Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
601
Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan
de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Financiën
over de fiscale maatregelen in Spanje die zouden leiden tot oneerlijke
concurrentie tussen Europese scheepswerven. (Ingezonden 19 mei
2009)
1
Kent u het bericht «Scheepsbouw vreest oneerlijk concurrentie»?1
2
Bent u op de hoogte van de fiscale maatregelen die Spanje treft, waardoor
de Spaanse werven 20% tot 30% lagere prijzen kunnen vragen voor
hun schepen? Zo ja, wat is uw oordeel over deze combinatie van de «tax
leaseregeling» en de «tonnage tax»?
3
Wat vindt u van het antwoord van de Spaanse overheid aan de Europese Commissie
dat de belastingmaatregel ook geldt wanneer schepen bij niet-Spaanse werven
worden gebouwd, terwijl Scheepsbouw Nederland aangeeft dat in de praktijk
geen enkele medewerking wordt verleend door de Spaanse overheid?
4
Wat vindt u van het signaal van alle grote Europese scheepsbouwassociaties
dat zij dezelfde negatieve gevolgen van het Spaanse systeem ondervinden?
5
Heeft u de Europese Commissie al benaderd over dit concurrentienadeel
voor de Nederlandse scheepsbouw? Zo nee, bent u bereid dit probleem aan te
kaarten bij de Europese Commissie?
6
Wanneer de Europese Commissie besluit dat er geen concurrentievervalsing
plaatsvindt, welke fiscale mogelijkheden heeft Nederland dan op dit punt?
Antwoord
Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken),
mede namens de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 9 november
2009), Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 2904
2
Het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) heeft onderzoek
gedaan naar de relevante Spaanse fiscale regelgeving. Hieronder worden de
bevindingen van het IBFD kort weergegeven.
Versnelde afschrijving van bezittingen van leasemaatschappijen
Spanje kent een algemene regeling voor de lease van bedrijfsmiddelen (waaronder
schepen) die voorziet in versnelde afschrijving.
Investeerders richten een speciale entiteit op, een zogenaamd Special
Purpose Vehicle (de SPV.). De investeerders verstrekken kapitaal aan de SPV.
Er wordt vervolgens een schip besteld bij een scheepsbouwer, waarna het schip
door de SPV. versneld wordt afgeschreven.
Toerekening van resultaten
Zowel de positieve als negatieve resultaten van de transparante SPV. worden
op grond van het Spaanse recht toegerekend aan de achterliggende participanten
van de SPV. Dit leidt tot een belastingbesparing. Bij een adequate inrichting
en gebruik van deze fiscale structuur kan dit voordeel behouden blijven en
behoeft bij verkoop van het schip aan de eindgebruiker niet fiscaal te worden
afgerekend, aldus het IBFD.
Verhuur en exploitatie van het schip
Het schip wordt vervolgens op basis van een bareboatcharterovereenkomst
door de SPV. ter beschikking gesteld aan een eindgebruiker.
Tonnageregeling
De eindgebruiker (of een andere partij die aan de gestelde voorwaarden
voldoet) kan op verzoek gebruik maken van de tonnageregeling. Op basis van
de Spaanse tonnageregeling wordt de winst bepaald op basis van de tonnage
van het schip.
Doorgeven fiscaal voordeel
In de leasecontracten tussen de SPV. en de eindgebruiker kan het fiscaal
genoten voordeel van de versnelde afschrijving (deels) worden doorgegeven
via een lagere prijs.
Beoordeling
Europese Lidstaten zijn in beginsel autonoom waar het de belastingheffing
over winst betreft. De Spaanse overheid kan op dit terrein dan ook bijzondere
regelingen treffen. Wel dienen deze regelingen uiteraard in overeenstemming
te zijn met de Europese wet- en regelgeving. Zowel uit de onderzoeksresultaten
van het IBFD als uit de publiekelijke bevestiging van de Spaanse regering
over de toegankelijkheid van de regeling, is niet gebleken dat de Spaanse
regeling niet voldoet aan de eisen van de Europese wet- en regelgeving.
Een belangrijke reden daarvoor is dat de regeling ook open staat voor
niet-Spaanse investeerders. Waar het schip gebouwd wordt, is daarbij niet
relevant. Ook schepen van niet-Spaanse werven komen voor deze regeling in
aanmerking.
3, 4 en 5
De vraag of de Spaanse tax leaseregeling toegankelijk is voor buiten Spanje
gevestigde werven is reeds door de Spaanse regering beantwoord.
De Spaanse regering heeft namelijk schriftelijk en publiekelijk bevestigd
dat de «Spaanse tax lease» ook kan worden gebruikt voor de aankoop
van schepen van werven in andere Lidstaten. De Europese Commissie heeft naar
aanleiding hiervan, voor zover de Nederlandse autoriteiten bekend, geen reden
gezien om verder actie te ondernemen.
Het lijkt dan ook op basis van het onderzoek van het IBFD en de antwoorden
van de Spaanse overheid, niet zinvol om deze zaak aan de Europese Commissie
voor te leggen.
Dat laat onverlet dat ondernemingen ook zelf een klacht bij de Europese
Commissie kunnen indienen, indien zij van mening zijn dat er sprake is van
een concurrentienadeel.
Als nieuwe informatie daartoe aanleiding geeft ben ik evenwel bereid nader
onderzoek te doen.
6
Vast is komen te staan dat, voor het gebruik van de fiscale faciliteiten
die door Spanje worden geboden, de vestigingsplaats van de scheepsbouwer niet
relevant is. Het huidige Nederlandse regime volstaat daarom.
XNoot
1 Het Financieele Dagblad, 15 mei 2009: «Scheepsbouw vreest
oneerlijke concurrentie».