Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over uitrijtermijn voor vaste mest en drijfmest in respectievelijk Limburg en Friesland
(ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 1 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de problemen inzake het uitrijden van mest in Limburg en Friesland
als gevolg van de heftige regenval van de laatste weken?
Vraag 2
Bent u bekend met het verzoek van de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB) om de
uitrijperiode voor vaste mest op löss met twee weken te verlengen?
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom de uitrijperiode voor vaste mest op löss is beperkt tot 31 augustus,
terwijl het uitrijseizoen voor drijfmest tot 15 september loopt en juist de vaste
stromest past in uw visie op kringlooplandbouw en volgens uw eigen visie gestimuleerd
zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Minerale bodems als zand en löss zijn uitspoelingsgevoeliger. Vaste stromest voegt
nutriënten toe die vast liggen in de organische stof, die eerst moeten worden afgebroken,
alvorens de nutriënten beschikbaar komen voor opname door de plant. Bemesting met
een dergelijke meststof aan het einde van het groeiseizoen levert dan extra risico
voor uitspoeling van nutriënten die vrijkomen in de periode dat er geen gewasopname
is.
Vraag 4
Kunt u de uitrijperiode in Limburg op löss voor vaste mest dit jaar verlengen met
minimaal 2 weken, zodat ondernemers meer ruimte hebben voor de oogst, het verwerken
van het stro en het aanwenden van de vaste mest? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Dit verzoek heb ik op 26 augustus 2021 ontvangen. Ik heb dit verzoek in beraad gezien
de extreme weersomstandigheden van deze zomer in Zuid-Limburg. Vrijstelling of het
verruimen van de uitrijdperiode kan op basis van de Wet bodembescherming alleen worden
verleend voor zover het belang van de bescherming van de bodem zich daartegen niet
verzet en er advies gevraagd is bij de Technische Commissie Bodem (TCB). Ik heb dit
advies bij de TCB aangevraagd. Zodra ik dit advies ontvangen heb zal ik tot een besluit
komen.
Vraag 5
Bent u bereid om de uitrijperiode vaste mest op löss structureel gelijk te trekken
met de uitrijperiode voor drijfmest op löss? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Vanwege het structurele karakter van een dergelijke wijziging van de uitrijperioden
dient het onderdeel uit te maken van een Actieprogamma Nitraatrijchtlijn. Op korte
termijn zal ik het ontwerp Actieprogramma Nitraatrichtlijn aan uw Kamer presenteren.
Zoals bekend zal dit ontwerp Actieprogramma Nitraatrichtlijn ook met de Europese Commissie
en uw Kamer worden besproken.
Vraag 6
Bent u van plan om de uitrijperiode in Friesland te verlengen? En zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja. Ik heb op basis van een advies van de Technische Commissie Bodem, in overeenstemming
met de staatsecretaris van I&W, besloten tot een regionale vrijstelling voor het uitrijden
van drijfmest op grasland in de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Fryske Marren,
Heerenveen, Noardeast Fryslân, Smallingerland, Súdwest Fryslân, Tytjerksteradiel,
Westerkwartier en Weststellingwerf. De vrijstelling is voor graslanden gelegen op
klei en veen, mits bemest met dunne fractie na mechanische scheiding en geldt tot
en met 15 september 2021. Ik verwijs voor de verdere argumentatie naar de Kamerbrief
Uitstel uitrijdperiode dierlijke mest van 1 september 2021.
Vraag 7
Kunt u deze vragen met spoed in behandeling nemen en voor 31 augustus beantwoorden,
gezien de lopende termijnen en dus het spoedeisende karakter van deze vragen?
Vraag 8
Bent u bereid om naast de gebieden Limburg en Friesland de uitrijperiode te verlengen
voor andere provincies waar boeren in de knel zijn gekomen vanwege de weersomstandigheden?
Antwoord 8
Ik verwijs naar de Kamerbrief over Uitstel uitrijdperiode dierlijke mest van 1 september
2021.