Vragen van de leden Chakor, Bromet en Bushoff (allen GroenLinks-PvdA) aan de Minister
voor Natuur en Stikstof en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over
het rapport «De Europees- en Internationaalrechtelijke status van de Waddenzee» (ingezonden
2 januari 2024).
Mededeling van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 30 januari
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «De Europees- en Internationaalrechtelijke status van
de Waddenzee» van de Waddenacademie1?
Vraag 2
Deelt u de mening dat Nederland de verdragen en richtlijnen zoals omschreven in het
onderzoek onvoldoende naleeft?
Vraag 3
Klopt het dat op 8 januari 2024 ook beleidssuggesties op basis van het rapport gepubliceerd
worden door de opstellers van dit rapport? Kunt u er voor zorgdragen dat de beleidssuggesties
nog voor het commissiedebat Wadden (nu ingepland op 18 januari 2024) door u aan de
Kamer verstuurd worden?
Vraag 4
Deelt u de analyse van de Waddenacademie dat het project Gaswinning Ternaard strijdig
is met het Werelderfgoedverdrag? Kunt u aangeven of in de vergunningsaanvraag van
de NAM voor nieuwe activiteit onder de Waddenzee aan alle verdragsverplichtingen getoetst
is die in het rapport beschreven zijn? Zo ja, kunt u die informatie dan delen met
de Kamer? Zo nee, waarom is de aanvraag niet aan de internationale verdragen getoetst?
Vraag 5
Kunt u aangeven of het kabinet de aanvraag van NAM heeft getoetst of heeft kunnen
toetsen aan alle verdragsverplichtingen die in het rapport beschreven zijn? Zo ja,
kunt u toetsing door het Kabinet aan die internationale verdragsverplichtingen delen
met de Tweede Kamer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe de adviezen van de landsadvocaat aangaande het UNESCO Werelderfgoedverdrag
overeen komen of verschillen met de conclusies uit dit nieuwe rapport? Kunt u de adviezen
van de landsadvocaat aan het kabinet over dit specifieke verdrag met de Kamer delen
voor aanvang van het commissiedebat Wadden?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de bescherming van de biodiversiteit – zoals ook vastgelegd
in het Verdrag inzake Biologische Diversiteit – betekent dat deze bescherming zou
moeten gelden voor alle onderdelen van een ecosysteem (waaronder vissen, het bodemleven
en waarden als duisternis, stilte en ongereptheid)? Zo ja, hoe gaat het kabinet zorgdragen
voor de bescherming van het werelderfgoed? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Hoe voorkomt u dat de Waddenzee zijn Werelderfgoedstatus verliest? Kunt u aangeven
of de Natura2000-status de Waddenzee als Werelderfgoedstatus voldoende bescherming
biedt? En wanneer kan de Kamer in dit kader de evaluatie van het Natura2000-beheerplan
voor de Waddenzee tegemoet zien?
Vraag 9
Hoe neemt u de conclusies van de Waddenacademie mee in het aanleveren van een plan
voor het behoud van de Waddenzee bij UNESCO voor 1 februari 2024?2
Vraag 10
Wat is uw reactie op de brandbrief die is gestuurd door de drie Waddenprovincies Noord-Holland,
Groningen en Friesland?
Vraag 11
Deelt u de mening van de Waddenacademie (pagina 34) dat de bevoegdheden en beheer
van de Waddenzee te versnipperd zijn onder individuele bevoegde instanties, waardoor
er gebrek is aan overzicht? Zo ja, op welke wijze acht u dit te herstellen? Zo nee,
waarom niet? Wat gaat u concreet doen met de oproep uit het rapport van de Waddenacademie
dat de problemen op het Wad in samenhang met elkaar moeten worden aangepakt?
Vraag 12
Deelt u de mening dat zeehonden in de Waddenzee onvoldoende zijn beschermd ondanks
deConvention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals (CMS)? Op welke wijze wordt er voldaan aan de eis van het Zeehondenverdrag, onderdeel
van het CMS, om onderzoek te doen naar habitatherstel?
Vraag 13
Kunt u ervoor zorgen dat deze vragen nog voor het commissiedebat Wadden (nu ingepland
op 18 januari 2024) beantwoord worden?
Mededeling
De vragen van de leden Chakor, Bromet en Bushoff (allen GroenLinks-PvdA) aan de Minister
voor Natuur en Stikstof en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over
het rapport «De Europees- en Internationaalrechtelijke status van de Waddenzee» (kenmerk
2024Z00007, ingezonden 2 januari 2024) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De beantwoording vraagt zorgvuldige afstemming met verschillende departementen, dit
vraagt extra tijd.
Ik zal uw Kamer de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.