Vragen van de leden Van der Molen (CDA), Van der Graaf (ChristenUnie), Sneller (D66) en El Yassini (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Lokale en regionale kranten zoeken steun om coronacrisis te overleven» (ingezonden 27 maart 2020).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 7 april 2020).

Vraag 1, 2

Bent u bekend met het bericht «Lokale en regionale kranten zoeken steun om coronacrisis te overleven»?1

Bent u op de hoogte van de brandbrief die de Nederlandse Nieuwsbladenpers NNP en anderen (d.d. 25 maart 2020) onder andere aan u hebben gestuurd om aandacht te vragen voor de continuïteit van de 400 huis-aan-huiskranten in Nederland?

Antwoord 1, 2

Ja.

Vraag 3

Bent u nog steeds van mening, zoals u op eerdere Kamervragen over huis-aan-huiskranten antwoordde, dat: «Binnen het brede journalistieke aanbod spelen huis-aan-huiskranten een belangrijke rol in het geven van informatie of een kritische blik op bijvoorbeeld raadsvergaderingen en initiatieven uit de buurt»?2

Antwoord 3

Ja. Juist tijdens deze coronacrisis tonen de huis-aan-huiskranten hun toegevoegde waarde.

Vraag 4, 5

Welke mogelijkheden biedt het kabinet op dit moment al om de uitgeverijen van huis-aan-huiskranten financieel te ondersteunen?

Bent u bereid een analyse te maken waar generieke maatregelen tekortschieten om aan de teruglopende reclame-inkomsten het hoofd te bieden?

Antwoord 4, 5

Zoals aangegeven in mijn Kamerbrief van 7 april jl.3 zie ik aanleiding om naast de kabinetsbrede maatregelen de mediasector te ondersteunen middels coulancemaatregelen en de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen middels het Tijdelijk Steunfonds Lokale Informatievoorziening (hierna: het Steunfonds). Voor de onderbouwing bij mijn besluit verwijs ik naar mijn brief.

Vraag 6

Op welke wijze onderhoudt u momenteel het contact met de diverse partijen in het Nederlandse medialandschap die getroffen worden door de plotselinge daling in de advertentieomzet?

Antwoord 6

Sinds de eerste aankondiging van kabinetsbrede maatregelen is er op allerlei manieren contact tussen mijn ministerie en verschillende mediaorganisaties over de gevolgen van de coronacrisis voor hen. Ik zal de situatie in de mediasector nauwgezet blijven volgen.

Vraag 7

Bent u bereid, zoals de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat is voor de culturele sector, om specifieke maatregelen en passende voorwaarden (eventueel rond bonussen of dividenden) te onderzoeken voor de sector media en communicatie?

Antwoord 7

In mijn Kamerbrief van 7 april tref ik coulancemaatregelen voor de mediasector en kondig ik het Steunfonds aan voor de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen. Gezien het type organisaties waar het Steunfonds zich op richt en de omvang van de verleende ondersteuning per organisatie zijn voorwaarden ten aanzien van bonussen of dividenden mijns inziens niet aan de orde.

Om misbruik tegen te gaan, wordt de bijdrage in de vorm van een krediet toegekend. Achteraf zal door het SvdJ beoordeeld worden of het geld op de juiste manier besteed is. Voor zover dit zo is, zal het krediet omgezet worden in een subsidie (en hoeft deze niet terugbetaald te worden).

Ik verwacht daarbij wel van partijen die toegang zoeken tot het Steunfonds dat zij integer handelen in deze uitzonderlijke tijd.

Vraag 8

Hoe weegt u het risico dat bij eventuele faillissementen van uitgevers van lokale- en regionale kranten de kans bestaat dat het percentage kranten in eigendom van niet-Nederlandse bedrijven verder toeneemt?

Antwoord 8

Het Steunfonds heeft tot doel om lokale publieke omroepen en huis-aan-huiskranten tijdelijk te ondersteunen zodat zij hun informatievoorziening kunnen continueren tijdens deze crisis. Deze doelstelling staat los van het percentage kranten in Nederland dat eigendom is van niet-Nederlandse bedrijven.

Vraag 9

Bent u bereid om met de uitgevers van huis-aan-huiskranten in overleg te treden over de mogelijkheden om de huidige kritieke financiële situatie te overbruggen? Welke mogelijkheden ziet u daarbij om relevante medeoverheden naar vermogen daaraan te laten bijdragen? Op welke termijn kunt u het gesprek aangaan en bent u bereid de Kamer kort daarop over de uitkomst te informeren?

Antwoord 9

In mijn Kamerbrief van 7 april jl. kondig ik het Steunfonds voor de huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen aan. Ik doe dit mede op basis van signalen en informatie van de NLPO, Nederlandse Nieuwsbladpers (NNP), BDUMedia, DPG Media en NDC Mediagroep. Ik ben ervan overtuigd dat het effect van de aanvullende maatregelen die ik voor de mediasector tref nog groter is indien provincies en gemeentes tevens een bijdrage leveren. Ik heb dit daarom met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) besproken. De VNG gaat er vanuit dat gemeenten zich aansluiten bij deze maatregelen. Dat kan op allerlei manieren: van het treffen van coulancemaatregelen tot het regelmatig plaatsen van advertenties of het leveren van een extra incidentele bijdrage. Ik roep ook het Interprovinciaal Overleg (IPO) op om proactief te zijn en waar mogelijk media vanuit de provincies te steunen.

Vraag 10

Kunt u bovenstaande vragen beantwoorden binnen de daaraan verbonden termijn?

Antwoord 10

Ja


X Noot
1

NOS, 26 maart 2020, «Lokale en regionale kranten zoeken steun om coronacrisis te overleven», https://nos.nl/artikel/2328368-lokale-en-regionale-kranten-zoeken-steun-om-coronacrisis-te-overleven.html

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2040

X Noot
3

Die gelijktijdig met deze beantwoording is verzonden.

Naar boven