Vragen van het lid
Omtzigt
(CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het zwarte gat van het nabestaandenpensioen (ingezonden 26 maart
2010).
Antwoord van minister
Donner
(Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 24 juni 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2308.
Vraag 1
Kent u het artikel «Het zwarte gat van het nabestaandenpensioen», waarin wordt aangegeven dat werknemers die van baan veranderen,
gedurende lange tijd het risico lopen onvoldoende gedekt te zijn voor hun nabestaandenpensioen?1
Vraag 2
Is het waar dat het bij het nabestaandenpensioenen op risicobasis vaak lang duurt voordat het gat vanwege de waardeoverdrachtprocedure
wordt opgevuld en dus de kans bestaat dat er bij overlijden van de werknemer geen nabestaandenpensioen wordt uitbetaald?
Antwoord 2
Er kan inderdaad sprake zijn van ongewild ontoereikende dekking van het partnerpensioen als een deelnemer, die bij zijn oude
werkgever een nabestaandenpensioen op risicobasis had, komt te overlijden voordat de keuze voor waardeoverdracht, dan wel
voor uitruil op basis van artikel 61 PW kenbaar is gemaakt.
Vraag 3
Zo ja, hoe lang duurt deze waardeoverdrachtprocedure gemiddeld?
Antwoord 3
De wettelijke termijnen voor waardeoverdracht bedragen maximaal 14 maanden.
Vraag 4
Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat nabestaanden van een werknemer met een nabestaandenpensioen op risicobasis
geen aanspraak kunnen maken op het nabestaandenpensioen omdat de waardeoverdrachtprocedure nog niet is afgerond (wanneer de pensioenfondsen geen coulance bieden)?
Antwoord 4
Op 21 juni 2010 heeft de Stichting van de Arbeid naar aanleiding van deze problematiek een aantal aanbevelingen gedaan. In
de eerste plaats doet de Stichting een dringend beroep op werkgevers en pensioenuitvoerders om deelnemers actief en tijdig
te informeren over de dekking van het partnerpensioen in de pensioenregeling en wat die dekking inhoudt bij baanwisseling,
werkloosheid en pensionering.
Daarnaast beveelt de Stichting partijen betrokken bij een pensioenregeling met een nabestaandenpensioen op risicobasis aan,
erin te voorzien dat bij tussentijdse beëindiging van de deelneming voor de vertrekkende deelnemer met een partner gedurende
een periode van maximaal 24 maanden een standaard omruil plaatsvindt van een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen in
partnerpensioen, tenzij de deelnemer expliciet bezwaar maakt. Daarbij beveelt de Stichting aan om na afloop van de periode
van 24 maanden de omruil ongedaan te maken tenzij betrokkene expliciet aangeeft de omruil in stand te willen houden.
Ik ben van mening dat de uitvoering van deze aanbevelingen voldoende mogelijkheden kan bieden om de gesignaleerde knelpunten
op te lossen.
Vraag 5
Wordt overwogen om de oude werkgever te verplichten de risicodekking voor het nabestaandenpensioenen voort te zetten totdat
de waardeoverdrachtprocedure bij de nieuwe werkgevers is afgerond en het nabestaandenpensioengat is gedicht?
Antwoord 5
Zoals ik in antwoord op vraag 4 heb aangegeven bieden de aanbevelingen van de Stichting naar mijn mening een adequate oplossing
voor het zogenaamde nabestaandenpensioengat. Aanvullende wettelijk verplichtingen richting de werkgever ten aanzien van dit
onderwerp zijn daarom niet nodig en wenselijk.
Vraag 6
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan deze maatregel tegemoet worden gezien?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Constaterende dat u op 11 mei 2009 schreef dat u de vragen wederom aan de Stichting van de Arbeid (STAR) zou voorleggen en
de Kamer op de hoogte zou houden over de voortgang, kunt u inzage geven in de voortgang van het proces? Is een oplossing in
zicht?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Constaterende dat op 22 juni 2009 de koepels aanboden in schrijnende gevallen coulant te zijn en oplossingsrichting aan te
geven, houden de leden van de koepels zich hieraan en welke oplossingsrichting kiezen zij? Bent u bereid over deze vraag navraag
te doen bij De Nederlandsche Bank (DNB)?
Antwoord 8
Op grond van de informatie die ik van de koepels heb ontvangen constateer ik dat pensioenfondsen hier coulant mee omgaan in
gevallen waarin de waardeoverdracht als gevolg van de onderdekking van (een van) de betrokken pensioenfondsen niet geëffectueerd
kan worden.
XNoot
1Financieel Dagblad, 18 maart 2010.