Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1019 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1019 |
Bent u bekend met het bericht dat gemeenten alleen mogen experimenteren met de bijstand als zij bijstandsgerechtigden verplichten tot een tegenprestatie? Klopt de berichtgeving in NRC Handelsblad daarover?1
Ja, ik ben bekend met het aangehaalde artikel. Voor het overige verwijs ik naar mijn beantwoording van vragen 2, 5 en 6.
Waarom is de tegenprestatie een voorwaarde voor het uitvoeren van een experiment in de bijstand, die gaat over minder regels en meer bijverdienen? Staat deze voorwaarde ook in het Ontwerpbesluit en zo ja, waar?
Bent u het er mee eens dat nu op zijn minst de schijn wordt gewekt dat de regering de mogelijkheid tot experimenteren gebruikt om een verplichte tegenprestatie in Amsterdam en Utrecht af te dwingen? Zo nee, waarom niet?
Indien de berichtgeving klopt: waarom denkt u dat een onderzoek zonder een verplichte tegenprestatie minder bruikbare wetenschappelijke resultaten op zal leveren, aangezien de gemeenten Utrecht en Amsterdam conform de Participatiewet al strenge regels hebben voor bijstandsgerechtigden en een groot verschil tussen de verschillende testgroepen wel degelijk aanwezig is bij uitvoering van het experiment?
Het ontwerpbesluit «Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet» (Kamerstuk 34 352, nr. 39) heb ik op 30 september 2016 ter voorhang aan uw Kamer gezonden en ligt thans voor advies bij de Raad van State. In het eerste lid van artikel 5 van het ontwerpbesluit is opgenomen dat een verzoek om te mogen experimenteren kan worden afgewezen als de gemeente op het moment van de aanvraag de Participatiewet (Pw) niet rechtmatig uitvoert.
Op dit moment ben ik bezig met het ontwerpen van een ministeriële regeling om de selectiecriteria voor gemeenten die gaan experimenteren nader vorm te geven. Van gemeenten die een verzoek indienen om te mogen experimenten, wil ik in ieder geval verzekerd zijn dat alle voorgeschreven verordeningen in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen van de Pw.
Doel van de experimenten met de Pw is wetenschappelijke kennisontwikkeling omtrent de werking van de wet. Daarbij is het van wetenschappelijk belang dat gemeenten die gaan experimenteren alle verplichtingen uit de Pw, namelijk conform de wet, uitvoeren. Zo wil ik borgen dat de experimenten valide resultaten opleveren over de vergelijking van de werking van de huidige Participatiewet (incl. tegenprestatie) ten opzichte van de aanpak in de experimentele groepen zoals beschreven in het ontwerpbesluit.
De gemeente Amsterdam heeft een verordening over de tegenprestatie en voldoet daarmee aan de wet; waarom mag deze gemeente dan toch geen experiment starten?
De gemeente Amsterdam heeft inderdaad een verordening tegenprestatie. Het daarin uit te voeren beleid is echter niet in lijn met de Participatiewet. Voordat een gemeente mee kan doen met de experimenten Participatiewet wil ik er, zoals gesteld in de vorige antwoorden, in ieder geval van verzekerd zijn dat die gemeente een verordening over de tegenprestatie heeft die in lijn is met de Participatiewet. De AMvB is echter nog niet vastgesteld, waardoor Amsterdam of andere gemeenten nog geen formeel verzoek hebben kunnen indienen.
Waarom is niet eerder in gesprekken met gemeenten aangegeven dat zij de tegenprestatie verplicht moesten stellen als zij experimenten wilden doen met bijstandsgerechtigden? Op welke manier is deze voorwaardelijkheid eerder gecommuniceerd?
Vanaf september 2015 heb ik intensief gesprekken gevoerd met de vier initiatiefgemeenten Utrecht, Groningen, Wageningen en Tilburg. De gesprekken hadden als doel om tot een AMvB te komen die past in de geest van de Participatiewet, een goede wetenschappelijke onderbouwing kent en toegankelijk is voor meer gemeenten die ook belangstelling hebben voor een experiment met de Participatiewet. Tijdens deze gesprekken is herhaaldelijk aan de orde gekomen dat alleen gemeenten die de Pw rechtmatig uitvoeren in aanmerking komen voor deelname aan de experimenten.
Wilt u het nog steeds mogelijk maken voor gemeenten om experimenten uit te voeren en wilt u alles op alles zetten om ook de gemeenten Utrecht en Amsterdam, die nu de wacht zijn aangezegd, de mogelijkheid te bieden een experiment te starten?
Via het ontwerpbesluit wil ik een beperkt aantal gemeenten de mogelijkheid bieden te experimenteren. Gemeenten die voldoen aan het genoemde besluit en de ministeriële regeling kunnen experimenteren totdat een maximum van 25 gemeenten of maximaal 4% van de bijstandspopulatie is bereikt. Dit geldt ook voor gemeenten Amsterdam en Utrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1019.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.