Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1240

Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de staatssecretaris van Defensie over de stukken over Srebrenica en de Cannerberg in het dossier van klokkenluider Spijkers. (Ingezonden 24 januari 2008)

1

Kent u het convenant dat op 25 november 2006 onder andere door uw ambtsvoorganger is getekend en op basis waarvan stukken die verband houden met de klokkenluiderszaak van de heer J.J. Spijkers maximaal 70 jaar achter slot en grendel worden gedaan?

2

Kent u artikel 7 van de Vaststellingsovereenkomst (VO) waarin is opgenomen dat het ministerie van Defensie er zorg voor zal dragen dat eventuele negatieve informatie of informatie waardoor de heer Spijkers in welke mate dan ook belemmerd wordt, uit de systemen zal worden verwijderd?

3

Deelt u de mening dat dit gesloten archief uitsluitend bedoeld is voor de stukken die relevant zijn in deze klokkenluiderzaak en uitsluitend voor zover deze stukken voldoen aan de definitie die in artikel 7 van de VO staat? Deelt u voorts mening dat indien er andere stukken in dit dossier worden gestopt daarmee de schijn wordt gewekt dat deze stukken langdurig aan het oog onttrokken moeten worden en het archief Spijkers dus wordt gebruikt als een soort doofpot?

4

Kent u de inventarislijst/inhoudslijst die aangeeft welke stukken in deze collectie beland zijn? Kunt u toelichten waarom het stuk nr. 172 «dossier overig 2 – medewerking Defensie (...) met betrekking tot Srebrenica – in deze collectie is opgenomen»? Is het waar dat deze klokkenluider geen enkele bemoeienis met de Nederlandse militairen in Srebrenica had? Waarover gaat dit document? Wat is de relevantie van dit document in het kader van artikel 7 van de VO? Is er reden voor Defensie om het wenselijk te achten dit document langdurig aan het publieke oog te onttrekken? Zo ja, welke?

5

Kunt u aangeven wat de volledige naam van stuk nr. 172 is, gezien het feit dat de woorden tussen «Defensie» en «met betrekking tot Sebrenica» weggestreept zijn? Gaat het hier om papieren documenten of beeldmateriaal?

6

Kunt u toelichten waarom het stuk nr. 171 «dossier Directie Voorlichting inzake WOB verzoeken D. Berts om inzage in declaraties bewindslieden en documenten Cannerberg alsmede WOB verzoek dr. B.G.J. de Graaff om inzage in documenten ontdekken afluisterapparatuur naar aanleiding van krantenberichten 1997» in deze collectieis opgenomen? Wat zijn dit voor documenten? Waarom zijn deze WOB verzoeken relevant voor deze klokkenluiderzaak? Wat is de relevantie van dit document in het kader van artikel 7 van de VO? Op welke wijze denkt u dat de heer Spijkers nadeel ondervond van deze twee WOB-verzoeken? Wat heeft de zaak rond de Cannerberg te maken met dit klokkenluiderdossier? Wat heeft de afluisterzaak met dit dossier te maken? Is er reden voor Defensie of andere ondertekenaars van het convenant om het wenselijk te achten dit document langdurig aan het publieke oog te onttrekken? Zo ja, welke?

7

Bent u bereid om met de grootste spoed alle stukken die irrelevant zijn voor de zaak-Spijkers uit dit besloten archief te verwijderen? Bent u voorts bereid om de Kamer inzage te geven in de complete inhoudsopgave?

8

Deelt u de mening dat materiaal dat als «verdwenen» te boek staat niet in een langdurig gesloten archief als dat inzake deze klokkenluiderzaak gestopt dient te worden, waardoor het nog steeds niet toegankelijk is?

9

Kunt u toelichten wat onder nr. 12 Digitale archiefbescheiden stuk nr. 210 (Film inzake mijnongeval 14-09-1984) is opgenomen? Is het waar dat geen enkel beeldmateriaal van het ongeval was terug te vinden? Gaat het hier om dit verdwenen beeldmateriaal? Zo ja, waar komt dat zo plotseling vandaan? Zo neen, welk beeldmateriaal is dit?

10

Bent u bereid deze vragen met spoed te beantwoorden?

11

Zijn de documenten op de inhoudslijst met medeweten en instemming van de heer Spijkers in dit archief beland? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris De Vries (Defensie). (Ontvangen 5 februari 2008)

1, 2, 8, 11

Op 29 november 2002 is een Vaststellingsovereenkomst gesloten tussen de heer Spijkers en de Staat der Nederlanden, zoals ik u eerder meldde onder meer in de brief aan de Kamer van 29 augustus 2005 (kamerstuk 28 686, nr. 6). Het doel van deze overeenkomst was de beëindiging van de geschillen tussen de heer Spijkers en het ministerie van Defensie. In deze overeenkomst zijn onder andere afspraken gemaakt over de toekenning van een schadevergoeding van 1,6 miljoen euro aan de heer Spijkers, over een excuusbrief en over een koninklijke onderscheiding. Een vergelijkbare Vaststellingsovereenkomst is getekend tussen de nabestaanden van de heer Ovaa en de Staat der Nederlanden.

Artikel 7 van de Vaststellingsovereenkomst met de heer Spijkers bepaalt dat het ministerie van Defensie ervoor zorgt dat eventuele negatieve informatie en/ of informatie waardoor de heer Spijkers in welke mate dan ook wordt belemmerd, uit de systemen wordt verwijderd, de zogenaamde administratieve rectificatie. Het adviesbureau Deloitte heeft het ministerie van Defensie geadviseerd over de vraag op welke wijze uitvoering zou moeten worden gegeven aan dit artikel. Op basis van het advies van het adviesbureau Deloitte zijn alle documenten met betrekking tot de heer Spijkers, (de nabestaanden van) de heer Ovaa en het mijnongeval in 1983 en 1984 ondergebracht in het Nationaal Archief. De heer Spijkers is destijds gevraagd naar zijn oordeel over dit advies maar hij heeft geen inhoudelijke reactie gegeven, zoals onder andere is gemeld aan de Kamer in de brief van 29 augustus 2005. Op 25 november 2006 hebben de ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie, het Nationaal Archief en een notaris een convenant gesloten over de bewaring van de collectie betreffende de heer Spijkers voor de duur van twintig jaar.

De Nationale Ombudsman heeft in zijn rapport «Uitvoering vaststellingsovereenkomst in de zaak Spijkers» (31 oktober 2006, rapport 2006/ 390) het volgende opgemerkt: «Uit het onderzoek is gebleken dat Deloitte, met inachtneming van de bepalingen van de Archiefwet, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens, heeft gezocht naar een mogelijkheid de documenten over de zaak Spijkers zoveel mogelijk bijeen te brengen in een afgesloten ruimte van het Nationale Archief. De Nationale Ombudsman is van oordeel dat daarmee recht wordt gedaan aan de bedoeling van de bepaling over de administratieve rectificatie.»

3, 4, 5, 6, 7, 9

Alle documenten die betrekking hebben op de zaak-Spijkers zijn ondergebracht bij het Nationaal Archief. Openbaarmaking van de inventaris door toezending aan de Kamer is strijdig met de geest van de Vaststellingsovereenkomst .

In de inventaris die aan de advocaat van de heer Spijkers als bijlage bij het convenant van 25 november 2006 ter vertrouwelijke kennisneming is overhandigd, is stuk nr. 172 aangeduid met «Medewerking Defensie educatief programma met betrekking tot Srebrenica». Onder stuk nr. 172 is correspondentie van de directeur Voorlichting van het ministerie van Defensie met de RVU educatieve omroep opgenomen. De RVU had het ministerie in 1998 medewerking verzocht voor een educatief programma over Srebrenica. In reactie op dit verzoek zette de directeur Voorlichting uiteen dat Defensie geen medewerking aan dit programma wenste te verlenen op grond van negatieve ervaringen met de RVU in een programma over de zaak-Spijkers.

Documenten over WOB-verzoeken van de heer Berts zijn eveneens in de collectie opgenomen omdat in het kader van aantijgingen jegens de integriteit van de toenmalige staatssecretaris een relatie werd gelegd met de zaak-Spijkers.

Nr. 12 Digitale archiefbescheiden stuk nr. 210 betreft een envelop met een film behorend bij het proces-verbaal van de Koninklijke marechaussee over het ongeval van de heer Ovaa. Het ongeval zelf staat niet op deze film.

10

Ja.


XNoot
1

 Omroep Gelderland, 21 januari 2008 (http://www.omroepgelderland.nl/index.php?id=40745 en http://www.rtvgelderlandarchief.nl/index.php?datum=21012008&programma=&id=55822

Naar boven