Vragen van het lid De Vos (FVD) aan de Minister van Asiel en Migratie over de beslisnota
bij Terugkeerondersteuning Syrië (ingezonden 23 oktober 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Asiel en Migratie) (ontvangen 24 november 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 439.
Vraag 1
De vertrekpremie voor Syrische migranten is tijdelijk verhoogd van maximaal € 2.815,–
per volwassene naar € 5.000,– per volwassene; hoe is dit bedrag tot stand gekomen?
Antwoord 1
Het bedrag van € 5.000 per volwassene is gebaseerd op de eerdere ervaring die is opgedaan
met de terugkeer van derdelanders met een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne. Ook
voor die groep gold destijds een herintegratiebedrag van € 5.000. Onder dat beleid
zijn toen ongeveer 1.000 personen teruggekeerd.
Vraag 2 t/m 5
Deelt u de mening dat uitreizigers die gebruik hebben gemaakt van een vertrekpremie
in de toekomst geen asiel of verblijfsvergunning meer mogen krijgen in Nederland?
Zo nee, waarom niet?
Indien het antwoord op vraag 2 ontkennend luidt, erkent u dan dat het voor Syriërs
zeer aanlokkelijk zal zijn om de vertrekpremie in ontvangst te nemen en dan opnieuw
asiel aan te vragen in Nederland?
Bent u bereid om waarborgen in te stellen opdat Syrische inreizigers die gebruik hebben
gemaakt van een vertrekpremie onmiddellijk kunnen worden herkend en tegengehouden
aan de grens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke?
Bent u bereid om biometrische kenmerken, zoals een irisscan en vingerafdrukken, vast
te leggen, om inreizigers die gebruik hebben gemaakt van een vertrekpremie te kunnen
herkennen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe kan hier technisch invulling aan worden
gegeven?
Antwoord 2 t/m 5
Iemand die met ondersteuning vertrekt tekent een verklaring waarmee eventuele aanhangige
verblijfsmatige procedures, dan wel een reeds afgegeven verblijfsvergunning, worden/wordt
ingetrokken. De herintegratiebijdrage wordt vervolgens verstrekt bij definitieve uitreis
uit Nederland. Gelet op de eerder opgedane ervaringen op het gebied van herintegratieondersteuning
wordt de kans klein geacht dat personen weer terugkeren naar de EU. Er zal voor de
betrokkene ook geen gereguleerde wijze zijn om weer naar Nederland te komen. Mocht
dat onverhoopt in een enkel geval zo zijn en leiden tot een nieuwe asielaanvraag,
zal de eerdere keuze voor vrijwillige vertrek meewegen bij de asielbeoordeling evenals
de actuele situatie in Syrië. Het hebben ontvangen van terugkeer- en herintegratieondersteuning
is daarbij geen zelfstandige afwijzingsgrond voor toelating.
In het beleid is reeds opgenomen dat de terugkeer- en herintegratieondersteuning kan
worden teruggevorderd wanneer de persoon binnen vijf jaar na vertrek weer Nederland
of de EU inreist.
In de huidige praktijk is het reeds zo dat wordt bijgehouden of personen gebruik maken
van terugkeer- en herintegratieondersteuning. Dat gebeurt via de registratiesystemen
van DTenV. Hiermee is de identiteit van betrokkene ook vastgelegd in geval van toekomstige
situatie, onder andere met biometrische gegevens. Zoals hier boven aangegeven zal
voor deze personen het in de regel niet mogelijk zijn te voldoen aan de toegangsvoorwaarden
uit de Schengengrenscode en zal toegang worden geweigerd.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Terugkeerondersteuning ook zou moeten worden geboden aan
andere migrantengroepen, gezien u in de beslisnota vermeldt dat deze regeling kostenbesparend
is voor het Rijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Personen die geen recht (meer) hebben op verblijf in Nederland moeten Nederland verlaten.
Er wordt vanuit gegaan dat personen zelfstandig vertrekken. Om dit mogelijk te maken
en te stimuleren biedt de Nederlandse overheid reeds sinds 2007 naast vertrekondersteuning
ook herintegratieondersteuning aan.
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 7
Ik heb de vragen zoveel mogelijk afzonderlijk beantwoord. Daar waar het logischer
was om de beantwoording samen te pakken heb ik dat gedaan.