Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over het risico van resistente schimmels door het gebruik van landbouwgif (ingezonden
13 november 2025).
Mededeling van Minister Bruijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 december
2025)
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat het volgende week World Antimicrobial Awareness Week is, een
week waarin aandacht wordt gevraagd voor antimicrobiële resistentie en voor het stimuleren
van goede praktijken waarmee deze resistentie kan worden voorkomen?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Pointer (KRO-NCRV) van 2 november 2025 over resistente schimmels, in het bijzonder Aspergillus fumigatus, en de grote gevaren voor de volksgezondheid? Wat is uw reactie hierop?
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat het gebruik van dezelfde werkzame middelen in én de landbouw
én geneesmiddelen (kruis)resistentie tot gevolg kan hebben, waarbij bijvoorbeeld schimmels
resistent worden tegen de werkzame stof en de effectiviteit van geneesmiddelen daardoor
sterk afneemt?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat de Tweede Kamer al in 2014 een motie heeft aangenomen waarmee
de regering werd opgeroepen om landbouwgif dat resistente schimmels kan veroorzaken
van de markt te halen?2
Vraag 5
Heeft u voldoende zicht op welke middelen er in landbouw (gaan) worden gebruikt, waarbij
dit een risico is? Zo ja, kunt u een overzicht geven van deze middelen?
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat de Europese Unie (EU) een middel met dezelfde werkzame stof
als het beloftevolle geneesmiddel Olorofim op de nominatie heeft staan om te worden toegelaten als landbouwgif?
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat u zich volgens het Nationaal Actieplan AMR 2024–2030 in de EU
inzet om dergelijk gebruik te voorkomen en de werking van dit mogelijk levensreddend
medicijn veilig te stellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Welke stappen onderneemt Nederland binnen de EU en richting de Europese Commissie
om de toelating van landbouwgif met deze stof te voorkomen?
Vraag 9
Bent u van mening dat de maatregelen uit het Nationaal Actieplan voor het terugdringen
van antimicrobiële resistentie 2024–2030 voldoende effectief en concreet zijn in het
bestrijden van dergelijke dubbeltoepassing in landbouw en geneeskunde? Zo ja, op welke
wetenschappelijke bronnen baseert u dat?
Vraag 10
Heeft u gezien dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en
biociden (Ctgb) in Pointer stelt dat het binnen de huidige Europese wetgeving nauwelijks
mogelijk is om toelatingen van antischimmelmiddelen te weigeren, ook wanneer nationale
volksgezondheidsrisico’s evident zijn? Onderschrijft u dit? Wat vindt u hiervan?
Vraag 11
Hoe verklaart u dat in Frankrijk zeer schadelijke pesticiden, die in de EU zijn toegelaten,
wel op nationaal niveau werden verboden en dat een poging om het middel Acetamiprid
weer toe te laten werd zelfs tegengehouden door de Franse Grondwettelijke Raad?3
Vraag 12
Heeft u gezien dat een petitie tegen de toelating van dit landbouwgif in een korte
tijd miljoenen handtekeningen haalde in Frankrijk? Wat zegt dit volgens u over het
maatschappelijke draagvlak voor wetgeving om burgers beter te beschermen tegen landbouwgif?
Vraag 13
Hoe verklaart u dat Frankrijk dit soort middelen wel verbiedt, maar Nederland niet?
Vraag 14
Bent u bereid om in de World Antimicrobial Awareness Week met maatregelen te komen
om de toelating van landbouwgif dat resistente schimmels kan veroorzaken te verbieden,
en daarmee de gezondheid van Nederlanders te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Kunt u deze vragen één voor één en uiterlijk gedurende de World Antimicrobial Awareness
Week beantwoorden?
Mededeling
De vragen van het lid Kostić (PvdD) over het risico van resistente schimmels door
het gebruik van landbouwgif (2025Z19789) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden is dat de benodigde afstemming voor de beantwoording van de vragen meer tijd
vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.