Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 531 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 531 |
Bent u bekend met het bericht «Europese miljarden voor bestrijding migratie in Afrika komen nauwelijks goed terecht: «school zonder elektriciteit kreeg blender cadeau»»?1
Graag verwijs ik voor de beantwoording van deze Kamervragen naar de kabinetsappreciatie van het rapport van de Europese Rekenkamer die uw Kamer gelijktijdig toekomt.
Het betreft hier een kritisch rapport van de Europese Rekenkamer dat tekortkomingen bloot legt in de programmering van de Europese Commissie. Dit gaat ten koste van de effectiviteit van de uitgaven en draagt soms bij aan mensenrechtenschendingen. Om dit te voorkomen is het cruciaal dat alle aanbevelingen met hoge urgentie worden opgevolgd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat ze dat wil gaan doen. Nederland zal er bij de Europese Commissie stevig op aandringen dat dit ook gebeurt en zal de Europese Commissie vragen de lidstaten hierover te informeren.
Deelt u de mening van de Europese Rekenkamer dat de inzet van deze 4,5 miljard euro nauwelijks impact heeft gehad? Zo ja, wat ziet u als belangrijkste oorzaken? Zo nee, waarom niet?
Dit kabinet deelt deze interpretatie van deze genoemde conclusies niet en verwijst voor een nadere appreciatie naar eerder genoemde kamerbrief.
Deelt u de mening dat dit onbestaanbaar zou moeten zijn en dat het onacceptabel is dat er op deze wijze met belastinggeld wordt omgegaan?
Nederland vindt het van belang dat de middelen voor Europese ontwikkelingshulp ook worden ingezet om bij te dragen aan het verkrijgen van grip op migratie. Uiteraard dient de inzet van die middelen wel rechtmatig en doelmatig te zijn en plaats te vinden binnen de kaders van het internationaal en humanitair. In algemene zin geldt dat er niet één pasklare formule is voor inzet op basis waarvan de grip op migratie wordt vergroot. Dit is een leerproces en bovendien is effectieve inzet afhankelijk van de specifieke context. Op basis van de informatie uit het rapport van de Europese Rekenkamer concludeert het kabinet dat er met EUTF-fondsen resultaten behaald zijn, die ten minste gedeeltelijk hebben bijgedragen aan de overkoepelende doelen van de projecten.
Bent u bekend met de aanbevelingen die de Europese Rekenkamer heeft gedaan in haar rapport? Zo ja, zijn deze aanbevelingen volgens u voldoende om Europees geld efficiënter te besteden? Zo niet, wat kan er volgens u nog meer worden aanbevolen?
Het kabinet verwelkomt deze aanbevelingen en deelt de visie van de Europese Rekenkamer dat implementatie ervan zal bijdragen aan de verhoogde effectiviteit van de inzet en de reductie van risico’s. Het kabinet vindt het positief dat de Europese Commissie heeft aangegeven alle aanbevelingen over te zullen nemen.
Wat vindt u van de uitspraak van een lid van de Europese Rekenkamer dat er te weinig focus was bij de besteding van de Europese gelden ten aanzien van de bestrijding van migratie uit Afrika?
Dit is een conclusie die ook in het rapport getrokken wordt. Het kabinet kan instemmen met de aanbeveling dat met het aanbrengen van meer focus effectiever kan worden bijgedragen aan het verkregen van grip op migratie.
Wat zou volgens u de focus moeten zijn ten aanzien van de besteding van Europese gelden in het kader van het tegengaan van migratie uit Afrika en op welke wijze kunnen wij hier vanuit Nederland op sturen?
Het Nederlandse beleid richt zich op het krijgen van grip op migratie, onder andere door het bevorderen van terugkeermogelijkheden, het terugdringen van irreguliere migratie, inclusief mensenhandel en mensensmokkel, en het beschermen van vluchtelingen en migranten. Daarnaast is Nederland actief in het ondersteunen veilige van opvang van vluchtelingen in de regio, om zo doorreis te beperken. Zo kunnen vluchtelingen als de situatie verbeterd in het land van herkomst ook makkelijker terug. Dit is veelal een wederzijds belang met de landen waarmee Nederland al dan niet via de EU mee samenwerkt.
Zijn er bij u nog meer voorbeelden bekend van geld dat niet goed terecht is gekomen dan reeds in het artikel benoemd? Zo ja, vanaf wanneer was u hiervan op de hoogte?
Het kabinet is niet bekend met andere voorbeelden van projecten of programma’s gefinancierd uit het EUTF waarbij geld niet goed besteed wordt, anders dan die genoemd worden in het rapport van de Europese Rekenkamer.
Kunt u aangeven hoeveel van deze gelden uit Nederland afkomstig zijn en hoeveel geld er het komende jaar vanuit Nederland wordt afgedragen aan de EU voor het tegengaan van migratie uit Afrika?
Het EUTF bestond uit € 5 miljard aan bijdragen. € 4,4 miljard daarvan kwam uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), waarvan het Nederlandse aandeel in de afdrachten 4,78% was voor het 11e EOF, en € 623 miljoen uit bilaterale bijdragen van EU lidstaten, het VK, Noorwegen en Zwitserland, waarvan € 29,362,000 euro van Nederland (t/m 31/12/2023). Sinds 2021 is het EUTF opgegaan in het instrument voor nabuurschap en internationale samenwerking (NDICI), dat onderdeel uitmaakt van de EU-begroting, en waarvan mede op Nederlands aandringen indicatief 10% naar migratie gaat. Het Nederlandse aandeel in de afdrachten aan de EU begroting is 6,1% (bni-sleutel).
Wat doet u eraan om de EU de gelden die zij vanuit Nederland krijgt effectief te laten besteden?
De Europese Commissie is verantwoordelijk voor de besteding van de EU-middelen voor migratie. Nederland dringt erop aan dat deze middelen effectief en binnen de kaders van het internationaal en humanitair recht worden besteed. Nederland heeft als lidstaat inspraak in de programmering die Europese Commissie via de reguliere EU-gremia. Nederland spant zich er in Europees verband bijvoorbeeld voor in om de toetsing en monitoring van de mensenrechtensituatie te versterken. Bovendien zoekt Nederland waar mogelijk synergiën tussen de Nederlandse en Europese inzet en programmering, om zo de kans op duplicatie van projecten te minimaliseren en gelden zo efficiënt mogelijk in te zetten (zie ook vraag 14).
Op welke wijze heeft u contact met de Europese Commissie over de bestrijding van migratie vanuit Afrika?
EU-lidstaten, waaronder Nederland, hebben via de reguliere EU-gremia geregeld contact met de Europese Commissie over het thema migratie in relatie tot derde landen, inclusief landen op het Afrikaanse continent. Het contact verloopt op reguliere basis en ad hoc als de actualiteit daar aanleiding toe geeft. Grip op migratie krijgen is een prioriteit van dit kabinet en wij kaarten het thema dan ook op verschillende niveaus aan bij de Europese Commissie.
Wat vindt u ervan dat onderzoeksteams van de Europese Rekenkamer in Libië geen toegang kregen tot detentiecentra om controles uit te voeren op het gebied van mensenrechten?
Wij zijn niet bekend met de omstandigheden waaronder de Europese Rekenkamer de toegang werd ontzegd. De Europese Rekenkamer is primair verantwoordelijk voor het controleren van de EU-uitgaven en heeft geen mandaat om mensenrechtencontroles uit te voeren in detentiecentra.
Bent u voornemens dit aan te kaarten tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkeling? Zo ja, wat gaat uw inzet zijn? Zo nee, waarom niet?
Het rapport van de Europese Rekenkamer wordt momenteel al besproken in een van de raadswerkgroepen, waar Nederland op ambtelijk niveau aan deelneemt. Indien blijkt dat dit niet afdoende is, kan Nederland dit ook in andere fora opbrengen. Een mogelijk forum is de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking.
Nederland heeft een aantal goedlopende partnerschappen in verschillende regio’s waar migratie een relevant thema is,waarbinnen het een aantal best practices heeft ontwikkeld. Zo werkt Nederland via het PROSPECTS programma met vijf verschillende VN en Wereldbank partners aan een integrale aanpak ter ondersteuning voor opvang in de regio, met name op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en vluchtelingenbescherming. Daarnaast bestaat COMPASS, een platform voor strategische samenwerking op migratie tussen Nederland, IOM en de veertien landen waarin het programma geïmplementeerd wordt. Eerder dit jaar heeft Nederland een bezoek gebracht aan de Europese Commissie om deze partnerschappen te presenteren en te bespreken hoe de EU-inzet daarop aansluit of van kan leren.
De uitvoering van het EUTF Afrika loopt eind 2025 af; zijn de EU en Nederland voornemens om dit programma te verlengen en zo niet, kan de Nederlandse bijdrage anders worden betrokken bij migratiedeals?
Het EUTF-instrument zal eind 2025 uitgefaseerd zijn en wordt niet verlengd. Het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), waarvan indicatief 10% wordt ingezet op migratie, loopt door tot 2027. Nederland blijft zich ervoor hard maken dat deze middelen door de Europese Commissie zo effectief mogelijk worden ingezet. Het is hierbij van belang dat lessen worden getrokken uit eerdere Europese inzet en ervaringen van Europese lidstaten met programma’s op het gebied van migratie. Er bestaat, zoals ook gesteld in vraag 4, geen pasklare formule om grip op migratie te vergroten. Het is een leerproces hoe de middelen het meest effectief en binnen de kaders van het internationaal en humanitair recht, kunnen worden ingezet. Daarbij zal Nederland ook het gesprek aangaan hoe deze inzet eventueel onderdeel kan zijn van brede partnerschappen met derde landen, die tot doel hebben in belangen van beide partijen te voorzien. Voor de EU zijn die belangen onder andere een betere grip op migratie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-531.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.