Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het massaal vragen van teveel huur voor studentenkamers (ingezonden 22 augustus
2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 10 september 2018).
Vraag 1
Kent u het «Check je kamer rapport» van de Landelijke Studentenvakbond (LSVB)?
Vraag 2, 4, 6
Wat is uw reactie op de uitkomst van het rapport dat meer dan 70 procent van de studenten
meer betaalt voor de kamer dan wettelijk is toegestaan?
Acht u de resultaten van dit onderzoek representatief nu ruim 14 duizend studenten
gegevens op de check je kamer site invulden? Zo ja, wat gaat u eraan doen dat verhuurders
zich wel aan de wet houden?
Bent u het eens dat dit onderzoek aantoont dat het huidige woningwaarderingsstelsel
helemaal is vastgelopen en de wettelijke bescherming niet werkt? Deelt u de mening
dat er sprake is van een papieren werkelijkheid en niet van een echte bescherming
van studenten tegen woekerhuren nu uit het onderzoek blijkt dat mensen volgens de
wet recht op een redelijke huur, maar 70 procent van hen teveel huur betaalt?
Antwoord 2, 4, 6
Voor het antwoord op deze vraag wil ik u verwijzen naar de begeleidende brief.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat er gemiddeld meer dan 100 euro teveel wordt betaald per maand?
Beseft u dat dit voor veel mensen, en zeker voor studenten, een enorme hoeveelheid
geld is?
Antwoord 3
Ik ben het met u eens dat de betaalbaarheid van huisvesting voor studenten een belangrijk
onderwerp is. Via de gegevens uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting monitor
ik de ontwikkeling van de woonlasten en de woonquote van studenten. De monitor geeft
ook inzicht in de situatie voor verschillende studentensteden, zodat er ook op lokaal
niveau gegevens hierover beschikbaar zijn.
Vraag 5
Bent u bereid woningcorporaties aan te spreken nu uit het onderzoek blijkt dat huisjesmelkers
de wet het vaakst overtreden maar ook woningcorporaties soms meer huur vragen dan
wettelijk is toegestaan?
Antwoord 5
Wanneer hier concrete signalen over zijn dat woningcorporaties een hogere huur vragen
dan maximaal redelijk zou zijn op basis van het woningwaarderingsstelsel dan ben ik
bereid om hierover het gesprek aan te gaan met de woningcorporatie.
Vraag 7
Bent u bereid deze misstand aan te pakken door bijvoorbeeld overtredingen te beboeten
en, in heval van herhaling, verhuurders op een zwarte lijst te plaatsen en te verbieden
nog kamers aan te bieden, zodat zij gepakt worden waar het pijn doet, namelijk in
de portemonnee?
Antwoord 7
Op grond van de motie van het Kamerlid De Vries (PvdA), in het wetsvoorstel Wijziging
van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Verdere modernisering Huurcommissie,
34 652) is een voorstel uitgewerkt waarbij het voor een verhuurder die binnen een
jaar voor hetzelfde onderwerp herhaaldelijk in het ongelijk wordt gesteld door de
Huurcommissie de leges stapsgewijs toenemen van de normale 300 euro naar een kostendekkend
niveau van 1.400 euro. Met deze maatregel verwacht ik dat het voor verhuurders onaantrekkelijker
wordt om huren te vragen die uitgaan boven de maximaal redelijke huurprijs op basis
van het puntenstelsel van het woningwaarderingsstelsel.
Tevens ben ik met de sector in gesprek over «goed verhuurderschap» waarbij ik samen
met de sector paal en perk wil stellen aan ongewenste gedragingen in de huursector.
Vraag 8
Bent u bereid om de huurbescherming en de aanpak van misstanden, zoals ook het vragen
van dubbele courtage – wat eveneens verboden is maar op grote schaal gebeurt – veel
actiever ten uitvoer te brengen dan nu het geval is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In sommige gevallen intimideren of bedreigen verhuurders hun huurders. Ik acht pogingen
van verhuurders om de rechtspositie van huurders te dwarsbomen zonder meer afkeurenswaardig.
In het geval van bedreiging is het strafrecht van toepassing en zal een huurder de
politie moeten inschakelen.
Bij overbewoning, slechte brandveiligheid, ongeoorloofde verkamering en dergelijke
kan de gemeente bestuursrechtelijk ingrijpen op grond van de huisvestingswet, het
bestemmingsplan of het Bouwbesluit.