Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de minister van Defensie over het bericht dat Assen de Johan Willem Friso kazerne gaat verliezen (ingezonden 18 maart 2011).

Antwoord van minister Hillen (Defensie) (ontvangen 25 maart 2011).

Vraag 1, 2

Kent u het bericht dat de kazerne in Assen van de luchtmobiele brigade, de mortierbrigade en de mbo opleiding moet sluiten? Kunt u aangeven in hoeverre het hier inderdaad om een gerucht gaat? Waaruit zou de geciteerde «legertop» de informatie hebben kunnen opmaken?1

Als het gerucht klopt, betekent dit dan dat de kazerne de facto dicht gaat en dat de werkgelegenheid voor het noorden daarmee definitief verloren is?

Antwoord 1, 2

Ik ben bekend met de berichtgeving in het Dagblad van het Noorden van 17 maart jl. De besluitvorming over de bezuinigingsmaatregelen is nog niet geheel voltooid. Ik wil op geen enkele wijze vooruitlopen op deze besluitvorming en derhalve ook niet ingaan op speculaties over deelonderwerpen.

Vraag 3

Welke gevolgen heeft dit voor de nieuwe instroom bij het defensiepersoneel? Wat betekent dit voor de opleidingscapaciteit en de samenwerking met de ROC’s? Welke onderwijsinstellingen in het Noorden zullen hiervan het eerst klappen krijgen? Tot hoeveel verlies van banen zal het vervolgens op deze instellingen gaan leiden?

Antwoord 3

Met het kleiner worden van de defensieorganisatie zal ook de instroombehoefte afnemen. Defensie wil echter de instroom via de ROC's zoveel mogelijk in stand houden. Ik kan geen uitspraken doen over de gevolgen voor de werkgelegenheid bij de onderwijsinstellingen in het Noorden.

Vraag 4, 5

Kunt u aangeven, hoe zich een dergelijke situatie verhoudt tot de aangenomen motie Heijnen2, waarin wordt gevraagd de werkgelegenheidsgevolgen van de rijksbezuinigingen evenwichtig te verdelen?

Vindt u het verlies van duizenden banen in het noorden, waar toch al een ijle werkgelegenheidsstructuur is, een evenwichtige en evenredige ingreep?

Antwoord 4, 5

Zoals eerder gemeld bij de beantwoording van uw vragen over de gevolgen van de bezuinigingen voor de Johan Willem Friso kazerne in Assen (vergaderjaar 2010–2011, aanhangselnummer 715 van 7 december 2010) ben ik bekend met de motie over het behoud van werkgelegenheid in krimpgebieden. Ik heb te kennen gegeven dat ik tegelijkertijd constateer dat defensieterreinen vooral in de provincies Drenthe, Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant liggen. Defensie kan deze gebieden niet per definitie uitsluiten van bezuinigingen.

Ik ben mij bewust van de ingrijpende gevolgen van de verkleining of zelfs opheffing van eenheden of staven voor de betrokken personeelsleden en hun families, maar ook voor de betrokken provincies. Besparingen zijn daarom in eerste instantie gezocht in de staven en de «overhead» bij mijn ministerie.

Niettemin is ook bij de operationele eenheden niet te ontkomen aan bezuinigingen. Daarvoor is de taakstelling waarvoor Defensie zich gesteld ziet te fors. Pas nadat is vastgesteld wat de gevolgen van de bezuinigingen zijn voor de operationele capaciteiten, kan het toekomstige ruimtebeslag van Defensie worden bepaald. Een toezegging dat Noord-Nederland zal worden ontzien kan ik niet geven.

Vraag 6

Wanneer kan de Kamer de brief verwachten met uw plannen over de bezuinigingen en de regionale gevolgen ervan?

Antwoord 6

De besluitvorming over de bezuinigingen wordt verwerkt in een beleidsbrief die begin april aan de Kamer wordt gezonden.


X Noot
1

Dagblad van het Noorden, 17 maart 2011.

X Noot
2

Kamerstuk 31 490, nr. 17.

Naar boven