Vragen van de leden Groothuizen (D66), Voordewind (ChristenUnie) en Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de Grieks-Nederlandse samenwerking ter verbetering van de situatie van alleenstaande minderjarige asielzoekers in Griekenland (ingezonden 19 juni 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 juli 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3433.

Vraag 1

Kunt u een actuele stand van zaken geven met betrekking tot de voortgang van het Grieks-Nederlands initiatief dat is gericht op de spoedige realisatie van de opvang van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA’s) in Griekenland en het oprichten van een Grieks voogdijsysteem voor deze asielzoekers?

Vraag 2

Kunt u middels een tijdlijn specifiek en concreet uiteenzetten welke stappen aan zowel Nederlandse als aan Griekse zijde zijn gezet sinds de bekendmaking van het initiatief op 7 mei j.l.?1

Antwoord 1 en 2

In de zes weken tussen de bekendmaking van het initiatief op 7 mei en de ondertekening van het MoU op 18 juni jl. hebben een ministerieel en twee hoog-ambtelijke overleggen plaatsgevonden. Tijdens een video-conferentie met de Griekse Minister voor Migratie en Asiel en de Griekse viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken op 27 mei jl. zijn de modaliteiten van het MoU bepaald. Vervolgens is in twee hoog-ambtelijke video-conferenties op 5 en 12 juni jl. de tekst van de MoU overeengekomen. Aan de Griekse zijde waren vertegenwoordigers van beide ministeries, het Griekse Nationaal Centrum voor Sociale Solidariteit E.K.K.A. en de Special Secretary for the Protection of Unaccompanied Minors betrokken en aan de Nederlandse zijde de directeur van Nidos, de plaatsvervangend DG Internationale Migratie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en vertegenwoordigers van COA en de Nederlandse ambassade in Athene. Op 18 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de ondertekening van het Memorandum of Understanding betreffende dit initiatief.2

Tussendoor is contact geweest met vertegenwoordigers van de Europese Commissie en EASO, alsook IOM en UNHCR. Ook hebben gesprekken met Griekse en Nederlandse maatschappelijke organisaties plaatsgevonden. Deze gesprekken waren met name gericht op het programmadeel dat voorziet in het opzetten van 48 opvangvoorzieningen op het vasteland en de begeleiding van amv’s. Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Athene hebben in dit kader – binnen de geldende beperkingen vanwege covid-19 – tevens bezoeken gebracht aan een aantal opvangvoorzieningen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen op het vasteland.

Op 13 en 14 juli jl., spoedigst na het opheffen van de grensmaatregelen, bezocht een hoog ambtelijke missie onder leiding van plaatsvervangend DG Internationale Migratie en directeur Nidos Griekenland. Dit bezoek stond in het teken van de eerste gezamenlijke hoog-ambtelijke stuurgroep op 14 juli. Ter voorbereiding op dit overleg vonden op 13 juli gesprekken plaats met de Special Secretary for the Protection of Unaccompanied Minors, EKKA, de directeuren van de Griekse asiel- en opvangdiensten, enkele NGO’s en vertegenwoordigers van IOM, UNHCR, EASO en de Europese Commissie. Ook werd een shelter van een Griekse NGO bezocht waar alleenstaande minderjarige asielzoekende meisjes worden opgevangen. Tijdens een werkdiner spraken de delegatieleiders tevens met de Griekse Minister voor Migratie en Asiel en de Griekse viceminister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken.

De gesprekken met Griekse partners bevestigden andermaal hun sterke betrokkenheid en inzet om snel concrete resultaten te boeken. Verder gaven de gesprekken met de Griekse NGO’s en aldaar gevestigde internationale organisaties meer inzicht in de stand van zaken van het asiel en opvangsysteem in het algemeen en dat voor AMV in het bijzonder en zijn opties geïnventariseerd voor verdere samenwerking en steun bij de uitvoering en bestendiging van het programma.

Tijdens de stuurgroep is het eerste voorstel voor het opzetten van de beoogde opvangplekken besproken. Dit voorstel is in week 28 ontvangen en wordt op dit moment met voorrang binnen mijn ministerie beoordeeld. Van Griekse zijde is wederom alle medewerking verzekerd om te zorgen dat deze plekken zo snel als mogelijk worden opgezet en in gebruik kunnen worden genomen. Verder is zeker gesteld dat beoogde partners over de juiste vergunningen beschikken.

Daarnaast is uitgebreid gesproken over de verbetering van het Griekse voogdijprogramma. In de komende weken gaat een werkgroep aan de slag om de verbeterpunten te identificeren. In september zal tijdens een meerdaagse bijeenkomst een plan van aanpak worden opgesteld.

Voor wat betreft het programmamanagement zijn aanvullende afspraken gemaakt over de opzet van het programma en de ondersteunende structuur. Dit is nodig om de voortgang te kunnen bewaken.

Vanwege de Griekse vakantiemaand augustus zal een volgende bijeenkomst van de hoogambtelijke stuurgroep niet voor september plaatsvinden. Mocht het nodig zijn, zal ik in de tussentijd contact opnemen met mijn Griekse ambtgenoot om de voortgang te verzekeren.

Over de verdere voortgang zal ik uw Kamer op periodieke basis blijven informeren.

Vraag 3

In hoeverre zijn er al concrete resultaten bereikt?3 Zo ja, welke?

Antwoord 3

De afgelopen weken stonden met name in het teken van de uitwerking van de briefwisseling met mijn Griekse collega waarover ik uw Kamer op 7 mei jl. heb geïnformeerd.4 Met deze uitwerking – in de vorm van eerdergenoemd MoU – is een helder kader geschapen waarbinnen de beoogde activiteiten kunnen worden opgezet. Met de bijeenkomst van de stuurgroep is de implementatiefase aangevangen. Zie verder antwoorden op vraag 1 en 2.

Vraag 4

Wie zijn de partners in het Memorandum of Understanding (MoU) dat vandaag is bekrachtigd?5 Wat zijn de afspraken in het MoU? Ziet dat MoU op de activiteiten van de Jeugdbescherming voor Vluchtelingen (NIDOS) ter ondersteuning van het opzetten van een Grieks voogdijsysteem, op de opvangvoorziening voor AMA’s en/of op de begeleiding van AMA’s tijdens en na de asielprocedure? Zo nee, waar worden afspraken over deze zaken dan vastgelegd?

Antwoord 4

Kortheidshalve verwijs ik u naar mijn brief van 18 juni jl.6

Vraag 5 en 6

Wanneer worden de eerste 48 AMA’s overgebracht naar een opvangvoorziening, verwijzend naar uw Kamerbrief van 7 mei jl., waarin u aankondigde dat «op korte termijn 48 AMA’s veilige opvang op het Griekse vasteland [wordt] geboden»?7 Achten u en uw Griekse collega’s dit nog steeds haalbaar? Zo nee, waarom niet en wanneer verwacht u dan dat de eerste AMA’s kunnen worden overgeplaatst?

Zijn er al AMA’s geselecteerd voor de opvangvoorzieningen? Zo nee, wanneer gaat dit gebeuren?

Antwoord 5 en 6

Zowel mijn Griekse counterpart als ik wensen spoedigst concrete resultaten te boeken. Onze inspanningen zijn erop gericht om de 48 opvangvoorzieningen versneld op te zetten en in gebruik te nemen. Op de korte termijn betekent dit dat zo veel mogelijk concrete stappen worden gezet ten aanzien van de locatie, de financiering en het beheer – inclusief garanties voor de juiste begeleiding – van de 48 opvangvoorzieningen. De Griekse autoriteiten zullen zorgen voor de selectie en overplaatsing van de eerste amv’s. Ik hecht eraan te benadrukken dat behalve snelheid ook zorgvuldigheid is geboden. Dit vergt – onvermijdelijk – tijd. Daarom kan ik mij in dit stadium van uitvoering niet aan een concreet tijdsschema verbinden, maar zoals uit hierboven blijkt, wordt alles op alles gezet om dit zo snel mogelijk gereed te krijgen.

Vraag 7

Hoe verloopt het contact met de potentiele partner (NGO) voor het voogdijprogramma en het openen van opvangvoorzieningen voor AMA’s? In hoeverre is er op dit moment één concrete partij (NGO) in beeld die de verantwoordelijkheid zal krijgen voor het opzetten en organiseren van deze opvangvoorzieningen, het opzetten van het voogdijprogramma en de begeleiding van AMA’s? Zijn er op dit punt nog twistpunten? Zo ja, welke en wanneer verwacht u dat deze zijn opgelost?

Antwoord 7

Nidos zal met E.K.K.A. het Nationale Centrum voor Sociale Solidariteit, samenwerken bij het opzetten van het voogdijprogramma. E.K.K.A. valt onder het Ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken en is geen ngo. Over het opzetten van de 48 opvangvoorzieningen wordt behalve met de Griekse autoriteiten tevens met ngo’s gesproken. Met de verschillende partners is afgesproken dat de locaties van de opvangvoorzieningen zich in de regio rond Athene zullen bevinden. Aldaar wordt reeds naar geschikte panden gekeken. Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Athene hebben verschillende opvangvoorzieningen op het Griekse vasteland bezocht. Ik verwacht de komende weken meer duidelijkheid te krijgen over de uitvoering en de inbedding in het bredere Griekse beleid. Zoals hierboven gemeld, is een eerste voorstel ontvangen dat op dit moment met voorrang wordt beoordeeld.

Vraag 8

Hoe verloopt het contact met de Griekse regering, en in het bijzonder met de speciaal aangestelde ambassadeur voor AMA’s, hetNational Center for Social Solidarity (EKKA), het Griekse Ministerie van Migratie, het Griekse Ministerie van Sociale Zaken en de decentrale overheden?

Antwoord 8

Het contact met de Griekse partners verloopt goed, zie de eerdere antwoorden. Directe contacten met decentrale overheden worden dezerzijds niet voorzien, deze worden onderhouden door de (beoogde) uitvoerende partners.

Vraag 9

Is er al financiering voor het initiatief vanuit het Rijk overgemaakt naar Griekenland? Zo ja, hoeveel en naar welke partij? Kunt u een overzicht geven welke bedragen reeds zijn uitgegeven en waaraan?

Antwoord 9

Nee. Op dit moment wordt financiering via de Griekse autoriteiten niet voorzien. De financiering vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid zal zich richten op de activiteiten van Nidos en het opzetten van de 48 opvangplaatsen. Daarbij wordt samenwerking gezocht met maatschappelijke organisaties.

Vraag 10

Welke knelpunten zijn er op dit moment verder nog? Kunt u toelichten wat de oorzaak is van deze knelpunten en hoe u die van plan bent op te lossen?

Antwoord 10

Het bestaande Griekse voogdijprogramma kent in de praktijk vele uitdagingen en behoeft diverse verbeteringen. Hierdoor lopen zaken al langere tijd minder snel dan gewenst. Van Nederlandse zijde wordt hier uiteraard rekening mee gehouden. Waar mogelijk wordt het initiatief genomen om zaken te bespoedigen. Tijdens voornoemde bijeenkomst van de stuurgroep stond dit onderwerp dan ook centraal. Tegelijkertijd is de regering zich er terdege van bewust, dat eigenaarschap van Griekse zijde noodzakelijk is. Het gaat tenslotte om het voogdij en opvangsysteem in Griekenland waarvoor de Griekse autoriteiten verantwoordelijk zijn en blijven. In de stuurgroep is daarom afgesproken om in de verbeteringsvoorstellen zo veel mogelijk gebruik te maken of aan te sluiten bij bestaande initiatieven.

Vraag 11

Welke invloed heeft het overhevelen van de verantwoordelijkheid van het Griekse AMA programma van EKKA naar het Griekse Ministerie van Migratie volgens u op het Grieks-Nederlandse initiatief? In hoeverre verandert dit nog zaken? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?8

Antwoord 11

Op grond van de gewijzigde Griekse asielwet is begin dit jaar de Special Secretary for the Protection of Unaccompanied Minors (SSUAM) aangesteld. Deze functionaris is specifiek belast met de bescherming van amv’s. E.K.K.A. blijft verantwoordelijk voor het voogdijsysteem in Giekenland, dus ook voor de voogdij van amv’s. Beide organisaties zijn betrokken bij het Grieks-Nederlandse initiatief en partij bij het MoU. De rol van E.K.K.A. betreft met name de onderdelen waarvoor het verantwoordelijk is, te weten de versterking van het voogdijsysteem voor AMV. De SSUAM is verantwoordelijk voor het opvang deel. Naar verluidt heeft de wijziging van de asielwet tot enige onrust geleid bij EKKA, wat tevens zou hebben geleid tot het opstappen van de bestuursvoorzitter. Het Griekse Ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken heeft inmiddels een opvolger aangesteld. Betrokkene is nog niet aangetreden, maar heeft wel alvast een ontmoeting met de delegatie gehad. De hierboven beschreven ontwikkelingen lijken dan ook niet van invloed te zijn op de voortgang. Uit de uitspraken van mijn Griekse counterparts, zowel tijdens onze gesprekken als publiekelijk, maak ik bovendien op dat zij groot belang hechten aan dit samenwerkingsverband en dat zij – net als ik – gecommitteerd zijn aan snelle en concrete resultaten. Tijdens de eerste stuurgroep die op 14 juli jl. plaatsvond, zie ook onder vragen 1 en 2, werd dit bevestigd en zijn met de vertegenwoordigers van de SSUAM, EKKA, het Ministerie van Migratie en Asiel én het Ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken nadere afspraken gemaakt om voortgang te garanderen.

Vraag 12

Kunt u bevestigen dat er al sinds 2014 een NGO is die met NIDOS samenwerkt in de vorm van een Grieks voogdijprogramma voor AMA’s?9 Zo ja, waarom is er niet voor gekozen aan te sluiten bij deze samenwerking en in plaats daarvan een heel nieuw programma op te richten? Zo nee, hoe zit dit dan precies?

Antwoord 12

Ja. Nidos heeft de afgelopen jaren in verschillende (afgeronde én nog lopende) Europese projecten samengewerkt met onder meer de Griekse NGO METAdrasi. Het betrof mede door de EU gefinancierde projecten gericht op EU-brede samenwerking bij het verbeteren van de kwaliteit van voogdij en opvang. Deze projecten waren noch zijn specifiek gericht op het opzetten van een Grieks voogdijprogramma voor amv’s. Wel zijn in het kader van deze projecten algemene aanbevelingen opgesteld en instrumenten ontwikkeld op het gebied van voogdij en opvang. Het ligt in de rede dat in het kader van dit nieuwe samenwerkingsverband op deze resultaten wordt voortgebouwd en dat ook de opgebouwde netwerken actief worden benut.

Vraag 13

Kunt u deze binnen 1 week beantwoorden?

Antwoord 13

Ik heb deze antwoorden zo spoedig als mogelijk uw Kamer doen toekomen.


X Noot
1

Kamerstuknummer 27 062, nr. 111

X Noot
2

Brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, d.d. 18 juni 2020 (kenmerk 2020Z11436) en https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/06/18/mou-griekenland---nederland

X Noot
3

Zie ook motie van de leden Van Toorenburg en Voordewind over de Kamer informeren over resultaten met betrekking tot minderjarigen in de kampen op de Griekse eilanden, kamerstuknummer 19 637, nr. 2614

X Noot
4

Kamerstuk 27 062, nr. 111

X Noot
6

Brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, d.d. 18 juni 2020 (Kamerstuk 27 062, nr. 112)

X Noot
7

Kamerstuknummer 27 062, nr. 111

Naar boven