Aan de orde is de behandeling van de wetsvoorstellen:

Regels betreffende de financiële verstrekkingen ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën (Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën) (24176);

Wijziging van de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs in verband met de invoering van een wettelijke grondslag voor de vergoeding voor schoolspecifieke knelpunten in de personeelsvoorziening en technische wijziging van de bijlage bij de Wet op het basisonderwijs (24168).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer De Boer.

De heer De Boer (GroenLinks):

Voorzitter! Ik heb de Kamer een wat ongebruikelijk verzoek voor te leggen. Ik verzoek de Kamer, mij toestemming te verlenen, de minister-president te interpelleren over de gang van zaken rondom ingrijpende wetsvoorstellen, de rol van het regeerakkoord en de politieke druk die door de regering wordt uitgeoefend op regeringsfracties in dit huis om bepaalde wetsvoorstellen te steunen. Als de Kamer mij dat toestaat en de minister-president beschikbaar is, zou ik de interpellatie graag en bij voorkeur houden vóór de behandeling volgende week van het wetsvoorstel over de Ziektewet. Mijn verzoek is dan ook, of de Kamer dit toestaat en of u, voorzitter, overleg met de minister-president wilt plegen over de vraag of dit mogelijk is.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het verzoek van de heer De Boer in te willigen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De interpellatie zal verder volgens de regelen van het Reglement van Orde worden afgewikkeld.

Naar boven