Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend
bij het Europadebat, te weten:
- de motie-Schuyer
c.s. inzake Nederlands en Europees burgerschap in het onderwijs (30303
XXX, A).
(Zie vergadering van 6 december 2005.)
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van harte welkom.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer Van Middelkoop (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik spreek net als vorige week namens de fracties van de SGP
en de ChristenUnie.
De heer Schuyer verraste ons vorige week aan het einde van het debat met
een motie. Ik twijfelde toen al aan de opportuniteit van die motie en die
twijfel is niet verdwenen, ook niet nadat ik de motie zorgvuldiger heb bestudeerd.
De motie komt erop neer dat de minister van Buitenlandse Zaken met de boodschap
naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gestuurd om in
de kerndoelen toch vooral aandacht te besteden aan Europa. Het lijkt mij niet
nodig om daarvoor een motie in de Eerste Kamer in te dienen.
Daar komt nog bij, en dat heeft mij een beetje argwanend gemaakt, dat
de heer Schuyer twee woordvoerders niet heeft gevraagd om de motie te ondertekenen,
namelijk de heer Kox en mijn persoon, de woordvoerders van de eurokritische
fracties in deze Kamer. Dat betekent dat onder deze motie naast de naam van
de heer Schuyer uitsluitend namen staan van vertegenwoordigers van op dit
terrein ouderwetse partijen. Omdat ik hier sta namens een tweetal zeer vernieuwingsgezinde
en vooruitstrevende partijen, zal de Kamer begrijpen dat wij onze steun aan
deze motie niet kunnen en zullen geven.
De heer Kox (SP):
Voorzitter. U kent mijn grondhouding: voorstemmen als het maar enigszins
mogelijk is. Soms wordt mij dat onmogelijk gemaakt, bijvoorbeeld als de Kamer
een motie wordt voorgelegd waarvan ik geen idee heb waartoe die zou moeten
leiden. Ik denk dan aan een motie waarin de Kamer tegen de minister van Buitenlandse
Zaken en de staatssecretaris van Europese Zaken zegt dat zij tegen de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moeten zeggen dat zij tegen de betrokken
partijen moet zeggen dat die iets moeten gaan zeggen over Europa en dat dat
goed moet zijn en gedifferentieerd en dat het op kosten van de staat mag.
Als een motie zo ingewikkeld is, komt bij mij de andere grondhouding van mijn
partij boven, namelijk: voorzichtig, pas op.
Natuurlijk heeft de indiener de motie niet bedoeld als een pro-EU-motie.
De motie zal ongetwijfeld veel dieper gaan dan ik kan doorgronden, maar mijn
fractie kan niet stemmen voor een motie die wij niet begrijpen.
In stemming komt de motie-Schuyer c.s. (30303-XXX, A).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, D66,
GroenLinks, de LPF, de OSF, de PvdA en de VVD voor deze motie hebben gestemd
en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De vergadering wordt enkele minuten geschorst.
Voorzitter: Schuurman