Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over de structurele straatterreur in Hilversum (ingezonden 20 september 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 14 december 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 264.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Hilversum is Turks tuig zat»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 5

Bent u bereid om alles op alles te zetten om het tuig dat verantwoordelijk is voor deze structurele straatterreur zo snel mogelijk de wijk uit te zetten (onder andere op basis van de wetten Victor en Victoria)? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de visie dat bij het uitblijven van een oplossing van het probleem van straatterreur de verantwoordelijk burgemeester zijn conclusies moet trekken en op dient te stappen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 5

Gemeenten hebben een breed scala aan maatregelen tot hun beschikking om overlast aan te pakken. Het is aan het Hilversumse gemeentebestuur om te bepalen welk instrument in de gegeven omstandigheden het best kan worden ingezet en welke verdere acties worden ondernomen bij het eventueel uitblijven van een oplossing. Naar aanleiding van uw vragen heb ik de burgemeester van Hilversum gevraagd wat hij onderneemt tegen de jeugdoverlast. De burgemeester heeft mij laten weten dat jeugd en veiligheid één van de vijf prioriteiten is in het Hilversums Integraal Veiligheidsplan 2011–2014. Naast het reguliere jeugd- en veiligheidsbeleid is in de afgelopen periode een extra pakket maatregelen getroffen voor een veilig uitgaansgebied. Als onderdeel hiervan is met spoed publiek cameratoezicht ingevoerd in het centrumgebied, worden er meer agenten en toezichthouders ingezet, en wordt de zogenaamde Boete of Kanskaart intensiever gebruikt. Horecaondernemers maken vaker gebruik van de collectieve horecaontzetting, er worden gebiedsverboden opgelegd en er gelden op diverse plekken alcohol- en drugsverboden.

Vraag 3

Wanneer zult u nu eindelijk de aanbeveling (maximaal korten op uitkeringen bij structurele overlast) uit het VROM-rapport over woonoverlast (2010) omzetten in beleid en daar waar mogelijk daders (en eventueel ouders) ook pakken in hun portemonnee?

Antwoord 3

Het rapport van de VROM-Inspectie «Woonoverlast; analyse van de aanpak van woonoverlast en verloedering» van 12 mei 2010 adviseert om helderheid te verschaffen over welke sancties en preventieve maatregelen wel en niet toelaatbaar zijn bij woonoverlast. Hierop heeft de VROM-Inspectie in juni 2010 een handreiking gemaakt voor gemeenten met daarin alle onomstreden mogelijkheden die zij hebben om woonoverlast te bestrijden.

Vraag 4

Wat is volgens u de reden dat Turken oververtegenwoordigd zijn als het gaat om het dwingen van anderen tot seksueel gedrag?2 Wat gaat u hiertegen doen?

Antwoord 4

In de studie uit 2006 waaraan wordt gerefereerd is een eerste verkenning gedaan naar het uitoefenen van seksuele dwang onder alle lagen van de volwassen Nederlandse bevolking. Uit het onderzoek blijkt dat bepaalde migrantengroepen eerder aangeven dat ze seksuele dwang niet uitsluiten. Dit effect moet mede worden toegeschreven aan een gemiddeld lagere leeftijd en opleidingsniveau van de (volwassen) respondenten in dit onderzoek.

Het spreekt voor zich dat wanneer bij normafwijkend seksueel gedrag strafbare feiten worden gepleegd politie en Openbaar Ministerie in actie komen. Daarnaast zet het kabinet in op preventie via bewustwording, het doorbreken van taboes en mentaliteitsverandering, omdat met name binnen gesloten gemeenschappen sprake kan zijn van een meer collectieve mentaliteit waarbij mensen niet worden gezien als individuen met zelfbeschikkingsrecht. Zoals uiteengezet in de brief van 3 juli 2012 aan uw Kamer over de preventie van huwelijksdwang (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 32 175, nr. 35), is het van belang om binnen de eigen gemeenschap onderwerpen zoals genderongelijkheid bespreekbaar te maken, gericht op het weerbaar maken van mensen en het bevorderen dat zelfbeschikking als een recht wordt beschouwd.

Naar boven