Vragen van de leden Stoffer (SGP), Van Zanten (BBB) en Hertzberger (Nieuw Sociaal
Contract) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Niet-rendabele
talenstudies verdwijnen, want studenten doen liever een brede bachelor» (ingezonden
6 november 2024).
Mededeling van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 november
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Niet-rendabele talenstudies verdwijnen, want studenten
doen liever een brede bachelor»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de constatering dat op verschillende plaatsen tegelijk kleine
talenstudies geschrapt gaan worden die voor de Nederlandse samenleving, het onderwijs,
de economie en onze internationale positie van wezenlijk belang zijn?
Vraag 3
Zijn u nog meer signalen bekend van andere universiteiten die talenstudies willen
beëindigen?
Vraag 4
In hoeverre is voorafgaand overleg gevoerd tussen universiteiten over de voorgenomen
beëindiging van talenstudies en hoe verhouden deze ontwikkelingen zich tot eerdere
actieplannen en richtlijnen om meer regie te voeren ten behoeve van het behoud van
talenstudies?
Vraag 5
Kunt u aangeven op hoeveel plekken in Nederland de academische bachelor- en masteropleidingen
Frans en Duits nog gevolgd kunnen worden indien de opleidingen in Utrecht en Leiden
zouden verdwijnen?
Vraag 6
Wat is volgens u het absolute minimum voor de aanwezigheid en spreiding van de opleidingen
Frans en Duits, mede gezien de wettelijke positie van vreemde talen in het voortgezet
onderwijs, en vindt u het bijvoorbeeld acceptabel dat de academische opleiding Duitse
taal en cultuur niet meer in Nederland aanwezig zou zijn?
Vraag 7
Op welke wijze bevordert u dat de instellingen tot gezamenlijke minimumnormen komen
voor het behoud van opleidingen zoals Franse en Duitse taal en cultuur en op welke
wijze kunt u daarbij faciliteren?
Vraag 8
Hoe zorgt u ervoor dat we in de toekomst voldoende docenten voor het voortgezet onderwijs
kunnen opleiden in deze talen?
Vraag 9
Hoe ziet u het belang voor Nederland van kleine opleidingen taal en cultuur zoals
Turks, Perzisch, Arabisch en Koreaans, die ook als eigenstandige opleidingen dreigen
te verdwijnen aan de Universiteit Leiden?
Vraag 10
Acht u het als stelselverantwoordelijke van belang voor Nederland om een kleine, maar
vaste groep deskundigen op te leiden die kennis heeft over deze talen en culturen?
Vraag 11
Op welke wijze worden de opleidingen Nederlandse taal en cultuur getroffen door deze
hervormingen?
Vraag 12
Deelt u de opvatting dat een brede bachelor Europese taal en cultuur geen toereikend
alternatief is voor de inhoud en kwaliteit van een specifieke talenstudie wanneer
er geen volledige specialisatie binnen die bachelor mogelijk is en worden aankomende
studenten hierover voldoende geïnformeerd?
Vraag 13
Welke inzet pleegt u om de trend naar meer brede opleidingen in het talendomein te
stuiten?
Vraag 14
Bent u bereid een numerus fixus te overwegen voor brede bachelors teneinde belangstelling
voor specifieke studies hoog te houden?
Vraag 15
Bent u bereid om, gelet op de dreigende verschraling in het opleidingenaanbod, met
alle sectororganisaties en de vakverenigingen gezamenlijk te werken aan een actieplan
voor versterking van de opleidingen Franse- en Duitse taal en cultuur?
Vraag 16
Kunt u ervoor zorgen dat er tot die tijd geen onomkeerbare stappen worden gezet zoals
het opheffen van CROHO-labels?
Mededeling
Op 6 november 2024 hebben de leden Stoffer (SGP), Van Zanten (BBB) en Hertzberger
(NSC) schriftelijke vragen gesteld over het bericht «Niet-rendabele talenstudies verdwijnen,
want studenten doen liever een brede bachelor».
Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de
afstemming meer tijd vergt dan verwacht. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.