Vraag 2, 3, 4, 5, 6 en 7
Kunt u bevestigen dat de procedure bij Stichting E-Court ook naar uw oordeel gekwalificeerd kan worden als «rechtsingang»
of «geding» als bedoeld in dit artikel, op gelijke wijze als deze gekwalificeerd kan worden als «eis in de hoofdzaak» als
bedoeld in artikel 700, derde lid, Rv?1 Zo nee, waarom niet?
Wist u dat Stichting E-Court, om te waarborgen dat de oproeping van «gedaagden» in deze alternatieve procedure formeel en
zonder problemen verloopt, de tussenkomst van een deurwaarder noodzakelijk acht en de tussenkomst van de deurwaarder via het
contractuele procesreglement aan de «eisende partij» oplegt, waarbij duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen deze oproeping
en die bij een «gewone» dagvaarding?
Kunt in dat kader bevestigen dat de artikelen 3:317 Burgerlijk Wetboek (BW) jo. artikel 3:37, tweede lid, BW en de artikelen
6:236 BW jo. artikel 3:37, tweede lid, BW een rechtstreekse wettelijke basis vormen voor «verdere exploten» als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, sub b, Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw) en dat het uitbrengen van dit soort exploten, die eveneens relevant
kunnen zijn voor een eisende partij in een vroeger stadium voorafgaande aan een procedure bij Stichting E-Court, een ambtshandeling
is en dus door een deurwaarder kan worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat het betekenen respectievelijk het executeren van de notariële akte waarin het resultaat is opgenomen
van het bindend advies op grond van artikel 430 Rv jo artikel 2, sub c, Gdw ambtshandelingen zijn en dus door een deurwaarder
kunnen worden uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Bent u in dit kader van mening dat artikel 45 Rv het doen van exploten als bedoeld in de aanhef van artikel 2, eerste lid,
Gdw, aan de gerechtsdeurwaarder opdraagt? Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat de gerechtsdeurwaarder, gegeven het feit dat deze als een door de Kroon benoemde functionaris met een
onafhankelijke positie, bevoegd en gehouden is ambtshandelingen te verrichten op verzoek van de eisende partij in het kader
van een procedure bij E-court? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 2, 3, 4, 5, 6, 7
Bij wijze van proefprocedure heeft de stichting E-court vragen met betrekking tot bovenstaande punten voorgelegd aan de Kamer
voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. De uitspraak wordt eind van dit jaar verwacht. Voorts heeft mijn ministerie aan de
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) gevraagd om een standpunt over de notaris in de E-court-procedure in te nemen.
Voor een afgewogen oordeel is de zienswijze van onder meer deze partijen noodzakelijk. Daarom wacht ik de uitkomstvan genoemde
procedure en nadere standpuntbepaling van de KNB af. Ik zal uw Kamer vervolgens begin 2011 bij brief nader informeren.