Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de noodklok van de Wethoudersvereniging over onuitvoerbaar beleid (ingezonden 21 november 2024).

Mededeling van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 13 december 2024).

Vraag 1

Deelt u de mening dat wethouders een cruciale rol vervullen in het bestuur van een gemeente?

Vraag 2

Kunt u zich het gevoel van wethouders voorstellen die aangeven «Den Haag stelt zich steeds meer op als «alleenheerser» en daardoor zitten wij met onuitvoerbaar beleid»?1

Vraag 3

Kunt u invoelen dat het richting wethouders lastig uitlegbaar is dat zij eerst op tal van inwonersavonden vol in de wind hebben gestaan omdat zij hebben moeten pleiten voor de opvang van asielzoekers als gevolg van de spreidingswet, maar dat zij nu de opdracht vanuit het Rijk krijgen om weer terug te gaan en te zeggen dat het allemaal toch niet nodig is?

Vraag 4

Bent u van mening dat dit gedrag van de rijksoverheid naar haar decentrale overheden getuigt van een betrouwbare overheid?

Vraag 5

Deelt u de zorgen van de Wethoudersvereniging dat lokale bestuurders onvoldoende betrokken worden bij beslissingen en dat deze beslissingen nu vaak genomen worden zonder grondige kennis over de problemen die dit oplevert in de lokale bestuurspraktijk?

Vraag 6

Wat vindt u van de signalen dat de actiebereidheid onder wethouders groeit? Hoe wilt u voorkomen dat deze onvrede leidt tot verdere verslechtering van de relatie tussen het Rijk en de gemeenten?

Vraag 7

Bent u het eens met de stelling van de Wethoudersvereniging dat gemeenten de laatste jaren steeds meer taken hebben gekregen, maar niet genoeg geld hebben om deze goed uit te voeren?

Vraag 8

Vindt u het verstandig de noodkreten van wethouders over het «ravijnjaar» 2026 naast u neer te blijven leggen, aangezien dit het zoveelste signaal is dat de nood heel hoog is en we aan de vooravond staan van de grootste bezuinigingen?

Vraag 9

Beseft u dat gemeenten decentrale taken namens de rijksoverheid uitvoeren en dat er op dit moment meer uitgaven worden gedaan dan het Rijk aan middelen daarvoor vergoedt, terwijl gemeenten bij dergelijke openeinderegelingen geen mogelijkheid hebben om deze kosten te beheersen?

Vraag 10

Hoe staat dit in verhouding tot artikel 108 van de Financiële-verhoudingswet? Kunt u duidelijkheid geven wat de gevolgen zijn voor de Rijksbegroting indien deze tekorten alsnog bij het Rijk worden geclaimd?

Vraag 11

Herkent u het signaal dat de gesprekken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de gemeentefinanciën stroef lopen met weinig perspectief voor gemeenten? Zo ja, waarom wordt er niet meer gehoor gegeven aan de brede zorgen van onze decentrale overheden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) over de noodklok van de Wethoudersvereniging over onuitvoerbaar beleid ingezonden op 21 november 2024 met kenmerk 2024Z19012 niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord.

Voor de beantwoording van de 11 vragen is meer tijd nodig voor de onderlinge afstemming. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.


X Noot
1

nu.nl, 19 november 2024, «Wethouders luiden noodklok over onuitvoerbaar beleid: «Water komt tot de lippen»» (https://www.nu.nl/binnenland/6335801/wethouders-luiden-noodklok-over-onuitvoerbaar-beleid-water-komt-tot-de-lippen.html).

Naar boven