Vragen van de leden Rooderkerk en Paternotte (beiden D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de niet ingevulde bezuiniging op het basis- en voortgezet onderwijs en het mbo (ingezonden 24 september 2024).

Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 265.

Vraag 1

Waarom is het niet gelukt om deze bezuinigingen te verwerken in de OCW-begroting?

Antwoord 1

De Tweede Kamer is op 24 oktober 2024 geïnformeerd over de concrete verwerking van de subsidietaakstelling op de OCW-begroting, met een Kamerbrief en een nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2025.

De voorlopige verwerking, zoals opgenomen in de ontwerpbegroting die op Prinsjesdag is gepresenteerd, komt daarmee te vervallen.

Wij hebben een welbewuste keuze gemaakt bij het voorlopig verwerken van de subsidietaakstelling (maatregel 40) uit het Hoofdlijnenakkoord. Die keuze is ook nader toegelicht in de Kamerbrief van 18 september 2024 in reactie op verzoek van het lid Jetten voorafgaand aan de Algemene Politieke Beschouwingen1.

De subsidietaakstelling is € 75 miljoen in 2025 en loopt op tot structureel € 361 miljoen. De taakstelling is voor 2025 ingevuld met concrete maatregelen. Deze maatregelen zijn verwerkt in de ontwerpbegroting van OCW die op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De ontwerpbegroting heeft betrekking op het jaar 2025 en voor OCW was het van groot belang dat de Tweede Kamer op Prinsjesdag een ontwerpbegroting zou ontvangen waarin de taakstelling voor 2025 concreet was verwerkt. Dit om het parlement in staat te stellen haar budgetrecht zo goed mogelijk uit te oefenen. Daarnaast zijn de betrokken instellingen en organisaties onlangs geïnformeerd over het voornemen tot beëindiging of vermindering van subsidie of bekostiging.

Vraag 2

Kunt u de verdeling van de bezuiniging binnen twee weken naar de Kamer sturen? Zo nee, wanneer dan wel?

Antwoord 2

Sinds de start van dit kabinet hebben wij een zorgvuldig en verantwoord besluitvormingsproces gevolgd om de subsidietaakstelling structureel uit te werken. Tegelijk erkennen wij het belang van een goede parlementaire behandeling en respecteren wij het budgetrecht van uw Kamer. OCW informeert de Tweede Kamer ruim vóór de begrotingsbehandeling hoe de subsidietaakstelling vanaf 2026 structureel wordt ingevuld middels de voornoemde Kamerbrief en een nota van wijziging op de ontwerpbegroting.

Vraag 3

Waarom is ervoor gekozen om de bezuiniging in te boeken op allerlei initiatieven voor het basis- en middelbaar onderwijs en stageplekken voor (voornamelijk) mbo-studenten, ondanks uw claim dat er geen inhoudelijke keuzes zijn gemaakt?

Antwoord 3

Het feit dat subsidiebudgetten in de Ontwerpbegroting met dergelijke grote bedragen zijn verlaagd, vooruitlopend op een nota van wijziging met structurele invulling van de taakstelling, roept veel vragen op. Dat is begrijpelijk.

In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de ombuigingen volgend uit het akkoord worden verwerkt op de departementale begrotingen bij ontwerpbegroting 2025. Dit geldt dus ook voor de subsidietaakstelling.

Omdat meer tijd nodig was om de subsidietaakstelling in te vullen is er gekozen om de subsidietaakstelling voorlopig te verwerken op drie grote subsidiebudgetten. De budgetten in de begroting zijn verlaagd, maar er werden vooralsnog géén concrete maatregelen genomen en er waren geen consequenties in de buitenwereld. Dit staat ook toegelicht in de begroting en in de voornoemde Kamerbrief van 18 september 2024.

Er is specifiek gekozen voor deze drie subsidiebudgetten omdat dit grote subsidiebudgetten zijn. Er is geen individueel subsidiebudget op de OCW-begroting dat groot genoeg is om de volledige subsidietaakstelling op te verwerken. Daarom heeft OCW het aantal subsidiebudgetten waarop de taakstelling wordt ingeboekt zo klein mogelijk gehouden.

Vraag 4

Deelt u dat deze initiatieven van onmisbare waarde zijn voor kinderen en jongeren?

Antwoord 4

In de voornoemde Kamerbrief wordt de concrete verwerking van de subsidietaakstelling toegelicht.

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op onderwijs aan zieke leerlingen en Ziezon?

Antwoord 5

Ja, dat kunnen wij bevestigen. De budgetten die zijn bedoeld voor de huidige activiteiten van «onderwijs aan zieke leerlingen» en Ziezon zijn geen onderdeel van de invulling van de subsidietaakstelling. Ook na invulling van de subsidietaakstelling blijft hier budget voor beschikbaar.

Dit geldt ook voor de activiteiten en organisaties die worden genoemd in vragen 6 t/m 11; te weten het omzetten van lesmateriaal naar braille door Dedicon, onderwijs aan nieuwkomers door lowan, Ouders & Onderwijs, het Nederlands Gebarencentrum, het LAKS en de techniekhavo.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op het omzetten van lesmateriaal naar braille door Dedicon?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op onderwijs aan nieuwkomers door lowan?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 8

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op Ouders & Onderwijs?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op het Nederlands Gebarencentrum?

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 10

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op het LAKS?

Antwoord 10

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 11

Kunt u bevestigen dat u niet gaat bezuinigen op de techniekhavo?

Antwoord 11

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 12

Als u niet van plan bent om deze initiatieven weg te bezuinigen, heeft u contact gehad met de betrokken organisaties om deze boodschap te delen? Vindt u het een voorbeeld van goed bestuur om een bezuiniging ergens in te boeken zonder daarover met de betrokken organisaties te spreken?

Antwoord 12

Hier is helder over gecommuniceerd. Het oogmerk van zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid ziet ook op de relatie tussen OCW en subsidieontvangers. OCW heeft in deze relatie vanzelfsprekend goed bestuur te betrachten. De wijze van verwerking in de begroting heeft hier in grote mate mee te maken.

De ontwerpbegroting van OCW wordt namelijk samen met de nota van wijziging door het parlement geautoriseerd, nadat het parlement ook over de subsidietaakstelling haar oordeel heeft uitgesproken. Omdat de nota van wijziging gaat over de subsidietaakstelling vanaf 2026 kunnen organisaties ruim van tevoren worden geïnformeerd zodat zij rekening kunnen houden met de consequenties van de subsidietaakstelling.

Daarnaast heeft OCW met betrokken organisaties gesprekken gevoerd die consequenties ondervinden van de subsidietaakstelling.

Vraag 13

Deelt u dat het waardevol is voor mbo-studenten om in de praktijk te leren? Zo ja, waarom boekt u dan een bezuiniging hierop in?

Antwoord 13

De korting op de Regeling Praktijkleren staat toegelicht in de voornoemde Kamerbrief.

Vraag 14

Hoeveel stageplekken worden nu gefinancierd vanuit de subsidieregeling praktijkleren?

Antwoord 14

In 2024 worden ongeveer 170.000 leerwerkplaatsen (in de sectoren vo, mbo en hbo en wo) gefinancierd via de Regeling praktijkleren.

Vraag 15

Hoeveel stageplekken gaan er naar inschatting verloren door een mogelijke bezuiniging van 152 miljoen euro op een totaal van 250 miljoen euro voor deze plaatsen?

Antwoord 15

Wij vinden het niet opportuun om te reflecteren op een voorlopige verwerking van een mogelijke bezuiniging. In de voornoemde Kamerbrief wordt de concrete verwerking van de subsidietaakstelling nader toegelicht. De Regeling praktijkleren wordt vanaf 2030 structureel met circa € 11,9 miljoen verlaagd. Dit heeft naar verwachting weinig significante impact gezien het feit dat in de toekomst in het mbo de studentenaantallen nog zullen dalen.

Vraag 16

Heeft u gesproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en het mbo over deze bezuiniging?

Antwoord 16

Er is gesproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en het mbo om toe te lichten dat de voorlopige verwerking van de subsidietaakstelling, op het subsidiebudget «Regeling praktijkleren», in de begroting geen inhoudelijke consequenties heeft.

Vraag 17

Kunt u alle onderliggende stukken bij de totstandkoming van de OCW-begroting én de onderwijsparagraaf van het regeerprogramma met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 17

Wanneer de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de invulling van de subsidietaakstelling, dan worden alle beslisnota’s die ten grondslag hebben gelegen aan die Kamerbrief en de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2025 actief openbaar gemaakt.

Verdere onderliggende stukken bij de onderwijsparagraaf van het Regeerprogramma worden op grond van eenheid van kabinetsbeleid niet openbaar gemaakt.

Vraag 18

Wanneer bent u op de hoogte gebracht van de totaalsom die uw ministerie moet bijdragen aan de rijksbrede subsidietaakstelling?

Antwoord 18

In het Hoofdlijnenakkoord is bepaald dat de subsidietaakstelling wordt verdeeld naar rato van de subsidiegrondslag op de begrotingen waarbij de grondslag eerst wordt verlaagd met de specifieke budgetkortingen uit het hoofdlijnenakkoord. De uitwerking van deze verdeling is door het Ministerie van Financiën gedeeld met de overige departementen op 3 juli 2024 ten behoeve van de ministerraad van 5 juli 2024 waar het kabinet heeft ingestemd met de Startbrief. De Startbrief is een kabinetsinterne brief en bevat de technische vertaling van de budgettaire afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord naar de Rijksbegroting. Het besluit over de Startbrief is gepubliceerd in de besluitenlijst van de ministerraad van 5 juli 2024.

Vraag 19

Welke subsidieregelingen zijn nog meer overwogen bij het inboeken van deze additionele bezuiniging van bijna 400 miljoen euro per jaar structureel?

Antwoord 19

De invulling van de subsidietaakstelling is bezien over de volle breedte van de OCW-begroting. In de voornoemde kamerbrief wordt de concrete verwerking van de subsidietaakstelling toegelicht.

Vraag 20

Waarom is er, vergeleken met voorgaande jaren, in het subsidieoverzicht voor artikelen 1 en 3 van de OCW-begroting voor 2025 een nieuwe post «overige subsidies» gecreëerd op de OCW-begroting om op te bezuinigen?

Antwoord 20

De post «Overige subsidie» is niet nieuw en staat al lange tijd in de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid» van de begrotingsartikelen 1 (Primair onderwijs) en 3 (Voortgezet onderwijs). De begroting van OCW bevat ook een bijlage met een subsidieoverzicht per begrotingsartikel. Dit subsidieoverzicht sluit aan op de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid» bij de begrotingsartikelen. De post «Overige subsidies» is in de ontwerpbegroting 2025 toegevoegd aan het subsidieoverzicht in de bijlage om het overzicht beter aan te laten sluiten op de voornoemde tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid».

Vraag 21

Welk selectiecriterium ligt eraan ten grondslag om gerekend te worden tot «overige subsidies»?

Antwoord 21

In de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid» bij de begrotingsartikelen wordt een uitsplitsing gemaakt van het instrument subsidies. De prioriteiten van dit kabinet en de grote budgetten worden op een aparte regel genoemd. Dit geldt bijvoorbeeld voor subsidieregelingen als Basisvaardigheden en School en Omgeving. Ook grote instellingssubsidies zoals Kennisnet worden apart vermeld. De overige, kleinere instellingssubsidies, projectsubsidies en kleinere subsidieregelingen worden niet apart genoemd, maar zijn onderdeel van de regel «Overige subsidies». Een nadere uitsplitsing van alle subsidies per artikel is opgenomen in het Subsidieoverzicht in Bijlage 4 van de begroting.

Vraag 22

Kunt u deze vragen binnen twee weken elk afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 22

Op 15 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer een uitstelbrief ontvangen voor de beantwoording van deze vragen, omdat voor de beantwoording meer tijd nodig was. In de antwoorden op de vragen 6 t/m 11 wordt verwezen naar het antwoord op vraag 5.


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600, nr. 8

Naar boven