Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het Openbaar Ministerie gelogen heeft in een zedenzaak (ingezonden 1 maart 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 april 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1772

Vraag 1, 2, 3, 4 en 5

Wat is uw reactie op het onderzoek van drie rechtspsychologen waaruit blijkt dat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) hebben gelogen in een Bredase zedenzaak?1

Hoe kan het dat er geen alarmbellen bij de politie zijn afgegaan toen bleek dat de aangever al eerder valse aangifte van misbruik had gedaan? Hoe is het mogelijk dat ontlastende verklaringen door de politie simpelweg werden geschrapt en alternatieve verklaringen niet werden onderzocht?

Hoe is het mogelijk dat op deze wijze fouten zijn gemaakt en dat er kennelijk zo aangestuurd wordt op een veroordeling, ondanks alle lessen die getrokken zijn uit gerechtelijke dwalingen in het verleden?

Wat gaat er met de conclusies van dit onderzoek gebeuren? Welke gevolgen heeft dit voor het OM, de politie en de betrokken officier van justitie in het bijzonder?

Hoe beoordeelt u de dramatische gevolgen voor de persoon die destijds (ten onrechte) verdachte was in deze zaak, die slachtoffer is geworden van de hele situatie? Kan het slachtoffer excuses, genoegdoening en eventuele schadevergoeding tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3, 4 en 5

Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik naar de brief (Kamerstuk II 33400-VI, nr. 99) die ik uw Kamer heden heb toegezonden over deze zaak.


X Noot
1

Volkskrant, 27 februari 2013, «Politie en justitie hebben gelogen in zedenzaak», en Telegraaf, «OM loog in zaak vrijgesproken verdachte», http://www.telegraaf.nl/binnenland/21331854/___OM_heeft_gelogen___.html

Naar boven