Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van wet van de leden Ten Hoopen, Slob en Van der Burg tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet, en enige andere wetten in verband met het verder terugdringen van kraken en leegstand (Wet kraken en leegstand) (31560).

(Zie vergadering van 18 mei 2010.)

De voorzitter:

Ik heet de heer Ten Hoopen en mevrouw Van der Burg, twee van de initiatiefnemers, en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die namens de regering bij deze stemming aanwezig is, van harte welkom.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Westerveld (PvdA):

Voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid acht het onbegrijpelijk dat de initiatiefnemers de bezwaren van bestuurders van grote gemeenten hebben genegeerd en zijn doorgegaan met hun wet waarvoor niet of nauwelijks draagvlak bestaat bij degenen die hem moeten uitvoeren. Wel vinden wij het een goede zaak dat politie en justitie snel en daadkrachtig kunnen optreden tegen kraken en krakersgeweld. Het instrumentarium uit deze wet zal daaraan echter geen bijdrage kunnen leveren. Eerder valt te vrezen voor het tegendeel.

Kraken is op dit moment al strafbaar, zij het dat aan deze strafbaarstellingen enige beperkingen zijn gesteld. De zin om in dit bestuurlijke evenwicht in te grijpen door kraken onder alle omstandigheden in de criminele sfeer te trekken en tegelijk de strafmaat voor geweldloos kraken fors te verhogen, ontgaat ons. Ook ontgaat ons het verband tussen het in stelling brengen van meer strafrechtelijk geschut tegen kraken en het opentrekken van een kast bestuurlijke instrumenten tegen leegstand van kantoorruimten. De minister van Justitie, noch de initiatiefnemers, hebben ons van nut en noodzaak van beide maatregelen kunnen overtuigen. Daarom zal onze fractie tegen het wetsvoorstel stemmen.

Mevrouw Meulenbelt (SP):

Voorzitter. De SP-fractie heeft in het proces van het behandelen van dit wetsvoorstel de initiatiefnemers enige keren gevraagd of zij konden onderbouwen wat de urgentie van deze nieuwe wet is. Wij vinden dat dit volstrekt onvoldoende is gebeurd. Wij hebben niet aangetoond gezien wat de urgentie van deze wet is. Wij nemen waar dat alles wat er mis kan gaan met kraken al is beantwoord met de bestaande wetten. Er is geen enkel bewijs geleverd en het is zelfs niet aannemelijk gemaakt dat met deze wet de leegstand zal verminderen. Integendeel, de leegstand zal toenemen. Wij vinden het buitengewoon verdrietig dat op dit moment ook heel veel initiatieven die te goeder trouw zijn, de nek wordt omgedraaid. Wij vragen ons zeer af wat de zin ervan is dat nu duizenden mensen van de ene dag op de andere worden gecriminaliseerd.

Wij zullen dus tegen dit wetsvoorstel stemmen.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie vindt kraken een onaanvaardbare aantasting van eigendom, eigendomsrecht en eigendomsrechten. Daarom zijn wij voor een kraakverbod, van rechts naar links, van beneden naar boven, overal en altijd.

Wij hebben wel op onderdelen van de wet aarzelingen. Ten eerste hebben wij enige zorg hoe lang het duurt voor het laatste kraakpand in Nederland verdwijnt. Toen wij de regering vroegen hoe lang dat zou duren, kwam daar een kwinkslag op terug. Wij zitten niet te wachten op een veel te lange gedoogperiode.

Ten tweede achten wij dit wel een belangrijk onderdeel van de leegstandsbestrijding, doch per saldo onvoldoende effectief. Wij zien meer in specifieke versoepelingen van het huurrecht en in specifieke versoepelingen van bouw- en gebruiksvoorschriften. Dan zal de leegstand als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Wij moeten dus een afweging maken, maar per saldo zijn wij duidelijk voor deze wet. De VVD-fractie stemt voor.

De heer Janse de Jonge (CDA):

Voorzitter. Het voorstel kan in twee onderdelen worden bezien. Het eerste onderdeel betreft de strafbaarstelling van kraken van woningen en bedrijfsruimten. Het gaat om de invoering van een algeheel kraakverbod. Daar komt bij dat het voorstel tijdens de behandeling is aangevuld met een wettelijke grondslag om op strafvorderlijke wijze over te gaan tot ontruiming. Daarmee voorziet het voorstel in een leemte die onder andere is geconstateerd door de Hoge Raad op 9 oktober 2009. Mijn fractie kan instemmen met dit onderdeel van het wetsvoorstel.

Het tweede deel van het wetsvoorstel, aangaande de bestrijding van leegstand, heeft van mijn fractie meer kritiek gekregen. Wij zien de voorstellen als te complex en bureaucratisch. Ook na het debat van 18 mei blijft de vraag hangen of hier sprake is van een authentieke gemeentelijke taak. Bij ons eindoordeel betrekken wij echter ook het feit dat de voorgestelde regeling facultatief is. Op 25 mei heeft de minister van VROM met de marktpartijen een akkoord bereikt over de aanpak van leegstand van kantoren. In september volgt een gezamenlijk actieprogramma. Gezien de inhoud van dit akkoord hoopt en verwacht mijn fractie veel van deze aanpak. Het voorliggende wetsvoorstel staat deze aanpak niet in de weg.

Dit alles overziende zullen de leden van de CDA-fractie voor het voorstel stemmen.

De heer Engels (D66):

Voorzitter. Ik leg mijn stemverklaring tevens af op verzoek van en namens de fracties van de Partij voor de Dieren en de OSF.

Het wetsvoorstel draagt naar het oordeel van onze fracties niet bij aan een evenwichtige ontwikkeling van onze rechtsorde. Het is een onnodige regelgevingsreflex op een weinig substantieel maatschappelijk probleem en bevat onvoldoende aanknopingspunten voor effectieve uitvoering en handhaving. Om die reden zullen onze fracties tegen het wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de VVD voor dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven