8 Stemming Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum

Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van de leden Marijnissen en Temmink houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum (36160).

(Zie vergadering van 3 oktober 2023.)

De voorzitter:

Dan stemmen wij over het initiatiefwetsvoorstel-Marijnissen/Temmink over opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (36160).

Vanochtend is een brief ontvangen van de Voorzitter van de Tweede Kamer inclusief een gecorrigeerd wetsvoorstel in verband met een technische fout in Kamerstuk 36160, letter A. De brief en het gecorrigeerde wetsvoorstel zijn ter inzage gelegd op het rostrum en hedenochtend rondgestuurd aan alle leden in vervolg op berichtgeving van de Griffier aan u gisteravond.

Ik stel voor om thans te stemmen over het gecorrigeerde wetsvoorstel met Kamerstuknummer 36160, letter H. Er is vorige week om hoofdelijke stemming gevraagd. Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Lagas.

Mevrouw Lagas (BBB):

Voorzitter. BBB heeft sympathie voor een corrigerend referendum, en dus in principe ook voor deze voorgestelde grondwetswijziging. Bij een grondwetswijziging mag een zeer kritische toetsing van de Eerste Kamer verwacht worden. Onze fractieleden zijn het niet helemaal eens met het voorstel zoals het nu ter stemming voorligt. We hadden het liever anders en beter gewild. Bij de tweede lezing hechten wij derhalve aan het houvast van een zeer goede uitvoeringswet, waarin voor de BBB-fractie belangrijke aandachtspunten zijn opgenomen. Voor een zorgvuldige afweging in de behandeling van dit wetsvoorstel in de tweede lezing in de Eerste Kamer, heeft de BBB-fractie de uitdrukkelijke wens dat bij de aanbieding van dit wetsvoorstel voor de tweede lezing ook het wetsvoorstel voor de uitvoeringswet reeds voor de Eerste Kamer beschikbaar is. Omdat wij wat betreft dit onderhavige proces voor invoering van een correctief referendum liever voor een half ei dan voor een lege dop kiezen, stemmen wij in deze eerste lezing vóór het voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Lagas. Dan de heer Hartog namens Volt.

De heer Hartog (Volt):

Ik hou het kort, meneer de voorzitter. Volt stemt vandaag tegen het voorgestelde initiatiefvoorstel vanwege het polariserende effect en het gebrek aan echte betrokkenheid van de burger in het wetgevingsproces. Wij blijven natuurlijk wel in gesprek.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hartog. Dan de heer Schalk namens de SGP.

De heer Schalk (SGP):

Dank u, voorzitter. De kern van onze representatieve democratie is het mandaat van de kiezer voor de volksvertegenwoordigers. Dat mandaat wordt doorkruist door de invoering van een bindend correctief referendum. Daarmee geeft het parlement haar mandaat voor één moment terug aan de kiezer. Dat is een oneigenlijk element in ons staatsbestel en onze Grondwet. Deze Kamer moet de Grondwet niet verbouwen, maar behoeden. De SGP stemt dan ook tegen opneming van bepalingen inzake het correctief referendum in de Grondwet.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. De heer Dittrich namens D66.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. De fractie van D66 is voor het bindend correctief wetgevingsreferendum. Wij zien het als een noodrem die de bevolking in Nederland kan hanteren als er een wet is aangenomen waar men het al dan niet mee eens is. En dat blijkt dan uit een publieke campagne. Daarom stemmen wij voor dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. De heer Van Rooijen namens 50PLUS.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Wij hebben in ons land een tweekamerstelsel. Dat betekent dat deze Kamer correctief op de Tweede Kamer kan optreden. Ik merk erbij op dat met een correctief referendum de Pensioenwet wellicht hierna zou zijn gesneuveld. Maar dit is voor mijn fractie geen reden om nu voor dit voorstel te stemmen.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring over dit wetsvoorstel af te leggen? Dat is niet het geval.

Ik verzoek de leden zo dadelijk duidelijk hun stem met het woord "voor" dan wel "tegen" uit te brengen, zonder enige bijvoeging.

In stemming komt het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Faber-van de Klashorst, Fiers, Van Gasteren, Goossen, Van der Goot, Griffioen, Van Hattem, Heijnen, Janssen, Janssen-van Helvoort, Jaspers, Karimi, Kemperman, Van Knapen, Koffeman, Kroon, Lagas, Van Langen-Visbeek, Marquart Scholtz, Martens, Van Meenen, Nanninga, Nicolaï, Van den Oetelaar, Oplaat, Panman, Ramsodit, Recourt, Roovers, Rosenmöller, Van Strien, Thijssen, Visseren-Hamakers, Vos, Walenkamp, Van Wijk, Aerdts, Van Apeldoorn, Baumgarten, Belhirch, Bezaan, Van Bijsterveld, Crone, Dessing en Dittrich.

Tegen stemmen de leden: Doornhof, Van Gurp, Hartog, Holterhues, Huizinga-Heringa, Kaljouw, Klip-Martin, Meijer, Perin-Gopie, Petersen, Prins, Rietkerk, Van Rooijen, Van de Sanden, Schalk, Talsma, Van Toorenburg, Bakker-Klein, Van Ballekom, Bovens, Bruijn en Van Dijk.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 45 stemmen voor en 22 stemmen tegen is aangenomen.

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de stemmingen. Ik schors de vergadering voor een kort ogenblik zodat u in de gelegenheid bent om de initiatiefnemers te feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven