Vragen van de leden Sneller en Paulusma (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voorbereiding op het vaker opduiken van fentanyl in Nederland (ingezonden 22 oktober 2024).

Mededeling van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 november 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat fentanyl, een synthetische opioïde, in de Verenigde Staten de voornaamste doodsoorzaak is voor jongvolwassenen? En dat in de leeftijdscategorie 18–45 jaar ongeveer evenveel mensen aan fentanyl overlijden als aan wapens en auto-ongelukken bij elkaar opgeteld?1

Vraag 2

Deelt u de zorgen van Nationale Drugscommissariaat in België over de opkomst van fentanyl?2 Zo nee, wat is uw inschatting ten aanzien van de kans dat deze drug ook in Nederland grootschaliger, buiten het medische circuit, zal worden gesignaleerd en gebruikt?

Vraag 3

Herkent u de signalen uit België dat fentanyl nog niet in pure vorm maar al wel vermengd met andere drugs opduiken, «omdat criminele organisaties deze drug met andere drugs vermengen zodat gebruikers sneller verslaafd geraken»?3 Zo nee, waarom niet? Kunt u hier ook recent cijfermatig inzicht in verschaffen?4

Vraag 4

Herkent u de signalen dat met name gemarginaliseerde groepen, waaronder dak- en thuisloze verslaafden die crack gebruiken, kwetsbaar zouden kunnen zijn?5 Zo ja, op welke wijze borgt u dat ontwikkelingen in deze moeilijk te bereiken groep goed gemonitord worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Kunt u een update geven van de inzichten die via het Europese projectStrengthening health systems’ preparedness to timely and effectively respond to increases in prevalence, use and harms of Synthetic Opioids (SO-PREP) zijn opgedaan?6

Vraag 6

Kunt u uiteenzetten welke (concrete) voorbereidingen in Nederland reeds zijn getroffen ter voorbereiding? Kunt u voor zover bij u bekend hierin ook lokale initiatieven benoemen?

Vraag 7

Deelt u de mening dat het verstandig is om ons goed voor te bereiden op de mogelijkheid dat fentanyl veelvuldiger in Nederland gaat opduiken?

Vraag 8

Kunt u toelichten welke (infra)structuur, inclusief de organisaties die hierin een sleutelrol vervullen, in Nederland verantwoordelijk is voor de preventie, voorlichting en «harm reduction» als dit scenario zich voordoet?

Vraag 9

Hoe beoordeelt u de verhouding tussen het jaarlijks beschikbare publieke budget voor preventie, verslavingszorg en harm reduction enerzijds en de repressieve aanpak anderzijds in het licht van de primaire doelstelling van het drugsbeleid? Herkent u dat het om ongeveer een factor 100 verschil gaat?

Vraag 10

Waarom kiest u ervoor om deze verhouding nog verder scheef te laten groeien met de door u aangekondigde bezuinigingen op preventie en harm reduction, en de gelijktijdig intensivering op de repressieve aanpak?7

Vraag 11

Kunt u toelichten hoe deze beleidskeuzes zich verhouden tot het streven om evidence based beleid te maken, oftewel: uit welk onderzoek volgt dat deze verdere scheefgroei effectief bijdraagt aan de door u beoogde doelstellingen van het drugsbeleid?

Vraag 12

Wat is uw reactie in dit kader op de dringende oproep van meer dan 100 organisaties en experts om «niet af te breken wat er de afgelopen jaren is opgebouwd, om de aangekondigde bezuinigingen terug te draaien en echt in te zetten op de gezondheid van Nederland»?8

Vraag 13

Welke gevolgen heeft het afbouwen van het budget voor Trimbos voor de kennispositie van het rijk en gemeenten?

Vraag 14

Deelt u de mening dat het in het licht van de mogelijke opkomst van synthetische opioïden in Nederland, de überhaupt snel veranderende drugsmarkt en de overlast van personen met onbegrepen of verward gedrag zeer onverstandig is om de subsidie van Stichting Mainline, die al sinds 1990 gespecialiseerd zijn in het bevorderen van de gezondheid van gemarginaliseerde groepen (zoals dak- en thuislozen) die drugs gebruiken en uitstekend gepositioneerd zijn om ontwikkelingen in deze groepen te signaleren, volledig af te bouwen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 15

Bent u bereid deze vragen afzonderlijk en uiterlijk voor de behandeling van de ontwerpbegroting Justitie en Veiligheid te beantwoorden?

Mededeling

De vragen van de leden Sneller en Paulusma (beiden D66) over de voorbereiding op het vaker opduiken van fentanyl in Nederland (2024Z16550) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat de benodigde afstemming meer tijd vraagt.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven