Vragen van het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) aan de Minister-President en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het voorkomen van een volgend toeslagenschandaal (ingezonden 9 oktober 2024).

Mededeling van Minister-President Schoof (Algemene Zaken) (ontvangen 16 oktober 2024).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het rapport «Blind voor mens en recht» van de enquêtecommissie Fraudebestrijding en Dienstverlening waarin op 26 februari 2024 werd geconcludeerd dat een volgend toeslagenschandaal morgen weer kan gebeuren?

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat de overheid, en in het bijzonder de Minister-President, er alles aan moet doen om zo snel mogelijk te voorkomen dat een volgend schandaal morgen weer kan gebeuren?

Vraag 3

Waarom duurt het dan zo lang voordat dit kabinet inhoudelijk reageert op het enquêterapport over een van de grootste bestuurlijke schandalen van de afgelopen jaren?

Vraag 4

Bent u op de hoogte van de aangenomen motie-Stultiens c.s.1, ingediend door 13 Kamerfracties, waarin de conclusies en aanbevelingen uit het rapport worden onderschreven, het kabinet op 25 april 2024 werd verzocht om op korte termijn met een reactie te komen en varianten aan de Kamer te sturen hoe de 19 aanbevelingen opgevolgd kunnen worden?

Vraag 5

Kunt u, voordat het herfstreces begint, bij alle 19 aanbevelingen, één voor één, aan de Kamer laten weten hoe het kabinet voornemens is om deze uit te gaan voeren?

Mededeling

Op 9 oktober 2024 zijn door het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) schriftelijke vragen gesteld over «het voorkomen van een volgend toeslagenschandaal» (uw kenmerk: 2024Z15417). Graag informeer ik u dat ik de beantwoording van deze vragen heb overgedragen aan de Minister van SZW. De Minister van SZW is coördinerend bewindspersoon voor de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraude en dienstverlening.


X Noot
1

Kamerstuk 35 867, nr. 9.

Naar boven