Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 84 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 84 |
Wat is uw reactie op het bericht van de Woonbond dat steeds meer huurders in armoede leven?1
Vindt u het acceptabel dat 28% van de huurders van gereguleerde huurwoningen na aftrek van de woonlasten niet genoeg geld overhoudt voor onvermijdbare uitgaven en sociale participatie? Zo ja, vindt u het ook acceptabel dat dit percentage in 2017 zal oplopen tot 35%? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Met de Nederlandse Woonbond ben ik van mening dat het belangrijk is dat de woonlasten voor huurders betaalbaar zijn. Het kabinet houdt bij het vergroten van de mogelijkheden tot huurverhoging in de gereguleerde sector dan ook rekening met de positie van huishoudens met lagere inkomens. Niettemin neemt het kabinet het signaal van de Woonbond over de gevolgen van een stijgende woonquote voor huurders uiterst serieus.
In deze moeilijke economische tijd hebben veel mensen het niet gemakkelijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Onder hen ook veel mensen die een woning huren. Daarom versterkt het kabinet de komende jaren het armoede- en schuldenbeleid. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor dit beleid en zij hebben de taak om er voor te zorgen dat mensen met een laag inkomen of problematische schulden toch mee kunnen blijven doen. Het kabinet stelt gemeenten hiertoe in staat door kennisuitwisseling te stimuleren en door extra middelen beschikbaar te stellen. Het kabinet heeft in 2013 een bedrag van € 20 miljoen extra beschikbaar gesteld voor armoede- en schuldenbeleid. De komende jaren gaat het kabinet het armoede- en schuldenbeleid verder intensiveren en stelt daartoe in 2014 € 80 miljoen euro en voor 2015 en latere jaren € 100 miljoen euro extra ter beschikking. Een groot deel van deze middelen zal beschikbaar gesteld worden aan gemeenten.
Kunt u bevestigen dat de verhuurdersheffing ervoor zorgt dat mensen met een laag inkomen nog minder te besteden krijgen en daardoor verder in de problemen raken? Zo nee, waarom niet?
De verhuurderheffing richt zich op verhuurders van huurwoningen in de gereguleerde sector en wordt geheven bij de verhuurder, zoals een woningcorporatie. Verhuurders kunnen deze heffing financieren door het benutten van de ruimere mogelijkheden tot huurverhoging. Het is echter niet noodzakelijk dat de heffing (volledig) uit deze huurverhogingen wordt gefinancierd; verhuurders hebben ook andere mogelijkheden om de heffing in te vullen, zoals efficiencyverbetering en verkoop van woningen. Er is dus geen directe relatie tussen de verhuurderheffing en de bestedingsruimte van huishoudens met een laag inkomen. Bovendien worden de effecten van eventuele huurverhogingen voor de laagste inkomensgroepen beperkt door de werking van de huurtoeslag. Hiervoor is in het Regeerakkoord ook een bedrag oplopend tot € 420 miljoen in 2017 opgenomen. In de brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst aan de Tweede Kamer d.d. 28 februari 2013 (Kamerstukken II 2012/13, 27 926, nr. 193) is ingegaan op de inkomenseffecten van de mogelijke huurverhogingen, waarbij is aangegeven dat 90% van de huurtoeslagontvangers te maken zal krijgen met een inkomenseffect dat kleiner is dan – 0,1% op jaarbasis.
Deelt u de analyse van de Woonbond dat dit kabinet ervoor zorgt dat armoede onder huurders toeneemt? Zo nee, waarom niet? Kunt u garanderen dat het beroep dat huurders op de schuldhulpverlening moeten doen vanwege de gevolgen van de verhuurdersheffing niet verder oploopt?
Zoals gezegd heeft dit kabinet verschillende maatregelen getroffen die met name gericht zijn op mensen met een laag inkomen. Ik deel de analyse dat het kabinet ervoor zorgt dat armoede onder huurders toeneemt dus niet. Huurders die als het gevolg van het gedifferentieerde huurbeleid een inkomensafhankelijke huurverhoging hebben gekregen, hebben overigens op het moment dat hun inkomen daalt recht op huurverlaging. De voorwaarden waaronder dit kan plaatsvinden zijn beschreven door de minister voor Wonen en Rijksdienst in zijn integrale visie op de woningmarkt, zoals verstuurd per brief naar beide Kamers der Staten Generaal d.d. 28 februari 2013 (Kamerstukken 2012/13, 32 847). Niettemin is het in deze economisch moeilijk tijden niet uit te sluiten dat meer mensen het moeilijk hebben om hun huishoudboekje sluitend te krijgen en in het uiterste geval een beroep moeten doen op de schuldhulpverlening.
Kunt u aangeven hoeveel procent van de huurders een beroep heeft gedaan op de schuldhulpverlening in 2010, 2011, 2012 en 2013? Kunt u tevens aangeven wat de prognoses voor 2014 zijn?
Die gegevens heb ik niet tot mijn beschikking. De NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, brengt wel het percentage aanvragen bij NVVK-leden in beeld van klanten met (problematische) schulden en een eigen woning. Dit percentage bedroeg in 2011 en 2012 respectievelijk 12% en 16%. Hieruit is niet direct af te leiden hoeveel mensen een woning huren. Mensen zonder eigen woning kunnen bijvoorbeeld ook bij familie of vrienden inwonen of in een opvanginstelling verblijven.
Bent u bereid op zoek te gaan naar mogelijkheden om de huurtoeslag te verbeteren en gematigd huurbeleid te voeren? Zo nee, bent u bereid op een andere manier het koopkrachtverlies van huurders te repareren?
Het kabinet houdt de koopkracht van verschillende groepen altijd nauwgezet in de gaten en heeft verschillende maatregelen getroffen om te komen tot een evenwichtig koopkrachtbeeld. U bent hierover op Prinsjesdag geïnformeerd.
Persbericht Woonbond «Steeds meer huurders in armoede door kabinetsbeleid», 15 augustus 2013
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-84.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.