Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur over het bericht «Klimaatminister voorspelt dat haar eigen beleid niet voldoende is» (ingezonden 30 september 2024).

Antwoord van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) (ontvangen 23 oktober 2024).

Vraag 1

Deelt u de mening die is geformuleerd in de volgende uitspraak dat «je geen helderziende hoeft te zijn» om in te zien dat het regeerprogramma ontoereikend is om de klimaatdoelen voor 2030 te halen?1

Antwoord 1

In hoeverre met het huidige, voorgenomen en geagendeerde beleid de klimaatdoelen voor 2030 gehaald worden, zal moeten blijken uit de Klimaat- en Energieverkenning van 2024 die op 24 oktober aanstaande gepubliceerd wordt.

Vraag 2

Hoe schat u de klimaateffecten in van de huidige beleidsinzet op landbouw, bijvoorbeeld door het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de herintroductie van rode diesel en het schrappen van het «Plan van aanpak mestmarkt», met daarin de graslandnorm (Kamerstuk 2024D22332)?

Antwoord 2

Uit de KEV 2024 van PBL zal blijken welk klimaat-relevante landbouwbeleid van het Hoofdlijnenakkoord is meegenomen in de ramingen. Deze ramingen bevatten ook de klimaateffecten van eerder vastgesteld, voorgenomen en geagendeerd landbouwbeleid. De klimaateffecten van specifieke maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord zijn daarom lastig vast te stellen. Het Klimaatplan 2025–2035

zal de contouren van nieuw beleid bevatten, dit kan vervolgens ook worden

meegenomen in de ramingen van PBL.

Vraag 3

Kunt u een inschatting geven van de extra uitstoot van de landbouwsector als gevolg van de introductie van rode diesel? Hoeveel voertuigen maken hier gebruik van?

Antwoord 3

Rode diesel is diesel die onder een lager accijnstarief valt. Het herinvoeren van rode diesel heeft dus een effect op de prijs, niet per definitie op de hoeveelheid diesel die gebruikt wordt door landbouwvoertuigen en/of de CO2-uitstoot. Het kabinet werkt momenteel deze maatregel om de brandstofkosten voor de landbouwsector te verlagen verder uit. Onderdeel van deze uitwerking zal ook een impactanalyse zijn waarin onder andere wordt gekeken naar het aantal landbouwvoertuigen, het brandstofverbruik en of er effecten zijn op de CO2-uitstoot.

Vraag 4

Vindt en verwacht u dat aanvullend beleid nodig is binnen de landbouwsector en in het landgebruik om de klimaatdoelen voor 2030 te halen? Zo ja, aan welke maatregelen denkt u dan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De opgave voor de landbouw en het landgebruik om de klimaatdoelen voor 2030 te realiseren is fors. Bij de Voorjaarsbesluitvorming zal op basis van de KEV 2024 hierover verder besloten worden.

Vraag 5

Onderschrijft u de aanbeveling van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de «Keuzewijzer Klimaat» 3 dat aanvullend beleid nodig is en dat zo snel mogelijk moet worden begonnen met de voorbereiding daarvan?2

Antwoord 5

Ik heb kennis genomen van de aanbevelingen van het PBL en de Keuzewijzer Klimaat. Bij de Voorjaarsbesluitvorming zal op basis van de KEV 2024 hierover verder besloten worden.

Vraag 6

Hoe vaak hebt u persoonlijk contact met de Minister van Klimaat en Groene Groei over de klimaatdoelen en het klimaatbeleid sinds de publicatie van het hoofdlijnenakkoord?

Antwoord 6

Sinds de publicatie van het hoofdlijnenakkoord heb ik meermaals contact gehad met de Minister van Klimaat en Groene Groei.

Vraag 7

Zo ja, welk aanvullend beleid heeft u voor ogen? Zo nee, kunt u uitgebreid toelichten waarom dat niet het geval is?

Antwoord 7

Zie antwoord op vraag 4.

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur (de week van 15 oktober 2024)?

Antwoord 8

Helaas is dat niet gelukt.


X Noot
1

Volkskrant, 25 september 2024, «Klimaatminister voorspelt dat haar eigen beleid niet voldoende is» (Klimaatminister voorspelt dat haar eigen beleid niet voldoende is | de Volkskrant)

X Noot
2

PBL, 12 juni 2024, «Reflectie PBL op het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028» (Reflectie PBL op het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028 | Planbureau voor de Leefomgeving)

Naar boven