Vragen van de leden Jasper van Dijk en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretarissen van Financiën over falend schuldenbeleid van de Belastingdienst (ingezonden 10 maart 2021).

Mededeling van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane), mede namens Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 22 april 2021).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur»?1

Vraag 2

Klopt het dat de Belastingdienst bij het verrekenen van toeslagen er niet standaard rekening mee houdt of mensen genoeg geld overhouden om van te leven, terwijl dat volgens de nieuwe Wet vereenvoudiging beslagvrije voet wel zou moeten?

Vraag 3

Erkent u dat mensen met schulden die hun toeslag moeten terugbetalen nog dieper in de problemen kunnen komen als er geen betaalregeling wordt getroffen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat de heer Kloos van een paar euro per week moet leven en zelfs geen cadeautje kan kopen voor zijn zoon? Erkent u dat dit werd veroorzaakt door het botweg stopzetten van zijn huurtoeslag?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de nieuwe Wet vereenvoudiging beslagvrije voet niet goed wordt uitgevoerd als niet wordt gekeken wat iemand met schulden nog kan betalen? Wat onderneemt u hiertegen?

Vraag 6

Erkent u dat mensen niet altijd weten hoe je een persoonlijke regeling moet aanvragen? Hoe gaat u dit verbeteren?

Vraag 7

Is u bekend dat wanneer de deurwaarder beslag op loon legt hij dan vraagt aan de Belastingdienst om door te geven of betrokkene een voorlopige teruggaaf belastingen en toeslagen ontvangt en of hierop verrekend wordt, omdat dit nodig is om de beslagvrije voet goed te kunnen berekenen? Hoe reageert de belastingdienst op deze verzoeken? Wordt ook doorgegeven dat toeslagen niet worden uitbetaald wanneer sprake is van een verrekening als gevolg van een standaard betalingsregeling?

Vraag 8

Is de Belastingdienst al in gesprek geweest met de Sociaal raadslieden? Wat was daarvan de uitkomst?

Vraag 9

Deelt u de mening van de Nationale ombudsman dat de Belastingdienst altijd moet kijken of mensen genoeg geld over houden? Zo ja, wat onderneemt u om dit te realiseren?

Vraag 10

Wat heeft u gedaan met de oproep van de National Ombudsman om het beleid van de Belastingdienst op korte termijn aan te passen?

Vraag 11

Wat onderneemt u om mensen beter te informeren over de beslagvrije voet en de mogelijkheden voor een persoonlijke betalingsregeling?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Lodders (VVD), ingezonden 10 maart 2021 (vraagnummer 2021Z04390) en van het lid Omtzigt (CDA), ingezonden 10 maart 2021 (vraagnummer 2021Z04395).

Mededeling

Tot mijn spijt moet ik u laten weten dat de vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Schuldenbeleid van Belastingdienst onder vuur» (ingezonden 10 maart 2021), de vragen van de leden Omtzigt, Peters (beiden CDA), Lodders (VVD), Edgar Mulder (PVV), Van Weyenberg (D66), Snels (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Bruins (ChristenUnie), Van Raan (PvdD), Azarkan (Denk), Van Haga (FvD), Van Otterloo (50PLUS), Leijten (SP), Stoffer (SGP) en Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) aan de staatssecretarissen van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de Belastingdienst de beslagvrije voet niet hanteert bij de verrekening van toeslagen (ingezonden 10 maart 2021) en de vragen van de leden Jasper van Dijk en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretarissen van Financiën over falend schuldenbeleid van de Belastingdienst (ingezonden 10 maart 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoordt kunnen worden. Er wordt op dit moment onderzocht welke oplossing kan worden geboden voor mensen die door verrekeningen onder het bestaansminimum terechtkomen, waarover de staatssecretarissen van Financiën op 25 maart jl. hebben gesproken met de Nationale ombudsman en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. Er is meer tijd nodig voor het verzamelen van informatie en afstemming. Naar verwachting kan ik uw Kamer binnen drie weken volledig informeren in de beantwoording van de door u gestelde vragen.


X Noot
1

NOS – 9 maart 2021.

Naar boven