Vragen van de leden Klaver en Peters (beiden GroenLinks) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de geheimhoudingsplicht van de notulen van de onderraad (ingezonden 30 maart 2012).

Antwoord minister president Rutte (Algemene Zaken), mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 10 april 2012).

Vraag 1, 2 en 3

Herinnert u zich uw uitspraak in het debat over de Informatievoorziening Olympische Spelen: «Ik zou u graag de notulen van de onderraad willen sturen, maar dat schijnt niet te mogen»?1

Herinnert u zich dat u even later zei: «Het ministerie van Algemene Zaken heeft daarop de volgende verklaring gegeven: De gevraagde informatie, te weten de conclusies van de Raad voor Zorg, Welzijn, en Onderwijs (RZWO) worden niet verstrekt. De redenen hiervoor zijn: 1. Bepalingen omtrent de geheimhoudingsplicht in het Reglement van Orde van de ministerraad, waaronder ook begrepen de onderraden. 2. Zelfs in de Wet op de parlementaire enquête is vastgelegd dat de minister niet verplicht is informatie uit de ministerraad en onderraden te overhandigen»?

Is het waar dat in het Reglement van Orde voor de ministerraad in artikel 26 is geregeld dat de geheimhoudingsplicht niet bestaat «voor zover de raad of de minister-president namens de raad ontheffing van de geheimhouding verleent»?

Antwoord 1, 2 en 3

Ja.

Vraag 4, 5, 6 en 7

Deelt u de mening dat het er niet om gaat of de minister al dan niet verplicht is om de informatie te verstrekken, nu u zelf heeft aangegeven die graag te willen sturen? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat in verband met de controlerende taak van het parlement de informatieplicht van de regering zo ruim mogelijk geïnterpreteerd moet worden? Zo nee, waarom niet?

Bent u nog van mening dat u de Kamer graag de notulen van de onderraad wilt sturen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid de ontheffing van de geheimhouding te verlenen, voor het gedeelte dat op de Olympische Spelen betrekking heeft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4, 5, 6 en 7

Artikel 26 van het Reglement van Orde voor de ministerraad waarborgt de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen van de vergaderingen van de ministerraad en zijn onderraden. Deze geheimhoudingsplicht ten aanzien van hetgeen ter vergadering besproken wordt of geschiedt rust mede op de leden van de raad. Bewaring van deze vertrouwelijkheid is een belang van de staat dat de informatievoorziening aan het parlement begrenst (Kamerstukken II 2001/2, 28 362, nr. 2. Dit geldt ook voor het genoemde onderdeel van de notulen van de onderraad.


X Noot
1

Plenair debat, 27 maart 2012.

Naar boven