Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Asiel en Migratie over enkele gedane uitspraken en de ministeriële verantwoordelijkheid (ingezonden 27 september 2024).

Antwoord van Minister Faber-van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 17 oktober 2024).

Vraag 1, 2 en 3

Wat bedoelde u met de uitspraak «Het COA was op de hoogte, heeft hier maandenlang de tijd voor gehad» in reactie op de extra plaatsing van één à twee asielzoekers per opvanglocatie?1

Hoe is deze uitspraak te rijmen met de verantwoordelijkheid van de Minister voor de Zelfstandige Bestuursorganen die onder haar ministerie vallen, in dit geval het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)?

Wat bedoelde u met de uitspraak in het commissiedebat Vreemdelingen- en Asielbeleid van 12 september 2024 dat het COA slechts opdrachtnemer is en het logisch is dat zij haar opdrachtnemer aanspreekt als zij de opdracht onjuist uitvoeren? Bent u van mening dat het COA publiekelijk aanspreken de gewenste gang van zaken is, gelet op uw ministeriële verantwoordelijkheid?

Antwoord 1, 2 en 3

Het COA streeft in zijn algemeenheid naar een bezettingsgraad van 91% voor opvanglocaties om redenen van leefbaarheid en beheersbaarheid. Om te voorkomen dat asielzoekers buiten moeten slapen zet het COA de afgelopen periode iedere opvanglocatie maximaal in, met het resultaat dat het landelijke bezettingspercentage tussen de 99% en 100% ligt. Mijn inzet was om alles op alles te zetten om aan de bestuurlijke afspraken met Ter Apel te voldoen en het aantal asielzoekers daar onder de 2.000 te krijgen. Derhalve is vanuit het ministerie het COA dringend verzocht, in een ultieme poging te voldoen aan de bestuurlijke afspraken, één á twee asielzoekers extra per opvanglocatie door te plaatsen.

Vraag 4

Vindt u in algemene zin dat u hoort te staan voor die organisaties en medewerkers van die organisaties die onder haar verantwoordelijkheid vallen? Waarom (niet)?

Antwoord 4

Ja

Vraag 5

Kunt u toelichten hoe u deze uitspraken ziet in het licht van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de «notitie ministeriële verantwoordelijkheid bij zelfstandige bestuursorganen» (Kamerstuk 35 387, nr. 2), waarin onder andere staat dat de Minister verantwoordelijk is voor de uitvoerbaarheid van het beleid van zelfstandig bestuursorganen (zbo's)?

Antwoord 5

Het is mijn verantwoordelijkheid als Minister om uw Kamer transparant te informeren naar aanleiding van vragen die de Kamer heeft. In dat kader heb ik deze uitleg gegeven. Of de betrokken uitvoeringsorganisatie een ZBO is, is voor de transparantie die ik betracht niet relevant.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het prima is ambtenaren en zbo’s achter de schermen aan te spreken op de uitvoering, maar dat niemand in Nederland baat heeft bij het publiekelijk onder de bus gooien van hardwerkende uitvoerders? Hoe kijkt u in dat licht naar uw uitspraak tijdens het commissiedebat Vreemdelingen- en asielbeleid van 12 september 2024 dat «je zou denken dat je interne documenten ook intern houdt, maar de brief die ik heb gestuurd, lag diezelfde avond bij De Telegraaf.»?

Antwoord 6

Ik deel uw mening dat niemand in Nederland er bij gebaat is dat hardwerkende uitvoerders als zondebok gebruikt worden. Dat staat los van het feit dat interne documenten ook intern dienen te blijven.

Vraag 7

Bent u bereid dit soort uitspraken voortaan voor zich te houden?

Antwoord 7

Ik vind het van belang uw Kamer mee te blijven nemen in mijn afwegingen zoals ik hierboven ook uiteen heb gezet.


X Noot
1

Metro, 30 augustus 2024, Minister Faber geeft COA schuld van «haast bij plaatsen extra asielzoekers»: «Was op de hoogte» (www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2024/08/extra-plaatsing-asielzoekers-veroorzaakt-onrust-br/).

Naar boven