Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over de haatactie van Pegida in Den Haag (ingezonden 18 augustus 2023).

Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 27 september 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met de aangekondigde haatactie van Pegida aanstaande vrijdag in Den Haag, waarbij zij een Koran dreigen te verscheuren of verbranden?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid om deze haatactie ondubbelzinnig en in ferme bewoordingen af te keuren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het in het openbaar schenden van een koran kan gezien worden als een verwerpelijke, provocerende en aanstootgevende actie die op geen enkele manier de opvattingen van de Nederlandse regering reflecteert.

Tegelijkertijd is de vrijheid van meningsuiting in Nederland een grondrecht en daarmee een essentieel onderdeel van onze democratische rechtsstaat. Daarom komt het een hoge mate van bescherming toe, ook als de uitoefening daarvan ons niet bevalt. In het concrete geval is het uiteindelijk aan de rechter om de grenzen van de vrijheid van meningsuiting aan te geven.

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze haatactie verboden moet worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Hiervoor verwijzen wij naar de antwoorden op uw vragen (specifiek vraag 5) van 4 augustus 2023 over het bericht «Deense regering wil koranverbrandingen voorkomen met wet» (2023Z14007).

Vraag 4

Bent u bereid om in de richting van de burgemeester van Den Haag aan te dringen op een verbod van de haatactie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De Wet openbare manifestaties (Wom) legt de verantwoordelijkheid voor het faciliteren van demonstraties bij het lokale gezag. Daarom is het niet aan ons om te bepalen op welke manier de burgemeester van Den Haag omgaat met demonstraties. Verder verwijs ik u naar de antwoorden op uw vragen (specifiek vragen 5 en 6) van 4 augustus 2023 over het bericht «Deense regering wil koranverbrandingen voorkomen met wet» (2023Z14007).

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze haatactie een onbezonnen en onacceptabele provocatie is die onze diplomatieke relatie met Türkiye op het spel zet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 acht het kabinet dit een bewust provocerende en aanstootgevende actie. Tegelijkertijd is de vrijheid van meningsuiting in Nederland een grondrecht en daarmee een essentieel onderdeel van onze democratische rechtsstaat.

Net als andere landen heeft Turkije herhaaldelijk afkeuring uitgesproken over diverse Koranschendingen. Dit onderwerp komt tevens aan de orde in gesprekken met de Turkse autoriteiten. Over de inhoud daarvan kunnen vanwege het vertrouwelijke bilaterale karakter geen uitspraken worden gedaan.

Vraag 6

Bent u bereid om deze vragen morgen voor 14:00 uur te beantwoorden?

Antwoord 6

Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming is het niet gelukt de vragen voor 19 augustus 14:00 uur of binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden.

Naar boven