Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het feit dat een vooraanstaande klimaatscepticus werd gefinancierd door Nederlandse multinationals had en klimaatbeleid probeerde te frustreren (ingezonden 24 februari 2020).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 25 maart 2020).

Vraag 1

Kent u de artikelen «Het Nederlandse bedrijfsleven financierde negen jaar lang een klimaatscepticus»1 en «Lobbyist van een vuile wereld»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw oordeel over de wijze waarop vooraanstaande bedrijven – met een zeer grote CO2-uitstoot – als Shell, NAM, Gasunie, AkzoNobel, Hoogovens (nu Tatasteel), DSM, KLM en Schiphol actief met financiële donaties aan de in de artikelen genoemde klimaatscepticus geprobeerd hebben om twijfel te zaaien over klimaatverandering en de rol van de mens daarin?

Antwoord 2

Het is niet aan mij om over intenties van partijen te speculeren. Ik stel vast dat er inmiddels een breed gedeelde consensus bestaat, ook binnen het bedrijfsleven, over klimaatverandering, de rol van de mens hierin en dat wij er iets aan moeten doen.

Vraag 3

Hoeveel invloed heeft deze fossiele lobby gehad op het Nederlandse klimaatbeleid?

Antwoord 3

De invloed van specifieke partijen op het klimaatbeleid is niet te beoordelen. Het Nederlandse klimaatbeleid is het product van opeenvolgende regeringen en parlementen. Daarbij zijn keuzes gemaakt, waarbij een groot aantal afwegingen heeft plaatsgevonden, gebaseerd op veel verschillende bronnen. Het klimaatbeleid is bovendien niet slechts bepaald door nationale, maar ook Europese en internationale ontwikkelingen.

Vraag 4, 5, 6, 7, 8

Hoe moet de betekenis van de volgende zin gelezen worden: «Op de energieafdeling van Economische Zaken liep hij regelmatig naar binnen»?

Waaruit bestond de «steun» die de in de artikelen genoemde oud-directeur-generaal van het Ministerie van Economische Zaken aan de betreffende klimaatscepticus heeft gegeven?

Waarom vond het Ministerie van Economische Zaken dat de betreffende klimaatscepticus als «woordvoerder van het tegengeluid ruimte moest krijgen om dit naar voren te brengen»? Was dat normaal bij ieder «tegengeluid» op wetenschappelijk aangetoonde causaliteiten, zoals het feit dat de uitstoot van CO2(-equivalenten) tot klimaatverandering en opwarming van de aarde leidt?

Op welke momenten en met wie zijn er destijds vanuit het Ministerie van Economische Zaken contacten geweest met de betreffende klimaatscepticus en welke invloed heeft dat gehad op het handelen van het ministerie?

Is er op vergelijkbare wijze ook steun gegeven aan of contacten gelegd met andere klimaatsceptici in deze periode? Zo ja, wanneer en met wie?

Antwoord 4, 5, 6, 7, 8

Het is niet te achterhalen met wie de heer Böttcher binnen het Ministerie van Economische Zaken gedurende zijn carrière contact heeft gehad en in hoeverre dit enige invloed heeft gehad op politieke keuzes die in die periode zijn gemaakt. Het is mij ook niet bekend in hoeverre er ook met andere klimaatsceptici contact is geweest.

Vraag 9

Deelt u de mening dat de achterhoedepositie van Nederland, zowel als het gaat om de daadwerkelijk gerealiseerde emissiereductie van broeikassen ten opzichte van 1990 als het (momenteel) in de EU laagste aandeel hernieuwbare energie, het gevolg is van het succes van klimaatsceptici, zoals die genoemd in de artikelen, en de te grote invloed die fossiele bedrijven op het overheidsbeleid hadden?

Antwoord 9

Zie mijn antwoord op vraag 3.

Vraag 10

Kunt u kwalitatief en kwantitatief een inschatting geven van de schade die het actief zaaien van klimaatscepsis door fossiele bedrijven heeft aangericht?

Antwoord 10

Nee, dit is niet in te schatten.

Vraag 11, 12

Op welke wijze gaat u de in het archief van de klimaatscepticus genoemde bedrijven ter verantwoording roepen?

Ziet u mogelijkheden om de schade die is ontstaan door de fossiele lobby van deze bedrijven op hen te verhalen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11, 12

Mijn focus ligt op realisatie van de ambitieuze doelen die voor de toekomst zijn gesteld. Om dit te behalen is samenwerking met de gehele maatschappij nodig, ook met het bedrijfsleven.


X Noot
1

Follow the money, 22 februari 2020, «Het Nederlandse bedrijfsleven financierde negen jaar lang een klimaatscepticus»

X Noot
2

De Volkskrant, 22 februari 2020, «Lobbyist van een vuile wereld»

Naar boven