Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanpassing van ingegane variabele uitkeringen bij verzekeraars en pensioenfondsen (ingezonden 11 juli 2024).

Mededeling van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 28 augustus 2024)

Vraag 1

Bent u ermee bekend dat verzekeraars en pensioenfondsen sinds de inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling in 2016 al variabele uitkeringen kunnen aanbieden?

Vraag 2

Bent u bekend met de standaardmodellen voor de communicatie bij pensioenfondsen en verzekeraars1 die bedoeld zijn om deelnemers te begeleiden bij het maken van een keuze tussen een vast en een variabel pensioen?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke risico’s voor de hoogte van de variabele uitkeringen op die standaardmodellen voor verzekeraars worden benoemd?

Vraag 4

Bent u bekend met de mogelijkheid om een vaste daling (danwel onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp) een projectierendement in solidaire regeling) in de uitkering aan te bieden, waarmee de uitkering bij aanvang hoger begint?

Vraag 5

Bent u bekend met de wettelijke maximering op deze vaste daling, danwel het projectierendement (ten hoogste 35% van het verschil tussen de parameter voor aandelenrendement en de risicovrije rente en niet hoger dan consistent met het beleggingsbeleid) en de factsheet van De Nederlandsche Bank (DNB) hierover?2

Vraag 6

Bent u ermee bekend dat verschillende pensioenfondsen en verzekeraars aangekondigd hebben reeds ingegane variabele pensioenen flink te verlagen, en sommigen dit mogelijk inmiddels al gedaan hebben, omdat zij inmiddels een veel minder hoge vaste daling mogen gebruiken door de gestegen rente?3

Vraag 7

Kunt u een overzicht geven bij welke verzekeraars en pensioenfondsen met dalende variabele uitkeringen in het aanbod dit vraagstuk nog meer speelt? Kunt u aangeven hoe zij met dit vraagstuk omgaan? En, indien van toepassing, kunt u aangeven hoeveel de pensioenuitkeringen zijn gedaald gegeven het maximaal aangeboden dalingspercentage bij de aanbieder en de keuze voor een 100% variabele uitkering?

Vraag 8

Realiseert u zich dat in de standaardpensioencommunicatie niet wordt gewezen op het risico dat het dalingspercentage kan worden aangepast en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn voor deelnemers?

Vraag 9

Kunt u aangeven of het risico van aanpassingen van lopende variabele uitkeringen, door een wijziging van het dalingspercentage als gevolg van mutaties in de parameters waaronder de marktrente, is beoogd? Of is dit een onbedoeld effect?

Vraag 10

Indien dit risico niet is beoogd, kunt u daarover duidelijkheid geven en indien nodig daarmee in lijn de wetgeving wijzigen?

Vraag 11

Indien dit risico wel is beoogd, kunt u ervoor zorgen dat de standaard communicatie over vaste en variabele uitkeringen wordt aangescherpt, zodat deelnemers die willen kiezen voor of te maken krijgen met een variabele uitkering ook op de hoogte zijn van dit risico?

Vraag 12

Kunt u de vragen één voor één binnen 3 weken beantwoorden?

Mededeling

De vragen van het lid Joseph (NSC) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanpassing van ingegane variabele uitkeringen bij verzekeraars en pensioenfondsen (kenmerk 2024Z11958, ingezonden op 11 juli 2024) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden voor het uitstel is dat voor de beantwoording van de vragen nader overleg met toezichthouders en de pensioen- en verzekeringssector nodig is.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Verbond van Verzekeraars, «Standaardmodel vast/variabel pensioen», (www.verzekeraars.nl/verzekeringsthemas/leven/pensioenen/standaardmodel-vastvariabel-pensioen).

Pensioenfederatie, 23 november 2027, «Handleiding Standaardmodel verbeterde premieregeling voor pensioenfondsen», (https://www.pensioenfederatie.nl/stream/handleiding-standaardmodel-pensioenfondsen.pdf).

Naar boven