Vraag van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de «NAVO-verplichtingen» met betrekking tot «pandemische paraatheid» (ingezonden 5 juni 2025).

Antwoord van Minister Danielle Jansen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 juli 2025).

Vraag 1

Waar, wanneer, door wie en op welke wijze (mondeling en/of schriftelijk, wel of niet vertrouwelijk etc.) bent u op de hoogte gesteld van de «NAVO-verplichtingen» met betrekking tot «pandemische paraatheid»?

Antwoord 1

Er zijn geen «NAVO-verplichtingen» met betrekking tot «pandemische paraatheid». Zodoende heeft dat logischerwijs ook nooit aan de orde kunnen zijn op welk moment en op welke wijze dan ook.

Wel vraagt de NAVO van bondgenoten om hun zorgsysteem zo in te richten dat deze voorbereid is op crisis en conflict, zodat de continuïteit van de zorg voor militairen en burgers ten alle tijden in stand gehouden kan worden. Dat is een begrijpelijke vraag, want we moeten in een dergelijke situatie goed voor onze soldaten zorgen. Infectieziekten zijn een van de dreigingen waar een weerbare zorg zich tegen moet wapenen.

Deze inzet is in lijn met de kabinetsbrede brief «Weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen» die 6 december 2024 aan de Kamer is verzonden1. Daarin wordt in samenhang uiteengezet wat een weerbare maatschappij inhoudt en welke opgave er ligt om deze te bereiken. De zorg maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In de uitwerking wordt rekening gehouden met verschillende dreigingen, zowel qua omvang als impact: (hybride) conflicten, natuurrampen of pandemieën.


X Noot
1

Kamerstukken II 2024/25, 30 821, nr. 249.

Naar boven