Vragen van de leden De Hoop en Pijpelink (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat over de scheur in de Westerscheldetunnel (ingezonden
8 december 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 10 januari
2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Oorzaak scheur Westerscheldetunnel bekend,
schade wordt pas later hersteld»1?
Vraag 2
Waarom duurt het nog tot Q2 2024 voordat er duidelijkheid kan worden gegeven over
de reparatie?
Antwoord 2
Het in opdracht van de N.V. Westerscheldetunnel (hierna: de NV WST) uitgevoerde onderzoek
toont aan dat de tunnel veilig is en in staat is om de gevolgen van de betonschade
op te vangen. Er is geen direct gevaar voor de tunnelgebruiker. Deze conclusie biedt
tijd en ruimte voor de NV WST om te werken aan een plan voor herstel. Het plan voor
herstel richt zich op de mogelijke technische varianten van herstel, de maakbaarheid
daarvan, de kosten en de impact op de beschikbaarheid van de tunnel.
De huidige situatie wordt overigens door middel van een aantal instrumenten voortdurend
gemonitord door de NV WST.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat het van groot belang is dat de Westerscheldetunnel, de enige
directe verbinding tussen Zeeuws-Vlaanderen en de rest van het land, te allen tijde
toegankelijk moet blijven?
Antwoord 3
De Westerscheldetunnel is een belangrijke wegverbinding die Zeeuws-Vlaanderen met
de rest van de provincie Zeeland en Nederland verbindt. De tunnel heeft daarmee een
belangrijke functie voor de bereikbaarheid van het gebied.
In het door de NV WST op te stellen plan voor herstel zal ook de impact op de beschikbaarheid
(toegankelijkheid) van de tunnel, en daarmee bereikbaarheid van het gebied, een belangrijk
aandachtspunt zijn. De NV WST bereidt zich daarop voor en betrekt daarbij de omgevingspartijen
zoals gemeenten Borsele en Terneuzen, provincie Zeeland, Veiligheidsregio Zeeland
en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Vraag 4
Hoe kan die toegankelijkheid op de lange termijn worden gewaarborgd, terwijl nog niet
bekend is wanneer de reparatie plaats gaat vinden?
Antwoord 4
Zie hiervoor de antwoorden op de vragen 2 en 3.
Vraag 5
Wat gaat u doen om de reparatie van deze levensader voor Zeeuws-Vlaanderen zo snel
mogelijk te laten plaatsvinden?
Antwoord 5
De reparatie is een verantwoordelijkheid van de NV WST, waarvan de provincie Zeeland
enig aandeelhouder is. De NV WST onderkent het belang van de verbinding en werkt voortvarend
aan een plan voor herstel voor de scheur in de oostbuis van de tunnel. Het Ministerie
van IenW is eén van de stakeholders die door de NV WST wordt betrokken bij dit plan
voor herstel.
Vraag 6
Waarom worden er nog geen voorzorgsmaatregelen genomen, zoals netten, terwijl die
op termijn wel nodig zijn?
Antwoord 6
Het onderzoek heeft herbevestigd dat de tunnel veilig en stabiel is. Als ontwikkelingen
met betrekking tot de monitoring en daaraan gekoppelde schade daartoe aanleiding geven,
kan nog besloten worden tot tijdelijke maatregelen (zekering van het gescheurde element,
veiligheidsnet of beplating om eventueel vallend gruis of lekwater op te vangen).
Vraag 7
Hoe wordt de communicatie tussen provincie en ministerie afgestemd, zodat relevante
partijen altijd op de hoogte zijn van de meest recente ontwikkelingen?
Antwoord 7
De NV WST zal vanuit haar verantwoordelijkheid de betrokken omgevingspartijen tijdig
informeren en betrekken bij het plan voor herstel. Het gaat daarbij om de provincie
Zeeland als aandeelhouder van de NV WST, de gemeente Borsele als bevoegd gezag, de
gemeente Terneuzen, de Veiligheidsregio Zeeland en het Ministerie van IenW.