Vragen van de leden Sjoerdsma, Belhaj en Groothuizen (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over een Nederlandse bijdrage aan een gereactiveerde «Sophia-missie» (ingezonden 3 februari 2020).

Mededeling van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 2 maart 2020).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de resultaten van de Libië-top in Berlijn?

Vraag 2

Hoe duidt u de gemaakte afspraken?

Vraag 3

Bent u het ermee eens dat de Europese Unie (EU) een belangrijke bijdrage dient te leveren op het gebied van vrede en veiligheid in haar directe geografische omgeving?

Vraag 4

Ben u nog steeds van mening, zoals gesteld in de kabinetsbrief van 9 september 2016, dat een bijdrage aan een stabiel Libië een bijdrage is aan een veilig Europa?1 Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat het controleren van de naleving van het wapenembargo van groot belang is voor de veiligheid van Libië en van Europa? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze kan de EU en Nederland daaraan bijdragen?

Vraag 6

Ben u het ermee eens dat verdere destabilisering van Libië aanzienlijke humanitaire gevolgen kan hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze kan de EU en Nederland bijdragen aan het mitigeren van deze gevolgen?

Vraag 7

Ben u het ermee eens dat verdere destabilisering van Libië aanzienlijke gevolgen kan hebben, bijvoorbeeld door het op gang komen van migratiestromen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze kan de EU en Nederland bijdragen aan het mitigeren van deze gevolgen?

Vraag 8

Hoe staat u tegenover het idee van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlands beleid, Borrell, om de EU op de Middellandse Zee het Libische wapenembargo te laten monitoren? Hoe staat u tegenover zijn voorstel om met onder andere dat doeleinde de maritieme tak van de EU-missie «Sophia» te reactiveren?

Vraag 9

Is Nederland bereid en in staat een daadwerkelijke bijdrage te leveren aan een dergelijke «gereactiveerde» missie? Zo ja, in welke vorm? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Indien Nederland op dit moment niet in staat is een bijdrage te leveren, bent u dan bereid een dergelijke bijdrage te prioriteren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Bent u het ermee eens dat een gereactiveerde Sophia-missie ook kan bijdragen aan het beschermen van Nederlandse reders en het voorkomen van tragedies op zee? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid zich in te spannen voor een breed mandaat waarbij de missie inzet op het monitoren van het wapenembargo, het tegengaan van mensensmokkel en het eerbiedigen van het zeerecht? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Op 3 februari jl. zijn schriftelijke vragen gesteld door de leden Sjoerdsma, Belhaj en Groothuizen (allen D66) over een Nederlandse bijdrage aan een gereactiveerde «Sophia-missie».

Mede namens de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid meld ik u dat adequate beantwoording van de gestelde vragen binnen de gestelde termijn niet haalbaar is vanwege de actuele ontwikkelingen rondom dit onderwerp.

Het mandaat van EUNAVFOR MED Operatie Sophia loopt op 31 maart 2020 af. Op 17 februari jl. besloot de Raad Buitenlandse Zaken om de EUNAVFOR MED Operatie Sophia eind maart te beëindigen. Hiertoe zal een Raadsbesluit worden voorbereid. De Raad Buitenlandse Zaken heeft daarnaast een politiek akkoord bereikt over een nieuwe operatie in de Middellandse Zee. Het mandaat van de missie wordt momenteel in EU-verband uitgewerkt om uiteindelijk aan te nemen in een Raadsbesluit. Om adequaat antwoord te kunnen geven op de gestelde schriftelijke vragen, zullen beide Raadsbesluiten moeten worden afgewacht.

Wij streven ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Kamerstuk 29 521, nr. 323

Naar boven