Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat cijfers in de universitaire studiebijsluiter een vertekend beeld geven (ingezonden 26 november 2015).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 december 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Cijfers in universitaire studiebijsluiter bieden vertekend beeld» van de Monitor?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat opleidingen nu zelf kunnen bepalen welke van de cijfers over het arbeidsmarktperspectief van studiekeuze123 ze gebruiken voor de studiebijsluiter?

Antwoord 2

Nee, dat klopt niet. De onderwijsinstellingen, studentenorganisaties en data-experts hebben vooraf samen bepaald welke bronnen en criteria worden gehanteerd voor de studiebijsluiter (studie in cijfers).

Studie in cijfers is een vast pdf-formaat dat identiek is voor alle hbo-opleidingen dan wel wo-opleidingen. De studiebijsluiters maken voor iedere opleiding gebruik van dezelfde bronnen en berekeningswijze. De individuele instellingen of opleidingen hebben geen invloed op de bepaling van de cijfers.

Studiekeuze123 zorgt jaarlijks voor een update van de cijfers en levert hiervoor aan de instellingen kant-en-klare pdf’s die zij vervolgens kunnen toevoegen aan bijvoorbeeld hun informatiebrochure of hun website. Deze pdf’s zijn ook te vinden bij de opleidingsinformatie op de website van Studiekeuze123. Instellingen kunnen dus niet zomaar een cijfer toevoegen of weglaten. Het is wel mogelijk om in de toelichting een uitleg te geven van een bepaald cijfer, indien dit wenselijk is.

Het gegeven over het arbeidsmarktperspectief (% baan op niveau 1,5 jaar na afstuderen) staat dus op alle pdf’s van Studie in cijfers.

Vraag 3

Deelt u de mening dat opleidingen feitelijk juiste informatie moeten verstrekken over het arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerden?

Antwoord 3

Ja, daar ben ik het mee eens. Het gegeven over het arbeidsmarktperspectief van Studie in Cijfers komt uit alumni-onderzoek onder afgestudeerden (de hbo- en wo-monitor). Voor de bacheloropleidingen van de universiteiten gaat het dan over het percentage studenten dat 1,5 jaar na het behalen van een masterdiploma, aangeeft een baan op niveau te hebben. Zo is dat ook uitgelegd in de toelichting bij Studie in Cijfers.

Het geeft een indicatie voor aankomende studenten, die pas zo’n 5 jaar later op de arbeidsmarkt zullen komen. Het betreft een landelijk cijfer, zonder dat rekening gehouden is met regionale verschillen of andere factoren die van invloed kunnen zijn.

Het is goed dat we met deze indicator per opleiding iets kunnen zeggen over de kans op een baan op niveau, zij het dat de situatie er anders uit kan zien op het moment dat de huidige studiekiezers afgestudeerd zijn. Het is heel moeilijk om per bacheloropleiding een betrouwbare voorspelling te doen over de kans op een baan op niveau na 5 of meer jaren. Die gegevens zijn er dan ook niet.

De werkgroep van jongeren- en studentenorganisaties en ho-instellingen die Studie in Cijfers heeft ontwikkeld, heeft uit de beschikbare bronnen de huidige indicator gekozen als relevante arbeidsmarktinformatie voor de studiekiezer.

Vraag 4

Bent u het er mee eens dat opleidingen shoppen in de cijfers van studiekeuze123 en dat opleidingen hierdoor een onjuist beeld schetsen van het arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerden?

Antwoord 4

Nee, zie mijn antwoorden op de vragen 2 en 3.

Vraag 5

Bent u van plan in gesprek te gaan met studiekeuze123 en de betreffende opleidingen om in het vervolg te voorkomen dat opleidingen een onjuiste of op z’n minst incomplete voorstelling van het arbeidsmarktperspectief kunnen geven?

Antwoord 5

Nee, zie mijn antwoorden op de vragen 2 en 3.

Naar boven