deze staatssecretaris handelen vanuit de principes van behoorlijk bestuur en in lijn met de rechtsstaat. Het kabinet moet laten zien dat het iets geleerd heeft van het toeslagenschandaal en van de stikstofcrisis. Of gaat het kabinet weer door met het doordouwen van beleid waarvan het weet dat het juridisch niet houdbaar is en dat het ten koste gaat van kwetsbaren?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger. Ik geef het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Voorzitter en beste burgers in Nederland, vorig jaar kwamen er ruim 108.000 mensen in Nederland bij door migratie. Alleen al in de eerste helft van dit jaar waren het er ruim 122.000. Dat is vier keer zoveel als in de eerste helft van vorig jaar. Tot vandaag kwamen er al ruim 22.000 asielzoekers aan in Nederland, bijna evenveel als in heel 2021. De grenzen van ons asielsysteem zijn ruimschoots bereikt en overschreden: gebrek aan woningen voor burgers en statushouders, vecht- en steekpartijen in en rond azc's, mannelijke asielzoekers die vrouwelijke asielzoekers lastigvallen, stijgende overlast richting andere burgers, onmenselijke omstandigheden in en rond de opvang, het COA dat geen oplossingen ziet en een kabinet dat zijn eigen falen probeert te verhullen door bijvoorbeeld de gemeente Tubbergen zonder overleg een asielzoekerscentrum op te leggen. Omdat de inwoners van Tubbergen zich zorgen maakten over deze opvang, werden zij gelijk door andere mensen weggezet als racisten. Deze mensen zijn geen racisten. Deze mensen zijn onzeker, weten niet wat ze overkomt. Ik wil graag iedereen oproepen om ermee te stoppen om iemand meteen als racist weg te zetten als die zich zorgen maakt over de komst van vluchtelingen naar zijn dorp.

Mensen die echt op de vlucht zijn voor oorlogen of van wie hun leven en/of dat van hun gezin ernstig wordt bedreigd en die dat kunnen aantonen, zijn wat BBB betreft welkom in Nederland, voor de tijd die daarvoor nodig is. Opvang moet gericht zijn op terugkeer. Vakantievieren in het thuisland zolang dit land nog niet veilig is, mag natuurlijk niet aan de orde zijn. Want als je er op vakantie kunt, kun je er ook blijven en je land helpen opbouwen.

Het kabinet, onder leiding van bewindslieden van de VVD en het CDA, heeft de afgelopen jaren de asielketen laten vastlopen. Door de combinatie van een ondeugdelijke stikstofwet en de hierdoor veroorzaakte stikstofcrisis kan er niet genoeg gebouwd worden. Mede daardoor ontstaat er een opstopping in de azc's. Hierdoor creëert het kabinet de situatie waarin kwetsbare vluchtelingen lijnrecht tegenover radeloze burgers worden geplaatst en krijgen boeren de schuld van de woningnood, want: stikstof, nog zo'n zelfgecreëerde crisis.

Om het falen van het kabinet op te lossen, wordt er opnieuw naar het platteland gekeken, het platteland dat al decennialang onevenredig veel vluchtelingen opvangt ten opzichte van bijvoorbeeld Het Gooi of de stedelijke gebieden. Al op 10 december 2021 stelde BBB voor om te zorgen voor draagvlak bij de huisvesting van vergunninghouders. Je kunt het niet maken om, zoals in Utrecht, vergunninghouders voorrang te geven op de woningmarkt, terwijl anderen al tien jaar op een woning wachten. Daarom wilde BBB dat voor iedere drie flexwoningen die gebouwd zouden worden voor vergunninghouders, er twee voor de reguliere woningzoekenden beschikbaar gesteld zouden worden. In juni vroegen we hier nogmaals aandacht voor. En wat dacht u van de door ons eerder voorgestelde 35.000 recreatiewoningen waarvan we kunnen gedogen dat ze permanent bewoond mogen worden? Dan komen er gewoon duizenden woningen in één klap vrij. De minister gaf aan dat de wenselijke houding maar lokaal bepaald moest worden en dat een generieke premie niet aan de orde was.

Voorzitter. Waarom wordt er constant niks gedaan met de inmiddels honderden oplossingen op allerlei gebieden die de oppositie hier in de Kamer continu aandraagt? Daar zijn de Nederlandse burgers meer bij gebaat dan bij het overeind houden van het ijzeren gordijn dat het kabinet en de coalitie tegen ons hebben opgeworpen, een ijzeren gordijn dat het zicht op de burgers, voor wie je hier aan het werk hoort te zijn, volledig verduistert. Er moet doorstroom komen. Meer dan een derde van alle mensen in de azc's is statushouder. Dus ga ook niet direct afschalen als er ergens plekken leegstaan, terwijl je weet dat bij andere azc's over een paar jaar de contracten aflopen. En hoeveel plekken zijn exclusief gereserveerd voor vluchtelingen uit Oekraïne, maar worden niet meer benut? Kan de minister dat aangeven? Maak kleinschalige opvang mogelijk. Kleinschalige opvang kan op meer draagvlak rekenen, maar wordt volgens het COA nu tegengehouden door absurde regels, zoals de aanwezigheid van minimaal drie bhv'ers per locatie.

Wij gaan nog steeds voor een tijdelijke acute asielstop. Die moet duren tot de problemen aantoonbaar en structureel zijn opgelost. Tijdens deze tijdelijke stop moeten volgens BBB in ieder geval de volgende zaken worden uitgevoerd. Maak ruimte op vliegveld Lelystad. Dat is volledig ingericht en staat leeg en klaar. Daar is veel ruimte, met sanitair, beveiligingsvoorzieningen en infrastructuur. Huisvest daar de veiligelanders voordat ze worden uitgezet. Die opvang voor veiligelanders moet heel sober worden ingericht, want dat werkt. Zet veilige Noord-Afrikaanse landen met financiële sancties onder druk om uitgeprocedeerde asielzoekers per direct weer te ontvangen. Blokkeer bijvoorbeeld de uitkeringen die Nederland daar uitbetaalt. Dat is taal die men daar snapt. Het gaat maar om een procent of drie van het totaal, hoor ik mensen hier zeggen, maar dat zijn wel duizend mensen per jaar en dat scheelt dus twee redelijke azc's per jaar. Wie dat hier niet de moeite waard vindt, vangt ze maar op in zijn eigen partijkantoor of thuis. En vraag gelijk al die BN'ers die in 2015 om het hardst riepen dat zij asielzoekers zouden opvangen, even hoeveel vluchtelingen zij in huis hebben genomen. Hebben ze dat niet gedaan, vraag dan of ze dat per direct alsnog willen doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik hoorde een aantal hele herkenbare punten. Het gaat er natuurlijk om dat je nu zo snel mogelijk een eerlijke verdeling van vluchtelingen regelt in plaats van ze te concentreren in kleine plaatsen met grootschalige opvang. Dat schiet niet op; daar zijn we het over eens. Ik heb in mijn termijn ook dingen gezegd over de aanpak van de instroom richting Nederland, bijvoorbeeld over het verbeteren van de opvang in de regio. Dat lijkt mij veel reëler dan hier nu te roepen: er moet een asielstop komen. Premier Rutte zei al dat je eigenlijk uit de Europese Unie moet gaan als je dat echt wilt doen. Is dat wat u wilt?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Of ik uit de Europese Unie wil? Nee. In ons verkiezingsprogramma staat dat wij niet voor een harde nexit zijn maar wel terug willen naar een Europese Unie zoals die vroeger bedoeld was. Dat is een samenwerkingsverband tussen landen op het gebied van handel, economie en transport. Wij zijn dus niet voor het uitstappen uit de EU. En opvang in de regio, natuurlijk, daar ben ik ook voor. Ik ben ervoor dat in eerste instantie in de eigen regio wordt gekeken. Overigens heb ik begrepen dat dit al best veel gebeurt, maar we moeten wel kijken of dat beter kan, zeker.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Daarom zeg ik inderdaad ook dat we dat moeten doen. Verbetering van de opvang in de regio is volgens mij een veel reëler middel om de instroom te verlagen dan roepen dat er een asielstop moet komen. Dan zeg je namelijk eigenlijk dat we stoppen met de regel dat je een asielzoeker in principe het recht geeft om om bescherming te vragen, en dat is een afspraak die staat in Europese regels en in het Vluchtelingenverdrag. Daarom zei Rutte ook: als je dat wil stoppen, moet je uit de Europese Unie; anders is zo'n asielstop een beetje roepen voor de bühne. Bent u het daar niet mee eens?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nou, dat weet ik niet. Je kunt het altijd onderzoeken. Je kunt er ook altijd met andere landen over spreken. De minister-president roept al vrij snel dat dingen niet kunnen. Ik hoor hier al anderhalf jaar dat er niks kan en vervolgens blijken dingen een paar maanden later toch te kunnen. Ik zou dus zeggen: ga daarmee aan de gang. Ik heb het over een tijdelijke asielstop, hè. BBB zegt niet dat er nooit meer asielzoekers in Nederland mogen komen en dat we ze hier niet willen hebben. Mensen die echt op de vlucht zijn voor een oorlog of die in hun bestaan worden bedreigd, om wat voor reden dan ook, moeten gewoon altijd, waar dan ook, een plek kunnen hebben. Dat kan ook de homoseksuele onderwijzer uit Iran zijn die zich niet veilig voelt. En als die plek uiteindelijk in Nederland is, zullen we daar gewoon voor moeten zorgen. Ik heb nooit wat anders gezegd dan dat. Maar op dit moment hebben heel veel mensen last van die opstopping die nu is ontstaan. Die opstopping moet natuurlijk wel gewoon opgelost worden. Daar draag ik ook andere mogelijkheden voor aan, want het is natuurlijk ook niet wenselijk dat mensen in Ter Apel op die veldjes slapen, inderdaad onder erbarmelijke omstandigheden, zoals we de laatste weken hebben gezien. Daar moet ook een doorstroom in kunnen komen. Daarom zeg ik: laten we kijken naar een tijdelijke asielstop en die opstopping zo snel mogelijk oplossen. Het is dus niet of-of, maar en-en. Op het gebied van woningen denk ik dat er heel veel oplossingen zijn. Die heb ik zonet genoemd. Tienduizenden mensen hebben een recreatiewoning maar mogen daarin niet permanent wonen. Zij moeten hun eigen huis dus aanhouden. In die recreatiewoning zouden ze eigenlijk permanent willen wonen. Dat kan wettelijk nog niet, maar we kunnen dat misschien wel gedogen voor de tijd die nodig is. Die mensen kunnen hun huis dan beschikbaar stellen of te koop zetten, zodat er woningruimte vrijkomt. Zo komt die doorstroom ook weer op gang.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Een beetje lang misschien, maar oké, duidelijk.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Sylvana Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Dank u, voorzitter. Het is al een paar keer gezegd: we verkeren in een diepe crisis. Geen asielcrisis, geen opvangcrisis, maar een humanitaire crisis. Een crisis waarin we keer op keer worden geconfronteerd met de ijskoude en koelbloedige onwil van regeringspartijen om vluchtelingen en slachtoffers humaan op te vangen. Sterker nog, in plaats van te voldoen aan internationale verplichtingen, kiest het kabinet ervoor om mensenrechten te schenden: behoeften die zó basaal en essentieel zijn voor een mensenleven dat ze gegarandeerd en beschermd dienen te worden door iedere overheid. Maar die van ons doet dat niet. Onder leiding van de VVD kiest ook dit kabinet weer bewust voor schijnoplossingen voor problemen die het zelf heeft gecreëerd.

Vorig jaar al, in november, diende ik een motie in om een einde te maken aan de misstanden in aanmeld- en opvangcentra. Want vorig jaar al sliepen mensen noodgedwongen op stoelen of op de grond. Ook toen al gaf het Rode Kruis aan dat door een gebrek aan medische zorg, psychologische ondersteuning en een tekort aan bedden of toegang tot gezonde maaltijden en schoon sanitair de opvang van vluchtelingen door een humanitaire ondergrens dreigde te zakken. Die motie werd aangenomen. Dat betekent dat de erbarmelijke omstandigheden in Ter Apel geen nieuws zijn voor dit kabinet. Integendeel, dit kabinet is expliciet en dringend verzocht om deze misstanden op te lossen en verantwoordelijkheid te nemen. Want laat er geen misverstand over bestaan: de overvolle opvangcentra, de lange wachttijden en de verschrikkelijke omstandigheden waarin we mensen laten leven, zijn het gevolg van bewuste politieke keuzes van regeringspartijen, niet van grote migratiestromen. Tegen alle adviezen van experts en mensenrechtenorganisaties in bleef dit kabinet doelbewust capaciteit afschalen, wetende wat de gevolgen zouden zijn bij een nieuwe ramp. Willens en wetens weigerden de regeringspartijen keer op keer om de asielopvang structureel te financieren en mensenrechten te beschermen. Zelfs na een aangenomen motie en het uitroepen van een nationale crisis heeft het moeten komen tot 700 mensen die door falend beleid werden gedwongen om buiten te slapen.

Ik vraag de bewindspersonen: hoe hebben ze het zover kunnen laten komen? Hoe verklaren ze dat ze donders goed wisten in wat voor afschuwelijke omstandigheden we mensen opvangen en er toch helemaal niets aan hebben gedaan? Hoe verklaren zij dat ze stug volhielden dat er geen capaciteit of middelen waren om de aanmeld- en opvangcentra te verbeteren, terwijl nog geen halfjaar later alles op alles werd gezet om Oekraïners wél het welkom te geven waar alle asielzoekers recht op hebben? Daaruit blijkt dat als we maar willen, alles mogelijk is. Daar zit 'm de crux: het kabinet wil niet. Dit kabinet houdt vast aan een duidelijke scheidingslijn waardoor sommigen wel welkom zijn en anderen niet. Kom je van buiten Europa? Dan zijn jouw noden verwaarloosbaar. Het is een cynische scheidslijn die wederom benadrukt hoe restrictief en xenofobisch ons asielbeleid is. Alles is erop ingericht om mensen zo kort mogelijk hier te houden en zo snel mogelijk weer heen te sturen. Behandel ze vooral niet als mensen, want anders willen ze nooit meer weg.

Niet de mens, maar de xenofobe angst voor een ander staat centraal in ons asielbeleid. Dat soort racisme leidt tot ernstige escalatie. Zelfs Artsen zonder Grenzen, normaliter alleen werkzaam in conflictgebieden, zag zich genoodzaakt in te grijpen in ons eigen land. Ik vraag het de bewindslieden nogmaals. Zij wisten precies wat er gaande was. Waarom heeft u niets gedaan?

Het kabinet kwam met een akkoord dat bouwt op één principe: een nog sterker ontmoedigingsbeleid. Het initiatief om statushouders niet met hun gezin te herenigen zolang ze geen woning hebben, is niets meer dan het inruilen van de ene mensenrechtenschending voor de andere. Ondanks kritiek van het maatschappelijk middenveld en negatieve ambtelijke adviezen zetten de bewindspersonen toch maatregelen door die juridisch onhoudbaar zijn. Zij weten dat. Is dit kabinet het met mij eens dat dit misbruik is van onze rechtsstaat?

Hetzelfde geldt voor het initiatief om de beslistermijnen in asielprocedures te verlengen. We dóén er al te lang over. De termijnen worden al te vaak overschreden. Nog langer de tijd nemen is juridisch onhoudbaar. Maar meer dan dat: hoe lossen we precies het probleem van overvolle opvangcentra op door mensen juist langer in de opvangcentra te laten verblijven? Mensen mogen immers nergens naartoe verhuizen zonder dat ze een verblijfsvergunning hebben toegewezen gekregen. In goed Nederlands: make it make sense. Deze bewindspersonen zijn niet bereid om alles op alles te zetten om ontheemde mensen de mogelijkheid tot een veilig en volwaardig bestaan te bieden. In plaats daarvan kiest ook dit kabinet voor politiek eigenbelang, ten koste van internationale verplichtingen, basale mensenrechten en menselijkheid. Dat is geen asielcrisis en dat is ook geen opvangcrisis. Het is een humanitaire crisis, veroorzaakt door een koelbloedige politieke onwil en een onvoorstelbaar gebrek aan medemenselijkheid. Dit kabinet dient zich diep te schamen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Simons. Dan geef ik het woord aan mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Wat zijn mensenrechten in dit land nog waard? Het kabinet is deze zomer definitief door de morele ondergrens gezakt. We moeten ons diep schamen voor de mensonterende toestanden in ons land. Maandenlang zijn mensen de meest basale voorzieningen ontzegd: fatsoenlijk voedsel, een dak boven het hoofd en basale zorg. Zelfs Artsen zonder Grenzen, dat normaal gesproken medische noodhulp biedt in conflictgebieden, moest eraan te pas komen. De oorsprong van die escalatie ligt in moedwillig bestuurlijk falen, de jarenlange bezuinigingen op het COA en de IND en het uithollen van het asielsysteem. Het kabinet maakt kleingeld van mensenrechten, met als gevolg dat de meest kwetsbare mensen de dupe zijn. Dat het kabinet nu ook nog eens een zelfgecreëerde opvangcrisis probeert te repareren door het recht op gezinshereniging van vluchtelingen te schenden, is mensonterend. De gevolgen: trauma's verergeren en kinderen zijn veel langer gescheiden van hun ouders. Hoe langer gezinshereniging wordt uitgesteld, hoe langer een goede en volledige integratie duurt. Heeft de staatssecretaris zich afgevraagd of dit een echte oplossing is voor deze zelfgecreëerde bestuurscrisis? Heeft hij ook gekeken naar de langeretermijngevolgen van deze rampzalige maatregel? Of is het alleen om stoer te kunnen zeggen dat je iets aan de zogenaamde instroom doet, ook al weet je dat het plan geen stand houdt bij de rechter? Ik denk het laatste, maar ik wil graag een reactie van de staatssecretaris.

Als je dan na het nat gaan van het kabinet bij de rechter vanwege een klimaatzaak of vanwege een stikstofdebacle nog steeds denkt dat je politieke keuzes kunt overlaten aan de rechter, dan is dat niets minder dan onverantwoord bestuur. Ik vraag het kabinet: welk leiderschap wil het eigenlijk uitstralen? Wanneer leert het van de gemaakte fouten, namelijk dat je het niet op de rechter moet laten aankomen maar politieke keuzes moet durven maken? Hoelang blijft het nog doof voor de tientallen juristen, onder anderen van de commissie-Meijers, die al zeggen dat dit onzalige plan voor beperking van gezinshereniging juridisch onhoudbaar is? Graag een reactie.

En hoe kun je als kabinet beweren dat je iets aan instroom doet als je tegelijkertijd de klimaatcrisis volledig laat ontsporen? We hebben deze zomer al 33 miljoen ontheemden gezien door de overstromingen in Pakistan. Dat zullen er in de toekomst steeds meer worden, tenzij rijke landen nu werk gaan maken van het 1,5 gradendoel.

Voorzitter. De onnoemelijke schade die het kabinet al jaren heeft aangericht in het asielsysteem, moet nu een halt toe worden geroepen en dat kan ook. Het totale asielsysteem moet op de schop. Het is dan ook goed dat het kabinet komt met een fundamentele heroriëntatie. Als dit maar niet weer voor de bühne is! Richt het stelsel opnieuw in met een structurele en kleinschalige opvang, waarbij de menselijke waardigheid en de menselijke maat centraal staan. Zo moeilijk is het niet; alleen de politieke wil ontbreekt. Met een maatregel als het uitstellen van gezinshereniging glijden we juist verder af richting de morele afgrond en verder weg van een oplossing.

Voorzitter. Tot slot hoor ik graag van het kabinet hoe belangrijk het mensenrechten eigenlijk vindt. Wat voor voorbeeld wil het zijn, ook voor toekomstige generaties? Wil het verder bijdragen aan polarisatie, aan dehumanisering, aan mensen tegen elkaar opzetten en aan "ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken"? Of wil het kabinet te boek komen te staan als het kabinet dat de medemenselijkheid weer terugbracht in het beleid, dat erkent dat het gefaald heeft en dat het heeft geleerd? Het is een kwestie van kiezen. De staatssecretaris mag het zeggen.

Voorzitter, tot slot. Het kabinet heeft ons in verschillende crises gestort en heeft die verergerd. Laat de meest kwetsbaren niet langer boeten voor het eigen falen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD. Daarna gaan we even kort, vijf minuten, schorsen en vervolgens gaan we weer verder. Het woord is aan de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorzitter. Er is al maanden sprake van een asielcrisis. Iedere week komen er ongeveer 1.000 asielzoekers bij en dat zijn per week drie à vier extra azc's. Ons asielsysteem kan dat niet aan. Het piept en kraakt aan alle kanten. Er zijn niet genoeg fatsoenlijke opvangplekken en niet genoeg huizen. Het COA, de IND en de politie proberen al jaren om meer medewerkers te werven, maar die zijn simpelweg niet beschikbaar. Er zijn niet genoeg artsen en niet genoeg jongerenbegeleiders. Steeds meer werk komt bij gemeenten te liggen die er ook geen mensen voor kunnen vinden.

De realiteit is dan ook dat ons land de grenzen bereikt van wat het aankan. Dat moeten we durven erkennen. We zien dat het leidt tot schrijnende situaties: asielzoekers die buiten moeten slapen, vieze en onhygiënische omstandigheden, families en kinderen die lange tijd in sporthallen verblijven. Dat is niet hoe we mensen in Nederland willen opvangen. De afgelopen 52 weken betrof de instroom 49.000 asielzoekers. Dat is meer dan 50% hoger dan voor corona en benadert het niveau van de crisis in 2015. Tegelijkertijd stromen er te weinig statushouders door vanwege een gebrek aan huizen en blijft de uitstroom van uitgeprocedeerde asielzoekers te laag. Om de asielcrisis structureel op te lossen, zijn drie dingen nodig: de instroom moet omlaag, de doorstroom moet sneller en de uitstroom moet omhoog. Een structurele oplossing is niet met dwang allerlei opvangplekken aanwijzen. We hebben in Tubbergen gezien waar dat toe leidt: de gemeente wordt overvallen, de gemeenteraad voelt zich gepasseerd en er ontstaat een enorme weerstand onder bewoners. Dit soort acties tast het draagvlak van asielopvang, dat in Nederland op dit moment al zo broos is, enorm aan.

Het is crisis. Dan moet het kabinet verantwoordelijkheid nemen en handelen. Het voorgestelde pakket met maatregelen brengt de instroom omlaag, versnelt de doorstroom van statushouders en werkt aan een vergroting van de uitstroom. Hiermee wordt een stap gezet richting een oplossing, zonder dat dwangmaatregelen als in Tubbergen moeten worden toegepast. Daarom steunt de VVD dit pakket.

De voorzitter:

Dank u wel. Een interruptie van de heer Markuszower, PVV.

De heer Markuszower (PVV):

De heer Brekelmans — ik heb hem in mijn eigen inbreng de "bluffende Brekelmans" genoemd — zegt net dat deze asieldeal, dit pakket, zoals hij het noemt, de instroom omlaag brengt. Maar sinds de heer Brekelmans deze deal heeft gesloten, is de instroom met 50% per week gestegen. Dus ik wil graag nadere uitleg daarover. Maar wat ik ook tegen de heer Brekelmans wil zeggen, is: het is eigenlijk helemaal geen pakket. Het lijkt wel alsof de heer Brekelmans van de VVD in zijn pak genaaid wordt of is door zijn coalitiegenoten van D66 en ChristenUnie. Die proberen dat pakket via de rechter, samen met hun GroenLinksvrienden en de PvdA, onderuit te halen. Wat vindt de heer Brekelmans daarvan?

De heer Brekelmans (VVD):

Als je kijkt naar de weekcijfers, dan zie je dat die de afgelopen week inderdaad weer verder omhoog zijn gegaan. Dat kan meerdere oorzaken hebben. Dat kan ook te maken hebben met een registratieachterstand. Je ziet dat mensen die in Ter Apel lagen, niet geregistreerd werden, waardoor het drie, vier weken geleden even wat lager was en dat dit nu wordt ingehaald. Als je naar het gemiddelde van de afgelopen tijd kijkt, zie je dat het ongeveer 1.000 is. Met de maatregelen die nu zijn aangekondigd, is het niet zo dat als je die op dag één aankondigt, die op dag twee meteen effect hebben. Dat moeten we de komende weken, maanden gaan zien. Ik hoop dat zeker door die maatregel rondom nareizen — we zien dat het wekelijks 300, 400 mensen zijn — je de cijfers op den duur echt wel omlaag ziet gaan. Wat betreft de vraag over de andere coalitiepartijen: ik heb hen dit debat nog niet aan het woord gehoord, dus dat ga ik afwachten. Ik heb hen wel de afgelopen weken horen zeggen dat ze dit pakket steunen. Dat gaat om het hele pakket, dus alle maatregelen die daarin zitten.

De heer Markuszower (PVV):

Wat betreft dat pakket en die gezinshereniging en de verwachting van de heer Brekelmans dat het op termijn misschien wat zal dalen: dat pakket zegt ook heel duidelijk tegen iedereen die het maar horen wil dat Hugo de Jonge, de minister, woningen gaat bouwen, dat asielzoekers heel snel een woning gaan krijgen en dat zodra ze een woning hebben, er wel degelijk gezinshereniging plaatsvindt. Dat is één. Twee: er wordt nu op papier gezegd "binnen vijftien maanden". Dus ook als het de minister niet lukt om ze een woning te geven, vindt er binnen vijftien maanden sowieso gezinshereniging plaats. Dus het enige wat deze deal bereikt, is een vertraging. Maar in absolute getallen, zeker over de tijd uitgesmeerd, zie ik geen instroomvermindering. En het tweede moeten we misschien in de tweede termijn bespreken. Dat is namelijk dat ik erg bang ben voor de heer Brekelmans dat hij vandaag in zijn pak genaaid wordt.

De heer Brekelmans (VVD):

Daar hoeft de heer Markuszower niet bang voor te zijn. Het is inderdaad zo dat die nareismaatregel tijdelijk is. Dat zal in het komende jaar, anderhalf jaar, tot verlichting leiden. Maatregelen rondom hervestiging en strengere grenscontroles en ook wat erin staat over terugkeer en over Europese landen houden aan afspraken, zullen wel degelijk tot een lagere instroom leiden. Ik heb eerder daarover gezegd, en ik zeg dat nu ook tegen de heer Markuszower, dat we zullen moeten zien of dat de komende tijd genoeg is.

Dan wat betreft de doorstroom van statushouders. Het is namelijk niet zo dat asielzoekers een huis krijgen. Het zijn statushouders die een huis krijgen. Daarvoor geldt — dat is een onderdeel van deze maatregelen — dat er meer wordt geïnvesteerd in flexwoningen. Over het algemeen zijn dat vrij sobere locaties, wel voldoende qua voorzieningen, maar sober. Dat is dus echt een aanpassing ten opzichte van hoe het in het verleden was. Daarvoor geldt ook dat twee derde daarvan beschikbaar is voor alle overige groepen, dus gewoon Nederlanders die met spoed op zoek zijn naar een woning. Dat is voor de VVD ook zeer belangrijk.

De heer Eerdmans (JA21):

De heer Brekelmans is tegen asieldwang. Dat wil zeggen: asielzoekers dwingend overdragen aan gemeenten, zodat overal "Ter Apels" ontstaan. Bent u zich ervan bewust dat dit kabinet op twee fronten werkt aan dwang, namelijk via de wet van de heer Van der Burg die nu in consultatie gaat en via de wet die in de zomer is afgekondigd, het RO-instrumentarium? Dan wordt de regie overgenomen en beslist het Rijk dat er een hotel wordt gekocht, zoals in Albergen. Bent u zich daarvan bewust?

De voorzitter:

Graag via de voorzitter, meneer Eerdmans. Dat betekent dus geen ge-u, maar "de heer Brekelmans". De heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):

Waar ik mij van bewust ben, is dat dat RO-instrumentarium al heel lang bestaat. Het is niet zo dat het kabinet dit nu heeft gemaakt. Dat werd in het verleden voor allerlei andere doeleinden toegepast, zoals voor windmolens en wat niet al. Het is niet zo dat het kabinet dit nu heeft gecreëerd. Ik heb deze zomer wel gezien dat het is toegepast. En ik heb gezien, samen met de heer Eerdmans, dat dit tot enorm veel weerstand heeft geleid. Dus ik heb me daar ook meteen tegen uitgesproken. Ik heb gezegd dat ik het onwenselijk vind om dat op deze manier te doen, om zo een locatie aan te wijzen en daarmee een gemeente te overvallen. Dus volgens mij zijn we het in dat opzicht met elkaar eens. Het wetsvoorstel dat is aangekondigd, is nog niet in consultatie. We hebben het beiden nog niet gezien, dus over de inhoud kunnen we moeilijk met elkaar van gedachten wisselen. Ik zie wel een noodzaak tot een betere spreiding over het land. Je ziet dat sommige provincies veel meer doen dan andere. Er zijn ook een heleboel gemeenten en steden die zeggen: wij doen ontzettend veel, maar de omringende gemeenten doen een stuk minder. Daar moeten betere afspraken over worden gemaakt. Een wetsvoorstel kan daarbij helpen. Die noodzaak begrijp ik wel. Hoe dat er uiteindelijk uit zal zien, zullen we later met elkaar bespreken.

De heer Eerdmans (JA21):

Laten we kijken wat we vandaag kunnen bereiken, dus ik haak in op dat eerste punt: geen overvaltactieken meer van het kabinet, zoals in Albergen, met een hotel dat gekocht werd over de ruggen van de inwoners. Dat begrijp ik. Ik vind het belangrijk om te markeren dat we daar dan vandaag een punt achter zetten.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik heb altijd gezegd dat ik daar een tegenstander van ben.

De heer Eerdmans (JA21):

Nog een andere vraag, over de asielstop. Het is bekend dat JA21 en ook andere partijen daar een voorstander van zijn. Ook de heer Brekelmans wil dat graag. Nu heeft uw premier, ook die van ons — het is namelijk dezelfde — de heer Rutte, bij de persconferentie gezegd: no way, want dan moeten we de Europese Unie uit. Wat vond u daarvan?

De heer Brekelmans (VVD):

Het is hoe je een asielstop definieert. Als de heer Eerdmans en sommige andere partijen zeggen dat een asielstop betekent dat de grenzen dichtgaan, dat Ter Apel dichtgaat en dat er geen enkele opvang meer is, zeg ik: dat kan niet. Dat kan op die manier niet volgens de Europese regelgeving. Ik heb eerder gepleit voor een tijdelijke nareisstop. Het tweede is of je kunt kijken of je procedures tijdelijk kunt stopzetten. Dat gebeurt nu in feite ook. Iemand meldt zich in Ter Apel. Het duurt soms wel drie maanden voordat er überhaupt een eerste gesprek plaatsvindt, en een jaar voordat er een gehoor plaatsvindt. Ik heb eerder gevraagd: kun je daar niet gewoon openlijk over communiceren en zeggen dat er in Nederland sprake is van een procedurestop? Zo worden er geen verkeerde verwachtingen gewekt. Ik denk dat daar juridische ruimte voor is. Daarom heb ik voor de zomer aan het kabinet gevraagd om een juridische verkenning. Ik heb ook gevraagd om specifiek te kijken naar artikel 111, omdat dat een soort van noodregel is die je kunt inzetten. Maar die schuurt ook met Europese regelgeving. Ik heb gevraagd aan het kabinet om ook dat juridisch te verkennen. Dus ik denk wel dat er ruimte is voor vormen van een asielstop, maar de grenzen dicht en geen opvang: dat gaat niet.

De heer Eerdmans (JA21):

Nou, dat gaat niet; dat doen andere Europese landen die nog steeds in de Europese Unie zitten wel. Hongarije, Tsjechië en Polen hebben dat gewoon gedaan. Met repercussies, maar ze zijn nog steeds lid van de Europese Unie. Ze hebben het lef getoond om dat te doen. Volgens mij is dat het lef dat wij in ieder geval ook willen tonen. Dat artikel 111 is allang van tafel geveegd door de staatssecretaris. Hij komt er nog op terug, maar dat werkt niet. Dat eerste punt betreft natuurlijk vooral het vertragen, mensen wat minder snel zicht geven op verblijf, maar het is niet een stop op het in behandeling nemen van asielverzoeken. Dat zou u moeten doen, gecombineerd met tijdelijke grenscontroles aan onze grenzen. Bent u het daarmee eens, is mijn vraag via de voorzitter, dat dit een afremmende werking zou kunnen hebben op de komst van, inderdaad, vorige week 1.500 asielzoekers?

De heer Brekelmans (VVD):

Van het laatste, het intensiveren van het grenstoezicht, heeft de regering aangekondigd dat ze dat gaat doen. Daar heb ik zo meteen ook vragen over. Wat mij betreft is dat inderdaad intensief. Op het moment dat je een asielzoeker bij de grens aantreft, zou ik het heel logisch vinden, ook omdat we dat Europees zo hebben afgesproken, dat diegene niet naar Ter Apel gaat maar naar een aanmeldcentrum in Duitsland of België, waar die persoon tenslotte net vandaan komt. Dus in dat opzicht zijn we het met elkaar eens. Waar ik denk dat er juridische ruimte zit ten aanzien van een feitelijke procedurestop, wacht ik de reactie van het kabinet daarop af. Dus volgens mij is mijn antwoord in dat opzicht helder.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik vind het wel knap, hoor. De VVD is al tien jaar verantwoordelijk voor het asielbeleid, wat heeft geresulteerd in de absolute puinhoop die we deze zomer hebben gezien, en toch staat de heer Brekelmans hier doodleuk even te doceren hoe het allemaal beter moet en hoor ik nul komma niks van enige zelfreflectie. Het doet me wel een beetje denken aan een pyromaan die uitlegt hoe je een brand moet blussen. Maar waar is nou die zelfreflectie, meneer Brekelmans? Erkent u dat u en uw partij gewoon gigantisch hebben gefaald?

De voorzitter:

De heer Brekelmans. En ook weer via de voorzitter. Geen ge-u, alstublieft.

De heer Brekelmans (VVD):

Nee, dat erken ik niet. De afgelopen jaren hebben we bijvoorbeeld de Syriëcrisis gehad. Onze premier en mijn partij hebben daarbij aan de voet gestaan van de Turkijedeal die dat op dat moment heeft opgelost. Zo zijn er in het verleden talloze maatregelen genomen om de asielproblematiek en alle uitdagingen daaromtrent het hoofd te bieden. Natuurlijk zijn er in het verleden ook fouten gemaakt. Zoals ik eerder heb gezegd, heeft na 2016 het COA te snel afgeschaald en hebben we te snel gedacht: dit was eenmalig, dus we kunnen nu het aantal opvangplekken wel omlaag brengen. In 2017 is te snel het aantal IND-medewerkers omlaag gebracht, terwijl bleek dat er nog heel veel procedures moesten worden gedaan, waarbij het ook heel lastig was om vervolgens weer mensen aan te nemen. Wat dat betreft erken ik best dat er in het verleden verkeerde keuzes zijn gemaakt, maar om de VVD, wat wel een beetje de neiging is in deze Kamer, overal verantwoordelijk voor te houden, terwijl wij, als ik mij goed herinner, altijd in een coalitie hebben gezeten met andere partijen en wij als Kamer het asielbeleid vormgeven … Het is altijd weer een leuk frame, maar dit is toch iets te makkelijk van de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar dat krijg je als je twaalf jaar aan het stuur zit; dan ben je verantwoordelijk voor het beleid. We praten vandaag over het beleid en dat beleid is niet bepaald succesvol. Het heeft geleid tot de chaos in Ter Apel waar we vandaag over spreken. Dan roept de heer Brekelmans heel stoer "we moeten geen dwang gaan toepassen om dit probleem van het tekort aan opvangplekken op te lossen", maar volgens mij is de staatssecretaris nu aan het kijken om een dergelijke wet te maken. Het zou toch heel mooi zijn om een eerlijke en evenredige spreiding over Nederland te realiseren, zodat gemeenten niet langer meer worden overbelast? Waarom bent u daar niet eerlijker over en zegt u niet: het zou een goede oplossing zijn om gemeenten die taak te geven?

De heer Brekelmans (VVD):

Volgens mij ben ik daar zojuist heel duidelijk over geweest. Ik wil niet situaties zoals in Tubbergen, dat er een plek wordt aangewezen in de zin van "daar moet nu op stel en sprong een opvang komen", waarbij een gemeente wordt verrast, de gemeenteraad zich buitenspel gezet voelt, bewoners in onzekerheid zitten en het draagvlak voor asiel wordt aangetast. Tegelijkertijd zie ik ook de noodzaak om de opvang van asielzoekers en de huisvesting van statushouders en Oekraïners evenrediger over het land te verspreiden. Als ik in het noorden van het land kom, dan zeggen heel veel mensen daar ook: wij doen relatief wel erg veel ten opzichte van andere delen van het land. Als ik bestuurders in sommige steden spreek, zeggen ze: wij als stad doen ontzettend veel maar de omliggende gemeenten doen een stuk minder. Dus dat er op provinciaal en regionaal niveau tussen gemeenten afspraken worden gemaakt over wie wat doet, daarvan zeg ik dat ik die noodzaak zeker zie, maar dan niet door middel van dwangmaatregelen zoals die in Tubbergen zijn toegepast.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik heb het VVD-verkiezingsprogramma er maar eens even bij genomen. Dat is toch wel een redelijk stevig verkiezingsprogramma. Dat wordt voor de verkiezingen gelanceerd. Mensen denken dat dat ook wordt uitgevoerd en daarom stemmen ze dan op de VVD. Ik zal drie maatregelen oplezen. De eerste is de opschorting van het recht op het aanvragen van asiel in Nederland. Dat staat in het VVD-verkiezingsprogramma. Er staat ook: we gaan het VN-vluchtelingenverdrag opzeggen. Een opt-outclausule voor de EU-afspraken staat er ook in. Zo kan ik eindeloos doorgaan. Ik vind het een prachtig programma — het is een beetje ketelmuziek — maar ik zou aan de heer Brekelmans willen vragen: welke maatregel uit het verkiezingsprogramma heeft u nou in het regeerakkoord gekregen?

De heer Brekelmans (VVD):

Een hele belangrijke is bijvoorbeeld de ongewenstverklaring, waarmee we straks asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn en overlast veroorzaken, daarvoor kunnen bestraffen. Daardoor is het voor veiligelanders minder aantrekkelijk om naar Nederland te komen en pakken we eindelijk eens het probleem aan dat ze hier toch blijven en overlast veroorzaken. Dat is een hele belangrijke maatregel. Ik vind het leuk dat de heer Van Haga uit ons verkiezingsprogramma voorleest. Dat is prima, maar dan moet hij daar niet selectief uit citeren, maar ook lezen wat daar volledig staat. Voor een aantal van die maatregelen geldt dat het een ambitie is voor de komende vier jaar, of zelfs daarna. Daar staat ook bij: daarvoor moet Europese regelgeving worden aangepast. Ik roep de staatssecretaris en het kabinet iedere keer op ervoor te zorgen dat Europese landen zich aan afspraken houden en dat de afspraken die we in Europa hebben gemaakt, worden aangepast. Alleen zitten we nu in een crisis, dus moeten we het nu doen met wat we hebben. En wat in het verkiezingsprogramma staat, is een ambitie voor de komende jaren.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De heer Brekelmans maakt het een beetje potsierlijk, vind ik. De VVD is twaalf jaar aan de macht, en dan is dit verkiezingsprogramma, met deze snoeiharde maatregelen, een ambitie voor de toekomst. Maar we zien nog niet een begin van de uitvoering en we zitten nu in de grootste asielcrisis aller tijden sinds de Tweede Wereldoorlog. Op die manier een verkiezingsprogramma lanceren? In mijn tijd moest er dan een beetje PVV-corvee gedaan worden om Geert Wilders, de meest succesvolle afsplitser van de VVD, een beetje de wind uit de zeilen te nemen. Ja, dat is nog steeds zo, hoor ik hier naast me. Het is natuurlijk echt raar dat je hier durft te staan en durft te zeggen: nou, we hebben een prachtig verkiezingsprogramma. Er hebben echt heel veel mensen op de VVD gestemd in de veronderstelling dat daar iets mee gedaan werd. Het gevolg is dat de VVD een staatssecretaris heeft neergezet die de grootste asielcrisis sinds de Tweede Wereldoorlog heeft veroorzaakt. Dan moet u zich toch een beetje achter de oren gaan krabben?

De heer Brekelmans (VVD):

Ik herhaal dat we een heleboel dingen in ons verkiezingsprogramma direct hebben kunnen realiseren, zoals strenger grenstoezicht, de ongewenstverklaring en een hardere aanpak van overlastgevers. Er staan een aantal dingen in ons verkiezingsprogramma die vragen om internationale afspraken. Op het moment dat er in Europa een momentum is om dat soort afspraken te maken, bijvoorbeeld bij de Turkijedeal, staat de VVD vooraan om wat in het verkiezingsprogramma staat te realiseren. Maar de realiteit is nu dat er in Europa geen overeenstemming is over een hervorming. De heer Van Haga weet dat je alleen een opt-out kan krijgen als er een verdragswijziging plaatsvindt en als 26 andere EU-lidstaten jou die opt-out gunnen. Dat kan dus op dit moment niet. Dat geldt voor meerdere maatregelen die in het VVD-verkiezingsprogramma staan. Dat is een ambitie voor de komende jaren en iets wat voor de VVD een bespreekbare inzet zou zijn. Er moeten alleen wel 26 andere lidstaten mee instemmen als je iets in Europa wil regelen.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Brekelmans (VVD):

Ik heb een drietal vragen over het pakket. Ten eerste heb ik een vraag over het mobiel grenstoezicht. Wat gaat het kabinet concreet doen om dit te intensiveren? Is het kabinet bereid om het maximale te doen wat qua uitvoering mogelijk is? Is er nu de afspraak met Duitsland en België dat een asielzoeker die aan de grens wordt aangetroffen, niet naar Ter Apel wordt gebracht, maar naar Duitsland of België? Dat is immers hoe we het in de EU met elkaar hebben afgesproken. Als deze afspraken er met Duitsland en België nog niet zo concreet zijn of als die nog onvoldoende functioneren, wil de staatssecretaris dan toezeggen er alles aan te doen om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen?

Dan, ten tweede, de doorstroom van statushouders. Ik zie dat er op dit onderdeel van het pakket veel ambitie is en dat er ook budget is, maar ik zie ook berichten uit de praktijk dat de resultaten nog teleurstellend zijn: locaties die niet snel genoeg van de grond komen en projecten die vastraken in procedures. Ik zie een staatssecretaris die het hele land doorreist om azc's te regelen en ik zou ook graag zien dat de minister hetzelfde doet. Ga het land in om de projecten die vastlopen, zo snel mogelijk vlot te trekken. Overweeg desnoods om hier ook dwingende instrumenten in te zetten in plaats van dwang als het gaat om azc's. Mijn vraag aan de minister: is hij hiertoe bereid als het niet lukt om de ambities die er nu liggen, snel te realiseren?

De terugkeer van uitgeprocedeerden blijft een achilleshiel van het asielbeleid. We zien dat ook in andere West-Europese landen de instroom en de druk op het asielsysteem toenemen. Is het kabinet bereid om met de ons omringende landen de druk te verhogen op Europese landen die zich niet aan de Dublinafspraken houden en om de druk op te voeren op herkomstlanden die uitgeprocedeerden niet terugnemen? Als het kabinet daartoe bereid is, hoe en wanneer gaat het kabinet dit dan concreet doen?

Tot slot wordt met dit pakket een belangrijke stap gezet, maar we moeten de komende maanden gaan zien of het genoeg is. Er valt niet uit te sluiten dat er de komende maanden nog meer maatregelen moeten worden genomen. Voor de zomer heb ik daarom gevraagd om een juridische verkenning van de mogelijkheden voor een vorm van een asielstop. Welke ruimte bieden de Nederlandse en de Europese wetgeving hiervoor in tijden van een crisissituatie, zoals die waarin we ons nu bevinden? Ik vroeg de staatssecretaris om hier met alle creativiteit naar te kijken. Mijn vraag aan hem is wanneer we deze verkenning kunnen verwachten.

De voorzitter:

Dank u wel. U bent aan het einde van uw betoog?

De heer Brekelmans (VVD):

Ja.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans van JA21 voor een interruptie.

De heer Eerdmans (JA21):

Het is wel heel bijzonder dat de VVD elke vier jaar een enorm grote broek aantrekt over allerlei zaken die asiel in Nederland moeten afremmen en de instroom moeten beperken, maar als ze eenmaal in een kabinet zit, zegt dat dat niet zomaar kan, dat we het Europees moeten regelen en dat er verdragen moeten worden aangepast. Het zou echt goed zijn als u eens uw licht opsteekt in Denemarken. We zien dat de Denen zonder opt-out met partnerlanden afspraken kunnen maken. Ze zijn bezig met het tijdelijk maken van permanente verblijfsvergunningen. Beroepsmogelijkheden zijn niet, zoals in Nederland, 28 keer tot in lengte van jaren mogelijk. Na twee keer, drie keer is het basta. Veiligelanders uitzetten gebeurt in Denemarken. Daar worden ze gewoon in een centrum gezet. De marechaussee gaat mee en ze worden uitgezet. Dat gebeurt daar gewoon. Dat is gewoon een Europees land zonder opt-out. Ik heb sterk de indruk dat de staatssecretaris het gewoon niet wil. Dan kunnen we met z'n allen honderd keer opschrijven dat we het niet kunnen. Maar denkt u dat de wil er is bij die staatssecretaris van u, of niet? Bij u heb ik twijfel. Ik denk dat u het wel wil, maar dat u zich gevangen voelt — dat is terecht — binnen een coalitie waarin het gewoon niet mag. Maar bent u het wel met me eens dat het dus kan? Als we onze zinnen erop zetten, dan is er een wil om het te doen.

De heer Brekelmans (VVD):

Denemarken kan vanwege een opt-out veel meer. Ik hoor de heer Eerdmans er heel vaak voor pleiten dat Nederland het Deense model overneemt, maar feit is dat Denemarken die opt-out in 1992 heeft afgesproken. Het is iets waarmee alle EU-lidstaten moeten instemmen en wat alleen kan als er een nieuw verdrag wordt opgesteld. Die situatie is voor Nederland dus gewoon niet voorhanden. Er is op dit moment geen sprake van een verdragswijziging, dus er is niet eens een mogelijkheid tot een opt-out zoals Denemarken die heeft. Dat is dus geen antwoord op deze acute crisis.

Dan de afspraken met derde landen. Er is een deal aangekondigd met Rwanda. Ik heb ook gezien dat in het geval van het Verenigd Koninkrijk een Europese rechter die deal al heeft teruggefloten, waardoor het Verenigd Koninkrijk nog niemand naar Rwanda heeft gebracht. Ik heb ook in Denemarken nog niemand gezien die daarnaar is overgebracht. Op het moment dat een Europese rechter dit terugfluit, moeten we niet net doen alsof dat allemaal is gerealiseerd en dat wij dat ook zo zouden kunnen doen.

De voorzitter:

De laatste vraag van de heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):

Niemand zegt dat dat volgende week geregeld is. Dat zegt helemaal niemand. Maar ik heb u vier punten genoemd die zonder opt-out in gang zijn gezet in Denemarken. Dan is het een beetje flauw om te zeggen dat dat niet kan en niet mag en dat het onmogelijkheden zijn. Nee, ga er nou eens mee aan de slag. Ik vind het volgende heel bijzonder. Dit kabinet is verrekt creatief met kurk als het gaat over de opvang. Dan verzinnen we allemaal zaken die we over de schutting gaan kieperen en dan komen we met nieuwe wetten — meneer De Jonge zit te glimlachen — om de gemeenten maar te dwingen. Men is heel creatief met kurk bij de opvang, maar men is niet creatief met kurk bij de instroombeperking. Dan zijn we met handen en voeten gebonden en is het "dat mag niet en dat kan niet", terwijl de Denen, de Tsjechen, de Polen en de Hongaren het wel hebben gedurfd en het gewoon doen.

De heer Brekelmans (VVD):

De heer Eerdmans zegt dat Denemarken een aantal versoberingen kent die ook zonder opt-out kunnen. Dat is zo. Nederland heeft in de vorige kabinetsperiode bijvoorbeeld de herhaalde aanvragen veel strikter gemaakt. Die moeten schriftelijk worden ingediend en als er geen nieuwe gronden zijn, vindt er niet eens een gehoor plaats. We hebben de opvang van veiligelanders en Dublinclaimanten enorm versoberd. De huisvesting van statushouders ging in het verleden naar sociale huurwoningen en nu gaat die ook naar flexwoningen. Dat is dus ook een versobering. Dus ook Nederland, ook dit kabinet, kijkt wel degelijk naar manieren waarop elementen van het asielbeleid strenger en soberder kunnen. En ja, de realiteit is ook dat als je verantwoordelijkheid neemt en onderdeel bent van een coalitie, je daarover met elkaar afspraken maakt en dat je je daar ook aan houdt. Als de heer Eerdmans ooit een keer meedoet, zal hij dat zelf ook ervaren.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Brekelmans. Ik schors de vergadering vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar mevrouw Gündoğan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Dank u wel, voorzitter. Gisteren om 15.59 uur stuurde het College voor de Rechten van de Mens een duidelijke mail. Daarvóór stuurden onder andere VluchtelingenWerk Nederland en de UNHCR al stukken op. Het moge duidelijk zijn: de door het kabinet voorgestelde werkwijze is in strijd met de Vreemdelingenwet en de Gezinsherenigingsrichtlijn. De UNHCR, de Raad van Europa, de Europese Commissie en het College voor de Rechten van de Mens zijn duidelijk: los van dat vluchtelingen worden gedehumaniseerd, is dit kabinet, door naar de populistische onderbuik te luisteren, bezig met het onttakelen van zowel de Nederlandse rechtsstaat als de Nederlandse internationale politieke geloofwaardigheid. Wie denkt dat het voorgestelde beleid wél kan, is op hallucinante wijze losgezongen van de juridische en politieke realiteit. Wie dit verkoopt als een oplossing, draagt bij aan populisme en verdere polarisering.

Dus de keuze aan dit kabinet is of het zich gaat uitleveren aan de populisten en zich daarmee als joker in Europa gaat gedragen en bron van inspiratie wordt voor de autocraat Orbán doordat mensenrechten, democratie en internationale verdragen worden geschoffeerd, met daarbij het risico dat advocaten en internationale organisaties ook op dit dossier de weg zullen vinden naar rechters, van de Raad van State tot en met het Hof van Justitie. De landen die door het Hof van Justitie worden aangesproken, zijn niet de landen waar men democratische inspiratie vindt. Sterker nog, Polen, Hongarije en Turkije zijn voorbeelden van hoe het níét moet.

Daarom dit pleidooi. Wie meent te kunnen tornen aan de definitie van menswaardigheid, vervalt snel in het tornen aan de definities en afspraken die vanuit beschaving en ontwikkeling in nationale en internationale wetten zijn afgesproken. Deze onheilzame en juridisch onhoudbare route is een populistische route, die zichzelf uiteindelijk ook electoraal in de staart zal bijten door verdere polarisering. Tevens zal deze route van Nederland een land maken waar ons internationale hoon en spot tegemoet zullen komen. Dat lijkt me, nog buiten de schaamte die ik voel richting de asielzoekers, een schaamte voor onze geschiedenisboeken en ons internationaal aanzien. Daarom: stop met ridicule en beschamende, onhoudbare voorstellen, die behalve tot populisme nergens toe bijdragen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gündogan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Koekkoek van Volt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dank u wel, voorzitter. We praten hier vandaag over een pakket illegale maatregelen, bedoeld om een bestuurlijke crisis op te lossen, maatregelen die door elke rechter naar de prullenbak verwezen zullen worden. Het kabinet weet dat, maar zet alsnog door. Na een zomer van intens verdrietige verhalen en beelden is dit hetgeen waarmee het kabinet-Rutte IV terugkomt: een pakket maatregelen dat mensenrechten negeert. Dit is wie we geworden zijn; dit is Nederland. Ons land heeft het punt bereikt waarop Artsen zonder Grenzen nodig is om in basale humane condities te voorzien. Laten we niet vergeten dat dit ook in Griekenland dagelijkse kost is, omdat Europese lidstaten het maar niet eens kunnen worden over een gezamenlijk asielbeleid.

Ik hoop dat we het in deze zaal en buiten deze zaal over een aantal dingen, ondanks verschillen, nog eens kunnen worden. Niemand wil dat kinderen ziek buiten slapen. Niemand wil dat kinderen met onbehandelde schurft in een propvolle zaal liggen. Niemand wil dat mensen in hun eigen en elkaars uitwerpselen naar het toilet moeten. Iedereen wil grip en controle op het asielsysteem. Alsjeblieft, laat ons stoppen mensen van precies dat, hun mens zijn, te amputeren. Europa is een waardegemeenschap en het is de hoogste tijd dat we die waarden weer op alle mensen van toepassing laten zijn. In woorden en in daden.

Voorzitter. Dit kabinet presenteert een asieldeal, die een mix van illegale maatregelen is, bijvoorbeeld als het gaat om het verlengen van de wettelijke beslistermijn en het uitstellen van gezinshereniging. Bij mij is het nog steeds niet ingedaald: ouders en kinderen expres langer laten wachten op een weerzien als bewust beleid. Voor Volt is het verlengen van een beslisproces dat nu al veel te lang duurt, onbespreekbaar. Dat proces van onzekerheid en zonder perspectief is niet alleen moreel onaanvaardbaar, het lost bovendien helemaal niks op. Sterker nog, het houdt een plek bezet die juist nodig is om nieuwe asielzoekers op te vangen, terwijl we juist plekken nodig hebben. En het gaat lijnrecht in tegen het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Hetzelfde zien we gebeuren bij gezinshereniging; een kabinet dat bestaat uit twee partijen die het gezin heilig verklaren en een partij die zegt niemand te laten vallen, willen willens en wetens hereniging tussen kinderen en ouders vertragen. De eigen ambtenaren gaven aan dat deze regering teruggefloten zal worden door de rechter. Het kabinet kiest er dus bewust voor om illegale maatregelen in te voeren én om een rechter dit op te laten lossen. Dan vraag ik: wat heeft dit nog met integer besturen te maken?

Volt gelooft dat een échte oplossing op Europees niveau overeengekomen moet worden. De geloofwaardigheid van Nederland als lidstaat ligt nu aan gruzelementen. Snappen de bewindspersonen dat je Polen en Hongarije niet meer de les kunt lezen over hun omgang met de rechtsstaat als wijzelf bewust maatregelen doorvoeren die ingaan tegen de mensenrechten? Een structurele hervorming van het asielbestel is noodzakelijk, een werkend, humaan Europees asiel- en migratiebeleid. Wanneer gaat Nederland daar nu eindelijk serieus werk van maken, in plaats van tijd, energie en middelen te verspillen aan restrictieve maatregelen die al twintig jaar lang de situatie verergeren?

Voorzitter. De werkelijk beschamende problemen waar we tegen aanlopen in het asielbeleid, zijn het resultaat van jarenlang wanbeleid, structurele bezuinigingen en angstcampagnes. Politici die mensen structureel reduceren tot gevaar, lossen helemaal niks op. Het klimaat waarin angst het middel is om macht te bestendigen, past niet in een democratische samenleving. Hans van Mierlo zei ooit in een interview dat sommige principes ononderhandelbaar zijn. Laat genoteerd zijn dat het recht om met je gezin herenigd te worden, voor Volt zo'n ononderhandelbaar principe is. Mijn laatste vraag aan de staatssecretaris is daarom: waarom is dat voor u en uw collega's wel zo? Ik vraag dat aan de staatssecretaris omdat hij formeel verantwoordelijk is, maar eigenlijk stel ik deze vraag aan de hele coalitie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Koekkoek. Dan geef ik het woord aan de heer Peters van het CDA.

De heer Peters (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Rondom de opvang van asielzoekers speelt een urgent probleem. De opvang van asielzoekers is beroerd geregeld, maar we hebben ook andere problemen. De instroom van immigranten is zo hoog dat we dat niet duurzaam kunnen volhouden. De uitstroom van mensen die hier niet mogen blijven, lukt niet of nauwelijks.

Voorzitter. De opvang van asielzoekers was een vertoning. We hebben het kunnen zien in de krant en we hebben het fysiek kunnen zien. We krijgen het wel voor elkaar om in Biddinghuizen een festivalterrein ter grootte van een dorp binnen no time uit de grond te stampen, maar een nette opvang in Ter Apel krijgen we blijkbaar niet voor elkaar. De beelden van asielzoekers die buiten moeten slapen op de grond, zijn ons rijke land gewoon onwaardig. Dit urgente probleem zou eenvoudig op te lossen moeten zijn. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat mensen in ieder geval dat dak boven hun hoofd hebben en een bed om in te slapen?

Voorzitter. Het CDA wil geen grootschalige opvang in de regio's zoals in Tubbergen. Met dat soort opvang moeten we gewoon stoppen. Natuurlijk is het volstrekt helder dat verreweg het grootste deel van de asielzoekers totaal geen overlast bezorgt. In Oss heb ik als wethouder zelf meegewerkt aan een noodopvang van vergelijkbare grootte tegenover het gemeentehuis. Dat loopt met de inzet van veel vrijwilligers als een zonnetje. Maar grootschalige opvang binnen kleine gemeenschappen is natuurlijk andere koek. Hoe kan de staatssecretaris er misschien voor zorgen dat gemeenten naar rato van het aantal inwoners opvang gaan regelen, dus zo kleinschalig en verspreid mogelijk, een beetje zoals meneer Van Dijk het zegt? Hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat opvang niet per spreadsheet vanuit Den Haag of een provinciehuis geregeld gaat worden, maar met een opdracht aan gemeenten en daadwerkelijk met de mensen die het vorm gaan geven?

Voorzitter. Naast dit urgente probleem ziet het CDA nog een aantal belangrijke problemen. Ten eerste de instroom van immigranten. Ieder jaar zouden we een stad ter grootte van de gemeente Venlo of Helmond moeten bouwen om iedere nieuwkomer te huisvesten. Wie over de staat van de migratie leest, begrijpt dat dat aantal bij gelijkblijvend beleid de komende jaren alleen maar zal toenemen. Wat je er ook van vindt, dat gaat dus niet, hoe groot je hart voor mensen ook is. Zo veel woningen kunnen we niet bouwen. Zo veel mensen kunnen we niet integreren. Daarom vindt het CDA dat de instroom echt naar beneden moet. We spreken vandaag over de opvang van asielzoekers en de voorgestelde aanpak van het kabinet. Het CDA steunt die aanpak. We weten dat het juridisch ingewikkeld ligt, maar het is uiteindelijk waarschijnlijk niet eens voldoende. Het CDA wil dat er grip op immigratie komt. Wat heeft de minister nodig om dat voor elkaar te krijgen? Hoeveel migranten kunnen en willen we eigenlijk fatsoenlijk huisvesten in ons land zonder dat we de samenleving te veel belasten? Wat is een beleidsmatig streefgetal?

Voorzitter. Nee, asielzoekers zijn geen enge mensen. Het zijn mensen zoals wij allemaal. Niemand neemt hun iets kwalijk, maar we hebben ook een grote verantwoordelijkheid voor mensen in de wijken en gemeenschappen die daadwerkelijk geconfronteerd worden met de gevolgen van de instroom. Het is onjuist hun bezwaren af te doen als irrelevant of als uitingen van latent racisme. Een wachttijd van meer dan tien jaar voor een sociale huurwoning vindt het CDA bijvoorbeeld een reëel probleem. Het is gemakkelijk om daar schande van te spreken wanneer je zelf een ruime koopwoning in Het Gooi of binnen de grachtengordel bezit. De mensen in de wijken ervaren de gevolgen van de idealen die wij hier hebben.

Ik kan doorgaan. Dat maakt niet uit.

De voorzitter:

Maakt u het stukje maar even af.

De heer Peters (CDA):

Voorzitter. Het tweede en belangrijke probleem is de uitstroom van asielzoekers die hier niet mogen blijven. Wie hier niet mag blijven, mag hier dus ook niet meer zijn. Die mensen moeten dus ook daadwerkelijk weg. Ook op dit punt begrijp ik alle praktische en juridische bezwaren, maar dat die instroom niet of nauwelijks lukt, is gewoon onverteerbaar. Het kan natuurlijk alleen maar fout gaan als mensen zonder status, zonder huisvesting, zonder inkomen hier tot in lengte van jaren blijven. Dat gaat ook regelmatig fout, met alle gevolgen van dien.

Voorzitter. Ook ik heb geen pasklare oplossing, maar hoe gaan we er nou voor zorgen dat de uitstroom van mensen die hier niet mogen blijven, drastisch toeneemt? Van de mensen die hier uiteindelijk wel mogen blijven, is een te hoog percentage levenslang afhankelijk van een uitkering en spreekt een te hoog percentage ook na vele jaren onze taal niet of zeer onvoldoende. In Duitsland werkt bijvoorbeeld een fors hoger percentage. Wat kunnen we daarvan leren? Wat leren we van de opvang van Oekraïners? Hoe kunnen we meer eisen stellen, maar vooral ook fors meer kansen bieden aan mensen?

Voorzitter, samenvattend. Voor het CDA is het kraak- en kraakhelder: de opvang van asielzoekers moet netjes en fatsoenlijk worden geregeld, zo kleinschalig, zo passend bij de gemeenschap en zo verspreid over Nederland als maar mogelijk. Het moet niet van bovenaf met oekazes en via spreadsheets, maar met de mensen. Het urgente probleem is op te lossen, maar uiteindelijk zijn de echt grote problemen bij gelijkblijvend beleid dus helemaal niet op te lossen. De instroom moet naar beneden, wat we er ook van vinden, en de uitstroom moet omhoog. Aan mensen die wel mogen blijven, willen we wel eisen stellen, maar moeten we vooral meer kansen bieden.

De voorzitter:

Dank u wel en ook dank voor uw geduld, mevrouw Piri. Aan u het woord.

Mevrouw Piri (PvdA):

In een kleine bijzin hoorde ik de heer Peters zeggen: "ook al weten we dat het juridisch moeilijk ligt". Dan wil ik hem toch even wat voorleggen. Wij hebben gisteravond het document ontvangen dat alle bewindspersonen hadden gekregen voordat zij besloten om gezinshereniging op te schorten. Staat u mij toe om daar even drie zinnen uit te citeren. "De wet biedt in principe geen ruimte om de termijn verder te verlengen." Tweede citaat: "Het is mogelijk dat een rechter niet in deze beredenering meegaat omdat, ongeacht ratio, het artikel nu eenmaal expliciet de wettelijke verplichting oplegt het visum binnen een bepaalde termijn af te geven." Het derde citaat gaat over de eis dat statushouders beschikken over een woning voordat gezinshereniging kan plaatsvinden. Daarover is het ambtelijk advies aan het kabinet: "Omdat de reden die daaraan ten grondslag zou liggen, een voorwaarde is die bij de beoordeling niet mag worden gesteld, zouden deze vormbesluiten snel en succesvol bij de rechter worden aangevochten." Nou is mijn vraag aan de heer Peters: wat vindt u hiervan? Vindt u dat er voldoende juridische onderbouwing is voor het besluit dat het kabinet heeft genomen?

De heer Peters (CDA):

Twee dingen. Allereerst zien we de beelden. We zien dat mensen met de benen buiten hangen, dat ze op staat liggen, dat ze op het gras moeten zijn, dat het gewoon vol is en dat er geen mensen bij kunnen. Ten tweede zien we dat de doorstroom vanuit Ter Apel, in dit geval, richting woningen stokt, omdat ze er niet zijn. Ik begrijp wel dat het juridisch ingewikkeld ligt, zoals alle mogelijke oplossingen die wij hier vandaag met z'n allen hebben besproken. Overal zijn juridische moeilijkheden of ingewikkeldheden bij te verzinnen of vragen bij te stellen, maar wij hebben niet de luxe om het daarbij te laten. Wij zullen moeten zeggen: als er echt geen plek is en het niet kan, dan zullen we deze maatregelen moeten nemen. Dat ten eerste.

Ten tweede zegt de staatssecretaris in zijn brief: het kan juridisch wél. Daar zullen mensen van mening over verschillen, maar we hebben gewoon de luxe niet om te zeggen "we doen het niet", want er is geen plek; ze liggen buiten op het gras. Zo zie ik het. De staatssecretaris gaat dadelijk, neem ik aan, antwoord geven en vertellen waarom het juridisch allemaal wel kan. Maar of het juridisch kan, zullen we van hem horen. Anders zal de rechter het moeten beoordelen.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dit is iets te gemakkelijk. Onze analyses van waar het probleem ligt, kunnen natuurlijk verschillen. Ik ben ervan overtuigd dat dit een opvangcrisis is, en niet een asielcrisis. Die mensen — het waren er vannacht trouwens nog steeds 80 — sliepen niet voor de poorten van Ter Apel omdat er een grote instroom is. Nee, die mensen slapen daar omdat we gewoon maandenlang, jarenlang, hebben weggekeken van hoe de opvang volliep. Maar ik stel nogmaals de vraag aan u. Ik vraag niet wat de staatsecretaris vindt; daar zal ik mijn interruptie richting het kabinet wel voor gebruiken. U voert nu het woord namens het CDA. Als mede-Kamerlid staan wij hier ook om het kabinet te controleren. Hoe stevig vindt u de juridische onderbouwing om deze maatregel te nemen, gebaseerd op wat de ambtenaren van het ministerie aan de bewindspersonen hebben meegegeven? Dat is een simpele vraag.

De heer Peters (CDA):

Een simpele vraag met een simpel antwoord. Ik ben geen jurist. Ik hoor wat de staatsecretaris gezegd heeft: het kan juridisch; we moeten het doen en er is geen andere mogelijkheid. Ik hoor ook mensen die daar vragen bij stellen. Dat is mijn antwoord. Overigens hebben we niet alleen een opvangcrisis — die hebben we wel — maar ook een crisis omdat we geen woningen meer hebben in wijken waar we mensen kunnen huisvesten. Het is een veel groter probleem dan hoe u het eigenlijk voorstelt. Het is geen juridisch trucje, we hebben gewoon een veel groter probleem in dit land.

Mevrouw Piri (PvdA):

Een laatste poging. Vindt de heer Peters dat het minimale wat je van elke overheid kan verwachten, ongeacht de samenstelling van de politieke kleur, is dat ze zich houdt aan de eigen wetten?

De heer Peters (CDA):

Ja. En de staatssecretaris zal zeggen dat hij dat doet.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik vraag het de heer Peters.

De heer Peters (CDA):

Ik zei ja. En de staatssecretaris zal zeggen dat hij dat doet.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De heer Peters geeft aan dat hij geen jurist is. Dat ben ik ook niet en daarom luister ik heel goed naar juridische experts. Eigenlijk alle juridische experts op het gebied van vreemdelingenrecht, inclusief de adviseurs van het kabinet zelf, zetten grote vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van deze maatregel. Ik heb het over behoorlijk bestuur. Dit kabinet heeft na de hele toeslagenaffaire gezegd: we moeten staan voor bestuurlijke integriteit en voor behoorlijk bestuur, en we moeten de rechtsstaat niet verder ondermijnen. Dan kan het toch niet zo zijn dat het kabinet willens en wetens een politieke maatregel neemt terwijl het weet dat die juridisch niet houdbaar is? Dan moeten wij als Kamer toch vragen om juridisch advies aan ons hoogste orgaan, namelijk de Raad van State?

De heer Peters (CDA):

Ik zeg het nog een keer: het geeft ons buikpijn en hoofdpijn. U of uw collega zei dat er vannacht nog 80 mensen buiten liggen in Ter Apel. Dat is mensonterend en verschrikkelijk; dat hebben we gezegd. We moeten die mensen beter opvangen. Als er geen plek is en men niet kan doorstromen — dat lukt blijkbaar niet, omdat er geen woningen zijn en er gewoon geen plek is — dan kunnen we natuurlijk zeggen "we halen die mensen nu hiernaartoe en die kunnen er dan mooi naast gaan liggen op het gras", maar ik vind dat mensonterend en verschrikkelijk. Ik wil goede opvang. Dat betekent dat er maatregelen genomen moeten worden. Ja, die maatregelen geven mij buikpijn, maar de huidige situatie geeft mij ook buikpijn en hoofdpijn. Dat betekent dat er iets moet gebeuren. Er is nu een maatregel voorgesteld. De meningen verschillen over of die juridisch kan of niet. De staatssecretaris heeft natuurlijk ook adviezen gekregen. Hij zal dadelijk antwoorden en zeggen dat het juridisch wel kan. Ik ga er dan van uit dat het juridisch kan en dat we dat gaan doen.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger.

De heer Peters (CDA):

Nog, één ding, voorzitter. Hoe naar en vervelend dat ook is, het is voor mij geen juridische truc. Ik wil niet zeggen of het juridisch kan of niet. Het is gewoon verschrikkelijk dat het moet, maar het moet.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het enige argument dat de staatssecretaris in de stukken geeft en dat hij bij de rechter gaat inbrengen, is dat kinderen beter af zouden zijn in het land van herkomst of in een Syrisch vluchtelingenkamp in Turkije dan hier in Nederland, in onze opvang. Dat is zo'n diepcynische logica. Mijn vraag aan de heer Peters blijft staan. Ik heb nog geen jurist gehoord die zegt dat dit houdbaar is, maar de staatssecretaris trekt wel de conclusie dat het houdbaar is. Is het dan niet de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid van de Kamer om de Raad van State te vragen om een oordeel over deze beleidsmaatregel? Want we kunnen de rechtsstaat niet verder op deze manier uithollen.

De heer Peters (CDA):

Nog een keer. Wij hebben een enorm urgent probleem. Er liggen mensen op straat of op het gras voor de poort. Er is geen doorstroom. We zullen dus iets moeten doen. We kunnen niet zeggen: we doen niks. Die situatie was heel verschrikkelijk; daar hebben we iedereen net over gehoord. We moeten iets doen. Deze maatregel die dan genomen wordt, geeft mij buikpijn. De situatie zoals die nu is, geeft mij buikpijn en hoofdpijn. Het is kiezen tussen alle kwaden die er zijn. De staatssecretaris zegt dat het juridisch kan. Hij krijgt dadelijk waarschijnlijk dezelfde interrupties als die ik nu krijg. Dan gaat hij uitleggen waarom hij zegt dat het juridisch kan. Dat ga ik aanhoren. Ik neem aan dat hij dat fatsoenlijk kan uitleggen. Maar los van alles zullen we iets moeten doen, omdat de mensen op straat voor de poort liggen.

De voorzitter:

Dat heeft u nu een paar keer gezegd.

De heer Peters (CDA):

Ja, ik blijf het zeggen, want dezelfde interrupties krijgen hetzelfde antwoord.

De voorzitter:

Laten we daarom proberen om inderdaad niet dezelfde vraag te stellen, want ik ga ervan uit dat het antwoord dan hetzelfde blijft.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik zie de heer Peters worstelen. Hij praat over "buikpijn" en "hoofdpijn". De Ombudsman, de Kinderombudsman, Amnesty International, VluchtelingenWerk, de Vereniging Asieladvocaten en -juristen en zelfs ambtenaren zeggen: dit kan niet, dit is tegen de wet. Mijn eerste vraag is of doorzetten, toch doorduwen, dan niet gewoon een schoffering van de rechtsstaat is volgens meneer Peters.

De voorzitter:

Mevrouw Peters. Ik bedoelde: mevrouw Simons en de heer Peters.

De heer Peters (CDA):

Mevrouw Peters is thuis. Die gaat geen antwoord geven. Mevrouw Simons en een aantal andere mensen zeggen: er zijn vraagtekens bij te plaatsen, het is heel ingewikkeld en misschien lukt het niet. U heeft gelijk over die hoofdpijn en buikpijn, want de situatie is verschrikkelijk. Daarom staan we hier ook. Niemand wil dit. We hebben een minister die zegt: het kan wel. In uiterste instantie hebben we een rechter die toetst of iets rechtsstatelijk kan. Zo werkt het en zo moet het ook werken.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik hoor de heer Peters zeggen dat we zelfs niet hoeven te luisteren naar advocaten, asieladvocaten, de mensen die er verstand van hebben. De staatssecretaris zegt dat het kan en dat is voor de heer Peters genoeg. De heer Peters wierp in zijn bijdrage een vraag op aan het kabinet. Ik zou hem willen vragen die zelf te beantwoorden: wat kunnen we leren van de opvang van de Oekraïners?

De heer Peters (CDA):

Oei. Het is in ieder geval interessant om te zien dat mensen die uit Oekraïne komen meteen, vanaf dag één, heel veel kansen krijgen. Dat is een ander type van opvang. Ik ben precies 30 uur woordvoerder asielzaken, dus u moet me niet alle details vragen over hoe dat precies zit. Maar we kunnen er in ieder geval van leren dat die mensen kansen hebben en dat dat gaat.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Als ik het in mijn eigen woorden mag vertalen: daar waar een wil is, is een weg. Daar waar wij willen, kunnen wij mensen perspectief bieden door ze meteen de mogelijkheid te geven aan de slag te gaan, door opvang en huisvesting te regelen en hun geen strobreed in de weg te leggen om onderdeel te worden van de Nederlandse samenleving. Als vervolgvraag daarop: wat zegt op dit moment uw hart? U spreekt van "buikpijn" en "hoofdpijn", maar wat zegt uw hart, meneer Peters?

De heer Peters (CDA):

Waar een wil is, is een weg, maar we krijgen 1.000 asielzoekers per week en moeten 24.000 woningen vinden. Als Nederland maken wij dat gewoon niet waar. Dat kunnen we niet duurzaam. Het zou allemaal leuk zijn als de wereld zo in mekaar zat, maar dat gaat gewoon niet. Nog erger is — dat vind ik ook echt — dat die mensen na de instroom op allemaal plekken terechtkomen waar het al ingewikkeld is. Dus wij maken dat gewoon niet waar. Het is makkelijk om vanaf hier te zeggen: ik heb er buikpijn van, dus zet de grenzen maar open. Maar dan is er niet één woning meer over voor iemand anders dan de vluchtelingen. Ik kan mijn hart … Als je iemand in de ogen kijkt, dan doet je dat wat. Maar je hebt ook een andere verantwoordelijkheid. We hoeven niet naïef te zijn. De stroom van asielzoekers naar het rijke, veilige en stabiele West-Europa is potentieel oneindig. Dat maken we gewoon niet waar. We zullen daar dus iets aan moeten doen. We zullen die instroom omlaag moeten doen, we zullen de uitstroom omhoog moeten doen en we zullen de opvang fatsoenlijk moeten regelen. We moeten er ook voor zorgen dat mensen hier meer kansen krijgen en dat daar hier en daar ook meer eisen aan gesteld worden.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik hoor de heer Peters zeggen dat wij kunnen leren van de manier waarop we zijn omgegaan met de enorme toestroom van Oekraïense vluchtelingen. Daar hebben wij nog net niet de rode loper voor uitgelegd. Dat kan dus. Maar zodra het over andere vluchtelingen gaat, hoor ik de heer Peters allerlei bezwaren opwerpen die blijkbaar niet golden voor mensen van wie hij zou zeggen — ik kan dat niet zeggen — dat die op hem lijken.

De heer Peters (CDA):

Dat is een heel onterechte en gemene sneer van mevrouw Simons, die precies lijkt op een beschuldiging van racisme, terwijl ik volgens mij gewoon hele redelijke bezwaren heb. Wij gaan hier gewoon geen 1.000 vluchtelingen per week duurzaam kunnen plaatsen. Dat is gewoon zo en het wordt alleen maar meer. Ik neem het die mensen niet kwalijk en ik begrijp dat ze uit een ongelofelijk ingewikkelde situatie komen, maar reëel zeg ik: dat maken we niet waar.

De heer Azarkan (DENK):

Ik wilde eigenlijk vragen hoeveel paracetamol u heeft genomen voor die buikpijn en die hoofdpijn. U heeft dat wel vijf keer gezegd, dus u heeft een hoop pijn. Is het rechtvaardig dat als onze minister-president erkent dat dit veroorzaakt is door bestuurlijk falen, omdat we in 2015 en 2016 veel te snel afgeschaald hebben, zoals hij onlangs zei, wij dit afwentelen op mensen die het nu al heel moeilijk hebben? Is het rechtvaardig om hun nog meer grondrechten af te pakken?

De heer Peters (CDA):

Nogmaals, we hebben een urgent probleem, namelijk de opvang in Ter Apel en het feit dat we niet in Tubbergen en overal met geweld asielzoekerscentra uit de grond kunnen stampen. Dat is een urgent probleem en een belangrijk probleem. De doorstroom lukt niet omdat we gewoon de huizen niet kunnen bouwen, omdat we mensen gewoon geen eerlijke kans kunnen geven. U kunt zeggen: komt u maar hier. Vervolgens is er geen woning, geen huis, helemaal niks. Dat is geen humane opvang. Dat is niet kansen geven. Dat is niet wat ik wil. Daar moeten we iets aan doen. Dus nogmaals: de instroom móét gewoon omlaag. Kijkend naar een individu zou iedereen zeggen: prima. Maar we hebben het hier over 1.000 mensen per week. Dat zijn er gewoon veel. Dat maken wij niet waar. Wij kunnen niet ieder jaar, met de arbeidsmigranten erbij, een stad ter grootte van Venlo of Helmond gaan bouwen. Dat maken we niet waar. Ik kan natuurlijk een moreel oordeel geven als u mij vraagt of ik het rechtvaardig vind, ja of nee. Ik vind het heel vervelend, maar ik kijk gewoon naar deze hele simpele feiten. We hebben die woningen niet en we gaan ze er niet allemaal bij kunnen bouwen, dus we móéten iets.

De heer Azarkan (DENK):

Hoe verklaart de heer Peters dan dat we 75.000 Oekraïners hebben opgevangen in vier maanden?

De heer Peters (CDA):

Dat is moeilijk genoeg en dat lukt blijkbaar, maar ook dat maak je niet duurzaam klaar tot in de eeuwigheid. Dat lukt gewoon niet. En we hebben het altijd over opvang in de regio. Nu zijn wij de regio. Meneer Eerdmans zei het en we zeggen het allemaal. We zijn allemaal voor een opvang van oorlogsvluchtelingen. Dat willen we ook, en daar moeten we niet aan tornen. Wat moet, moet. Maar we moeten ook heel realistisch zijn. De stroom van asielzoekers en vluchtelingen wereldwijd is gewoon potentieel oneindig en dat maken we gewoon niet waar. Daar moeten we gewoon reëel over zijn. U ook.

De voorzitter:

De heer Azarkan. Nee? Dan gaan we naar mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

We zien wel vaker dat het CDA een loopje neemt met de rechtsstaat. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien bij de stikstofcrisis. Nu hoor ik de heer Peters zeggen: we zullen iets moeten. Dat baart mij zorgen, want dan is mijn vraag de volgende. Stel nou dat we een gedegen advies vragen aan de Raad van State over de vraag of dit juridisch houdbaar is. En stel nou dat de Raad van State dan zegt: nee, het is juridisch onhoudbaar. Gaat de heer Peters dan koste wat het kost toch het recht op gezinshereniging beperken?

De heer Peters (CDA):

Ten eerste werp ik het jij-bakken van partijen over loopjes nemen met de rechtsstaat of over racisme van tevoren maar even verre van mij. Dat vind ik onnodig en niet zo aardig, eerlijk gezegd. Ten tweede hebben we in Nederland een rechter die zegt of iets mag volgens de wet, ja of nee. Als een rechter zegt dat iets niet kan, is het volgens mij kraakhelder en duidelijk: dan doen we het niet. Zo werkt onze rechtsstaat.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

En het werkt ook zo dat de Raad van State ons hoogste juridische adviesorgaan is. Ik vraag de heer Peters dus wat erop tegen is dat wij een gedegen juridisch advies vragen aan de Raad van State over de vraag of de maatregel van beperking van gezinshereniging juridisch houdbaar is of niet.

De heer Peters (CDA):

Kijk, mijn probleem is dat we een urgent probleem hebben in bijvoorbeeld Ter Apel. Urgent. Mensen slapen buiten. We hebben hier allemaal gehoord hoe het er daar aan toegaat. Dat willen we niet. Dat is echt een urgent probleem. Dat is nu; dat is actueel. Mensen liggen daar. Nu is het nog even een soort van zomer, zullen we maar zeggen, maar over een tijdje is het een soort van winter. Dan wordt het koud en dan hebben we een nog groter probleem. Een urgent probleem moeten we nu oplossen. Dat kan niet met een doorstroom naar huizen die er niet zijn. Dat is gewoon een reëel feit. Het voorstel van de staatssecretaris is om te zorgen dat er in ieder geval niet nog meer mensen hierheen komen voordat die doorstroom mogelijk is. Wij hebben gewoon niet de luxe om een tijdje te wachten tot er een advies is. Dit moet nu, want het is urgent en belangrijk; nu!

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dit gaat niet over de instroom. Dit gaat over falend kabinetsbeleid, waardoor we nu een tekort hebben aan structurele opvang. Daar moeten we nu aan werken. Mijn vraag aan de heer Peters is dan de volgende. Als het kabinet koste wat kost de maatregel doorzet om gezinshereniging te beperken, is hij dan bereid om zelfs de rechtsstaat te schenden in plaats van iets aan de structurele opvang te doen? Zo beluister ik zijn antwoord namelijk wel.

De heer Peters (CDA):

Daar zitten weer drie insinuaties in die ik verre van mij werp. Ten eerste hebben we juist rechters om te zeggen wanneer iets niet kan wat we uitvoeren. Ik geloof dat trouwens niet, want het zou juridisch moeten kunnen. Dat heet rechtsstaat. Ten tweede hebben we niet alleen een opvangcrisis — die hebben we en die is urgent — maar ook een veel groter probleem. De instroom die we gaan krijgen, is potentieel oneindig. Ik heb al een paar keer gezegd dat we zullen moeten gaan nadenken hoe we dit met heel Europa kunnen gaan waarmaken. Hoeveel mensen kunnen en willen wij hier helpen, opvangen en een menswaardig bestaan bieden? En dat moet zonder dat we wijken enorm overbelasten en zonder dat we het draagvlak in de hele samenleving opzijzetten. Dat heeft niks te maken met de rechtsstaat. Daar is gewoon heel fatsoenlijk over nagedacht. Zo moeten we dat gewoon doen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een terecht punt van de heer Peters: migratie leidt tot kopzorgen en is een enorme discussie in de samenleving. Volgens mij heb ik zelf een aantal goede suggesties gedaan om naar de instroom te kijken, bijvoorbeeld door opvang in de regio te verbeteren. Dat zet zoden aan de dijk. De heer Peters noemde ook arbeidsmigratie. Dat zijn enorme aantallen mensen, die hiernaartoe komen op grond van het vrije verkeer van werknemers. Daar zou je ook naar kunnen kijken. Maar nu komt het kabinet dus met het aanscherpen van gezinshereniging. Dat is een buitengewoon gevoelig punt. Ik zou aan de heer Peters willen vragen: is het dan niet terecht om op z'n minst te vragen aan de Raad van State om daarnaar te kijken? Dat kunnen we dan rustig afwachten zonder dat de plannen van het kabinet direct stop worden gezet. Is dat dan aanvaardbaar? Kun je zeggen: "Oké, ik zie dat het omstreden is. We gaan advies aan de Raad van State vragen en in de tussentijd laten we het kabinet zijn werk doen"?

De heer Peters (CDA):

Ten eerste ben ik het helemaal met de heer Van Dijk eens als hij zegt dat we de opvang in de regio beter zouden kunnen doen en dat we moeten kijken naar arbeidsmigranten. Dat was het belangrijke probleem, het probleem dat zo groot is dat we het niet kunnen ontkennen; dat is er. Nogmaals, 100.000 mensen per jaar extra huisvesten in dit land is echt veel. Laat dat even tot je doordringen: dan moet je ieder jaar een stad ter grootte van Venlo of Helmond bijbouwen in dit land. Hoe sociaal ik of de heer Van Dijk ook wil zijn, dat kunnen we niet waarmaken. Daar zullen we afspraken over moeten maken. Op dit moment is alles bespreekbaar. Ten tweede zou ik geen enkel uitstel willen om het urgente probleem op te lossen. Dat is mijn voornaamste punt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Ik zei in mijn eigen inbreng al dat we het over een aantal punten eens kunnen zijn hier in de Kamer. Daarin vinden de heer Peters en ik elkaar. Wat ik alleen niet zo goed begrijp, is het volgende. Als er vanuit verantwoordelijkheidsgevoel gezegd wordt dat we maatregelen moeten nemen, waarom kiezen we dan voor illegale maatregelen? Het is voor mij een beetje alsof je een weg inrijdt waar een bord bij staat "pas op, doodlopende weg" om daar pas over 100 meter achter te komen. En we gaan die weg tóch in. Nu leggen we een politieke keuze bij de rechter, maar die politieke keuze moet hier gemaakt worden.

De heer Peters (CDA):

Dank u wel voor de vraag. Ja, we kunnen het Kamerbreed over een heel aantal dingen eens zijn. Maar over één ding niet. U zegt: die maatregel is illegaal. Dat zegt u. Maar u bent ook geen rechter. U heeft gehoord dat een aantal juristen zeggen dat je hier grote vraagtekens bij kan zetten, maar anderen zullen zeggen dat het wel kan. Zo werkt het. Dat frame plakt niet, want het kan. De vraag is: wíl je het? U wil het waarschijnlijk niet en daarom noemt u het ook zo. Ik denk dat het nodig is. Daarover verschillen we politiek van mening.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Het gaat wat verder dan een politiek meningsverschil. Waarom wil ik het niet? Eigenlijk om hetzelfde als wat ik de heer Peters hoor zeggen. Het is een urgente situatie en we willen nu de goede maatregelen nemen, zodat er niemand meer buiten hoeft te slapen. Dit is een maatregel die niet deugt. Ik noem die illegaal omdat ontzettend veel mensen dat verkeersbord al omhoog hebben gehouden met "niet doen, niet doen". Dan kan je zeggen: we zien het wel, we wachten af en het hangt een beetje van de rechter af waar we terechtkomen en wat voor interpretatie je eraan geeft. Je kan ook zeggen: die verkeersborden hangen er niet voor niks en misschien moeten we andere maatregelen kiezen, zoals — wat we nu ook doen voor statushouders — het bouwen van flexwoningen en het inzetten van hotels. In een stad als Venlo hoeft niet per se bijgebouwd te worden. Maar laten we gewoon op de goede maatregelen inzetten, die houdbaar zijn.

De heer Peters (CDA):

Over dat laatste zijn we het natuurlijk zeker eens. We moeten maatregelen nemen, en heel veel ook, en er zal gebouwd moeten worden — flex en op al die andere manieren — omdat we nou eenmaal te maken hebben met een grote instroom. Die zal naar beneden moeten naar mijn idee, en over een tijdje vinden we dat allemaal. Uiteindelijk is dat niet waar te maken. Dat is het belangrijke probleem. Het urgente probleem heb ik morgen niet opgelost. De staatssecretaris stelt een tijdelijke maatregel voor. Ik denk dat die noodzakelijk is. Is die fijn? Nee. Is die rot? Ja. Heb ik er buikpijn van, heb ik paracetamol genomen? Dat heb ik niet genomen maar het had misschien wel gekund. Natuurlijk is dat vervelend. Maar het is een urgent probleem dat nu moet worden opgelost. En dat kan, niet met "we gaan nog eens wat bouwen", want dat is het belangrijke probleem; dat duurt langer. Maar dit moet nu opgelost worden en dat kan, denken we, niet anders dan via deze maatregel.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Ik probeer het nog één keer, omdat ik het gevoel heb dat de heer Peters en ik een beetje langs elkaar heen praten. We zijn het eigenlijk over heel veel meer dingen eens dan dat de heer Peters nu laat blijken, volgens mij. Niemand wil dat de hele wereld hier komt wonen. Niemand zegt dat. Waar het om gaat, is dat als je mensen opvangt, je dat op een humane manier doet — daarin vinden we elkaar ook — en op een manier die houdbaar is. Daar zit de crux. Huizen bijbouwen gaat misschien niet zo snel; flexwoningen gaan wel snel. Ik wil even dat verschil duidelijk maken, want ik wil niet dat we langs elkaar heen praten.

De voorzitter:

En uw concrete vraag?

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Ik leid hem even in omdat de concrete vraag eigenlijk blijft bij mijn eerste vraag: op het moment dat er ergens bij een weg een stopbord staat met "niet ingaan, want hij loopt dood", waarom kiezen we die dan? Want dat is geen goed bestuur.

De heer Peters (CDA):

Dat stopbord is er niet zomaar komen te staan; dat zetten mensen er neer. Er zijn ook mensen die er een ander bord naast zetten, met "doorrijden graag". Dus uiteindelijk is het toch een keuze waarvan ik denk: ja, hij is ingewikkeld en hij is vervelend, maar het is zo'n urgent probleem daar dat we op dit moment niet anders lijken te kunnen dan deze maatregel in te voeren.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar mevrouw Kröger. Ja? Laten we voorkomen dat we nu te veel weer in herhaling vallen. Mevrouw Kröger, GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Er lopen toch twee dingen door elkaar. Het ene is de politieke discussie over de vraag of instroom beperkt moet worden en hoe je dat kan doen. Maar waar wij hier eigenlijk om vragen, is: heeft het CDA respect voor de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? Dat gaat bijvoorbeeld om het beginsel van rechtszekerheid. Het kabinet zegt nu eigenlijk: we gaan iets voorstellen waarvan alle juridische adviezen negatief zijn en waarover alle experts negatief zijn en dan laten we ons wel door de rechter terugfluiten. Dat is geen behoorlijk bestuur. Getuigt het niet van behoorlijk bestuur om de Raad van State om advies te vragen over deze maatregel en je niet door de rechter te laten terugfluiten?

De heer Peters (CDA):

Ik heb deze interruptie een keer of vier, vijf ook in andere bewoordingen gedaan. Voor mij is het helder: het probleem is zó groot, zó urgent, dat er nú iets moet gebeuren. Dat mensen buiten slapen, willen we niet. Dat is mensonterend. We hebben dat allemaal benoemd. Dat willen we niet. Er moet nú iets gebeuren en niet morgen, niet overmorgen en ook niet nadat de Raad van State ernaar gekeken heeft over een tijd. We moeten er nú mee aan de gang. Dat is mijn antwoord.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Peters. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Podt van D66.

Mevrouw Podt (D66):

Dank u wel, voorzitter. In mei stond ik hier tijdens het vragenuur wegens het bericht "Crisis aanmeldcentrum Ter Apel bereikt dieptepunt: asielzoekers slapen urenlang op grasveld" van RTV Noord. Er was een tekort aan opvangplekken, geen vervoer en geen overzicht. Toen ik eind augustus Ter Apel bezocht, was de situatie eigenlijk alleen maar slechter geworden. Een medewerker van het Rode Kruis vertelde: we bereiken elke week wel weer een nieuw dieptepunt. Het is onvoorstelbaar dat we zó slecht voorbereid waren en dat we de situatie zó uit de hand hebben laten lopen. We moeten echt snel stappen zetten om de asielketen structureel te verbeteren.

Voorzitter. Eerst sta ik stil bij deze zomer. Want hoe kan het dat mensen, zelfs met een tekort aan opvangplekken, op een veld moeten slapen zonder fatsoenlijke dekens of toilet en soms zelfs zonder voldoende eten of medische zorg? Hoe voorkomen we dat in de toekomst? D66 ziet daarom graag voor het voorjaar een evaluatie van de situatie in Ter Apel van deze zomer. Graag krijg ik een toezegging hierop. Overigens begrepen wij van het Rode Kruis dat er overdag nog steeds mensen voor de poort liggen of zitten. Zoutkamp gaat nu natuurlijk snel open, maar wat gebeurt er in de tussenliggende dagen? Want mensen kunnen daar, zeker ook in dit weer, niet steeds blijven.

En dan zijn er de maatregelen voor meer opvangplaatsen waar alle gemeenten aan mee moeten gaan werken: een snellere uitstroom van statushouders en meer ruimte voor gemeenten om de opvang in te richten zoals zij willen. Het zijn zaken die gaan bijdragen aan een oplossing, nu en op de lange termijn. En ja, er zijn ook maatregelen bij die niet de onze zijn. Ik noem de tijdelijke maatregel die nareizen uitstelt. Zonder eromheen te draaien, zeg ik: het is heel lelijk om mensen op de vlucht de dupe te laten worden van onze eigen puinhoop. Ik heb ook veel vraagtekens gehoord bij de juridische houdbaarheid. Het ging er in het debat al veel over. Vanzelfsprekend vertrouw ik wel op de juristen van het ministerie, maar tegelijkertijd is dit voor mijn fractie een heel belangrijk onderwerp. Ik snap ook de vragen die gesteld zijn en het verzoek om een advies van de Raad van State. Ik hoor heel graag wat de staatssecretaris daarvan vindt.

Voorzitter. Ik ga er vooral alles aan doen om te zorgen dat we deze tijdelijke maatregelen snel terug kunnen draaien. Daarbij is iedere extra woning erbij een gezin extra dat naar Nederland kan komen. De minister kan er dus op rekenen dat D66 de voortgang op het gebied van huisvesting nauw gaat volgen. Ik krijg graag de toezegging dat de Kamer maandelijks de voortgang ontvangt van gerealiseerde opvangplekken en huisvesting, met een reflectie op eventuele knelpunten. Graag hoor ik ook van de minister hoe we gebruik gaan maken van de lessen uit Utrecht, waar in vier weken de gehele achterstallige taakstelling werd weggewerkt en zo heel veel mensen snel konden uitstromen uit het azc.

De heer Azarkan (DENK):

De slogan van D66 voor de verkiezingen was "laat iedereen vrij en niemand vallen". Waarom gooien ze keer op keer de meest kwetsbare asielzoekers voor de bus?

Mevrouw Podt (D66):

Volgens mij zei ik het al. Wat ons betreft was het heel belangrijk dat we nu de crisis in Ter Apel oplossen, maar dat we dat ook structureel gaan doen. Volgens mij heeft u zelf hier ook vijf, zes jaar geleden al naar gekeken en gezien wat een puinhoop het toen was. Ik wil niet hier, of waar ik dan ook ben, over vijf, zes jaar weer staan. Dat betekent dat we een aantal maatregelen moesten nemen, waar je het vervolgens in een coalitie over hebt. Daar zitten een aantal maatregelen bij die volgens mij voor heel veel asielzoekers, ook kwetsbare asielzoekers, een oplossing gaan zijn. En ja, daar zitten ook maatregelen bij die niet de mijne zijn.

De heer Azarkan (DENK):

Dat zien we keer op keer. Dit is het patroon van de werkwijze van D66. Het is die palingpolitiek, dat kronkelen, dat glibberen, dat glijden. We hebben gezien hoe de discretionaire bevoegdheid is afgepakt. Die is naar de directeur van de IND gegaan. We hebben de strafbaarstelling van illegaliteit gezien. Ze noemen het anders; dat is dat kronkelen. We hoorden het net nog zeggen door de VVD; het staat er gewoon in. Nu zien we weer dat grondrechten van mensen worden afgepakt. Hoe vaak gaat D66 nog kronkelen, nog glibberen, nog glijden?

Mevrouw Podt (D66):

Die bewoordingen laat ik even aan de heer Azarkan. Niemand zal ontkennen dat zeker op dit thema het onwaarschijnlijk lastig is om met de politieke constellatie zoals die er is, tot oplossingen te komen. Dat levert soms dingen op die ik ook ingewikkeld vind. Dat zeg ik ook heel eerlijk. Dat neemt niet weg dat je aan de zijkant kan gaan staan roepen hoe rottig je het allemaal vindt, maar ik denk dat we ook gewoon zaken moeten doen. Nogmaals, ik denk dat we hiermee stappen gaan zetten om ervoor te zorgen dat die keten weer gaat draaien zoals die moet draaien. Dat is van heel groot belang voor alle mensen om wie het gaat.

De voorzitter:

De heer Azarkan. Nee? Dan gaat u verder met uw betoog, mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Ik heb wel de indruk dat mijn tijd is doorgelopen.

De voorzitter:

Nee, u heeft nog 1 minuut en 28 seconden.

Mevrouw Podt (D66):

Maar net stond er twee minuut zoveel.

De voorzitter:

O, er moet nog een minuutje bij? Dat gaan we regelen. U heeft nog een minuut erbij.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. De opvang van asielzoekers komt nu op het bordje terecht van een kleine groep gemeenten. Daarom hebben we eerder afgesproken dat er een wet komt om de opvang te spreiden over het hele land en verantwoordelijkheid te delen met alle gemeenten. Daarbij is dwang geen doel, maar een stok achter de deur is wel belangrijk en nodig als gemeenten hun verantwoordelijkheid niet nemen. Eerder kregen we te horen dat de wet in januari 2023 in werking zou treden, maar met de consultatie die pas in oktober komt, krijgen wij graag de verzekering dat die wet nog steeds in januari ingaat. Totdat de wet in werking treedt, moeten we stappen blijven zetten voor meer opvang. Gelukkig zien we inmiddels gemeenten die vrijwillig naar voren stappen. In de media zagen we echter: nooit meer dwang zoals in Tubbergen. De afspraak om waar nodig het RO-instrumentarium in te zetten staat gewoon, wat D66 betreft. Kan de staatssecretaris toezeggen dat deze afspraak wordt nagekomen indien de noodzaak zich voordoet?

Voorzitter. Voogdijorganisatie Nidos evacueert alleenstaande jongeren vanuit Ter Apel, omdat de situatie voor hen onveilig en onhoudbaar is. In afspraken met gemeenten ontbreekt nu een harde afspraak over plekken voor deze amv's. Wat gaat de staatssecretaris concreet doen om te zorgen dat er nu echt snel plekken bij komen? Graag een toezegging dat wij dit ook als Kamer maandelijks kunnen monitoren.

Voorzitter. We kúnnen dit oplossen, samen met onze collega's uit het land. Ik herhaal de oproep die de toenmalige staatssecretaris Dijkhoff tijdens de crisis in 2015 deed: we hebben stoere raadsleden, wethouders en burgemeesters nodig. Maar zij kunnen het niet alleen. Wij moeten hier alle seinen op groen zetten om opvang en huisvesting te realiseren en om te zorgen dat de beelden die we de afgelopen tijd zagen, nooit meer terugkomen.

Mevrouw Piri (PvdA):

Laat ik starten met zeggen dat ik blij ben. Ik had al gehoopt dat D66 openstaat voor advies van de Raad van State. Dan een vraag. Ik heb nu goed geluisterd naar uw bijdrage en de afgelopen dagen ook naar de interviews die u heeft gegeven. Ik was het heel erg eens met uw analyse dat dit een opvangcrisis is. U noemde het zelf volgens mij "een systeemcrisis, een bestuurscrisis". Dragen de maatregelen die het kabinet heeft genomen, waaronder het uitstellen van gezinshereniging en het opschorten van de EU-Turkijedeal, nou bij aan een oplossing voor, zoals u en ik dat zien, de organisatiecrisis, de bestuurscrisis, de opvangcrisis?

Mevrouw Podt (D66):

Tot op zekere hoogte dragen die maatregelen natuurlijk bij. Ik denk alleen niet dat ze op zichzelf nodig waren geweest, als het puur aan ons had gelegen. Wij zien de instroom niet als probleem, zoals voorgaande sprekers hier. Dus wat mij betreft is de kern van dit hele verhaal het beter laten draaien van die asielketen. Dat betekent dus: die huizen, die opvang, spreiding over gemeenten en ruimte voor gemeenten om het zelf in te richten. Dat is het deel van de afspraken dat de echte oplossing kan zijn.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dus het deel over gezinshereniging uitstellen en een langere termijn om te beslissen over asielaanvragen draagt volgens D66 niet bij aan het oplossen van het huidige probleem, maar was nodig om een politiek akkoord te krijgen met de VVD. Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, even heel precies. Natuurlijk is een heel groot deel van de mensen die nu in de asielzoekerscentra zitten, nareiziger. Als je het belangrijk vindt om iets aan de instroom te doen en om aan die kant iets te doen om het op te lossen, kun je niet ontkennen dat dat gaat helpen. Wil dat zeggen dat dat per se een wenselijke maatregel is, die D66 ook had genomen als het alleen die beslissing had genomen? Nee.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee bent u … Nee. Volgens mij was mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren net een fractie eerder. En dan mevrouw Kröger.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik hoor D66 zeggen: uitstel van gezinshereniging is toch nodig op de korte termijn. Dat is dus geen compromis richting de VVD; dat is een keuze waar D66 zelf achter staat. Klopt dat?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, dan heb ik mij misschien niet goed genoeg uitgedrukt. Ik heb net gezegd dat dit niet onze maatregel geweest zou zijn. Ik denk wel dat het eraan bijdraagt, maar dan zouden wij er nog steeds niet voor gekozen hebben als wij alleen waren. Maar om te komen tot de afspraken die wij heel belangrijk vonden — nogmaals: huisvesting, heel veel opvang, spreiding over gemeenten — is dit de coalitieafspraak.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dus ik hoor D66 toch zeggen: dit is een deel van de oplossing. Dan heb ik de volgende vraag. D66 houdt zich altijd voor dat het staat voor de rechtsstaat, maar niet alleen dat, ook voor de bescherming van mensen die het echt nodig hebben. Hoe weegt het dan de langetermijngevolgen van die beslissing, van het uitstel van gezinshereniging? Denk aan een slechtere integratie, het versterken van trauma's van alleenstaande kinderen, het schenden van nationale en internationale verdragen. Hoe weegt D66 die langetermijngevolgen ten opzichte van die heel kleine kortetermijnwinst die mogelijk optreedt, waar mevrouw Podt het over heeft?

Mevrouw Podt (D66):

Ik merk dat mijn woorden verwarring oproepen. Puur kijkend naar de korte termijn, de aantallen mensen die nu in de asielopvang zitten, constateer ik dat gelet op hoe sommige partijen in de coalitie daarnaar kijken, ze het belangrijk vinden om het op deze manier te doen. Nogmaals, het zou mijn keuze niet geweest zijn, maar om echt bij te dragen aan het vlot trekken van die verschrikkelijke puinhoop in Ter Apel die we allemaal niet meer willen, is dat de afspraak die we hebben gemaakt.

De voorzitter:

Laatste vraag van mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Om het even helder te krijgen: dan neemt D66 dus op de koop toe dat het hele schadelijke gevolgen heeft voor integratie en voor alleenstaande kinderen en dat er internationale verdragen worden geschonden. Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, wat u van mij vooral hoort, is dat ik mij de komende tijd richting deze heren hier enorm ga inzetten, samen met mijn collega's in het land — ook daar heb ik afspraken mee gemaakt — om te zorgen dat we die huisvesting heel snel gaan regelen en dat er voor ieder huis dat beschikbaar komt, weer een gezin kan komen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mensenrechten gelden altijd, voor iedereen, lees ik op de website van D66. Ik hoor mevrouw Podt ook de zorgen onderschrijven over de juridische houdbaarheid van de maatregelen en de politieke deal die gesloten is, kijkend ook naar het advies van de commissie-Meijers. Eigenlijk hoor ik mevrouw Podt zeggen: ik hoop dat de staatssecretaris een advies aan de Raad van State vraagt. Als zij dat nou niet staande dit debat doet, steunt zij dan de motie die uitspreekt dat wij het zelf aan de Raad van State vragen? Want is dat niet de verantwoordelijkheid die wij moeten nemen?

Mevrouw Podt (D66):

Allereerst hecht ik er toch aan te zeggen dat ik vertrouwen heb in de voorbereiding van het ministerie. Tegelijkertijd vind ik een advies van de Raad van State op dit belangrijke punt echt heel logisch. Dus ik hoop dat de staatssecretaris daar iets over gaat zeggen. Als die motie in stemming wordt gebracht — u heeft zelf gezegd eerst te willen afwachten wat de staatssecretaris erover gaat zeggen — dan is dat iets waar ik graag met u in tweede termijn verder over praat. Maar nu en hier zeg ik: wij vinden het logisch en goed om te doen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Eigenlijk zegt D66 hier: het is belangrijk dat de Raad van State om advies wordt gevraagd, want er is van een heleboel kanten heel veel juridische kritiek op deze deal. Goed. Dan vragen wij dat samen aan de staatssecretaris. Maar D66 kan dan nu toch wel duidelijkheid geven dat als de staatssecretaris geen advies van de Raad van State vraagt, de Kamer zelf verantwoordelijkheid neemt om dat advies te vragen? Dus steunt D66 dat of niet?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, even terug naar het begin. Nogmaals, ik heb vertrouwen in wat er vanuit het ministerie is gekomen. Zowel in de gesprekken over dit hele verhaal als in de brede maatschappelijke heroverweging komt naar voren dat het juridisch houdbaar is. Ik ga er dan ook van uit dat dit zo is. Tegelijkertijd: dit is ook voor mij belangrijk. Zoals gezegd vind ik een vraag aan de Raad van State volkomen logisch, mar ik ga wel eerst wachten op wat de staatssecretaris daarover zegt. En dan praten wij in de tweede termijn verder.

De voorzitter:

Mevrouw Simons, daarna mevrouw Koekkoek en dan de heer Dekker.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik ga graag even verder waar mijn collega Kröger is gebleven. Zij herinnerde mevrouw Podt er nog even aan wat voor partij D66 graag wil zijn. D66 wil graag een partij zijn die de rechtsstaat eert, in ere houdt en beschermt. Dat het ministerie en de staatssecretaris dat zeggen, begrijp ik wel, want dit is wat ze graag willen; het is de door hen gewenste uitkomst, waarvan mevrouw Podt zegt: die is eigenlijk niet de mijne, maar we zijn pragmatisch. Dus mijn vraag is: gaat D66 zich net als het CDA verschuilen achter de uitspraken van de staatssecretaris door te zoeken naar kleine, ongeloofwaardige gaatjes in de wet en door te zeggen: we hebben een rechter om dit te toetsen …

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Mijn vraag is: is dat niet een cynische, maar ook een beetje een zwakke manier van politiek bedrijven? Je gaat proberen tijd te winnen, om vervolgens — dat weten we nu al — teruggefloten te worden door een rechter. Ik vraag me dan af of dat het soort politiek, de pragmatische politiek, is waar D66 voor wil staan. Is dat het soort nieuw leiderschap dat D66 wil tonen?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, nu zetten we 36 stappen vooruit. Ik heb gezegd dat ik het niet ga uitstellen. Ik heb gezegd: ik hoor graag wat de staatssecretaris hierover te zeggen heeft. Dat vind ik ook heel redelijk. En dan gaat u in de tweede termijn van mij horen wat ik hiermee doe. Dat is geen verschuilen. Ik heb ook het volgende gezegd. Ik heb twee verzekeringen gekregen dat dit goed zit. Er zijn veel vragen uit de samenleving. Ik vind het, ook omdat dit voor mijn partij belangrijk is, volkomen logisch om dit aan de Raad van State te vragen. Op die manier ga ik luisteren naar de staatssecretaris.

De voorzitter:

Uw laatste vraag, mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Die bewaar ik nog even.

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar mevrouw Koekkoek. Ja, u was net eerder, mevrouw Koekkoek. En daarna mag meneer Dekker. Gaat uw gang.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Ik sloeg net even aan op iets wat mevrouw Podt eerder in een interruptiedebat met de heer Azarkan zei, namelijk: het is makkelijker om van de zijkant te staan roepen dan om die verantwoordelijkheid te dragen. Dat is dus precies wat hier misgaat, want in het advies vanuit het ministerie staat meer dan vijf keer dat het zeer goed mogelijk is dat dit het niet gaat halen. Dat is eigenlijk heel beleefde taal voor: doe dit nou maar niet, want dit is niet houdbaar. Maar in plaats van dat we hier de politieke keuze maken en zeggen dat we dat niet doen en dat dat niet onderhandelbaar is, zeggen we: de rechter mag het oplossen. In mijn optiek is dat het tegenovergestelde van aan de zijkant staan roepen.

Mevrouw Podt (D66):

Nee, dat ben ik niet met mevrouw Koekkoek eens. Ik heb natuurlijk ook die stukken gelezen en ik zie vooral dat ambtenaren de risico's benoemen van wat je zou kunnen doen. Dus er staat: als je dit gaat doen, dan is er een risico hierop of hierop. Dat is volgens mij hoe een goede ambtenaar zijn werk doet, dus dat is voor mij geen aanleiding om te denken dat dit juridisch niet houdbaar is. Het is nog steeds verstandig en logisch om te kijken of de Raad van State hier ook iets over kan zeggen.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dat snap ik, maar dat is nu precies mijn punt. Dan zeggen we namelijk: de Raad van State, of misschien een andere rechter, mag gaan bepalen of dit deugt of niet. Maar dat is toch precies onze taak? Het is toch precies goed, integer bestuur om een politieke keuze te maken en te zeggen: we gaan niet scherp aan de wind varen met de rechtsstaat en we gaan niet onderhandelen of een poging doen tot onderhandelen over mensenrechten?

Mevrouw Podt (D66):

Nee, we zijn niet bezig met onderhandelen over mensenrechten, maar we zijn wel aan het kijken wat er kan en wat er niet kan.

De voorzitter:

Uw laatste vraag, mevrouw Koekkoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

We zijn wél aan het onderhandelen over mensenrechten, want dat zijn dus precies de risico's die de ambtenaren in hun advies hebben aangewezen. Dat hebben ze gedaan op een beleefde manier, zoals dat inderdaad hoort als je ondersteunend bent, maar echt veel scherper dan dat wordt het niet. Er staat: het is mogelijk dat de rechter niet in deze beredenering meegaat. Er staat ook: in de coronapandemie zijn er uitzonderingen gegeven, maar die zijn altijd ten faveure van de vreemdelingen geweest. Er staat letterlijk: de wet biedt in principe geen ruimte om die beslissingstermijn verder te verkleinen. Het wordt niet duidelijker dan dat. In dit akkoord, in dit voorstel, wordt nu gezegd: laten we wachten en zo scherp mogelijk aan de wind varen totdat een rechter stop zegt. Dat kan de Raad van State zijn, maar dat kan ook een andere rechter zijn als de staatssecretaris dat niet aanbiedt en de motie het niet haalt. Dat duurt dan nog anderhalf jaar. Hoe is dat nou goed bestuur?

Mevrouw Podt (D66):

Nee. Mevrouw Koekkoek en ik lezen dit duidelijk anders. Wat ik zie staan is: het is mogelijk dat … Ja, ik geloof ook dat dat mogelijk is. Ik denk niet dat wij van de ambtenaren van het ministerie de zekerheid gaan krijgen dat er nóóit een rechter zal zijn die dat zal zeggen. In die zin, moet ik zeggen, vertrouw ik erop dat die ambtenaren zeggen dat dit juridisch kan. Als wij daar vervolgens nog een extra advies over kunnen krijgen van de Raad van State, dan ga ik daar zeker niet voor liggen.

De voorzitter:

Dan de heer Dekker, van Forum voor Democratie. Of wilde mevrouw Piri nog op dat laatste punt doorgaan? Ja. Meneer Dekker, u staat al even, maar is het goed als ik mevrouw Piri eerst haar interruptie laat doen? Oké. Uw laatste vraag, mevrouw Piri. Gaat uw gang.

Mevrouw Piri (PvdA):

Ik tel uiteindelijk toch mijn zegeningen bij dit debat. Ik hoor D66 namelijk zeggen dat zij voor een advies van de Raad van State zijn en dat zij het de staatssecretaris eigenlijk gunnen om dat eerst zelf te vragen. Als dat niet gebeurt, dan doen we dat als Kamer. En dat zie ik als pure winst.

Mevrouw Podt (D66):

Ik kan nog een keer in herhaling vallen, maar laten we dat gewoon niet doen.

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar de heer Dekker, Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Dekker (FVD):

Ik hoor mevrouw Podt in een bijzin zeggen dat de instroom wat haar betreft niet zo'n groot probleem was. Ik vroeg me af: meent ze dat echt?

Mevrouw Podt (D66):

Ja, dat meent ze echt.

De heer Dekker (FVD):

Maar zou dat dan betekenen dat mevrouw Podt bereid is om Nederland zo in te richten dat er jaarlijks in de orde van 100.000 vreemdelingen kunnen binnenkomen en kunnen worden opgevangen?

Mevrouw Podt (D66):

Nou, dan moet meneer Dekker nog een keertje goed naar de cijfers kijken. Dan zal hij ook zien dat dat totaal niet aan de orde is. Ik snap natuurlijk dat Forum altijd de wens heeft om dat soort getallen op te blazen en het allemaal voor te spiegelen als griezelig en heel naar, maar Nederland krijgt echt helemaal niet zo veel mensen binnen, niet historisch gezien en ook niet vergeleken met andere landen. We kunnen dit dus prima bolwerken.

De heer Dekker (FVD):

Dat is heel zorgelijk. Dat is eigenlijk alles wat ik wil zeggen.

De voorzitter:

Dan zie ik nog de heer Jasper van Dijk, die ook gebruik wil maken van zijn laatste vraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja, ik wil toch nog even terug naar de gezinshereniging. Als je in een coalitie zit, moet je compromissen sluiten. Dat begrijpt iedereen. Je gaat natuurlijk wel steeds na waar je ondergrens ligt. Er is nota bene al een VVD-Kamerlid geweest dat heeft gezegd: hier doe ik dus niet aan mee; dit is ijskoud; ik stap op. Maar D66 zegt hier dus dat het oprekken van de gezinshereniging wel kan en dat we het wel horen van de rechter als het niet kan. Maar daarmee legt u toch eigenlijk uw verstand opzij, mevrouw Podt? Waarom maakt u niet uw eigen afweging en zegt u: dit kan wel of dit kan niet? Experts zijn duidelijk. Zij zeggen: dit kan niet. Wat is op dit moment uw oordeel over dat voorstel?

Mevrouw Podt (D66):

Dan zal ik me speciaal voor de heer Van Dijk nog een keer herhalen. Ik heb vertrouwen in de adviezen die wij van het ministerie hebben gekregen. Ik vind het volkomen logisch om de Raad van State daar ook nog eens naar te laten kijken.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Podt.

Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop van de SGP. Na de eerste termijn van de kant van de Kamer schors ik voor een uur, inclusief lunchpauze. Dan kunt u daar rekening mee houden. We gaan eerst luisteren naar de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Een olietanker die zichzelf muurvast vaart op een zandplaat. Op het hoofd van zowel de kapitein als de stuurman staat een jolige VVD-pet, al jarenlang, maar nu roepen ze enthousiast: er moet wat gebeuren! Met excuses, maar dit is het beeld dat bij me opdoemde toen ik mij voorbereidde op dit debat. We hebben al jarenlang gewaarschuwd voor de toestand in de asielketen en wij zijn niet de enigen. Inderdaad, het schip moet nu losgetrokken worden en een heel andere koers gaan varen.

Voorzitter. Het is nu tijd om in het asielsysteem eindelijk eens echt orde op zaken te stellen. Ik hoop van ganser harte dat de staatssecretaris daar ook in gaat slagen. Wij juichen het toe dat er nu een akkoord ligt. Wij zijn voorzichtig positief over het feit dat het kabinet eindelijk bereid is om te kijken naar maatregelen om de instroom te beperken, nadat dat jarenlang een soort taboe is geweest. We zien daar wel het nodige wensdenken: 37.500 flexwoningen uit de grond stampen in twee jaar tijd en dit jaar nog even 20.000 statushouders aan een huis helpen. Ik vind het een fenomenale ambitie. Papier is geduldig, maar hoe denkt de minister dat te realiseren? Om daar een concrete vraag aan te koppelen: hoeveel flexwoningen zijn er de achterliggende tijd eigenlijk gerealiseerd? Waarom wordt bijvoorbeeld niet ingezet op leegstaande kantoren? Een vraag die aansluit bij die van D66, is of de staatssecretaris bereid is om de Kamer maandelijks te rapporteren over de voortgang, de uitvoering en de effecten van dit akkoord, en dus ook over het aantal flexwoningen dat zo voortvarend wordt gerealiseerd. Wij hebben er — hoeveel zijn dat er nog ongeveer? — zo'n 5.000 per maand nodig, willen we de ambitie van dit jaar waarmaken.

Voorzitter. Voor een fundamentele koerswijziging is meer nodig. Ik doe de stuurman graag een paar concrete handreikingen. Bekijk eens hoe de eisen voor gezinshereniging kunnen worden aangescherpt, en benut de ruimte die EU-richtlijnen bieden maximaal. Zoek bovendien steun voor aanpassingen van de EU-richtlijnen en internationale verdragen. Er is een begin mee gemaakt, maar er zal meer moeten gebeuren. Ten tweede: leg het aantal asielaanvragen voor één persoon aan banden. Nu kan men eindeloos doorprocederen, waardoor het systeem overbelast raakt. In de derde plaats: houd andere lidstaten aan de Dublinverdragen, en zet Dublinclaimanten weer uit naar het eerste EU-land waar ze zijn aangekomen. Dit is een beetje een onderbelicht gebleven punt, ook in dit akkoord; daar zou meer aan gedaan kunnen worden. En ten vierde: overweeg een migratiequotum om grip te krijgen op de asielinstroom, zoals nu onderzocht wordt naar aanleiding van de motie-Stoffer/Eerdmans. Ik stel een reactie van de staatssecretaris op deze voorstellen op prijs.

Voorzitter. Gemeenten worden met de gevolgen van falend rijksbeleid opgescheept. Er komt een wet die gemeenten verantwoordelijk moet maken voor de asielopvang. Laten we daarbij vooropstellen dat altijd in goed, op overeenstemming gericht overleg met gemeenten moet worden gekomen tot opvang van asielzoekers. Geen dictaten van bovenaf dus; die werken contraproductief. Wij moeten ons ook realiseren dat er heel wat wordt gevraagd van gemeenten en de samenleving bij de opvang van asielzoekers. Het is niet alleen het huisvesten. Natuurlijk, dat is het ook, maar het is ook werkgelegenheid, zorgen voor inburgeringscursussen, voor taalonderwijs, voor zorg. Het moet allemaal geregeld worden, en dat ligt ook allemaal op het bordje van gemeenten. Mensen staan klaar om te helpen; we hebben aan de opvang van de Oekraïners gezien hoe soepel dat ging. Maar er zitten ook grenzen aan wat een gemeenschap kan dragen. Daarom de vraag: is de staatssecretaris bereid om in te zetten op kleinere opvanglocaties en een evenrediger verdeling over ons land?

Voorzitter, tot slot. De SGP is voorstander van een menswaardige aanpak bij de opvang van asielzoekers. Dat betekent ook dat we niet elke migrant kunnen opvangen, omdat de echte vluchteling daarvan de dupe wordt. Daarover zal in de komende tijd het fundamentele debat voortgezet moeten worden, en hoe eerder hoe liever.

Voorzitter, als u mij dat nog toestaat: ik heb me enigszins verbaasd over het hameren op de juridische onmogelijkheid om maatregelen te nemen in de sfeer van de termijn van gezinshereniging. Ik zou daar ook nadrukkelijk het humanitaire aspect naast willen zetten. Als wij niet in staat zijn om de eerste melders adequaat op te vangen, hoe kunnen wij dan borgen dat wel hele gezinnen opgevangen kunnen worden? Dan maken we in humanitair opzicht de problemen alleen maar groter. Ik denk dat het nodig is voor het debat om die aspecten mee te wegen. Dat zou ook kunnen betekenen dat je als verschillende politieke partijen toch iets meer langszij kunt komen, en daar is het debat bij gebaat.

Voorzitter, ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop. Dan gaan we luisteren naar de heer Dekker, Forum voor Democratie.

De heer Dekker (FVD):

Voorzitter, dank u wel. De aanleiding voor het asieldebat dat wij nu voeren, is de chaos die ontstaan is bij de asielopvang in Ter Apel. Naar verluidt was er te weinig plaats, moesten er op zeker moment asielzoekers buiten slapen en is er wellicht door de ontstane consternatie — dat is niet helemaal duidelijk geworden — een jong kind overleden. Geen fraai beeld. Als Nederland wereldwijd toonaangevend is in de vlekkeloze organisatie van grote events en festivals, hoe kan het dan dat een paar duizend vreemdelingen niet soepel en geruisloos comfortabel kunnen worden opgevangen? Een blamage, was het veelgehoorde commentaar.

Aan de andere kant kan worden gesteld dat de oorspronkelijke bewoners van Ter Apel volkomen worden overlopen. Dit historische dorp en omgeving hebben in korte tijd een dramatische metamorfose ondergaan, en lijken nu verworden tot een vluchtelingenkamp waar chaos, criminaliteit en rechteloosheid welig tieren. De aantallen vreemdelingen die Nederland dezer dagen moet opvangen, breken alle records, en gaan alle acceptabele niveaus ruimschoots te boven. De situatie in Ter Apel was dan misschien ongelukkig, maar geldt tevens als een final wake-upcall om deze gigantische instroom van immigranten een halt toe te roepen. Dit vindt 75% van de Nederlanders volgens Maurice de Hond.

Hoe het ook zij, dat massa-immigratie een van de grote uitdagingen van deze tijd is, lijkt zonneklaar. Het is natuurlijk waar dat Nederland technisch probleemloos in staat is om jaarlijks vele duizenden vreemdelingen op te nemen, maar tegen welke prijs? Het is alweer meer dan twee jaar geleden dat een academisch onderzoeksteam onder leiding van Jan van de Beek een rapport presenteerde waarin voor Nederland de financiële effecten van immigratie zijn berekend. Daarbij kwam men alleen al op fiscaal terrein op astronomische bedragen van honderden miljarden in de afgelopen 25 jaar, waar in de huidige tijd jaarlijks tientallen miljarden bij komen.

Met de huidige recordinstroom is in die berekeningen niet eens rekening gehouden. De effecten van massa-immigratie laten zich lang niet allemaal in financiële cijfers vangen. De niet-cijfermatige prijs lijkt eveneens hoog: minder saamhorigheid en meer polarisatie vallen daarbij vooral op. Maar ook is het zo dat alle problemen die tegenwoordig als serieuze crises worden gepresenteerd, erger worden door massa-immigratie. Denk aan klimaat, milieu, energie, stikstof, volksgezondheid, volkshuisvesting. Dit kan niet goed zijn.

Wanneer je langer doorpraat over de voor- en nadelen van grootschalige immigratie, komt ook de grootste idealist wel tot de slotsom dat die per saldo voor het ontvangende land en zijn inwoners nadelig is, hoe leuk diversiteit van herkomst ook kan zijn. Maar er blijven altijd twee argumenten over. Het eerste argument is dat de wereld, en dus ook Nederland, uiteindelijk van iedereen is. Wie zijn wij om vreemdelingen te verhinderen zich hier te vestigen? Dit argument kom ik nogal eens tegen. Het heeft een dermate hoog naïviteits- en zelfkastijdingsgehalte dat ik er niet al te veel tijd aan wil besteden. Nederland is in een periode van enige tientallen generaties opgebouwd van een koude, zompige, onherbergzame delta tot een bloeiend, prachtig land van een hoog niveau. Daar zijn veel offers voor gebracht. Onze samenleving is nu een verzorgingsstaat geworden. Dat hebben we in de loop van de afgelopen eeuw voor elkaar gekregen. Dat betekent dat we binnen Nederland samen optrekken en dat de meer gefortuneerden flink bijdragen om de onfortuinlijken bij te staan, zodat zij altijd een vangnet hebben. Dat prachtige principe verdraagt zich echter niet met massa-immigratie. De gefortuneerden kunnen niet de hele wereld ondersteunen. Massa-immigratie sluit de verzorgingsstaat uit. Dit is een onacceptabele prijs.

Het tweede argument voor massa-immigratie is dat het onafwendbaar is: het is internationaal afgesproken in VN- of EU-verband, alle landen doen het, er zijn juridische afspraken waar we niet onderuit kunnen. We zouden het misschien wel willen, maar het kan gewoon niet. Dit argument wil ik graag iets meer aandacht geven. Het is namelijk niet waar. We hebben wél de keuze. Diverse praktische maatregelen zijn mogelijk. Er zijn er al een boel genoemd. Die maatregelen hebben betrekking op de wijze waarop aanvragen worden behandeld, het onderscheid tussen vluchteling en asielzoeker, de beroepsmogelijkheden die worden toegestaan, de veiligheidsbeoordeling, de toepassing van de Dublinregels, het opschorten van nareizen, het land uitzetten van criminelen, het strafbaar stellen van illegaliteit, controle op uitzettingen, asielaanvragen alleen vanuit het buitenland toestaan, enzovoorts. Er zijn zeer veel mogelijkheden. Niet alle zullen meteen werken, maar dat we niets kunnen doen, is niet waar.

Daar komt nog iets belangrijks bij. De asielwereld is een ware industrie geworden. Hier gaat zeer veel geld in om. Het is een bijzonder cynische wereld met diverse perverse prikkels. Allen die bij deze industrie betrokkenen zijn, van mensenhandelaren tot gespecialiseerde ngo's en asieladvocaten, hebben belang bij het continueren van de huidige situatie. Ook de migranten zelf calculeren en wegen hun kansen, en communiceren onderling intensief. Nederland staat nu bekend als het land van melk en honing. Dat zorgt voor een aanzuigende werking. Dit debat, nieuwe beleidsvoornemens, maar vooral concrete veranderingen bij de uitvoeringsorganisaties, versoberingen in regelingen, worden meteen opgemerkt en doorgegeven. Is de politiek te naïef of is men zo bang om voor hardvochtig naar buitenlanders te worden versleten en te worden verguisd dat men maar liever het hele land te grabbel gooit? Of zit hier een kwaadaardig plan achter? De hardnekkige inactiviteit voedt het wantrouwen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dekker. Dan gaan we tot slot luisteren naar de heer Ceder, ChristenUnie

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Hoe ga je om met een vreemdeling? Dat is een eeuwenoude vraag die door de tijden heen steeds anders beantwoord wordt door verschillende samenlevingen. We hebben net een brede inkijk gekregen in hoe de fracties vandaag de dag in 2022 op verschillende wijzen met die vraag omgaan.

Voorzitter. Een les die ik de afgelopen jaren in ieder geval heb geleerd, is dat daar waar je geen duidelijke regels stelt, daar waar je geen bescherming biedt, altijd het recht van de sterkste geldt. De zwakkeren delven hierdoor altijd het onderspit. Als ik het punt afpel waarop we nu staan met de opvangcrisis in Nederland, kan ik niet anders dan concluderen dat we op dit dossier wel heel vaak het recht van de sterkste hebben doen gelden, waardoor we nu voor een humanitaire crisis staan, zoals we allemaal in Ter Apel hebben kunnen zien. Een voorbeeld: we hebben jarenlang maar één aanmeldplek gehad, Ter Apel. Dat is geen natuurwet, maar een politieke keus. Jarenlang is al gezegd dat dit tot problemen leidt. Dit leidt tot een bottleneck. We hebben het gezien: kinderen die op stoelen moesten slapen en om eten moesten vechten, onverzorgde wonden, onhygiënische omstandigheden voor zwangere vrouwen en helaas een drie maanden oud kindje dat in een sporthal in Ter Apel, in Nederland, is overleden. Dat maakt iets in mij los, merk ik, en ook bij velen in dit land. Er moet echt iets gebeuren.

Voorzitter. In de Kamer is er geregeld grote steun voor maatregelen die zelfs de juridische bescherming die we zo zouden moeten koesteren, moeten of willen doorbreken, waardoor het recht van de sterkste steeds meer gaat gelden. Wat mij betreft geldt in Nederland het recht van eenieder. Gelijke rechten, ook als het om vluchtelingen gaat. Voorzitter. Ik kan aangeven wat er misgaat, maar ik zie juist nu ook hele mooie dingen gebeuren in de samenleving. Kijk bijvoorbeeld naar kerken zoals van de PKN, in Kampen. Een aantal maanden geleden gaf ik aan dat die iets willen doen. We hebben gezien dat de gemeente Kampen en de PKN recent een aanbod gedaan hebben om crisisnoodopvang te bieden en statushouders via kerken en achterbannen op te vangen. Kijk naar Groningen. Ik ben daar dankbaar voor. Dat is ook zeer succesvol gebleken de afgelopen tijd. Er zijn meerdere gemeenten die het Kamper model willen overnemen. Dat ondersteun ik. Kan de staatssecretaris dit verder oppakken en waar nodig ondersteunen?

Voorzitter. De mensonterende situatie in Ter Apel vroeg dringend om extra maatregelen. Ik ben blij met de goede maatregelen die de opvang ook echt structureel gaan verbeteren. Tegelijkertijd heeft het kabinet het voornemen om de nareis van familieleden te vertragen. Daar ben ik uiteraard niet blij mee. Want wat betekent dit voor het familieleven en wat levert het überhaupt op? Ik heb het al vaker aangegeven: ik vind dat pijnlijk. Bovenal is de vraag of het juridisch wel kan. Het kabinet geeft aan dat dit kan binnen de huidige kaders van de wet. Dat is ook vandaag het standpunt. Dit kan dus al. Tegelijkertijd klinken ambtenaren daar niet zo zeker over, zo zagen wij gister. De juridische vragen die ik aan het begin had, heb ik nog steeds. Daarover wil ik vandaag graag duidelijkheid van de staatssecretaris, want voor mij is één ding duidelijk: als het niet binnen de huidige wet kan, als het niet kan binnen de kaders van de wetten die we met elkaar hebben afgesproken, dan moeten wij het niet doen. We gaan er ook geen wet voor uitbreiden of enigszins extra ruimte aan bieden.

Voorzitter. Behoorlijk bestuur is belangrijk en betrouwbaarheid van de overheid ook. Ik geef de staatssecretaris daarom de gelegenheid om uit te leggen waarom het wel kan. Ik denk dat we de staatssecretaris de gelegenheid moeten geven om aan te geven waarom dit kan. Ik heb daar wel een aantal vragen over. Kan hij specifiek toelichten wat de nareismaatregel betekent? Wat gaat er precies gebeuren? Er worden termijnen genoemd van zes maanden, maar wat gebeurt er binnen die zes maanden? Is er sprake van mogelijke verlenging of kunnen we het qua capaciteit niet aan? Een andere belangrijke vraag is: hoeveel levert dit op qua capaciteit? Als wij deze tijdelijke maatregel doorvoeren, hoeveel capaciteit hebben wij dan vrijgespeeld? Hoe gaan we om met de integratieproblemen die waarschijnlijk zullen ontstaan? Want dit zijn mensen waarvan wij weten dat ze uiteindelijk naar Nederland zullen komen.

Voorzitter. In de brief zag ik dat er onduidelijkheid is over hoe het staat met de amv's. Er staat dat het gezin kan komen op het moment dat iemand een woning krijgt, maar amv's kunnen geen woning toegewezen krijgen. Juist voor de meest kwetsbaren zullen de maatregelen altijd het langst duren. Ik hoor graag een antwoord op deze vragen.

De voorzitter:

Bent u aan het einde gekomen van uw betoog?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Nee, voorzitter.

De voorzitter:

Ik vraag u wel om af te ronden.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ik heb nog een vraag over de wet spreiding gemeenten. Daar ben ik blij mee, want dan gaat kleinschalige opvang, waar we al jaren voor pleiten, ook echt lukken. Wanneer komt die wet naar de Kamer en wanneer treedt die in werking?

Ik heb nog een vraag aan minister De Jonge. De afspraak en de belofte is: 20.000 huizen. Hoe realistisch is dat en hoe kunnen we dit meten? Kunnen we tot een dashboard komen waarop we maand na maand, en het liefst nog week na week, kunnen zien wat er mogelijk is? Kan ik die toezegging krijgen? Anders overweeg ik een motie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ceder. Allereerst de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Ik denk dat dat een verstandige vraag is: is het juridisch houdbaar?

De voorzitter:

De heer Ceder.

De heer Azarkan (DENK):

De heer Ceder heeft ...

De voorzitter:

Ik vond het vrij kort en bondig. Ik was er zo blij mee!

De heer Azarkan (DENK):

Nou ja, is het juridisch houdbaar? We kennen de heer ...

De voorzitter:

Ceder.

De heer Azarkan (DENK):

Ik wil de hele tijd "Segers" zeggen, omdat het allebei met "see" begint. We kennen de heer Ceder als een uitstekend jurist, die in het verleden veel mensen heeft bijgestaan, ook mensen die in hele kwetsbare posities zaten. Als hij advocaat zou zijn van iemand die in deze positie zit, zou hij dan instemmen met deze wijzigingen?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Vanaf de dag waarop de brief naar buiten kwam, heb ik aangegeven dat dit een pakket is dat de ChristenUnie kan dragen. Heel veel plannen komen niet uit onze koker, maar er zitten ook heel veel structurele en goede plannen in, waarmee we echt de situatie in Ter Apel oplossen. Er komt een wet waarmee we asielzoekers eerlijk over gemeenten kunnen verdelen en waarmee we ervoor zorgen dat we met de woningopgave aan de slag gaan. Maar daar staat een hele pijnlijke maatregel tegenover, waar ik net ook vragen over heb gesteld. Ik heb toen ook gelijk aangegeven dat ik nog wat vragen heb over de juridische houdbaarheid daarvan. Ik moet zeggen dat die vragen, met name door de stukken die gisteren kwamen, niet minder zijn geworden in de afgelopen dagen. Die vragen heb ik. Tegelijkertijd geeft het kabinet aan dat het wél kan. Dat hebben zij aangegeven op de dag dat de brief naar buiten kwam. Dat is tot op heden nog steeds zo. Ik geef de staatssecretaris het vertrouwen om in het debat van vandaag aan te geven waarom het standhoudt. Ik wil de heer Azarkan meegeven dat ik die vragen nog steeds heb. Dat heb ik tot op heden niet onder stoelen of banken gestoken, maar die gelegenheid wil ik de staatssecretaris wel geven. Dat doe ik bij dezen ook.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Dat klinkt heel verstandig. Ik denk dat het goed is dat de staatssecretaris met meer dan we nu hebben gezien in de verschillende brieven en kabinetsstukken, aantoont waarom dit standhoudt bij de rechter. Het zou niet alleen voor de mensen die het betreft maar ook voor de ChristenUnie beschamend zijn als dit door de eerste de beste rechter wordt teruggedraaid. Dat is dus verstandig. Overigens zei de achterban van de ChristenUnie dat dit gewoon een moreel en juridisch failliet is, maar die kwalificatie laat ik even aan uw achterban. Zegt de heer Ceder: als de staatssecretaris niet in staat is om mij met meer informatie te overtuigen, dan steun ik het voorstel vanuit de Kamer om de Raad van State om advies te vragen?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Uiteraard wil ik de staatssecretaris de gelegenheid geven. Het kabinet heeft aangegeven dat dit kan en is daar niet van afgeweken. Dat staat dus. Dat vertrouwen wil ik ook geven. Ik denk ook dat we dat allemaal moeten doen, totdat het tegendeel bewezen zou zijn. Die gelegenheid geef ik de staatssecretaris dan ook echt, maar het staat vast dat dit vroeg of laat juridisch getoetst moet worden. Volgens mij zijn er een aantal suggesties genoemd, waaronder die over de Raad van State. Er is al een verzoek geweest aan de staatssecretaris, namelijk: als er toch wat spanning of twijfel zit, zou het dan niet verstandig zijn om het orgaan dat zich met dit soort kwesties bezighoudt, daar even goed naar te laten kijken? Dat vind ik niet onverstandig, maar dat is een vraag die aan de staatssecretaris is gesteld. Daar zal de staatssecretaris antwoord op moeten geven.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, GroenLinks, laatste vraag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Duidelijk. De ChristenUnie vindt het dus ook een verstandige stap om de Raad van State om juridisch advies te vragen over deze maatregel, die een heel grote impact heeft op hele kwetsbare mensen, waarvoor heel veel juristen waarschuwen. Mijn vraag aan de ChristenUnie is: moet dat advies er niet sowieso komen, of de staatssecretaris dat nou vraagt of wij als Kamer?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Hiermee lopen we weer vooruit op wat de staatssecretaris gaat aangeven. Ik denk dat het voor de volgorde goed is — daar hecht ik waarde aan — dat ik echt eerst even ga luisteren naar de staatssecretaris. Er zijn namelijk heel veel vragen gesteld. Het standpunt van het kabinet is nu: het kan. Ik heb ook vragen. Dat aantal is de afgelopen dagen ook niet afgenomen. Ik heb die vragen ook aan de staatssecretaris gesteld. Ik wil daarom echt eerst de beantwoording afwachten. Dan kan ik uw vraag beter kwalificeren.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

In deze hele situatie bekruipt mij het gevoel dat drie van de vier coalitiepartijen een keuze hebben gemaakt: of ze weten dat ze juridisch sterk zitten en proberen de VVD via het juridische nog op het rechte pad te krijgen, of ze hebben hun moreel kompas losgelaten, waarna de Kamer het via de juridische weg toch nog moet rechtbreien. Ik zou aan de heer Ceder willen vragen: waar staat u? Heeft u uw moreel kompas losgelaten of weet u in uw achterhoofd eigenlijk wel dat u juridisch zo sterk staat dat u gewoon tijdelijk even meegaat met dit onzalige voorstel om zo de VVD nog binnenboord te kunnen houden?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Volgens mij ben ik mijn kompas niet kwijt, maar de realiteit is dat een meerderheid van de Kamer — dat heeft u net allemaal gehoord; we zijn uren bezig — de asielketen, of de maatregelen, wil versoberen. Ik noem dat op sommige punten ook echt "verslechteren". Ook binnen de coalitie zijn daar verschillende ideeën over. De ChristenUnie heeft vijf zetels, dus u kunt uw rekensom maken. Ik heb aangegeven dat wij dit pakket kunnen dragen, ook omdat er hele goede maatregelen aan gekoppeld zijn. Die zijn ook structureel; dat wil ik nogmaals herhalen. Maar twee dingen moeten wel echt kloppen, allereerst het juridische aspect. Als wij weten dat het niet kan — nogmaals, dat heb ik het kabinet nog niet horen zeggen — kunnen wij niet van tevoren zeggen: wij doen het alsnog en kijken wel hoelang we ermee wegkomen. Dat kan niet, want dat is onbehoorlijk bestuur; je kunt er ook nog andere kwalificaties bij bedenken. We hebben de afgelopen jaren in de praktijk gezien waar dat op andere dossiers toe leidt. Alleen, dat is volgens mij niet wat het kabinet heeft aangegeven. Het kabinet heeft aangegeven: dit kan; daar staan wij voor. Ik vind het ook goed om het kabinet daar de ruimte voor te geven. Het is overduidelijk dat de maatregelen waar deze vragen nu over gaan, niet uit onze koker komen. Volgens mij hoeven we daar geen discussie over te voeren. Binnen de context van een coalitie en de Kamer is dit wel een pijnlijke maatregel voor ons, maar er zijn ook structurele uitzonderingsmaatregelen die weer voor andere partijen pijnlijk zijn. Onder die voorwaarden denk ik dat wij dit pakket wel kunnen dragen.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Ik wil heel duidelijk maken dat het mij lastig lijkt om in de coalitie te zitten. Je hebt minder bewegingsvrijheid en kunt minder op je principes zitten. Daarin benijd ik u niet. Desalniettemin is de route inslaan van het afbreken van de wetten en de verdragen die Nederland zelf heeft gemaakt en ook heeft ondertekend, marchanderen met de liberale democratie. Ik zou daarom toch wel willen vragen: wat ligt hier nou aan ten grondslag? Denkt u, misschien met kennis die u heeft, "we gaan hier juridisch wel goed uitkomen en we gaan de VVD toch op het morele pad houden", of bent u toch van plan om met uw eigen morele pad te marchanderen?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ik herhaal het nogmaals. Het kabinet zegt niet: wij weten dat het niet kan en wij gaan op een muur afkoersen. Dat heb ik het kabinet niet horen zeggen. Als dat wel het geval is, vind ik daar wat van, maar dat heeft het kabinet niet gezegd. Het kabinet heeft gezegd dat dit kan. Het heeft gezegd dat er wel vragen zijn maar dat dit uiteindelijk de juridische toets doorstaat. Dat is het standpunt van het kabinet en dat vertrouwen geef ik aan het kabinet. Daarom zijn we hier vandaag ook. We zijn hier om aan de staatssecretaris te vragen hoe ze dat wegen. Ik ben het dus niet eens met de kwalificatie dat dit de koers is, want dat is niet gezegd, in ieder geval niet door het kabinet.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Gündoğan.

Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):

Tot slot inderdaad. Het feit dat dit überhaupt op tafel kan komen te liggen, zegt mij al heel veel. De landen die dit soort routes bewandelen, zijn niet de landen die ons ter inspiratie zouden moeten dienen. Ik zou dus toch een moreel appel op u willen doen en u toch willen vragen om die juridische toets op te halen, zodat we de VVD op die manier van dit onzalige plan af kunnen houden.

De voorzitter:

Mevrouw Simons, laatste vraag.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

Ik hoor de heer Ceder zeggen dat hij belang hecht aan het oordeel van de Raad van State, die kan toetsen of de voorgenomen kabinetsplannen haalbaar zijn. Wat ik echter niet begrijp uit zijn betoog, is waarom hij denkt dat het nodig is om te wachten of de staatssecretaris daar al dan niet een go voor geeft. Als Kamerlid zou het toch gepast zijn om zich, ongeacht wat de staatssecretaris zegt, toe te leggen op het vragen van dat advies, zodat wij aan de voorkant zekerheid hebben over de vragen die de heer Ceder hier vandaag op tafel legt? Hij heeft die vragen maar besluit desondanks om deze deal te steunen. Ik kan me voorstellen dat juist voor een jurist geldt: better safe than sorry. Dan is het toch gewoon logisch dat hij zegt: ja, ongeacht wat de staatssecretaris ons hier vandaag voorschotelt, is het verstandig om dat advies op te halen?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Volgens mij verschillen mevrouw Simons en ik op dit punt niet zoveel van mening, want ik heb al aangegeven dat die vraag al aan de staatssecretaris is gesteld. Ik heb ook aangegeven dat dit mij een verstandig punt lijkt. Er is discussie, en hier worden nationaal en internationaal vraagtekens bij gesteld. Ook ambtenaren stellen hier vraagtekens bij, zo blijkt sinds gister. Mij lijkt dit een verstandig punt. Ik heb ook aangegeven dat ik waarde hecht aan de volgorde. Als controlerend Kamerlid controleer ik het kabinet. Dat doe ik; dat ga ik ook doen. Maar ik wil ook controleren wat de staatssecretaris zegt. Hij heeft in de Kamer nog geen verantwoording afgelegd over de brief en de vragen die gesteld zijn, dus dat lijkt me de zuivere weg. Maar volgens mij verschillen wij niet van mening. U vraagt mij: als er zo veel ruis is, zouden we dit dan niet bij een orgaan moeten beleggen dat daarover een oordeel of een advies kan geven? Dat lijkt mij verstandig, maar dat is een vraag die aan de staatssecretaris is gesteld en ik ben benieuwd naar de beantwoording.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ceder. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 14.25 uur. Dan starten we met de eerste termijn van de kant van het kabinet.

De vergadering wordt van 13.27 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven