Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de landelijke vrijstellingslijst (ingezonden 28 september 2023).

Mededeling van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 26 oktober 2023).

Vraag 1

Is het juist dat een landelijke vrijstelling voor het vangen en doden van een soort uitsluitend kan worden verleend wanneer de gunstige staat van instandhouding van desbetreffende soort niet in het geding is?

Vraag 2

Is het juist dat er voor u niet langer een rechtsgrond bestaat voor een bestaande landelijke vrijstelling voor het vangen en doden van een soort, wanneer de staat van instandhouding van desbetreffende soort in het geding is gekomen?

Vraag 3

Is het juist dat dat de gunstige staat van instandhouding van het konijn en de haas in het geding is?

Vraag 4

Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, wat is de wettelijke basis voor uw besluit om de landelijke vrijstelling vooralsnog in stand te laten, terwijl de gunstige staat van instandhouding in het geding is?

Vraag 5

Klopt het dat u momenteel het faunabeheerbeleid aan het herzien bent?

Vraag 6

Zo ja, wat houdt die herziening in? Wat overweegt u te veranderen en met welk doel? Met welke organisaties bent u hierover precies in gesprek? Wanneer verwacht u uw vorderingen en/of conclusies te kunnen delen met de Kamer?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe de tellingen van soorten op rijksgronden, die op basis van de wildlijst, de landelijke vrijstellingslijst en mogelijke andere ontheffingen mogen worden geschoten, plaatvinden? Wie doen deze tellingen en hoe worden deze geverifieerd?

Vraag 8

Hoe ziet u de rol van grote predatoren in het jachtbeleid om tot een toekomstbestendig stelsel te komen? Deelt u de mening dat de rol van grote predatoren, zoals de wolf, dient te worden meegenomen in het faunabeheerbeleid, omdat deze een essentiële rol spelen in natuurlijk beheer? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De vragen van het lid Akerboom (PvdD) over de landelijke vrijstellingslijst (2023Z16201) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord omdat de hiervoor noodzakelijke afstemming meer tijd vraagt. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.

Naar boven