Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over de armoedeval voor eenverdieners (ingezonden 27 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 juli 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Eenverdiener: 11.000 bruto euro erbij is netto 35 euro eraf»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Hoeveel netto inkomen blijft er over bij bruto inkomens variërend van 15.000–50.000 euro in stappen van 1.000 euro voor een in een huurwoning wonende eenverdiener met twee kinderen (met inachtneming van IB box 1, algemene heffingskorting, overdraagbaarheid algemene heffingskorting, arbeidskorting, huurtoeslag, kindgebonden budget, zorgtoeslag)?

Antwoord 2

Zie de tabel die bij de antwoorden op deze vragen is bijgevoegd.

Vraag 3

Wat is de bijbehorende marginale belastingdruk voor deze inkomens?

Antwoord 3

Zie eveneens de tabel die bij de antwoorden is bijgevoegd.

Vraag 4

Klopt het dat 11.000 euro extra gezinsinkomen kan leiden tot geen cent extra netto inkomen?

Antwoord 4

Nee, een dergelijk grote stap vooruit in bruto huishoudinkomen levert op het gevraagde inkomenstraject voor het betreffende voorbeeldhuishouden altijd een vooruitgang in netto inkomen op.

Vraag 5

Wat is uw appreciatie hiervan in het licht van het kabinetsbeleid om de armoedeval terug te dringen en werken lonend te maken?

Antwoord 5

Werk loont in de meeste gevallen wel degelijk. In het betreffende voorbeeld is alleen bij de stap van 31.000 euro naar 32.000 euro de marginale druk hoger dan honderd procent. Bij alle andere stappen is sprake van een stijging van het netto inkomen.

Desalniettemin is de marginale druk op het inkomenstraject tussen ruwweg 20.000 en 35.000 relatief hoog doordat veel inkomensafhankelijke regelingen stap voor stap worden afgebouwd boven een belastbaar inkomen van rond de 20.000 euro. Dit betreft de zorgtoeslag, huurtoeslag, het kindgebonden budget en de algemene heffingskorting. Ook de arbeidskorting kent een afbouw, maar pas vanaf een belastbaar inkomen van ongeveer 35.000 euro. Het afbouwen van toeslagen is inherent aan een systeem met gerichte inkomensondersteuning voor huishoudens met lage inkomens zoals wij dat in Nederland kennen. Door de afbouw van de verschillende inkomensafhankelijke regelingen zorgen we ervoor dat we de inkomensondersteuning beperken tot die huishoudens die dat nodig hebben. Het zijn dan ook niet alleen de eenverdienerhuishoudens die over dit inkomenstraject te maken hebben met een hoge marginale druk, dit geldt net zo goed voor alleenstaanden en tweeverdieners.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het gegeven dat de belastingdruk voor eenverdieners bij inkomens tussen 20.000 en 30.000 euro zo hoog is, in het licht van de uitspraken van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) die deze groep bestempelen als «risicogroep die feitelijk tekortkomt» en «groep die hard op weg is een kwetsbare groep te worden»?

Antwoord 6

Uit de tabel die bij deze antwoorden is gevoegd kan worden afgeleid dat de gemiddelde druk bij brutolonen tussen de 20.000 euro en 30.000 euro laag is in vergelijking met de gemiddelde druk bij hogere brutolonen. De gemiddelde druk kan worden berekend door het netto-inkomen uit de tabel af te trekken van het brutoloon en het resultaat te delen door het brutoloon. Bij een brutoloon van 20.000 euro is de gemiddelde druk ongeveer -29%. Dit betekent dat het netto-inkomen hoger is dan het brutoloon. Bij een brutoloon van 30.000 euro is de gemiddelde druk met ongeveer 11% positief en deze neemt verder toe naarmate het brutoloon stijgt. Zo bedraagt de gemiddelde druk bij een brutoloon van 50.000 euro circa 33%.

Vraag 7

Wat gaat u doen aan deze stapeling van inkomensafhankelijke belastingen, kortingen en toeslagen tot marginale belastingen van negentig procent, en in enkele gevallen zelfs meer dan honderd procent?

Antwoord 7

Met het 5-miljardpakket heeft het kabinet al heel duidelijk ingezet op werk lonender maken en het stimuleren van de arbeidsparticipatie. De intensivering van heffingskortingen voor werkenden hebben ervoor gezorgd dat de stap van niet werken naar werken juist steeds meer is gaan lonen. Door het 5-miljardpakket is de marginale druk aan de onderkant van het loongebouw flink verlaagd.

Brutoloon

Belastbaar loon

IB Box 1

AHK

AK

Nettoloon

ZT

KGB

HT

Netto inkomen1

Marginale druk

€ 15.000

€ 14.660

€ 5.358

€ 3.289

€ 1.691

€ 14.282

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 21.270

 

€ 16.000

€ 15.638

€ 5.716

€ 3.289

€ 1.962

€ 15.173

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 22.161

11%

€ 17.000

€ 16.615

€ 6.073

€ 3.289

€ 2.232

€ 16.064

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 23.052

11%

€ 18.000

€ 17.593

€ 6.430

€ 3.289

€ 2.503

€ 16.955

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 23.943

11%

€ 19.000

€ 18.570

€ 6.787

€ 3.289

€ 2.774

€ 17.845

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 24.834

11%

€ 20.000

€ 19.541

€ 7.142

€ 3.289

€ 3.043

€ 18.730

€ 1.905

€ 1.866

€ 3.218

€ 25.718

12%

€ 21.000

€ 20.475

€ 7.505

€ 3.262

€ 3.103

€ 19.336

€ 1.808

€ 1.818

€ 3.095

€ 26.056

66%

€ 22.000

€ 21.410

€ 7.883

€ 3.217

€ 3.103

€ 19.848

€ 1.683

€ 1.755

€ 2.879

€ 26.164

89%

€ 23.000

€ 22.345

€ 8.260

€ 3.172

€ 3.103

€ 20.360

€ 1.557

€ 1.691

€ 2.654

€ 26.262

90%

€ 24.000

€ 23.279

€ 8.638

€ 3.127

€ 3.103

€ 20.872

€ 1.432

€ 1.628

€ 2.421

€ 26.352

91%

€ 25.000

€ 24.214

€ 9.015

€ 3.082

€ 3.103

€ 21.384

€ 1.306

€ 1.565

€ 2.179

€ 26.434

92%

€ 26.000

€ 25.149

€ 9.393

€ 3.037

€ 3.103

€ 21.896

€ 1.181

€ 1.502

€ 1.928

€ 26.507

93%

€ 27.000

€ 26.083

€ 9.771

€ 2.992

€ 3.103

€ 22.408

€ 1.055

€ 1.439

€ 1.669

€ 26.571

94%

€ 28.000

€ 27.018

€ 10.148

€ 2.947

€ 3.103

€ 22.920

€ 930

€ 1.376

€ 1.402

€ 26.627

94%

€ 29.000

€ 27.953

€ 10.526

€ 2.902

€ 3.103

€ 23.432

€ 804

€ 1.313

€ 1.125

€ 26.674

95%

€ 30.000

€ 28.888

€ 10.904

€ 2.857

€ 3.103

€ 23.944

€ 679

€ 1.250

€ 925

€ 26.797

88%

€ 31.000

€ 29.822

€ 11.281

€ 2.812

€ 3.103

€ 24.456

€ 553

€ 1.187

€ 734

€ 26.929

87%

€ 32.000

€ 30.757

€ 11.659

€ 2.767

€ 3.103

€ 24.968

€ 428

€ 1.124

€ -

€ 26.519

141%

€ 33.000

€ 31.692

€ 12.036

€ 2.722

€ 3.103

€ 25.480

€ 302

€ 1.061

€ -

€ 26.842

68%

€ 34.000

€ 32.626

€ 12.414

€ 2.676

€ 3.103

€ 25.992

€ 176

€ 997

€ -

€ 27.166

68%

€ 35.000

€ 33.561

€ 12.792

€ 2.631

€ 3.103

€ 26.504

€ 51

€ 934

€ -

€ 27.489

68%

€ 36.000

€ 34.496

€ 13.169

€ 2.586

€ 3.084

€ 26.997

€ -

€ 871

€ -

€ 27.868

62%

€ 37.000

€ 35.430

€ 13.547

€ 2.541

€ 3.046

€ 27.471

€ -

€ 808

€ -

€ 28.279

59%

€ 38.000

€ 36.365

€ 13.925

€ 2.496

€ 3.009

€ 27.946

€ -

€ 745

€ -

€ 28.691

59%

€ 39.000

€ 37.300

€ 14.302

€ 2.451

€ 2.972

€ 28.420

€ -

€ 682

€ -

€ 29.102

59%

€ 40.000

€ 38.235

€ 14.680

€ 2.406

€ 2.934

€ 28.895

€ -

€ 619

€ -

€ 29.514

59%

€ 41.000

€ 39.169

€ 15.057

€ 2.361

€ 2.897

€ 29.370

€ -

€ 556

€ -

€ 29.925

59%

€ 42.000

€ 40.104

€ 15.435

€ 2.316

€ 2.859

€ 29.844

€ -

€ 493

€ -

€ 30.337

59%

€ 43.000

€ 41.039

€ 15.813

€ 2.271

€ 2.822

€ 30.319

€ -

€ 430

€ -

€ 30.749

59%

€ 44.000

€ 41.973

€ 16.190

€ 2.226

€ 2.785

€ 30.794

€ -

€ 367

€ -

€ 31.160

59%

€ 45.000

€ 42.908

€ 16.568

€ 2.181

€ 2.747

€ 31.268

€ -

€ 303

€ -

€ 31.572

59%

€ 46.000

€ 43.843

€ 16.945

€ 2.136

€ 2.710

€ 31.743

€ -

€ 240

€ -

€ 31.983

59%

€ 47.000

€ 44.777

€ 17.323

€ 2.091

€ 2.673

€ 32.217

€ -

€ 177

€ -

€ 32.395

59%

€ 48.000

€ 45.712

€ 17.701

€ 2.046

€ 2.635

€ 32.692

€ -

€ 114

€ -

€ 32.806

59%

€ 49.000

€ 46.647

€ 18.078

€ 2.000

€ 2.598

€ 33.167

€ -

€ 51

€ -

€ 33.218

59%

€ 50.000

€ 47.582

€ 18.456

€ 1.955

€ 2.560

€ 33.641

€ -

€ -

€ -

€ 33.641

58%

X Noot
1

Normaliter wordt onder netto inkomen het inkomen na belastingen (inclusief heffingskortingen) verstaan. In dit geval is gekozen voor de definitie van Vos & Steehouwer waarbij ook de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de huurtoeslag hierbij opgeteld. Dit is echter niet gelijk aan het besteedbaar inkomen, omdat sommige kosten (o.a. zorgpremies) en toelages (o.a. kinderbijslag) niet zijn meegenomen.


X Noot
1

Reformatorisch Dagblad, 21-06-2016, «Eenverdiener: 11.000 bruto euro erbij is netto 35 euro eraf»,

Naar boven