Vragen van de leden Klijnsma en Timmermans (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Buitenlandse Zaken over naheffing door de Duitse fiscus aan Nederlandse oud-dwangarbeiders (ingezonden 1 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 30 augustus 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de grote ongerustheid, die is ontstaan bij de meestal hoogbejaarde Nederlandse oud-dwangarbeiders naar aanleiding van de naheffingen, die zij ontvangen van de Duitse belastingdienst over het Duitse staatspensioen, dat zij ontvangen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het van weinig inlevingsvermogen en zorgvuldigheid getuigt om deze kwetsbare groep te overvallen met naheffingen, die soms wel zeven jaren omvatten?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Hoe kan het dat veel Nederlandse, veelal hoogbejaarde, gepensioneerden, die een Duits staatspensioen ontvangen, voor de dwangarbeid, die in Duitsland is verricht tijdens de Tweede Wereldoorlog, deze zomer een naheffing hebben ontvangen van de Duitse fiscus, terwijl u eerder heeft aangegeven dat voormalig dwangarbeiders volgens de Duitse wet zijn vrijgesteld van belastingen op deze pensioenen?2

Antwoord 3.

De Duitse wet bevat inderdaad voor diegenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog als dwangarbeider werkzaam zijn geweest de mogelijkheid om een vrijstelling in te roepen. Zij moeten bij het Finanzamt Neubrandenburg verzoeken om in aanmerking te komen voor die vrijstelling. Om voor die vrijstelling in aanmerking te komen moeten zij zijn aangemerkt als «Verfolgte» in de zin van het Bundesentschädigungsgesetz. Veel voormalige dwangarbeiders hebben zich in het verleden niet laten aanmerken als «Verfolgte», waardoor de belastingvrijstelling door het Finanzamt uiteindelijk wordt afgewezen. Naar aanleiding van meldingen over afwijzing van de belastingvrijstelling ben ik in contact getreden met mijn Duitse ambtgenoot, de heer Beus. Ik heb mij bij die gelegenheid uiteraard uitgesproken over de gevoeligheden en vervelende herinneringen die de Duitse belastingheffing oproept bij voormalige dwangarbeiders. Hij heeft mij toen toegezegd deze problematiek op efficiënte en onbureaucratische wijze te willen oplossen door in het kader van bilateraal overleg ook vrijstelling te verlenen voor dwangarbeiders die formeel niet onder de vrijstelling vallen, maar die bij het Nederlandse ministerie van Financiën aannemelijk maken dat het Duitse wettelijke pensioen is opgebouwd als gevolg van dwangarbeid. Ik verwijs u aanvullend naar de beantwoording van Kamervragen op 26 september 2011 (Aanhangsel Handelingen II, 2011/12, nr. 129 ), 23 december 2011 (Aanhangsel Handelingen II, 2011/12, nr. 1018, 14 maart 2012 (kamerstuk 33 000 IXB, nr. 13) en de brief van 26 juni 2012 (kamerstuk 33 000 IXB, nr. 17).

Vraag 4

Hoe zorgt u er voor dat kwetsbare groepen senioren, zoals tachtigplussers, die van een klein AOW’tje moeten rondkomen, niet in de financiële problemen raken door deze naheffing van de Duitse fiscus?

Antwoord 4

Diegenen die een Duits wettelijk pensioen ontvangen vanwege dwangarbeid, kunnen vrijstelling krijgen van Duitse belastingheffing. Zie ook het antwoord op vraag 3. Zij hoeven de Duitse aanslagen dan niet te voldoen en kunnen de reeds betaalde Duitse belasting terugkrijgen.

Vraag 5

Bent u bereid er onverwijld bij uw Duitse collega’s op aan te dringen dat er uitvoerige, duidelijke en voor getroffenen begrijpelijke voorlichting in het Nederlands komt over wat er van de pensioengerechtigden wordt verwacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze gaat u dit doen?

Antwoord 5

In mijn brief van 26 juni 2012 (kamerstuk 33 000 IXB, nr. 27) heb ik uw Kamer laten weten dat vanaf mei 2011 een algemene toelichting in het Nederlands beschikbaar is over het invullen van de Duitse belastingformulieren. Tegenwoordig stuurt Finanzamt Neubrandenburg die Nederlandse (algemene) toelichting mee met de Duitse belastingformulieren. In diezelfde brief van 26 juni 2012 ben ik ingegaan op het benaderen van voormalige dwangarbeiders die in aanmerking komen voor de Duitse belastingvrijstelling en de mogelijkheden die ik benut om voormalige dwangarbeiders actief te benaderen.

Vraag 6

Bent u tevens bereid in overleg te treden met uw Duitse collega's om coulance voor deze kwetsbare en hoogbejaarde groep oud-dwangarbeiders te bepleiten, hetzij door kwijtschelding, hetzij door een betalingsregeling, die voorkomt dat mensen in financiële problemen komen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 7

Bent u bereid de Duitse regering te wijzen op de gevoeligheden, die deze naheffingen voor de ex-dwangarbeiders kunnen hebben en de vervelende herinneringen die de naheffingen naar boven kunnen brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 3.


X Noot
1

«Nederlandse senioren vrezen Duitse fiscus», 31 juli 2012, Trouw

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 1018.

Naar boven