Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 781 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 781 |
Waarom laat u de steunmaatregelen om amateurverenigingen voor de hoge energieprijzen te compenseren in 2024 vervallen?1
Afgelopen winter heb ik openbare zwembaden en amateursportverenigingen door middel van niet-structurele specifieke uitkeringen aan gemeenten ondersteund. Destijds is al aangegeven dat deze ondersteunende regelingen niet structureel waren, maar slechts van toepassing zijn voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.
Denkt u daadwerkelijk dat volgend jaar opeens geen steunmaatregelen meer nodig zijn voor verenigingen, waardoor zij van de ene op de andere dag met € 226 miljoen minder kunnen?
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van amateursportverenigingen in verband met de energiecrisis (SPUK NEAS) geldt dat er voor € 8,3 miljoen is aangevraagd door 188 verschillende gemeenten ter ondersteuning van de amateursportverenigingen. Aanvragen van gemeenten worden op dit moment beoordeeld. Het streven is om voor het einde van de jaarafsluiting het beschikbare bedrag van € 6 miljoen, naar rato, te verdelen over de gemeenten die een aanvraag hebben ingediend.
Hoewel de SPUK NEAS op basis van de aanvragen door gemeenten is uitgeput zijn er momenteel geen signalen vanuit NOC*NSF, Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en het Mulier Instituut dat de ondersteuning aan amateursportverenigingen voor gestegen energieprijzen in 2022 en 2023 als zodanig onvoldoende is gebleken. Ook zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit moment geen signalen binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen. Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) laten weten dat circa de helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een uitvraag van de RVVB zorgen hebben over de financiële situatie van de vereniging voor komende winter. Ook komend jaar houd ik daarom de vinger aan de pols door onder andere een onderzoek van het Mulier Instituut naar de financiële weerbaarheid van amateursportverenigingen, waarmee meer inzicht verkregen kan worden in de financiële mogelijkheden van amateursportverenigingen om te verduurzamen. Ik vind het belangrijk om zowel oog te hebben voor de verduurzamingsopgave van de sportsector als voor de andere (financiële) opgaven waar amateursportverenigingen voor staan.
Voor de specifieke uitkering ter tegemoetkoming van de gestegen energiekosten van openbare zwembaden in verband met de energiecrisis (SPUK MEOZ) geldt dat 280 gemeenten hiervoor een aanvraag hebben ingediend, waarbij 603 zwembaden gemoeid zijn. Er is voor € 156,5 miljoen verleend van de € 205,5 miljoen die hiervoor ter beschikking is gesteld. Deze regeling is hiermee niet uitgeput.
Op 13 oktober ontving ik bericht van de VSG waarin wordt gesteld dat de zwembaden het financieel zwaar hebben. Ik ben met de VSG in gesprek gegaan over de verwachte problemen bij energiekosten in 2024 maar zie op dit moment helaas geen mogelijkheden om aanvullende financiële ondersteuning te bieden aan de zwembaden. De maatregelen die het kabinet heeft genomen om tegemoet te komen aan de gestegen energiekosten waren tijdelijk van aard. Dit geldt ook voor de SPUK MEOZ. Eind 2024 zullen de aanvragen vanuit de SPUK MEOZ worden verantwoord en vastgesteld, dan zal ook duidelijk worden in hoeverre er sprake is van het terugbetalen van uitgekeerde voorschotten. Een besluit over eventuele aanvullende energiesteun is gezien de demissionaire status aan een volgend kabinet. Het bericht van de VSG onderstreept voor mij het belang van de verduurzaming van zwembaden.
Bent u ervan op de hoogte dat de helft van alle sportverenigingen zich momenteel zorgen maakt over de financiële situatie van aankomende winter?
Deze cijfers komen niet overeen met het recente verdiepende onderzoek van het Mulier Instituut van maart 2023.2 Uit deze publicatie blijkt dat destijds (peilmoment februari/maart 2023) 4 procent van de responderende verenigingen dusdanige problemen ervaren dat ze op het punt van omvallen staan. Van de respondenten gaf 16 procent aan de toekomst (erg) somber in te zien, en 12 procent gaf aan onvoldoende veerkrachtig te zijn om de stijgende energielasten op te vangen. Zoals al aangegeven zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit moment geen signalen binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen. Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) laten weten dat circa de helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een uitvraag van de RVVB zorgen hebben over de financiële situatie van de vereniging voor komende winter.
Waarom heeft u geen alternatief plan gepresenteerd om te voorkomen dat meer verenigingen omvallen door de energiekosten?
Zoals al aangegeven zijn er vanuit NOC*NSF, POS, VSG en het Mulier Instituut op dit moment geen signalen binnengekomen dat sportverenigingen deze winterperiode in de problemen zullen komen. Wel heeft het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) laten weten dat circa de helft van de 365 verenigingen die gereageerd hadden op een uitvraag van de RVVB zorgen hebben over de financiële situatie van de vereniging voor komende winter. Ook komend jaar houd ik daarom de vinger aan de pols door gesprekken met de sector en contact met het Mulier Instituut, dat de monitoring in de sportsector uitvoert.
Een alternatief plan is niet aan de orde. Dat laat onverlet dat ik mij inzet om tot een snelle verduurzaming van de sportsector te komen om zo sportverenigingen financieel weerbaarder te maken. In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking tot de energiekosten-ondersteuning en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden, ga ik verder in op deze inzet. Tevens biedt het bestaande instrumentarium, waaronder het sportakkoord, middelen om sportverenigingen hierin te ondersteunen. Dat gaat bijvoorbeeld om de ondersteuners lokale sport, sportparkmanagers en clubkadercoaches.
Wat gebeurt er als het bedrag voor 2023 niet volledig uitgeput wordt? Blijft dat dan in ieder geval beschikbaar voor sportverenigingen in 2024?
De ondersteunende regelingen zijn van toepassing voor de periode 2022 tot en met 2023. Wanneer deze middelen niet tot besteding gekomen zijn, vloeien deze conform de begrotingsregels terug naar het generale beeld.
Wanneer verwacht u dat alle sportverenigingen voldoende verduurzaamd zijn om minder kwetsbaar te zijn voor de energieprijzen?
De doelstellingen voor wat betreft de verduurzaming van sportverenigingen zijn opgenomen in de Routekaart Verduurzaming Sport. Binnen de routekaart zijn er in samenspraak met de partners vanuit de sector ambitieuze doelen voor de reductie van Co2-emissie gesteld voor 2030 en 2050. Deze doelen zijn niet alleen voor verenigingen gesteld, maar voor de gehele sportsector. Het belang hiervan wordt gelukkig ook breed gedeeld binnen de sector. Om deze doelen te behalen, werken we nauw samen met andere ministeries en betrokken partijen uit de sector. In mijn brief over de huidige stand van zaken met betrekking tot de energiekosten- ondersteuning en verduurzaming van de sportsector en de mogelijkheden tot het versnellen hiervan die gelijktijdig naar uw Kamer zal worden verzonden, ga ik verder in op dit vraagstuk en deze inzet.
Wat gaat u doen als blijkt dat meer sportclubs in de problemen komen en dreigen om te vallen als gevolg van het vervallen van deze steunmaatregelen? Bent u bereid om dan alsnog in te grijpen om dit te voorkomen?
Om op de hoogte te blijven van de actuele stand van zaken voer ik gesprekken met de sector en heb ik veelvuldig contact met het Mulier Instituut, dat de monitoring in de sportsector uitvoert. Door de gesprekken met de sector en de monitoring van het Mulier Instituut heb ik inzicht in de stand van zaken van sportverenigingen en de (financiële) uitdagingen waar zij voor staan. Om vinger aan de pols te houden – onder meer met het oog op een eventuele stijging van de energieprijzen aankomende winter – continueer ik de gesprekken met de sector om op tijd te kunnen handelen wanneer dit in de toekomst noodzakelijk, opportuun en mogelijk is.
Vindt u het ook niet tegenstrijdig overkomen om eerst in de troonrede het belang van sportverenigingen te benadrukken, om vlak daarna aan te kondigen dat de steunmaatregelen voor hen zonder alternatief vervallen?
Met de tijdelijke ondersteunende regelingen heb ik het belang van sportverenigingen onderstreept. Dat staat los van het gegeven dat de ondersteunende regelingen bestaan uit niet-structurele gelden voor 2022 en 2023.
Dit is ook vanaf het begin van de regelingen zo gecommuniceerd. Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, biedt het bestaande instrumentarium, waaronder het sportakkoord, tevens middelen om sportverenigingen breed te ondersteunen. Dat gaat bijvoorbeeld om de ondersteuners lokale sport, sportparkmanagers en clubkadercoaches. Ik deel daarom de suggestie in de vraagstelling niet.
Trouw, 19 september 2023, «Een warme douche na de wedstrijd? Energiesteun voor sportverenigingen vervalt» (https://www.trouw.nl/sport/een-warme-douche-na-de-wedstrijd-geen-energiesteun-meer-voor-sportclubs~b1ca0534/).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-781.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.