Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA), Mohandis (PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over olympische sporters die moeite hebben met rondkomen (ingezonden 22 juli 2024).

Mededeling van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport – Jeugd, Preventie en Sport) (ontvangen 12 augustus 2024).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat veel topsporters moeite hebben met rondkomen en dat het stipendium (de financiële ondersteuning voor topsporters die geen of onvoldoende inkomen hebben voor hun levensonderhoud) veelal onvoldoende is om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat topsport gezien moet worden als een baan in plaats van een uit de hand gelopen hobby, mede vanwege de positieve maatschappelijk impact van topsport?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het stipendium voor topsporters niet in evenwicht is met wat van hen wordt gevraagd, zoals de Nederlandse Sportraad eerder al constateerde?2

Vraag 4

Klopt het dat als blijkt dat een topsporter te veel heeft bijverdiend, bijvoorbeeld door behaald prijzengeld, een deel van het stipendium achteraf wordt teruggevorderd? Zo ja, waarom zou dit volgens u geen boete op succesvol presteren zijn?

Vraag 5

Hoe vaak komt het voor dat topsporters niet in staat zijn om achteraf terug te betalen als blijkt dat ze boven de bijverdiengrens uit zijn gekomen?

Vraag 6

Heeft u signalen dat sommige topsporters helemaal geen stipendium meer aanvragen, uit vrees voor latere terugbetaling?

Vraag 7

Wat zou volgens u een rechtvaardige bijverdiengrens zijn, waarbij de bestaanszekerheid van de topsporter niet in het geding komt, tegelijkertijd het behalen van prestaties niet wordt afgestraft, maar er ook geen excessief verdienmodel ontstaat?

Vraag 8

Klopt het daarnaast dat topsporters het stipendium vanaf de eerstvolgende maand kunnen verliezen zodra ze niet meer aan de prestatie-eis voldoen? Deelt u de mening dat deze financiële druk een risico vormt voor ongezonde prestatiedruk, zoals de Nederlandse Sportraad in het eerdergenoemde advies ook constateerde?

Vraag 9

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de herijking van het totale voorzieningenpakket voor topsporters waar de stipendiumregeling deel van uitmaakt? Maakt het verbeteren van de inkomenspositie van topsporters met een stipendiumregeling hier onderdeel van uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid de stipendiumregeling te verruimen zodat niet alleen A-sporters hier gebruik van kunnen maken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Bent u bereid de stipendiumregeling zodanig aan te passen dat topsporters hun financiering kunnen behouden als hun prestaties tijdelijk terugvallen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De vragen van de leden Van Dijk (CDA), Mohandis (PvdA) en Van Nispen (SP) over olympische sporters die moeite hebben met rondkomen (2024Z12125) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Noordhollands Dagblad, «NOC NSF wil basisinkomen voor olympische sporters», 19 juli 2024

X Noot
2

Nederlandse Sportraad, «De opstelling aan de top, advies over een toekomstbestendige organisatie en financiering van topsport», maart 2024

Naar boven