Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over risico’s en onregelmatigheden in de Extra Beveiligde Inrichting (ingezonden 11 oktober 2023).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 1 november 2023).

Vraag 1 en 2

Is er de afgelopen drie jaar een SIM-kaart in de was van een gedetineerde in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) gevonden? Zo ja, welke onderzoeken zijn uitgevoerd na het aantreffen van de SIM-kaart, is duidelijk aan welke gedetineerde deze SIM-kaart toebehoorde en welke risico’s zijn toen geïdentificeerd? Zo nee, kunt u verklaren waarom dit ernstige en sterke vermoeden de ronde gaat?

Hoe zou een SIM-kaart de EBI binnen gebracht kunnen zijn en welke risico’s op voortgezet crimineel handelen vanuit de EBI ziet u in dit verband?

Antwoord 1 en 2

Het is correct dat in september 2021 een simkaart is aangetroffen in het gebouw van de EBI. De simkaart is door medewerkers aangetroffen in een jas, in een ruimte waar geen gedetineerden komen. Het betreft een ingevoerde jas, die op de EBI nog niet bij de gedetineerde is geweest. Bij het controleren van deze ingevoerde jas is de simkaart aangetroffen. Deze simkaart heeft in de EBI dus geen voortgezet crimineel handelen in detentie (VCHD) kunnen faciliteren. Na de vondst van de simkaart is er adequaat opvolging gegeven door medewerkers. Vanwege het specifieke karakter en omwille van de veiligheid doe ik daarover in deze individuele zaak geen mededeling.

De aanwezigheid van contrabande verstoort de veiligheid binnen en buiten de inrichting. Dat vind ik onacceptabel. In algemene zin kan ik zeggen dat als contrabande, zoals een simkaart, worden aangetroffen en herleidbaar zijn naar een gedetineerde deze onmiddellijk wordt gesanctioneerd (bijvoorbeeld door het intrekken van vrijheden of een disciplinaire maatregel). Indien de contrabande niet herleidbaar zijn wordt hier onderzoek naar gedaan.

Vraag 3 en 5

Staat u nog steeds achter de stelling, die u zowel tijdens het commissiedebat op 4 juli 2023 als in antwoord op schriftelijke vragen van 17 juli 2023 innam, dat voldoende spreiding in de EBI mogelijk is?

Wanneer is er voor u niet langer sprake van voldoende spreiding in de EBI?

Antwoord 3 en 5

Ik sta nog steeds achter de stelling dat er op dit moment voldoende spreiding in de EBI mogelijk is. Zoals aangegeven in het commissiedebat van 4 juli jl. beoordeelt DJI welke inrichting en regime het meest veilig en het meest geschikt is om een gedetineerde te plaatsen. Het EBI-regime is een individueel regime. Op het moment dat gedetineerden in de EBI worden geplaatst, vindt er overleg plaats tussen DJI, de politie en het Openbaar Ministerie om te bepalen welke afdeling binnen de EBI het meest geschikt is. Daarbij wordt ook beoordeeld of de gedetineerde in een groep activiteiten van het dagprogramma kan volgen of dat er te veel veiligheidsrisico’s zijn en de gedetineerde het dagprogramma alleen volgt.

Het is dan ook afhankelijk van de gedetineerdenpopulatie in de EBI in hoeverre spreiding mogelijk is. Op dit moment is er voldoende spreiding mogelijk. Zoals aangegeven in de brief van 26 mei jl aan uw Kamer onderzoekt DJI hoe zij (delen van) haar inrichtingen en bestaande afdelingen in de toekomst beter toe kan rusten op een groep gedetineerden die vanwege het risicoprofiel stevige beheers- en toezichtsmaatregelen nodig heeft, maar die daarvoor niet in de EBI hoeven te worden geplaatst.1 Hiermee ontstaan er extra plaatsings- en spreidingsmogelijkheden voor verdachten en veroordeelden waarop een zwaar toezichtsregime noodzakelijk is om voortgezet crimineel handelen tegen te gaan.

Ik verwacht uw Kamer hierover binnen enkele maanden te informeren.

Vraag 4

Waarom wordt, als sprake is van voldoende spreidingsmogelijkheden, toegestaan dat Willem Holleeder en Saïd Razzouki op dagelijkse basis contact hebben met elkaar omdat zij nu in hetzelfde groepje zitten in de EBI en ook samen recreëren?

Antwoord 4

Ik ga niet in op individuele gevallen.

Vraag 6

Waarom blijft u volhouden dat al het contact tussen gedetineerden gecontroleerd word in de EBI, terwijl er toch meerdere mogelijkheden zijn tot het heimelijk doorgeven van boodschappen zoals: via geluidssignalen, het simpelweg met elkaar communiceren vanuit de cel, via briefjes et cetera.?

Antwoord 6

DJI treft diverse maatregelen om ongewenste communicatie tussen gedetineerden op de EBI tegen te gaan. Vanwege veiligheidsredenen ga ik daar niet verder op in. Wel kan ik in het algemeen zeggen dat gedetineerden die in het geheel niet met elkaar mogen communiceren niet bij elkaar op een afdeling worden gezet. Communicatie tussen gedetineerden die wel op één afdeling geplaatst zijn wordt gemonitord. Daarbij is het personeel ook alert op vormen van (heimelijke) communicatie tussen gedetineerden.

Daarnaast heb ik het wetsvoorstel tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) bij uw Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel maak ik het mogelijk de communicatie van gedetineerden in de EBI en Afdelingen Intensief Toezicht (AIT’s) tijdelijk in verregaande mate te beperken door middel van een bevelsbevoegdheid. Ook zullen personen met wie deze gedetineerden willen bellen zich in de nabije toekomst moeten melden bij een aangewezen locatie (met uitzondering van geprivilegieerde contacten). Onderdeel van het wetsvoorstel is ook dat er visueel toezicht zal worden gehouden op gesprekken tussen deze gedetineerden en hun advocaat. Verder wordt het maximum aantal advocaten waarmee een gedetineerde die verblijft in de EBI of op de AIT contact mag hebben beperkt tot twee.

Met de eerder genomen en voorgestelde maatregelen wordt alles op alles gezet om voortgezet crimineel handelen in detentie tegen te gaan.


X Noot
1

Kamerstuk 29 911, nr. 418

Naar boven